Wat zijn stembandknobbels?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- Stembandknobbels zijn het resultaat van een epitheelreactie van de stembanden ten gevolge van verkeerd stemgebruik of stemmisbruik met of zonder lichamelijke vermoeidheid of emotionele stress.
- Stembandknobbels zijn goedaardige gezwellen.
- Het zijn de meest voorkomende larynxafwijkingen die ontstaan door overbelasting van de stembanden.
- Mensen met stembandknobbels zijn typische stemgebruikers (beroepssprekers, zangers ...); ze neigen tot veel sociaal stemgebruik, vertonen soms enige gespannenheid, spreken dikwijls veel te luid (stemmisbruiken),

Verschijnselen
- Mensen met stembandknobbels klagen van keelpijn en een globusgevoel (krop in de keel).
- Ze hebben vaak een droge hoest en schrapen hun keel.
- Deze mensen spreken met een lage toonhoogte.
- Hun stem klinkt hees met wilde lucht, omdat tijdens het stemgeven de stembanden onvoldoende sluiten.
- Meestal gaat dit samen met een slechte adembeheersing.
Ontwikkeling
- Stembandknobbels komen voor op het voorste 1/3 en het achterste 2/3 van de stembanden, omdat dat de plaats is waar de stembanden het meest contact maken tijdens het spreken.
- Ze kunnen uni- of bilateraal aanwezig zijn.
- Er zijn drie fases te onderscheiden in de ontwikkeling van een stembandknobbel:
1. Roodheid 2. Onrijpe knobbels met zwellingen en verdikkingen 3. Vast weefsel (eelt)
- In de eerste twee fases kunnen de stembandknobbels nog verdwijnen door stemrust en stemtherapie.
- Het stemgedrag moet veranderen: stemmisbruik en verkeerd stemgebruik moeten afgeleerd worden.
De rijpere knobbels zijn vaak niet meer te verhelpen door alleen stemrust en stemtherapie. Hier is chirurgische verwijdering aangewezen, wat opgevolgd moet worden door stemtherapie om het terugkomen van de knobbels te vermijden.
- De gevoeligheid voor het ontwikkelen van stembandknobbels varieert volgens geslacht en leeftijd.
- Het komt vooral voor bij kinderen tussen 5-10 jaar (vooral de actieve kinderen en meestal jongens). Rond 21-25 jaar treedt het vooral op bij vrouwen. Na 50 jaar komt het nog zelden voor.
Gedrag
- Vermijd de volgende gedragingen:
- roepen, krijsen, gillen, schreeuwen;
- fluisteren
- spreken op een te hoge of te lage toonhoogte.
- Te gespannen spreken.
- Pas uw levensstijl aan: rust en relaxatie van het hele lichaam.
- Gebruik een juiste ademhaling (buik-flank ademhaling).
- Vermijd stoffige, rokerige en lawaaierige ruimtes.
- Voor zangers: combinatie van energiek en relaxerend zingen.

http://www.youtube.com/watch?v=bDVYpu6pXcc
|