In Denemarken maken de mensen graag hun eigen versiering. Ze hebben zelfs knip- en plakdagen. Ze houden erg van versierselen van stro (engeltjes, vogeltjes, sterren, vlaggetjes), eekhoorntjes gemaakt met behulp van denneappels, bootjes uit walnootdoppen en orginele roodwitte hartjes van gevlochten papier. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In IJsland vlechten de kinderen kleurige netjes die met lekkers gevuld in de boom komen te hangen.
Niets is voor kinderen in Duitsland zo leuk als te helpen met het bakken van (peper)koekjes in allerlei vormen, die fraai geglazuurd de kerstboom dubbel zo aantrekkelijk maken.
In Polen hangt de kerstboom vol met eigengemaakte slingers en knipsels van papier naast appels, noten, snoepjes, strikjes en kleine kindersnoepjes.
De kerstcactus wordt in Jamaica behangen met beschilderde, uitgeblazen eieren.
In Tsjechië zijn kerstversierselen van papier, papiermaché en stro zeer geliefd.
Men versiert in India geen sparren maar bananenbomen. De bananenbomen worden versierd met mangobladeren en men gebruikt olielampjes.
In de Verenigde Staten lopen de wijzen van versieren nogal uiteen. Vaak steunen zij op generaties oude tradities, die hun oorsprong vinden in het land van herkomst van de bewoners. Er is een bijzondere voorkeur voor opgevulde, kleurige voorwerpjes van textiel en hout, bont beschilderde speeltjes, kleurige strikjes, versierselen van papier-maché en de koekjes in allerlei grappige vormen die ook bekend zijn in Duitsland en Scandinavië.
In Nederland tenslotte hangt men tussen de kerstballen en slingers in zilverpapier verpakte kerstklokken, kransen en andere decoratieve figuurtjes en kleine kerstkransjes van chocolade of fondant. Tegenwoordig versiert men de boom met van alles en nog wat, bijvoorbeeld met veren.
|