
Drie soorten pillen heb ik meegekregen om de misselijkheid te bestrijden. Ik begin met de bijsluiters en ik lees de nevenwerkingen. Ontstaan van een vollemaansgezicht, vochtretentie, scheve hals, kaakkramp, abnormale oogbewegingen, , krampachtig achterover trekken van het hoofd, geritmeerd uitsteken van de tong. "Dat kan hier nog leuk worden", zegt mijn oudste zoon. Na drie dagen is het ergste voorbij. De misselijkheid verdwijnt niet, maar trekt zich terug op kelderniveau. De tweede week gaat van kwaad naar beter, de derde week naar best.
Voor ik het besef zijn de drie weken om. De hond van Pavlov wordt weer wakker. Nog voor ik vertrokken ben naar het dagcentrum, is de misselijkheid er weer. De rode zak, de ijsblokjes, het idee alleen is genoeg om mijn maag weer te voelen.En dan ben ik nog bij de gelukkigen, besef ik als ik andere verhalen hoor. Hoe komt het, vraag ik aan de oncoloog, dat de ene mens zijn ziel uit zijn lijf kotst en ik niet. "Dat ligt aan de gevoeligheid van het braakcentrum", zegt hij. Flink van mijn braakcentrum, toch iets om trots op te zijn.

Hoe meer chemo ik krijg, hoe minder smaak ik overhoud. Niets smaakt nog zoals het gesmaakt heeft. Eten wordt zoeken en koken een corvee. Soms valt de smaak mee, maar de nasmaak niet. Het gaat voorbij, troosten kenners me en ze geven mij tips. De rode wijn helpt, de chocolade niet. Mijn smaak is om zeep, maar ruiken doe ik beter dan vroeger, vreemd genoeg. Geen geur ontsnapt mij en dat kan aangenaam zijn, maar ook zeer onaangenaam.
Drie weken tussen elke chemo, ze krijgen een patroon. De eerste week kan niet snel genoeg voorbij zijn, de derde week kan niet lang genoeg blijven duren. Stiekem geniet ik van huiswerk maken met de jongste, verhalen horen van de oudsten, romans lezen tijdens de werkuren, kijken naar de collega's. In mijn hoofd kriebelt het soms, maar mijn lijf maakt de dienst uit. Bij de derde chemokuur zet ik de televisie aan. Villa Politica zendt de beleidsverklaring van Yves Leterme uit. Alles is goed om mijn aandacht af te leiden van de rode zak die op dat moment in mijn aders druppelt. De Vlaamse regering wil een betrokken samenleving, zegt Leterme. Groot gelijk, denk ik, maar makkelijk gezegd: hoe gaat hij dat organiseren? Kan je bij decreet vriendschap en bezorgdheid regelen? Het zijn de beste medicijnen, weet ik. Strijkbezoeken, kookbezoeken, ovenschotels, porties soep, de jongste komen halen, mij komen halen, mijn vrienden en vriendinnen hebben de Vlaamse regering niet nodig om te weten wat goed is voor een mens. Ziek zijn kost geld, maar zo 'n vrienden zijn goud waard.
|