Ter voorbereiding van het concert (met o.m. het
Magnificat van J.S. Bach) waar ik vanavond naar toe ga, met toch een speciaal
oor en oog voor Inez Carsauw, de koorcoach van Korile voor april-mei.
Het
Magnificat, de lofzang van Maria volgens het Evangelie van Lucas, heeft componisten
bezig gehouden van de Middeleeuwen tot heden, en velen van hen bij herhaling.
Palestrina en Lassus schreven er maar liefst dertig, resp. honderd zettingen voor!
De tekst is ontleend aan het eerste hoofdstuk van het Lucas-Evangelie waar de
evangelist verhaalt hoe Elisabeth, zwanger van Johannes de Doper, haar eveneens
zwangere nicht Maria begroet als 'moeder des Heren' waarop Maria een loflied
aanheft dat de tien verzen Lucas 1:46-55 beslaat.
In
Bachs oeuvre behoort het Magnificat, met de Hohe Messe, enkele Sanctussen en de
paar Kleine Missen tot zijn weinige vocale werken op Latijnse tekst. In de Lutherse
eredienst te Leipzig waren namelijk ten tijde van Bach nog diverse elementen uit
de voor-reformatorische liturgie behouden gebleven. Zo werden het Kyrie en
Gloria van de mis nog wekelijks in het Latijn gezongen maar slechts éénstemmig
en niet door solisten, koor en orkest ('concertant'). Alleen op enkele kerkelijke
hoogtijdagen als Pasen en Pinksteren was er plaats voor concertante uitvoeringen,
waarvoor Bach dus zijn Kleine Missen schreef. (Alleen Bachs opus ultimum,
de Hohe Messe is niet in de Lutherse traditie te plaatsen.)
Het
Magnificat werd in Bachs tijd te Leipzig elke zaterdag- en zondagmiddag gezongen
ter afsluiting van de vespers, maar wel in de volkstaal, het Duits: Meine Seel
erhebt den Herren. Men zong het op de melodie van de 9e gregoriaanse psalmtoon
en in een eenvoudige vierstemmige harmonisering van Johann Hermann Schein. (Op
basis van deze melodie componeerde Bach voor het feest van Maria-Visitatie op 2
juli 1724 zijn cantate 10, Meine Seel erhebt den Herren, als een koraalcantate
maar dan op een gregoriaanse melodie.) Op kerkelijke hoogtijdagen echter (en
dat waren er, met drie Kerst- Paas- en Pinksterdagen en de drie Mariafeesten
wel veertien) werd het Magnificat op Latijnse tekst gezongen in een
feestelijke, concertante uitvoering met koor,
solisten
en instrumentaal ensemble.
Vanaf
zijn indiensttreding als Thomascantor (31 mei 1723), verantwoordelijk voor de
muziek in de vier Leipziger kerken, toont Bach een buitensporige
compositorische ijver: hij schrijft wekelijks een nieuwe cantate en houdt dat
een jaar of drie vol. Nauwelijks een maand na zijn aantreden ziet hij ook nog
kans om voor de
vespers
op Maria Visitatie (2 juli) een uitbundig Magnificat te schrijven dat alle versies
van tijdgenoten overtreft; het is zonder overdrijving het hoogtepunt van het genre.
Voor Bach is het zijn eerste grote koorwerk, veel ambitieuzer dan de wekelijkse
cantates.
http://www.youtube.com/watch?v=r4zvjV4_sAY
|