Nu ik wat ouder word, begin ik pas te beseffen hoe diepmenselijk en zinvol sommige rituelen van de katholieke kerk wel kunnen (konden) zijn. Als je nog niet droog achter je oren bent, realiseer je je niet wat het betekent om bij het begin van de mis op je knieën te zitten en voorover te buigen als je zegt: ik heb gezondigd, mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa.
Wat een gekke inleiding voor iets wat een eerbetoon zou moeten zijn aan de vrijwilligers in onze koren. En toch ... spijt is meer dan op zijn plaats iedere keer dat een dirigent zich opstelt alsof hij de wereld draagt, alles beter weet, geen geduld opbrengt als sommige zaken niet onmiddellijk verlopen zoals hij het voor zijn ogen ziet. Daarbij gaat hij dan voorbij aan de onschatbare, vaak ongeziene, bijdrage die de vrijwilligers in een koor leveren. Iedereen vindt het evident dat je op de repetitie binnenkomt en het lekker warm hebt, dat de zaal klaargezet is, dat je iets kan drinken tijdens de pauze. Niemand staat er bij stil dat na een drukke dag mensen vrijwillig bij elkaar komen om te vergaderen, verslagen te maken, de financiële verslaggeving op orde te houden. Iedereen kijkt blij als op een nieuwjaarsreceptie er weer eens zalige hapjes of gebakjes opduiken die door vrijwilligers onder de koorleden (en vaak hun familie) klaargemaakt zijn. De dirigent vindt het normaal als op een bestuursvergadering bezorgd gevraagd wordt of hij wel voort kan met zijn kramikkelig instrument, en dat nog voor hij zelf iets gezegd heeft (durven zeggen?).
Besturen van een koor veronderstelt uiteraard hoe langer hoe meer een professionele ingesteldheid, waarbij stipt en zakelijk wordt gewerkt aan de onderbouw van een koor. Het grootste gevaar voor een bestuur is verstarring en een mentaliteit van "wij onder mekaar". Maar ... wat zouden wij in een koor zijn zonder het hart van de vrijwilliger die de groep tot een warm nest maakt, waar uiteindelijk alles op zijn pootjes valt. Zingen vraagt een inspanning maar die wordt maar mogelijk dankzij dat surplus dat aangedragen wordt door al die onbaatzuchtigheid.
Voor al de keren dat we dit vergaten, mea culpa, hebben wij spijt.
|