Laat koorleden die goed op elkaar ingespeeld zijn regelmatig door elkaar of in kwartetten repeteren. Zo doe je een beroep op de zelfstandigheid van de zangers en verbreed je hun focus van hun naaste buren tot over het hele koor. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
§ Laat een koorlid eens voor de groep staan terwijl je zelf blijft dirigeren, om ze te laten ervaren wat er met de klank gebeurt als je contrasterende, karakteriserende opdrachten geeft. Bijvoorbeeld: zing een homofoon stuk, en vraag de proefpersoon om voor elke muzikale zin een karakter te verzinnen. Vraag hem of haar om feedback - klonk het zoals jij het wilde hebben? Nee? Hoezo niet? Zo worden zangers zich bewust van de muzikale zeggingskracht die een groep heeft of misschien juist moet opbouwen.
§ Voor koorleden is het vaak een openbaring om te luisteren naar het koor en de groep te observe-ren. Als je eens een keer niet bij stem bent, kom dan vooral wel naar een repetitie en ga eens voor of naast het koor zitten. Je zult versteld staan van wat je ervan leert en bovendien loop je geen achterstand op in het muzikale groeiproces.
§ Koorleden moeten het liefst bij elke repetitie aanwezig zijn, anders is een groep gehandicapt en ben je altijd energie kwijt aan zangers die op een later moment bijgespijkerd moeten worden
|