In 2012
schreef Vic Nees in Stemband (het magazine van Koor & Stem) mooie dingen
over het zingen met ouderen:
Net als alle vaardigheden kent het
samenzingen, naast een opgang en een hoogtepunt, ook een periode van decline and fall. Naast de lente en
zomer, ook herfst en winter. Als de Indian Summer overgaat in een troosteloze
herfst verliezen de stemmen hun kleur zoals de bomen hun bladeren. Het volume
is nog net toereikend voor s zondags in de kerk en voor bijeenkomsten van Okra.
Maar er wordt gezongen. Niet voor het artistiek genot maar voor het primaire
genoegen van samen in klanken uit te ademen. De verbeelding vult aan wat de
longen niet meer presteren.
Als de zingende mens zwijgt is het
winter. Wat daar op volgt, wordt verwoord door de dichter Han van der Vegt: Wanneer de stem zeker weet dat de dood is
ingetreden, pelt ze zich los van het strottenhoofd en als een vliesje,
onzichtbaar voor de omfloerste ogen van de rouwenden, stijgt ze op, op de
stuwing van de kaarsenvlammen.
Zingen is in alle levensfasen een
gezonde, zinvolle bezigheid. Artistiek in de eerste plaats, maar zo nodig ook
als troost en therapie.
|