Regels om een geliefd collega zanger te wordenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1. Zorg dat je goed gehoord wordt. Als iedereen zacht zingt brul jij het uit . . , dat staat zeer beschaafd. 2. Luister nooit naar de dirigent; jij weet het veel beter dan hij 3. Zing met je mond zo ver mogelijk dicht, dat bevordert de klankkleur en geeft een sjieke indruk. 4. Kijk overal naar, behalve naar de dirigent. Naar hem kijken alleen de domme mensen. 5. Praat luidruchtig en doorlopend met je buren, dat verlevendigt de repetitie en verhoogt zeker de concentratie van de dirigent en de ander koorleden. 6. Kom altijd te laat . . . . dat onderstreept je belangrijkheid. 7. Kijk bij het zingen zo kwaad mogelijk, ongeveer zoals Napoleon bij Waterloo. 8. Koorrepetities zijn voor minderbegaafden; ga er dan ook bij hoge uitzondering heen. Jij kunt wel zonder. Je zult dat bij het optreden wel merken, want iedereen zingt dan fout behalve jij. 9. Zorg ook dat je, als je al eens op de repetitie bent, je zeer sociaal opstelt. Zorg dat je zoveel mogelijk praat, en laat de pauze zich daar maar even bij aanpassen. 10. Schep vooral op over je eigen prestaties bij voorkeur in één van de andere koren waar je nog zingt - en lever zoveel mogelijk kritiek op anderen.
|