Louis BRAILLE werd geboren op 4 januari 1809 in het Franse plaatse Coupvray, in de buurt van Parijs. Louis was het vierde kind van Simon René Braille - die zadelmaker van beroep was en Monique Baron. Toen Louis drie jaar was kreeg hij een ongeluk tijdens het spelen in de zadelmakerij van zijn vader en verwondde hij zichzelf met een priem aan zijn oog. Aan het begin van de negentiende eeuw was het nog anders gesteld met de medische verzorging en werden wonden verzorgd met zalfjes waarvan men aannam dat ze een helende werking hadden. Er doen verhalen de ronde dat Louis door een oude vrouw is behandeld met leliewater. In ieder geval leidde de verzorging van de wond tot een ontsteking, die na korte tijd ook nog het andere gezonde oog aantastte. De jonge Louis werd door deze ontstekingen totaal blind.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In die tijd (Napoleon was aan de macht) moesten blinden gaan bedelen of optreden als muzikanten om in leven te blijven. De Fransman en vrijmetselaar Valentin Haüy zag in 1771 in Parijs een vreselijke act van acht verklede blinden die deden alsof ze muziek konden maken en het publiek lachte om hun onkunde. Valentin Haüy werd hierdoor aangegrepen dat hij besloot hier wat te aan te gaan doen. Het eerste wat hij deed is een jonge blinde bedelaar in huis nemen en opvoeden. Hij leerde hem lezen door hem grote, uitgesneden houten letters te laten betasten en hier woorden van te maken. In 1784 had Haüy een klasje waar hij les gaf aan twaalf blinde leerlingen, financieel gesteund door de Franse vrijmetselaren. De eerste school voor blinden was een feit en bestaat tegenwoordig nog steeds onder de naam van de oprichter.
Inmiddels groeide de blinde Louis op in Coupvray en mocht hij door bemiddeling van een priester de plaatselijke school bezoeken, wat in die tijd zeer ongewoon was. Ondanks zijn handicap en zonder enige aanpassingen deed Louis het erg goed op school. Om hem betere kansen te geven ging de 10-jarige Louis Braille in 1819 naar de Parijse blindenschool. De school was totaal veranderd door de Franse Revolutie; de financiële steun van filantropische instellingen was totaal verdwenen en behalve school was het gebouw nu ook een gesticht geworden voor blinde bedelaars. Ook de school voor doven kwam erbij, wegens plaatsgebrek elders. Het gebouw was oud, overbevolkt en de leerlingen liepen er allerlei ziekten op vanwege de barre hygiënische omstandigheden. Er was bijna geen verwarming in het gebouw, de studenten mochten één keer per maand in bad en het drinkwater kwam rechtstreeks uit de modderige Seine. Het eten bestond overwegend uit pap en bonen. Een lesdag duurde gemiddeld 13 uur en bestond grotendeels uit het uitvoeren van werktaken. Het enige lichtpunt waren de muzieklessen, de directeur was een muziekliefhebber en besteedde daarom veel tijd aan het leren bespelen van instrumenten door zijn blinde leerlingen.
Louis wende snel aan het leven op het instituut en maakte hier vele nieuwe vrienden. Men probeerde op de school de studenten te leren lezen aan de hand van voelbare letters die uitstaken op gedroogd papier. Dit waren loodzware boeken met dik papier. De letters waren ondanks hun tactiele vormgeving moeilijk te herkennen voor de blinde leerlingen. Inmiddels had de school honderd leerlingen maar er waren maar 14 van deze reliëf-boeken. In dezelfde tijd als Louis Braille leefde er een legerkapitein, genaamd, Charles Barbier de la Serre, in Frankrijk. Door zijn oorlogservaringen getekend bedacht hij een systeem om soldaten in het duister geheime codes te laten lezen, hij ontwikkelde een voelbaar schrift gebaseerd op streepjes en punten. Op een tentoonstelling in het Museum van wetenschappen werd zijn nachtschrift gedemonstreerd naast het systeem van voelbare letters zoals op de blindenschool werd gebruikt.
Louis Braille was al van jongs af aan bezig met het zoeken naar een beter systeem om te kunnen lezen. In de zadelmakerij van zijn vader was hij al in de weer met kleine stukjes leer om er een herkenbaar, voelbaar systeem van te maken. Het nachtschrift van Barbier was veel simpeler en beter voelbaar dan alles wat daarvoor was bedacht. Louis pikte het systeem snel op en leerde het aan zijn medeleerlingen. Al snel schreven zij elkaar in hun nieuwe geheimtaal, tot ergernis van de leraren die vonden dat hun leerlingen het voelbare zienden-alfabet moesten leren. Louis ontdekte al gauw en paar onvolkomenheden aan het systeem van Barbier, het aantal punten was bijvoorbeeld te groot om in één keer af te tasten, en hij bewerkte en vereenvoudigde het naar een 6-puntensysteem waardoor het nog beter geschikt werd voor blinden.
In 1825, Louis was inmiddels 16 jaar oud, presenteerde hij zijn nieuwe braille-alfabet op school. Hij had 63 manieren gevonden voor het gebruik van een cel bestaande uit zes punten. De (ziende) leraren waren het er niet mee eens om dit nieuwe puntschrift te introduceren op de school. Zij konden het immers niet lezen met hun ogen. Het lawaai van het gebruik van prikpennen die in het papier punten drukken zou volgens hen de orde in de klassen verstoren. Het zou nog even duren voor dat het brailleschrift werd erkend. Ondanks deze teleurstelling deed Louis het erg goed op school, vooral muzikaal blonk hij uit. Hij bespeelde diverse orgels van kerken in Parijs. Door al zijn talenten werd Louis Braille leraar op zijn eigen school. Hij gaf algebra, grammatica, aardrijkskunde en muziek. In 1828 had Louis op basis van het nachtschrift van Barbier ook een systeem bedacht om het muziekschrift om te zetten naar een puntensysteem.
Louis Braille was een man van vele talenten. Helaas, mede door de slechte levensomstandigheden op het instituut, leed hij aan een slechte gezondheid. Hij zou niet oud worden. Toch waren er nog wat positieve ontwikkelingen aan het eind van zijn leven: alle leerlingen van het instituut gebruikten het door Braille ontwikkelde systeem om onderling met elkaar te kunnen communiceren. Als leraar aan het instituut was hij zeer geliefd en als organist werd hij geroemd om zijn talent. Ondanks zijn slechte gezondheid bespeelde hij verschillende orgels in de kerken van Parijs. In 1834 mocht Louis zijn blindenschrift demonstreren op een industrietentoonstelling in Parijs waar ook de Franse koning bij aanwezig was.
|