De grote uittocht begint weer. Dagjesmensen naar de zee, Turken met hoogopgestapelde wagens naar de familie, grootouders die het probleem van de kinderopvang helpen oplossen. En ook: zoeken naar een bakker, pastoors die de preek weglaten in de nog dunner bevolkte kerken, van het ene naar het andere zomerfestival sjeeken. IJsjeskarren die zich met hun hatelijk lawaai verdringen voor de thuisgebleven kinderen en anderen. Vuilniszakken die niet worden opgehaald en die de muizen en katten uitnodigen om te komen spelen.
Goede reis, Roos, ik zal je berichtjes missen. Dag Krisje, tegen dat wij terugkomen sla jij je vleugels uit. Dag kriekebolletjes. Goede vaart Koriletjes en Ruysscheveldertjes, ik wou dat het al midden augustus was. Dag dag dag
|