
En dan zijn er de musea. Alleen maar met de musea
van Rome te bezoeken, kan je al maanden zoet zijn. Als we een indigestie willen
vermijden zullen we wellicht toch een keuze moeten maken.
Nieuwkomers in Rome die niet bang zijn van een
aanschuivende rij van een kilometer kiezen waarschijnlijk voor de Vaticaanse
musea. Probeer niet alles te zien maar neem ruim de tijd om je te vergapen aan
de bibliotheek, aan de appartementen van de Borgias, en wees niet te
ontgoocheld als je weinig tijd krijgt om de opperste schoonheid van de
Sixtijnse kapel te bewonderen. Fantaseer
ondertussen over deze locatie waar nieuwe pausen gekozen worden. Of denk aan
het Miserere van Allegri dat op pauselijk bevel enkel daar mocht uitgevoerd
worden (waarop Mozart na dit werk gehoord te hebben, uit het hoofd een kopie
opschreef eenmaal dat hij buiten was).
Anderen verkiezen wellicht de Villa Borghese die
veel kleinschaliger prachtige werken herbergt, zowel beelden als
schilderijen. Wie Pauline Bonaparte in haar naakte schoonheid wil bekijken moet
er absoluut heen. Het betekent wel dat je lang op voorhand daarvoor gekozen
hebt, want er moet minstens twee à drie maanden op voorhand gereserveerd worden
voor een bezoek van ongeveer anderhalf uur.
Een andere absolute aanrader zijn de Capitolijnse
musea. Als het enigszins mogelijk is, ga ik hier terug naar toe om nog een maal
te genieten van beelden als de Jongen die
een doorn uittrekt , van het
originele ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius, of van de Capitolijnse wolvin.
Vergeet niet dat ook schilders als Caravaggio, Rubens en Velasquez er een plaats
hebben gekregen.
Voor de fijnproevers behoud ik een bezoek voor aan
de ongekend mooie collectie van het prinsengeslacht Doria Pamphilj. Een stoffig
paleis met een enig mooie schilderij van
paus Innocentius X, van de hand van
Velasquez. Het allermooiste gedeelte van het palazzo is misschien wel de
spiegelgalerij. Lang niet zo groots als de Spiegelzaal in het Paleis van
Versailles, maar zeker zo mooi. Door de hoge ramen dansen de zonnestralen op de
in de zaal aanwezige beelden, waardoor de sfeer van vroeger bijna tastbaar
wordt. Aangezien dit museum nog geen grote bekendheid heeft verworven onder de
toeristenpopulaties die Rome overspoelen, kun je hier heerlijk in je eentje
ronddwalen. Je kunt de kleinste details van de schilderijen bekijken en je
voelt je bijna een gast in plaats van een betalende bezoeker. Wanneer je je nog
meer thuis wilt voelen, raad ik je aan een audioguide te nemen. Prins Jonathan
Doria Pamphilj heeft in hoogsteigen persoon de geschiedenis van zijn familie
ingesproken. Hij troont je mee over de rode bakstenen vloeren die vroeger met
de hand geboend moesten worden, hij leidt je langs de omvangrijke collectie
schilderijen en verleidt je met anekdotes uit lang vervlogen tijden. Wanneer je
met prins Jonathan Doria Pamphilj door de balzaal, de troonzaal, de
indrukwekkende kapel of over een van de vijf prachtige binnenplaatsen schrijdt,
waan je je even zijn verloofde, die hij voor het eerst door zijn huis leidt en
die steeds kreetjes van verrukking slaat om al het moois dat ze om zich heen
ziet. Gelukkig beschikt het Palazzo Doria Pamphilj over een erg leuke
koffiebar, Caffè Doria, waar je na al die opgedane indrukken even kunt
ontnuchteren voor je weer de hectische Via del Corso instapt. Naast espresso,
cappuccino, latte macchiato en 48 (!) verschillende soorten thee kun je je hier
te goed doen aan een ijskoude cappuccino om de laatste hersenspinsels over de
warme stem van prins Jonathan uit je hoofd te laten verdwijnen

|