
Gisteren zetten wij een arabisch-christelijke zang onder ons blogje.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vandaag het omgekeerde: Arabo-Andalusische muziek gerelateerd aan moslims en joden in Spanje.
De nostalgie van de Arabo-Andalusische gezangen, zegt men, is vergelijkbaar met het verdriet dat Boadbil (verbastering van Abû Abdil-lah), de laatste Nasridische Sultan, overviel toen hij Granada moest verlaten . Zijn moeder zou hem toen gezegd hebben: Je weent zoals een vrouw wat je niet hebt kunnen verdedigen als een man. Een vergelijkbaar verdriet doordringt de Hebreeuwse romances van de joden die samen met de moslims uit het Iberische schiereiland werden verjaagd.
Alles begint met de verovering van het Zuiden van Spanje door de Omayyaden, in het jaar 711. De Omayyaden (die regeren vanuit Damascus) worden rond 750 omvergeworpen door de Abbasiden (die regeren vanuit Baghdad) en vluchten naar Andalusië waar ze een nieuw rijk stichtten (geregeerd vanuit Cordoba. De Moorse overheersing van het Iberische schiereiland zal uiteindelijk duren tot de val van Granada in 1492. Tijdens die 7 eeuwen van Al-Andalus vindt een rijke culturele uitwisseling plaats tussen Oost en West. De Arabo-Andalusische muziek ontstaat uit de drievoudige erfenis van de Judeo-Christelijke muziek van het Iberische schiereiland, de Berberse muziek van Noord-Afrika en de Arabische muziek die sinds de 9de eeuw werd doorgegeven vanuit Bagdad richting Cordoba en Granada.
http://www.youtube.com/watch?v=Bm6rgg9OnPw&feature=related
|