Vandaag 4 februari is het Werelddag tegen kanker. Een goede gelegenheid om eens te kijken hoe men in de oudheid en Middeleeuwen tegen kanker aankeek. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De gekende geschiedenis van kanker begon met de Egyptenaren ; zij evolueerde zeer langzaam door de eeuwen heen met een versnelling van de kennis in de 17de eeuw dank zij verschillende ontdekkingen en uitvindingen, o.a. van de microscoop in 1590 waardoor de cel-theorie kon opgebouwd worden.
Gedurende duizenden jaren voor onze jaartelling was de notie van kanker zeldzaam maar er bestaan enkele oude beschrijvingen van kwaadaardige tumoren. Deze beschrijvingen zijn niettemin niet geheel vertrouwbaar aangezien onder hen er letsels zijn die zichtbaar resulteren uit traumas of blessures. Sommige inlichtingen vond men op papyrus en beschrijven tumoren gevonden op mummies : op een papyrus die dateert van 3000 tot 2000 vóór J.C. vindt men een beschrijving van tumoren en verzweringen van de borst behandeld door cauterisatie; op een andere papyrus over geneeskunde, en daterende van 1552 vóór J.C.wordt afgeraden een grote tumor van de dij weg te nemen wegens fataal risico voor de patiënt. Er was, desondanks, zeer weinig informatie over kanker tot Hippocrates.
Hippocrates (25 v.C 50 n.c) was een zeer beroemd Grieks geneesheer. Volgens zijn talrijke zeer precieze beschrijvingen van de verschillende ziekten, leek het evident dat hij kankerpatiënten verzorgde : hij beschreef inderdaad letsels van dit type die betrekking hadden op de huid, de borst, de maag, de baarmoederhals en het rectum en maakte een classificatie hiervan. Hij merkte op dat het beter was sommige kankers niet te behandelen, namelijk degenen die hij "occult" noemde omdat de patiênten niet lang overleefden bij behandeling. (Het woord "occult" gebruikt door Hippocrates, beantwoordt niet aan zijn actuele waarde van "beginnende kanker".). De enige behandelingen in die tijd bestonden uit cauterisatie en diverse zalven. Er was weinig vooruitgang in de kankerstudie gedurende de drie eeuwen na Hippocrates.
Op het einde van het 1ste millenium, onderscheidde de Arabische geneeskunde zich in het bijzonder in de strijd tegen kanker. Albucasis (1013-1106), van Cordoba, in Spanje onder Arabische dominantie, beval excisie aan wanneer het kanker betrof in het beginstadium en gelegen in een bereikbaar gebied : hij raadde aan de omliggende gebieden van de weggenomen tumor te cauteriseren. Bij wijze van pré-operatieve behandeling, purgeerde hij de patiënt van zijn zwarte gal en deed hem daarna bloeden wanneer zijn bloedvaten gezwollen waren ; daarna werd de patiënt op de juiste manier gelegd om over te gaan tot de operatie
|