Zoals ik gisteren al zegde, ging ik met open oog en
oor naar het concert van de academie voor muziek, woord en dans van het
Gemeenschapsonderwijs te Gent. Ik wil het niet hebben over de (goede)
prestaties van Vox Mago (het koor), noch over de nerveuze prestatie van
dirigent Patrick Debrabandere. Evenmin ga ik spreken over de hernieuwde
ontmoeting met Benoit Giaux, de muzikale duizendpoot die zowel een goede
bariton is, lid van de popgroep Witlof
Bay of uitstekend dirigent van Choraline
(het jeugdkoor van de Brusselse Munt).
Veeleer ga ik mij wat ergeren aan de drang naar
originaliteit die meebrengt dat tweederangs componisten uit de Barok van onder het stof worden
gehaald en op een verhoogje worden geplaatst. De hoofdbrok van het concert was
een Mis nr. 9 van Johann David Heinichen ( 1683-1729). Niet gehinderd door enig
gevoel voor religiositeit, met een klankidioom dat (letterlijk en figuurlijk)
de toehoorder moest wegblazen kan ik mij goed voorstellen dat deze Heinichen na
een korte carrière aan het hof van Dresden wellicht mee aan de basis lag van de
sluiting van het Hoftheater (wegens te duur). In zijn laatste 9 jaar mocht de
brave borst nog wat privé liefhebberen in de muziek, maar grootse dingen kwamen
daar niet uit voort.
Ik vind het dan ook een miskleun om die man te
programmeren vlak voor Johann Sebastian Bach, tenzij het de bedoeling was om
een dwergje te laten kriebelen aan de hielen van een meester die hoog op de
Olympus voortleeft. Maar dan nog
En als hij dan toch op het programma moet,
waarom dan niet het veel betere Requiem. Maar dan echt wel zonder
confrontatie met de groten van de muziek.
http://www.youtube.com/watch?v=IMbJ-7V9MHY
|