Op 22 juni 1832 bood zich op het Milanese conservatorium een 18-jarige jongeman aan om zich te laten inschrijven. Na een kort examen was het oordeel duidelijk: Giuseppe Verdi werd afgewezen. De boerenkinkel Verdi zo noemde hij zichzelf wel eens zou het niet vergeten. Toen het bestuur van de instelling later zijn naam aan het conservatorium wilde geven als eerbetoon, weigerde hij. Toen wilden ze me niet, welnu, nu kunnen ze me niet meer krijgen. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Nochtans was de beslissing van de toenmalige directie niet zo verwonderlijk. Het conservatorium had geen plaats voor nieuwe leerlingen en men beschikte maar over één piano voor alle leerlingen klavier. Verdi, die uit Parma kwam, was bovendien officieel en vreemdeling (Italië was nog niet ééngemaakt). Daarbij kwam dat hij de leeftijdsgrens had overschreden, want normaal moesten de leerlingen op hun veertiende beginnen. Pianoleraar Angeleri vond bovendien dat hij drastisch wat aan zijn handen moest veranderen, wat wellicht op die leeftijd niet meer zou lukken. De heren waren het er wel over eens dat hij misschien een belovend componist was met heel wat verbeelding, als hij tenminste aan zijn contrapunt zou werken. Maar, sprak maëstro Piantanida, hij zal wel erg middelmatig blijven.
|