In de sfeer van Kerstmis heb ik een kort verhaaltje geschreven.
Het is géén grappig stukje en het is ook geen bijtend-sarcastisch
stukje, zoals de meeste van mijn blog-bijdragen. Maar het is wél een soort
aanklacht tegen het groeiend egocentrisme dat ons allemaal dreigt te besmetten.Het zal later ook opgenomen worden in een tweede verhalenbundel, waar
ik probeer aan verder te werken. En voor wie niet kan wachten, mijn eerste
bundel (Boterhammen met Chocopasta) is nog altijd als E-book te
verkrijgen bij bol.com:
Er was eens een man die
bijzonder ongelukkig was over hoe zijn leven verliep. Hij werkte elke dag
keihard en hij deed er alles aan om vooruit te komen in het leven. Maar het
leek allemaal niet veel op te leveren. En zo zag hij met lede ogen hoe zijn
buurman met een dikke Porsche rond reed, terwijl hij zich geen Porsche kon
permitteren om mee te pronken. De man vond het leven bijzonder onrechtvaardig
en hard, en beklaagde zich veelvuldig omdat hij zó slecht beloond werd voor
zijn inspanningen. Hij kon de gedachte aan zó veel onrecht dat hem overkwam op
den duur helemaal niet meer loslaten, en werd met de dag nóg ongelukkiger en
bitterder.
Op een zaterdagavond hadden hij
en zijn vrouw bezoek van vrienden die ze al een tijdje niet meer gezien hadden.
De man greep de kans aan om uitvoerig zijn beklag te doen: over alle pech die
hem leek te achtervolgen, over de onrechtvaardigheid dat zijn buurman zó veel
meer succes had dan hij, over zijn hard labeur en hoe weinig hij daarvoor
terugkreeg. De vrienden luisterden gewillig, maar zeiden er niet veel op. De
man begreep niet goed waarom er geen meelevende reactie kwam op zijn smartelijk
verhaal, en na een tijdje zweeg hij dan maar. Verongelijkt en teleurgesteld om
dat tekort aan empathie.
Er viel even een pijnlijke
stilte, en de vrouw van de man, die er tot dan stilzwijgend had bij gezeten,
vroeg aan de vrienden hoe het met hen ging.
"We
mogen helemaal niet klagen.", zeiden de vrienden.
"We zijn gezond en hebben niets te kort."
De vrouw van de man voelde dat
er een "maar" was, en vroeg verder: hoe het met hun dochtertje was?
En toen kwam het verhaal waar de
vrienden de hele avond al hadden willen over vertellen. Hun dochtertje had een
heel zware maaginfectie, al bijna een jaar lang. Ze kon daardoor nauwelijks
iets eten, en ze was ondertussen graatmager. Ze waren al bij vele dokters
geweest, en in vele klinieken, maar allemaal zonder resultaat. Hun laatste hoop
was nu gevestigd op een wereld-autoriteit op het gebied van de maag.
"Hebben
jullie al een afspraak met die specialist?" vroeg de vrouw.
"Ja,"
antwoordden de vrienden, "Maar het eerste
gaatje in die dokter zijn agenda is wel pas binnen negen maanden!"
Nadat de vrienden vertrokken
waren, zei de vrouw tegen de mokkende man: "Dan
mogen wij ons toch wel héél erg gelukkig prijzen, niet?"
Een week later hadden de man en
zijn vrouw opnieuw bezoek van oude vrienden die ze een tijdje uit het oog waren
verloren. En de man zag zijn kans om het verhaal van zijn ongeluk uit de doeken
te doen: over zijn pech, over hoe unfair te leven hem behandelde, over zijn
hard labeur en de karige beloning, over de Porsche van de buurman. De vrienden
luisterden, maar reageerden nauwelijks. Alsof het hen allemaal maar matig kon
interesseren. De man besefte dat zij niet écht luisterden, en verviel in een
mokkend stilzwijgen. Ontgoocheld omdat ook die vrienden onverschillig bleven voor
al zijn miserie.
Er viel even een pijnlijke
stilte, en de vrouw van de man, die er tot dan zwijgend had bij gezeten,
vroeg aan de vrienden hoe het met hen ging.
"We mogen helemaal niet klagen", zeiden de vrienden.
"We zijn gezond en hebben niets te kort."
De vrouw van de man voelde dat
er een "maar" was, en vroeg verder.
En toen vertelden de vrienden
over hun zorgen en angsten. De moeder van de vriendin was kort daarvoor
geopereerd omwille van borstkanker, en het bleek om de erfelijke variant te
gaan. De vriendin had daarop een heel moeilijke beslissing moeten nemen, want
ze bleek het foute gen geërfd te hebben. Ze was tot het pijnlijke besef gekomen
dat ze geen andere keuze had dan de beide borsten preventief te laten
amputeren,. En dat was een heel zware domper op hun geluk.
Nadat de vrienden vertrokken
waren, zei de vrouw tegen haar man, die nog altijd zat te mokken om het gebrek
aan aandacht: "Dan mogen wij ons toch wel héél erg
gelukkig prijzen, niet?"
De week daarna hadden ze geen
bezoek, en zaten ze de zaterdagavond gewoon thuis. De man begon dan maar tegen
zijn vrouw over al het onrecht en de tegenslagen die hij te verwerken had. En
dat hij het gevoel had dat niemand zó zwaar door het noodlot getroffen was als
hij. En dat hij het allemaal niet goed meer zag zitten en zich elke dag
doodongelukkig voelde. En dat hij zo vreselijk te beklagen was. De vrouw
luisterde, maar zei er niets op. De man begon zich danig op te winden, en hij foeterde
boos dat zélfs zij, zijn eigen vrouw, het niet kon opbrengen een beetje
medeleven te betonen.
"En
trouwens," ging hij verder, "wat scheelt er
toch met jou? Je loopt er al de hele tijd zo futloos en zonder energie bij.
Alsof je de hele dag moe bent!"
De vrouw glimlachte even, en
bedacht: "Allez vooruit; dat heb je dan toch
opgemerkt?"
Toen de man daarna in koppig
stilzwijgen verviel, vertelde ze over haar laatste doktersbezoek en het
resultaat van het bloedonderzoek. De diagnose was vernietigend geweest:
Multiple Sclerose, en dus de onvermijdelijke aftakeling, zonder enige kans op
genezing of herstel.
En de vrouw ging verder: "Kunnen we niet stoppen met dat geklaag, en gewoon
genieten van elke dag die ons nog gegeven is? Kunnen we niet blij zijn met wat
we wél hebben, zolang het nog kan, en stoppen met zeuren over wat we niet
hebben? Kunnen we niet wat meer bezig zijn met de positieve dingen in ons
leven: onze kinderen, ons eigen huis, al wat we samen opgebouwd hebben? Kunnen
we niet proberen om gewoon samen gelukkig te zijn, zolang het ons nog gegund is
om samen te zijn? Kunnen we niet gewoon blij zijn met elke nieuwe dag, zolang
er nog een nieuwe dag is?"
De feesten komen er weer aan. De alcohol zal opnieuw rijkelijk
vloeien, en de alcoholcontroles zullen intensief uitgevoerd worden. En dat is
maar goed ook, want nog altijd zijn er bij ons elk jaar méér dan 4000
ongevallen met gewonden, te wijten aan rijden onder invloed. Dat betekent dat
hier in België gemiddeld méér dan tien keer per dag iemand van de weg gemaaid
wordt door een overmoedige chauffeur met een paar glazen te véél op.
Maar automobilisten opgelet: voortaan riskeer je 's nachts ook door de
politie aan de kant gezet te worden voor een speekseltest om te controleren of je niet slaperig aan het rijden
bent.
Let wel: ik ben helemaal gewonnen voor dit initiatief van het VSV
(Vlaamse Stichting Verkeerskunde). Ze hebben absoluut gelijk: té veel mensen
kruipen slaperig achter het stuur, en dat is totaal onverantwoord.
Ik herinner me nog al te goed die keren, lang geleden, dat ik 's
nachts had moeten werken, en daarna 's morgens vroeg met de auto naar huis
moest: van Gent naar Kortrijk, of later van Brussel naar Merelbeke. Méér dan
eens heb ik moeten vaststellen dat ik opeens thuis was, maar ik had er geen
idee van hoe ik dat gepresteerd had: ik had blijkbaar bijna de hele autorit op
automatische piloot gereden, en het is alleen omdat ik een fantastische
beschermengel heb dat ik elke keer zonder ongelukken ben thuis geraakt. Al zou
mijn engelbewaarder wellicht niet meer opgewassen zijn tegen de huidige
verkeersdrukte, terwijl hij dat 30 jaar geleden wel nog had kunnen bolwerken.
Ik vraag me wel af hoe dat dan precies in zijn werk zal gaan? Hoe
werkt dat eigenlijk, die speekseltest?
De meest voor de hand liggende test lijkt mij de "visuele" test te
zijn.
"Meneer, wilt u even aan de kant
gaan staan en uw raam open draaien? Dan kan ik met mijn lamp naar binnen
schijnen en uw gezicht eens bekijken."
Als de agent dan merkt dat het speeksel langs de ene kant van mijn
mond tussen mijn lippen door over mijn kin sijpelt, en er af en toe nog een druppel
uit mijn mondhoek komt borrelen, dan heb ik het zeker vlaggen.
"U test positief, meneer!"
Zou dát de speekseltest
zijn? Simpel, eigenlijk. Geen dure meetinstrumenten nodig, geen
laboratoriumkosten. Alleen een fotootje nemen van mijn gezever. Je kent het
resultaat onmiddellijk, en er is geen discussie mogelijk.
Maar er zijn natuurlijk nog andere testen mogelijk, stel ik me voor.
"Meneer, wilt u even aan de kant
gaan staan en uw raam open draaien? Dan kan ik met mijn lamp naar binnen
schijnen en uw gezicht eens bekijken."
Als de agent dan merkt dat mijn beide ogen nog altijd dicht zijn, dan
heb ik het vlaggen. Ook nu: een fotootje als bewijsmateriaal, en geen discussie
mogelijk. Ik ben duidelijk slaperig aan het rijden.
Of ook nog: "Meneer, wilt u even
aan de kant gaan staan en uw raam open draaien? Dan kan ik even luisteren."
Als de agent dan merkt dat ik aan het snurken ben, dan heb ik het
vlaggen. Geen discussie mogelijk. Al is hier wel extra audio-opnameapparatuur
nodig om de bewijslast auditief vast te leggen.
Of als ik de hele tijd zit te geeuwen, of te knikkebollen misschien?
Geen discussie mogelijk: even een video-opname om het hele gebeuren te filmen,
en ik heb achteraf geen been om op te staan als ik dat zou willen ontkennen.
Maar voor alle duidelijkheid: ik ben absoluut pro! Al te veel mensen
rijden slaperig rond, en dat is levensgevaarlijk.
Ik vraag me alleen af: de controles zouden gebeuren tussen 22u en 2u.
Hoeveel mensen zouden eigenlijk in die nachtelijke uren niet slaperig rondrijden? Bijna niemand, vrees ik. Ik voel me in
elk geval na 22u altijd slaperig worden.
En wat zouden ze dan met ons aanvangen als we "betrapt" worden? Moeten
we dan allemaal aan de kant blijven staan en een dutje doen, een powernap? En
zullen ze opvangbedden voorzien op de berm voor wie niet kan slapen in een
autostoel? Of krijgen we gewoon een Red Bull en mogen we daarna verder rijden?
Misschien toch nog eerst eens grondig over nadenken.
Het woord van het jaar 2019 is "winkelhieren"
geworden.
Voor mij is dat best okee. Het is een oproep om méér lokaal te kopen,
bij de eigen (Belgische of Vlaamse) winkeliers. "Eigen winkel eerst", als het
ware. Tom Van Grieken had het niet beter kunnen formuleren.
We moeten meer "winkelhieren"
om de lokale economie te ondersteunen. En om onze ecologische voetafdruk te
verkleinen. Want zeg nu zelf: al die pakjes die van vér over de grenzen moeten
geleverd worden, genre Ali Express of Amazon, die zijn een plaag voor onze
mobiliteit en een ramp voor het klimaat! Winkelhieren
dus. Alléén jammer dat het vooral weggelegd is voor diegenen die het zich
kunnen permitteren, want om één of andere mysterieuze reden kost alles hier in
de winkel véél meer dan in het buitenland.
Ik was zélf vooral fan van "planepoolen".
Een geniale vondst van onze Vlaamse klimaatminister. Het woord betekent
natuurlijk totaal niets, want het gaat gewoon over "met het vliegtuig reizen".
Maar het was fantastisch bedacht. Ik stel voor om voortaan ook te spreken over
"buspoolen" en "trainpoolen".
Het woord heeft het uiteindelijk niet gehaald bij de Van Dale kiezers,
ondanks mijn stem.
Net zo min als "bezorgschaamte".
En dat is nu eens een woord waarvan ik verwacht had dat het wél veel kans zou
maken, want het heeft alles te maken met de huidige klimaat-heisa. Eigenlijk is
het zowat de tegenhanger van "winkelhieren":
wie winkelhiert, hoeft geen bezorgschaamte te hebben.
Waar ik wél ontzettend over opgelucht ben, is dat het niet "jagger" geworden is: "Jong Actief Gepensioneerd". Wie het idiote voorstel bedacht heeft om elke 55-plusser een "jagger" te noemen, die mogen ze voor
mijn part veroordelen tot het dagelijks bekijken van een live optreden van The
Rolling Stones, met verplichte inname van dezelfde hoeveelheid drugs en drank
als de leadzanger met de grote mond. Geen haar op mijn hoofd dat het idee zou
kunnen verdragen om als "jagger" door
het leven te gaan.
Wat hadden we nog als mogelijke kandidaten?
Sorrymuseum. Dat heeft
het ook niet gehaald. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Want waarom zouden wij nu "Sorry" moeten zeggen omdat we veel artefacten van de koloniale tijden bij ons
in een museum bewaren, terwijl ze anders ginder al lang allemaal waren verloren
gegaan in één of andere burgeroorlog of militie-ruzie, of een militaire opstand
door een generaal die het niet gehaald had bij de verkiezingen? Ik krijg er de
kriebels van, van dat gezaag over hoe die voorwerpen aan de vroegere kolonies
moeten terug gegeven worden. Om daar binnen de kortste keren teloor te gaan bij
gebrek aan aandacht en zorg, of bij gebrek aan middelen?
En
nee, die kriebels zouden niet aan de "jeukrups"
gelegen hebben. Al heeft die het voorbije jaar ook regelmatig van zich laten
spreken als ongewenste festivalganger.
Hoopgevend
voor het milieu en voor de biodiversiteit is dat in 2019 het woord "toiletplant" opgedoken is. Vroeger waren
er geen toiletplanten, voor zover mij
bekend. Als die er nu wél zijn, dan betekent dat een forse versterking van de
diversiteit in onze inheemse plantensoorten, toch? Misschien kan ik mijn pover
gazon wel verfraaien met enkele toiletplanten?
Ik
wil graag van de gelegenheid profiteren om een voorstel te doen voor de
nominatie van het woord van het voorbije decennium: "pretpedagogie". Het woord heeft het helaas niet gehaald als woord
van het jaar, maar het is voor mij wél hét woord van de voorbije tien jaar. Als
er één begrip is dat een enorme, desastreuze, impact heeft gehad op onze
samenleving, dan is het dát wel.
Pretpedagogie: "onderwijs dat niet
gericht is op kennisoverdracht, maar op het welbevinden van de leerlingen."
Het
niveau van ons onderwijs is al jaren dramatisch aan het zakken, en we gaan zienderogen
achteruit in alle internationale ranglijsten, zowel voor taal als voor
wiskunde. Hoe zou dat toch komen, vragen de onderwijsdeskundigen zich af. Wel, precies
daardoor dus: pretpedagogie. Al is
het politiek incorrect om zoiets te durven zeggen.
Enkele maanden geleden hebben we
nieuwe bovenburen gekregen. Al weet ik niet helemaal zeker met hoeveel mensen
ze nu in dat appartement wonen. Toen ze naar hier verhuisd zijn, heb ik alléén
een man gezien, maar misschien heeft die ook wel een vrouw? Ik heb de man even
gesproken. Je moet tenslotte beleefd en vriendelijk zijn voor je buren, niet?
Veel gepraat hebben we niet, want de man leek van vreemde afkomst te zijn. Ik
heb vriendelijk goeiendag gezegd, en hij heeft iets geantwoord wat ik niet
verstond. Maar goed: het is niet omdat het buitenlanders zijn dat ik niet
beleefd zou groeten, hee!
Ik denk niet dat ze kinderen
hebben, want ze zijn heel stil, onze bovenburen. Bij de vorige buren moesten we
om de haverklap gaan klagen wegens het lawaai van de kinderen. Dat was echt
niet te doen! Als we in de namiddag ons middagdutje wilden doen, was er boven
ons hoofd constant heen en weer geloop, en geroep. En als we naar ons
feuilleton wilden kijken, moesten we het geluid keihard zetten om iets te
horen. En ze kweekten precies als konijnen, onze vorige bovenburen: er was
altijd wel dat ambetant geblèr van een baby. Maar ja, dat soort mensen heeft
niets anders te doen dan kinderen te maken, zeker?
Maar deze zijn wel héél erg
stil. Ik heb eigenlijk al een paar weken lang totaal niets meer gehoord. Geen
stap op de vloer, geen deur die open of dicht gaat. Helemaal niets! Ik vermoed
dat die mens (of mensen) de hele dag in hun luie zetel zitten, zeker? Dat soort
volk heeft niets te doen, hee.
Helemaal tevreden over de nieuwe
buren ben ik wel niet, want er komt sedert enkele dagen een vreselijke stank
van boven. Wellicht iets van hun exotische keuken, wat zij de laatste tijd
regelmatig bereiden, zeker? Wat het ook is, ik zou dat niet binnen krijgen:
stinken dat het doet!
Ik ben eens op de deur gaan
kloppen om vriendelijk en beleefd te vragen of ze daar alstublieft iets willen
aan doen? Maar er kwam geen enkele reactie; er kwam zelfs niemand de deur
openmaken.
We zijn ondertussen alweer een
week of twee verder, en ik ben echt niet gelukkig meer met onze nieuwe buren:
de stank is de voorbije dagen alleen maar nóg erger geworden. Ik ga nog maar
eens aan de deur kloppen, en deze keer laat ik me niet zomaar afschepen.
Alweer is er niemand die
openmaakt. Ik begin me echt kwaad te voelen. Het is altijd hetzelfde met die
vreemdelingen! Ik ga eens een verdieping hoger, bij hun bovenburen, om te horen
of die geen last zouden hebben van de stank vanuit dat appartement.
En ja hoor: die mensen hebben
dezelfde klachten als ik, en zijn ook al eens tevergeefs gaan aankloppen om van
hun neus te maken. Als het tegen volgende week niet beter is, moeten we de
syndicus erover aanspreken. Of desnoods de eigenaar, met de vraag die
buitenlanders buiten te zetten.
We zijn weer enkele dagen
verder. Er wordt opeens bij ons aan de deur geklopt: de postbode. Hij heeft
gemerkt dat de brievenbus van onze bovenburen al wekenlang uitpuilt van de reclamefolders
en andere post. Ze lijken hun brievenbus nooit te komen leegmaken. Dat is toch
wel erg, vind ik. Het is toch een kleine moeite om nu en dan eens je post te
komen checken, niet? Wij doen dat elke dag, tussen onze tv-programmas door.
Die migranten zouden dan toch ook de moeite kunnen doen om af en toe uit hun
luie zetel te kruipen?
De volgende dag: weer iemand aan
de deur. De politie verdorie! Zouden die van hierboven gaan reclameren zijn
omdat we op hun deur gebonkt hebben?
Oef nee, toch niet.
Die van hierboven was blijkbaar
een man alléén, en de postbode had de politie verwittigd wegens die brievenbus
en omdat hij de stank in het appartement verdacht gevonden had. De politie
heeft de deur open gebroken hierboven, en heeft de man dood in zijn bed gevonden.
Volgens de politie lag die daar al een hele tijd. Ze vroegen of wij dan niets
hadden opgemerkt, de voorbije weken?
Bah nee, wat zouden wij
opgemerkt hebben? We zijn geen moeiallen, hee! Elk leeft zijn eigen leven,
vinden wij: wij vallen niemand lastig, en niemand valt ons lastig. Dat is nog
het beste, vinden wij, in zo'n appartement: dan heb je ook met niemand ruzie.
Konden wij weten dat die stank van die dooie gast kwam?
De voorbije NATO-bijeenkomst ter gelegenheid van de 70ste
verjaardag van de NAVO is niet echt in een feestelijke sfeer verlopen. En
Donald was zelfs zó boos of ongelukkig dat hij niet eens tot het einde gebleven
is.
In zijn eigen lyrische stijl zou hij vermoedelijk getweet hebben: "Hij
is huilend als een klein kind weg gelopen."
Maar ik was er niet bij, en weet dus niet exact op welke manier hij afgedropen
is.
Donald hoeft er niet bij te zijn om te zien of te weten hoe iets
gegaan is, maar die gave heb ik niet.
Hoe dan ook: Donald was erg boos!
Hij was boos op Emmanuel Macron, de president van Frankrijk.
Frankrijk, dat is, volgens Donald, het land waar terrorisme vrij spel
heeft, waar de economie vierkant draait en waar ze slechte wijn en stinkende
kaas produceren. De president van zo'n land zou er beter het zwijgen toe doen,
vindt Donald.
Macron had het aangedurfd om kritiek te uiten op Donald's vriend
Tayyip omdat die een ander land was binnengevallen zonder enig overleg met de
NATO-partners en zonder enige gegronde aanleiding. Op de groepsportretten van
de staats- en regeringsleiders van de NAVO-lidstaten is trouwens goed te merken
dat Tayyip bijzonder boos was omwille van het gebrek aan steun voor zijn
acties: hij vond dat alle NATO-landen hem hadden moeten bijspringen, volgens
artikel 5 van het NATO-verdrag. Op geen enkele foto zie je hem vrolijk of
opgewekt kijken. Als hij met zijn blik had kunnen doden, dan was het feest in
een bloedbad geëindigd. Donald was ook zeer boos omwille van die kritiek, die
hij "beledigend" noemde, maar Donald is er toch af en toe in geslaagd om voor
de fotografen zijn stralend wit vals gebit te tonen.
Maar Donald was vooral boos omdat de meeste andere landen niet genoeg
bijdragen voor de NATO. Ieder land heeft zich er immers toe verbonden om
minstens 2% van het BNP aan defensie te spenderen, en alléén Griekenland,
Polen, Estland en het Verenigd Koninkrijk voldoen aan die belofte, naast
Amerika uiteraard. Zij zijn daar dan ook speciaal voor beloond geweest:
zij mochten met Donald mee aan de feesttafel. De andere landen komen dikwijls
zelfs niet eens in de buurt. België bijvoorbeeld komt nauwelijks aan een
schamele 0,91%. Dat België wel een gigantisch duur nieuw NAVO-hoofdkwartier
herbergt, schijnt Donald vergeten te zijn.
Dat alle OESO-landen er zich ooit toe verbonden hebben om minstens 0,7% van
hun BNP aan ontwikkelingssamenwerking te spenderen en daar bijna allemaal vér
onder blijven, is Donald ook vergeten. Amerika komt trouwens niet eens aan 0,2%.
Het land van Donald spendeert zélf een slordige 3,6% van het BNP aan
Defensie. In verhouding dus vier keer zo veel als België! Maar geld schijnt
voor Donald geen probleem te zijn. Als er dollars te kort zouden zijn, dan kan er altijd
bij gedrukt worden. De staatsschuld van de USA bedraagt ondertussen al 22,5
biljoen dollar, dat is 22.500.000.000.000 dollar. Het tekort op de begroting
loopt voor het jaar 2019 al wéér boven 1,1 biljoen dollar; op die manier loopt
de schuld rap op, natuurlijk. Donald is dus niet echt van het spaarzame type;
en dan kijk je niet op een dollar voor het leger.
Hij heeft trouwens grootse plannen: hij wil een ruimtecomponent aan
zijn glorieuze legermacht toevoegen: zijn Space-Force. En omdat de andere NAVO-landen
niet heel en al bij Donald op een slecht blaadje willen staan, heeft de NAVO
beslist om ook een ruimteprogramma op te starten.
Afgezien van de vraag hoeveel dat allemaal zal kosten, is er ook de
vraag waar dat in godsnaam voor nodig zou kunnen zijn?
Zijn er misschien aliens op komst waarover wij niets weten?
Dan kan ik maar beter mijn voorzorgen nemen: ik stap morgen naar
DreamLand om een Star-Wars laserzwaard te kopen!
Omdat het niet elke keer bloedserieus moet gaan over de grote
wereldvraagstukken, wil ik vandaag eens een luchtig stukje schrijven, voor de
verandering. Over de simpele geneugten van het leven.
Ik zou namelijk graag reclame willen maken voor het groene, golvende Rodeland
rond Merelbeke. Het Land van Rode is een heerlijke omgeving voor een fietser:
rustige wegen, en mooie uitzichten om van te genieten. Vooral in de lente en in
de zomer stap ik graag af en toe op mijn fiets voor een tochtje door de velden
en de bossen.
Ik ben een amateur-fietser. Nee,
geen "wielertoerist", maar echt een amateur. De ware wielertoeristen die mij
voorbij vlammen bekijken mij altijd met een zekere meewarigheid. Maar het
stoort mij niet zo erg als een meute cyclisten mij achterlaten: ik troost me
met de gedachte dat zij allemaal een stuk jonger zijn dan ik, en véél beter
geëquipeerd.
Want ik heb geen koersfiets, ik
rijd met een gewone stadsfiets: een gewoon stuur, een gewoon zadel, ouderwetse
remmen, en gewone pedalen. Geen klikpedalen voor mij, want gegarandeerd zou ik
bij elk rood licht kloef op mijn donder vallen omdat ik mijn voeten niet tijdig
zou kunnen losmaken. Ik heb wél 18 versnellingen. Al gebruik ik er daar hooguit
7 van.
Een flashy outfit heb ik ook
niet: géén speciaal zweet-absorberend fietstruitje, en géén ergonomische
fietsbroek met ingenaaide biefstuk, en dus ook geen speciale schoenen; ik rijd
rond in mijn jeans en een doordeweekse T-shirt, en met wandelschoenen aan
mijn voeten. Ik vind niet dat mijn ambities groot genoeg zijn om dure
fietsspullen te rechtvaardigen.
Maar toch rijd ik best wel met
een pittige snelheid rond. Vind ik zelf. Het is in elk geval toch niet zo erg
dat ik door wandelaars of joggers voorbij gestoken word. Voor mijn gevorderde
leeftijd doe ik het helemaal niet slecht.
De Ronde van Vlaanderen is niet
aan mij besteed, maar hier rond Merelbeke heb ik enkele knooppunten-routes
uitgestippeld die best wel een uitdaging vormen.
De voorbije zomer was ik ook met
een flink tempo aan het fietsen. Op de Langeweide in Merelbeke. Ik zag voor mij
uit een koppel oudere dames op de fiets, gezellig keuvelend. Die waren echt
géén partij voor mij, en ik ben hen gezwind voorbij gepeddeld. Zonder me te
moeten inspannen, trouwens. Maar het laatste stuk van de Langeweide, naar de
Gaverse Steenweg toe, loopt echt wel serieus omhoog, en toen zakte mijn
snelheid zienderogen en was het puffen en zweten om tot boven te raken. Opeens hoorde ik het gekeuvel vlak achter mij, en even later reden de twee
dames mij voorbij, nog altijd in een gezellige babbel.
Een eind verderop kreeg ik hen
weer in het oog, in de Makkegemstraat. De route was al die tijd vlak of licht
dalend gelopen; vandaar. En ja, wat kon ik doen? Ik kon toch niet gaan
slenteren om er achter te blijven? En dus gaf ik nog een duwtje extra, en
passeerde hen vlotjes. Niet zonder eens heel vriendelijk geknikt te hebben.
Toen kwam ik op Zink, de
gevreesde klim naar de kerk van Munte. Ik hield mijn fiets-gps in het oog, en
zag de snelheid zakken: 22.1, 18.5, 14.6, 11.7, 9.8. Ondanks het gewroet en
gestamp. Maar bedenk: het stijgingspercentage is daar 8%. En ja hoor: daar was opnieuw
dat gekeuvel achter mijn rug. Niet te geloven, maar écht waar! Ik was nog
bijlange niet aan de helft van de klim toen de dames mij voorbij fietsten. Niet
zonder eens heel vriendelijk gekniktte
hebben.
Gelukkig gaat het na Munte steil
bergaf richting Oosterzele, en op de Boterhoek in Moortsele zat ik alweer in
hun spoor. En daarna ging het heel vlot: ik was hen deze keer écht wel kwijt.
En toen kwam ik op de Dreef in
Scheldewindeke: eerst de spoorweg over dokkeren, en dan naar links: mijn zwarte
beest! Opnieuw zag ik de snelheid op mijn gps pijlsnel zakken: halfweg de klim
nog 5.8 km/u; mijn hartslag rond 150, en mijn ademhaling gejaagd en hortend.
Elke jogger die naam waardig had mij zo kunnen inhalen.
Mijn ergste vrees werd
werkelijkheid: de beide dames hadden blijkbaar voor diezelfde knooppunten
gekozen. Ze waren nog altijd aan het keuvelen. Ik snakte naar adem, maar zij
hoefden zelfs hun gesprek niet eens te onderbreken om naar boven te fietsen. Ze
keken mij met héél veel sympathie aan toen ze voorbij reden.
Al wat ik nog had aan moed en
energie zakte mij in de schoenen. Ikben
afgestapt, en ben verder te voet naar boven gestrompeld. Ik kon alleen maar
hopen dat de dames niet achterom zouden kijken.
Nee, ik heb geen speciale
fietsbroek met ingenaaide biefstuk. Het laat zich dus raden dat ik behoorlijk
wat pijn had toen ik eindelijk thuis geraakt ben: zadelpijn! Maar dat was niets vergeleken
met de pijn van mijn gekwetste trots.
En ik word tot op vandaag nog
altijd in mijn nachtmerries door oudere dames op een elektrische fiets
achtervolgd.
We zijn niet zo goed bezig voor ons klimaat, in Europa.
En in België blijkbaar al helemaal niet: de groene jongens hebben een
rangschikking opgemaakt, en België staat pas op plaats 35. We zijn zowaar zelfs
gezakt: van plaats 31 naar 35. Omdat Vlaanderen tegen 2030 geen 35% reductie in
CO2-uitstoot wil beloven, maar slechts 32.8%. Hoe iemand vandaag al tot op een tiende
van een procent kan bepalen hoeveel CO2 we binnen 10 jaar minder gaan
uitstoten, is mij een raadsel; maar goed.
Aangezien niemand op de eerste drie plaatsen staat in die
rangschikking, zijn we eigenlijk nummer 32. Voor de media klinkt dat wel niet spectaculair
genoeg: gezakt van 31 naar 32. En vermits de media leven van sensaties, komt
het de pers beter uit om te schrijven dat we naar plaats 35 gezakt zijn.
Merkwaardig aan die lijst is dat Marokko op plaats 6 staat; na Zweden
en Denemarken. Heeft iemand al ooit over klimaatmaatregelen in Marokko gehoord?
Het prachtige land van Donald staat dan weer op de allerlaatste plaats, en dat
is minder merkwaardig als je weet dat Donald de steenkoolmijnen weer nieuw
leven wil in blazen om Amerika groot te maken.
Europa heeft stevige klimaatambities. Tegen 2050 wil Europa "klimaatneutraal" worden, wat in deze context wil zeggen: geen bijkomende
CO2-uitstoot meer in onze atmosfeer. De "Green Deal" van Europa. Niet alleen
moet onze energieproductie "groen" worden, wat wil zeggen dat we moeten stoppen
met het verbranden van fossiele brandstof (die sowieso stilaan zal gaan op
raken), maar ook dat we volop moeten inzetten om ons vervoer (auto's en zo)
helemaal elektrisch te maken.
Niemand kan ontkennen dat ons klimaat aan het ontsporen is. Al vind ik
het persoonlijk wel fijn dat het hier een beetje warmer zal worden: ik heb het zelf
altijd koud.
En het is goed en positief om ambitieus te zijn.
Maar dan zullen we wel een beetje
inventief voor de dag moeten komen, en misschien ook een beetje minder
bekrompen en enggeestig in onze besluiten. En een beetje meer consequent in
onze manier van denken en doen.
Zonne-energie, dat lijkt de meest voor de hand liggende oplossing te
zijn voor groene elektriciteit, maar euforisch moeten we daar niet over gaan
doen. Hier bij ons, in Vlaanderen, moeten we het stellen met hooguit 1500 uren
zonneschijn per jaar. Erg ver gaan we daar niet mee komen. Tenzij er massaal
zonnepanelen gelegd worden. Maar daar wringt het schoentje helaas: door de
dreiging om de terugdraaiende teller af te schaffen voor alle nieuwe
particuliere installaties vanaf 2020, worden veel geïnteresseerden afgeschrikt.
Meer elektriciteit door zonnepanelen? Het lijkt er niet direct op dat dit bij
ons sterk gestimuleerd wordt. Wel integendeel.
Windenergie dan maar? Als er iets is wat we hier in Vlaanderen in
overvloed hebben, dan is het wel wind. Maar dan moeten er wel massaal méér
windmolenparken geplaatst worden. En daar wringt helaas wéér een schoentje:
niemand wil een windmolen in zijn achtertuin. Pas recent nog is een plan voor
een groot windmolenpark langs de E40 naar de prullenmand verwezen omwille van
het luidruchtig en volhardend protest vanuit de betrokken gemeenten. Het lijkt
er dus op dat we ook hier niet direct veel vooruitgang kunnen boeken.
We hebben in België ook nog een aantal kerncentrales staan. Ook die
produceren elektriciteit zonder CO2-uitstoot. Prima zo, denk ik in mijn naïviteit.
Maar daar denken de groene jongens anders over: die nucleaire centrales moeten
dicht. Ten laatste tegen 2025. Hoe het dan verder moet na 2025 is een vraag
waar niemand het antwoord op kent. En al zeker niet als we volop gaan inzetten
op auto's met elektrische aandrijving: waar moet al die elektriciteit voor onze
laadpalen dan vandaan komen? We kunnen natuurlijk het voorbeeld van Duitsland
volgen. Ook daar hebben ze hun kerncentrales gesloten onder impuls van het
groene gedachtengoed. En ze hebben de kerncentrales vervangen door
bruinkoolcentrales. Als er iets is dat nóg meer vervuilt dan steenkool of mazout,
dan is het wel bruinkool! Nee, ik denk niet echt dat dit onze ambities vooruit
zal helpen.
Toch maar gascentrales dan? Om de nucleaire centrales te kunnen
sluiten. Dat kan: die zijn minder erg dan bruinkool, maar ze produceren wel nog
altijd 40 keer méér CO2 dan een kerncentrale. Lijkt me ook niet direct de meest
efficiënte oplossing om onze ambities waar te maken.
Waterkrachtcentrales zijn ook nog een mogelijkheid. In China zetten ze
daar heel hard op in. Nog niet zo lang geleden hebben ze daar een enorm
stuwmeer aangelegd voor een waterkrachtcentrale. Dat daarbij volledige dorpen
onder water moesten gezet worden, is wel een klein nadeel. Ik zie dat bij ons
nog niet direct gebeuren. Of zouden de buurtcomités daar minder moeite mee
hebben dan met een windmolenpark in de omgeving?
Ja, het is goed om ambitieus te zijn.
Maar als je het plaatsen van zonnepanelen ontmoedigt, het installeren
van windmolens verhindert en de kerncentrales dicht gooit, dan wordt het wel
moeilijk om die ambities waar te maken.
Maar geen nood: als we er niet in slagen om onze CO2-uitstoot te
beperken, kunnen we die nog altijd compenseren.
Door bomen te planten, bijvoorbeeld: die halen de CO2 weer uit de
lucht. Het zou in Europa volstaan om 2 miljard bomen te planten, en we zijn
weer safe. Dat zijn dus 2.000.000.000 bomen. Dat moet goed te doen zijn, toch?
En anders kunnen we ook nog onze CO2 verkopen (of, om precies te zijn:
emissierechten kopen). Wie dat ooit bedacht heeft, geen idee, maar het is een
geniaal concept: we verkopen de CO2 die wij te véél hebben aan landen die er
minder produceren dan zou mogen. Hoe dat dan precies werkt, dat weet ik niet.
Misschien moet België daarvoor een zoekertje plaatsen op tweedehands.be? Want
het is tenslotte CO2 die al eens gebruikt werd, niet?400.000 ton CO2 te koop. Prijs
overeen te komen.
En dan kunnen we misschien een Zeppelin vullen met CO2 om die over te
vliegen. Naar Marokko ofzo? Een prachtige oplossing!
Met de feestdagen in het vooruitzicht valt er niet aan te ontsnappen:
binnenkort staat er weer overal foie gras op het menu. Voor de aperitiefhapjes
of bij het voorgerecht. Foie gras: ganzenlever, of de goedkopere versie:
eendenlever.
Nee, ik ben géén fan. De manier waarop te werk gegaan wordt om foie gras
te produceren, lijkt mij barbaars en bijzonder dieronvriendelijk. Ik ben
absoluut géén fan!
En mijn vrienden van Animal Resistance zijn het daar helemaal mee
eens. Vandaar dat ze een tijdje geleden, begin november, massaal bij een eendenkweker
in West-Vlaanderen zijn binnengevallen. Straffe actie waarmee ze veel
persbelangstelling hebben gehaald.
Alléén, wat hebben ze daarmee bereikt?
Dat dit soort voerderpraktijken binnenkort niet meer zal mogen? Oeps!
Dat was eerder al beslist binnen de vorige Vlaamse regering: binnenkort zal het
sowieso niet meer toegelaten zijn in Vlaanderen om op die manier foie gras te
produceren.
Dat er de daaropvolgende dagen 180 eenden zijn gestorven door de
stress? Maar dat was niet hun schuld, hee! Want het is geweten, zeggen mijn
vrienden, dat "het sterftecijfer van die eenden met 20% stijgt in de laatste 12
dagen van hun leven". En ze hebben groot gelijk. Ik zou zelfs méér zeggen: het
sterftecijfer van eenden stijgt met 100% in hun laatste levensdag! Wat trouwens
geldt voor alle levende wezens.
Wat hebben ze dan wél bereikt? Dat ze in de belangstelling gekomen
zijn en dat er over hen geschreven en gesproken werd. Wat vermoedelijk eigenlijk
de enige bedoeling was.
Het is de ziekte van deze tijd: aandacht willen trekken, ten koste van
om het even wat of om het even wie.
Nee, ik ben absoluut géén fan van foie gras of de manier waarop die
geproduceerd wordt.
Maar ik ben nog minder fan van fanatieke zelfverklaarde
wereldverbeteraars die op een agressieve manier hun mening willen opdringen. Er
lopen op deze wereld al veel te veel fanatiekelingen en fundamentalisten rond
die overtuigd zijn van hun eigen gelijk en die dat grote gelijk desnoods met
agressie en geweld aan iedereen willen opdringen. Tot wat zo'n fanatisme kan
leiden, is de voorbije jaren jammer genoeg maar al té dikwijls pijnlijk
duidelijk gebleken, en meestal waren het geen eenden die er het slachtoffer van
werden.
Om hun acties nog méér kracht bij te zetten, hebben mijn vrienden
daarna een soort lastercampagne opgezet tegen restaurants aan wie die bewuste
eendenboer levert. Volkomen fake en vervalst, zo bleek uit nader onderzoek van
de VRT-nieuwsredactie. Ik ben helemaal geen fan van organisaties die zich
verlagen tot leugens en fake-recensies (op Tripadvisor, bijvoorbeeld) om
iedereen die met foie gras-leveranciers gelinkt wordt, de grond in te boren en
kapot te willen maken. Wie zijn/haar toevlucht neemt tot dat soort praktijken,
is nog zieker dan de lever van die eenden! Dat heeft niets meer met idealisme
te maken, maar alles met hatelijke roddelcampagnes die er alleen op gericht
zijn een leven te verwoesten.
Nee, ik zal met de komende feesten geen foie gras eten.
Maar het zijn dan toch niet mijn vrienden, die van Animal Resistance.
Misschien kan je nu beter eerst gaan zitten terwijl ik kort de context
van het verhaal schets, want anders riskeer je van stomme verbazing of
onthutsing steil achterover te vallen.
Waarover gaat het?
Een beroemde Italiaanse kunstenaar heeft in een kunstbeurs in Miami
zijn nieuwste kunstwerk voorgesteld: een banaan met duct tape aan de muur
gekleefd. Nee, geen gebeeldhouwde of geschilderde of versierde banaan. Een echte,
min of meer verse, banaan; recht uit de supermarkt.
(Wie het kunstwerk met eigen ogen wil zien, moet in Google maar eens "banaan
aan muur" intikken.)
Een kunstliefhebber heeft dat kunstwerk gekocht voor 120.000 dollar.
Nee, ik heb geen nul te véél getypt.
En vervolgens heeft een performance artist de banaan opgegeten.
Volgens de directeur van het SMAK in Gent is dat wel degelijk kunst,
omdat de "auteur" een beroemd en controversieel kunstenaar is: Maurizio
Cattelan. Als je nog nooit van die man gehoord hebt, dan is dat duidelijk omdat
je niet behoort tot het exclusieve kransje van mensen die écht op de hoogte
zijn van de tendensen in de hedendaagse kunst. Want Maurizio Cattelan is een
héél bekend kunstenaar! Althans volgens de directeur van het SMAK in Gent. Nu
ja, er lopen in Gent wel meer belangrijke mensen rond met vreemde ideeën.
Het is wel degelijk kunst, volgens de directeur, omdat de auteur een
kunstenaar is. Al zou "80% van de mensen dat geen kunst noemen", vermoedt de
directeur. Ik denk dat het eerder gaat om 99,999 % van de mensen. De directeur
vindt het bijzonder spijtig dat de meeste mensen zouden denken dat "eender wie
dit kan maken", want dat is volgens hem helemaal niet het geval.
En dat klopt ook. Als ik in het SMAK een banaan aan de muur zou gaan
plakken, is de kans klein dat iemand dat "kunst" zou noemen. De kans is sowieso
klein dat ik daartoe de gelegenheid zou krijgen. Maar die banaan in Miami is
wél kunst. Méér zelfs: het is kunst omdat het een manier is om met kunst te
lachen. Als ik de directeur goed begrepen heb, tenminste. De kunstenaar heeft
op die manier een statement willen maken, provoceren, spotten met de kunst en
met zichzelf. Super! Zelfspot is altijd aan te moedigen, ik ben helemaal vóór.
Maar dan laat je jezelf daar geen 120.000 dollar voor betalen, toch?
Wat heeft die koper bezield om 120.000 dollar neer te leggen voor een
banaan die hij binnen de kortste keren alweer kwijt was? Hij heeft 120.000
dollar uitgegeven, en blijft met helemaal niets achter, zal je zeggen. Dat is
natuurlijk niet helemaal waar: hij heeft er vijf minuten onsterfelijke roem
voor gekocht, aandacht op het internet, een gespreksonderwerp voor de komende
kerstdagen, en zelfs een vermelding in mijn blog.
Vermits iedereen er dezer
dagen vooral op uit is om op één of andere manier roem te verwerven, hoe
kortstondig ook, of in elk geval de aandacht te trekken, al was het maar
gedurende vijf minuten, dan is dit niet eens zó extravagant. Mensen hebben er
véél voor over om hun moment van glorie te kunnen beleven. Sommigen doen dat
door te provoceren of door te moorden, anderen smijten met geld.
Ik stel me wél voor dat er voor die koper toch andere manieren moeten
geweest zijn om aandacht te kopen met dat geld. Manieren waarbij iemand anders
er ook iets aan had. Manieren waarbij hij tegelijk, in de sfeer van Kerst, iets
positiefs kon bereiken.
Maar goed, hij heeft dus een banaan gekocht. Ik hoop nu maar voor die koper
dat hij dan toch in elk geval de kaka van die performance artist heeft gekregen
om aan de kunstcollectie toe te voegen en ermee te kunnen pronken tegenover
vrienden en bekenden. Dan kunnen die in geuren (!) en kleuren mee genieten van
die kunstzinnige aankoop.
Een tijdje geleden was ik in totale paniek bij het bericht dat mijn
kat verantwoordelijk zou zijn voor de alarmerende afname van de biodiversiteit
in onze streken, en daarmee dus ook verantwoordelijk voor het naderende einde
van de wereld. Ik heb nachtenlang slecht geslapen, geplaagd door een immens
schuldgevoel.
Maar zie, een recente studie heeft aangetoond dat ik me helemaal niet
schuldig hoef te voelen. Want wat blijkt nu: het is niet mijn kat die de
biodiversiteit om zeep helpt, het zijn al die mensen met hun perfect groen
gazon.
Overal waar je komt langs Vlaamse wegen, zie je diezelfde tuinen met
een grasgroen gazon, perfect onderhouden, gemillimeterd en zonder één afwijkend
sprietje onkruid. Heerlijk om te zien. Maar, zeggen de wetenschappers nu: dat
is een extreme vorm van monocultuur. En monocultuur is nefast voor de biodiversiteit,
omdat veel kleinere diersoorten nood hebben aan een veelheid aan planten- en
bloemensoorten om te kunnen overleven. Als er overal alléén maar gras te vinden
is, dan sterven massa's diersoorten uit, die andere planten, zeg maar onkruid,
nodig hebben.
Je kan niet geloven hoe opgelucht ik me bij die nieuwe onthullingen
gevoeld heb.
Niet alleen is mijn luie kat geheel en al onschuldig verklaard,
bovendien weet ik nu dat ik tot de beste leerlingen van de klas behoor.
Want mijn gazon ziet er niet uit! Als ik steels durf te loeren naar de
wandelaars die voorbij komen stappen, dan zie ik steevast een meewarige blik in
hun ogen bij het aanschouwen van mijn gazon. Het ziet er wel enigszins groen uit, van
ver. Maar gras staat er eigenlijk niet meer. Het is een hobbelige vlakte
begroeid met mos en klaver en paardenbloemen en ander onkruid, en met méér kale
plekken dan op mijn hoofd. "Een schande!" zeggen mijn buren. De vriendelijkste
onder hen geven mij goede raad: verticuteren, bestrooien met ontmosser,
bijzaaien en goed bemesten. Andere buren zijn meer rechtuit of gewoon cru: "Afgraven
dat misbaksel, en matten leggen."
Weten zij veel! Mijn abominabel gazon is een zegen voor de
biodiversiteit, en een garantie voor het voortbestaan van het leven op aarde.
Mijn nachten verlopen weer rustig en vredig. Weg is het schuldgevoel. Het
is met gerechtvaardigde trots en een gerust geweten als ik nu ga slapen.
Tot een volgende studie weer eens helemaal iets anders beweert?
Ik wil in deze blog graag ook af en toe plaats maken voor een stukje
over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die zwaar door het
noodlot zijn beproefd geweest, maar desondanks toch door hun talenten en hun
volharding en wilskracht, vreugde en blijdschap, en schoonheid en warmte hebben
kunnen brengen.
Wie suggesties heeft voor meer "portretten", die is van harte
welkom om mij die te bezorgen.
In mijn reeks "Portretten" wil ik het vandaag hebben over Geoffrey Gurrumul Yunupingu.
Geoffrey Gurrumul is een Australische "aboriginal", wat al vanaf zijn
eerste levensjaren betekende dat hij een erg moeilijk leven zou tegemoet gaan.
De "aboriginals" in Australië zijn een beetje wat de Indianen in Noord-Amerika
zijn: het is de oorspronkelijke inheemse bevolking, maar ze zijn door de
latere(Europese) immigranten bedrogen
en bestolen en grotendeels uitgemoord. Wat overblijft, is een zootje
armoezaaiers aan de rand van de maatschappij. Geoffrey Gurrumul heeft dus niet
veel kansen gehad om zich te ontwikkelen, maar hij bleek een geniaal muzikaal
talent te zijn, en leerde zichzelf allerlei instrumenten te spelen. Ondanks
zijn aangeboren handicap: hij is blind geboren. (Wat wellicht verklaart waarom
hij als linkshandige op een rechtshandige gitaar speelde.) Hij heeft nooit
braille geleerd, en kon dus niet lezen. En een geleidehond kon de familie zich
niet permitteren.
En alsof dat allemaal niet erg genoeg was, kreeg hij ook nog problemen
met zijn lever en zijn nieren. Hij is dan ook té jong gestorven: hij was amper
46 jaar.
Hij had een prachtige en unieke stem die niemand onberoerd kon laten.
En de songs die hij nagelaten heeft, ontroeren mij elke keer opnieuw tot tranen
toe. Niet zozeer omwille van zijn teksten, want hij zong in de inheemse
dialecten van Australië. Maar dat wij niet kunnen begrijpen wat hij zong, is niet
zo erg: de melodie zegt genoeg.
Bij wijze van kennismaking wil ik graag één van zijn songs
voorstellen. Ik heb het erg moeilijk om een keuze te maken, maar dit is
misschien wel het allermooiste; het wordt door sommigen omschreven als "the
most beautiful song in the world":
Dat iemand die door het leven, en door de maatschappij, zó
onrechtvaardig behandeld is geweest, zó iets moois kon produceren, dat is één
van de grote mysteries die ik nooit zal kunnen begrijpen. Maar ik ben wel
ontzettend dankbaar dat ik hier af en toe eens mag naar luisteren!
Op YouTube zijn er nog heel wat andere prachtige songs te vinden.
(Merkwaardig is dat hij in sommige daarvan in het Engels zong, hoewel hij geen
woord Engels kende.) Ik nodig iedereen uit om eens een half uur uit te trekken
en gewoon in ontroerde stilte te genieten.
Het is nu
zowat twee weken geleden dat ik met mijn blog gestart ben.
Misschien
wordt het wel eens tijd om wat uitleg te geven over de titel ervan: "Sinister".
Ik heb een gruwelijke hekel aan mensen die zichzelf vreselijk ernstig
nemen en ervan overtuigd zijn dat ze in het centrum van de wereld staan en dat
alles alléén maar rond hen draait. Ik heb een hekel aan mensen die niet met
zichzelf kunnen lachen en die niet kunnen verdragen dat een ander met hen zou
lachen. Ik heb een hekel aan lichtgeraakte mensen met lange tenen, die zich bij
het minste beledigd voelen. Of verongelijkt, of tekortgedaan, en die alsmaar
lopen te klagen hoe misdeeld ze wel zijn.
Er zijn écht wel mensen die het niet bepaald getroffen hebben in het
leven, voor wie het leven hard en onrechtvaardig kan zijn, of die uitgesloten
worden, of gemeden of uitgelachen.
Er zijn er die dat kunnen relativeren, en daar zélf nog om kunnen
lachen: mensen zoals diegenen die zich durven engageren in een programma als "Taboe".
Maar er zijn er ook die niet kunnen relativeren omdat ze zichzelf té
belangrijk vinden. En dan heb ik het bijvoorbeeld over mensen die
verontwaardigd zijn omdat er op carnaval in Aalst van hen een karikatuur
gemaakt wordt. So what? Het is maar carnaval! Of over mensen die zich beledigd
voelen omdat de metgezel van Sinterklaas een "Zwarte Piet" genoemd wordt. So
what? Het draait niet om de Zwarte Piet, maar om de kinderen! En zo zou ik,
jammer genoeg, nog een tijdje kunnen doorgaan: de lijst van misnoegde
egocentristen is lang.
Ik heb een hekel aan klagers, en vooral aan mensen die vinden dat
uitgerekend zij méér recht hebben om te klagen dan een ander. Ik heb een grondige
hekel aan mensen die niet kunnen relativeren. (Ik moet toegeven dat ik af en
toe ook zélf tot die categorie mensen behoor.)
En ik heb een intense hekel aan politiek-correcte opiniemakers die aan
elke goedbedoelde uitspraak of benaming een negatieve connotatie geven met als
enige bedoeling om zélf nog eens in de belangstelling te komen.
Om dat een beetje extra in de verf te zetten, heb ik het onderstaande
ooit eens gepost op Facebook. Het is zwaar overdreven, tot in het belachelijke
zelfs. En het is een karikatuur. Maar dat was dan ook de bedoeling.
Het was bij het schrijven van het onderstaande stukje dat zich het
idee gevormd heeft om met een blog te beginnen. En die blog kon alleen maar "Sinister"
als titel krijgen.
Actiegroep voor de Rechten van
Linkshandigen
De grootste gediscrimineerde en
miskende minderheid in deze wereld zijn niet de anders gekleurden of de mensen
met een andere seksuele geaardheid of de minder validen... Nee, het zijn de
linkshandigen! Wij, linkshandigen, vertegenwoordigen zowat 15% van de
wereldbevolking, en zijn daarmee de grootste minderheidsgroep. En we worden
schandalig en respectloos behandeld en gediscrimineerd.
Het begint al bij de manier
waarop over ons gesproken wordt: wij zijn "links".
Het Latijnse woord voor links is
"sinister", wat wij tegenwoordig associëren met "duister", "onheilspellend", "onguur".
Door ons, linkshandigen, het etiket "links" op te kleven, worden wij dus
willens nillens in de categorie van "snoodaards" geplaatst. Dat is toch wel
andere koek dan iemand "zwart" te noemen of "invalide", niet? Dat is een
belediging die weinig (of geen) andere minderheidsgroepen zich in deze
assertieve tijden zouden laten welgevallen, maar wij, linkshandigen, hebben dat
tot nu toe altijd zonder morren geaccepteerd. Ook al gaan we er zwaar onder
gebukt.
Het zit trouwens veel dieper dan
dat.
In alle gezegden en
geplogenheden is "rechts" de goede kant, en "links" de verkeerde.
Het begint in al mijn oproep om
op te komen voor de "rechten" van linkshandigen! Waarom worden positieve zaken
altijd met "recht(s)" gelinkt? Waarom kan er niet opgekomen worden voor de "linken"
van iemand of van een groep in plaats van zijn/haar "rechten"? Opnieuw worden
wij, linkshandigen, in een negatief daglicht gesteld, en is het alsof alléén de
rechtshandigen het bij "het rechte eind" hebben.
Ja, inderdaad: het "rechte"
eind. Alleen rechtshandigen kunnen gelijk hebben, misschien? Waarom mag het
niet voor een keer anders? "Het bij het linke eind hebben": wat is daar mis
mee?
En om onze "rechten" af te
dwingen, stappen we naar een "rechter", om "recht" te spreken. Hoezo? Is de
waarheid en eerlijkheid en correctheid dan het voor-"recht" van rechtshandigen?
Waarom kunnen we niet voor de verandering naar een "linker" stappen? Om
eindelijk ook "link" te laten spreken? Hebben wij, linkshandigen, dat "voor-link"
dan misschien niet?
Het moge duidelijk zijn: in alle
aspecten van het dagelijks leven wordt alléén "rechts" geassocieerd met "correct", "goed", "juist". Of wat had je gedacht van de "voorrang van rechts"?
Wij, linkshandigen, worden
daarmee automatisch in het andere hokje geduwd, het foute hokje. Wij zijn de
sinistere mensen.
En trouwens: wat dacht je van de
uitdrukking "hij heeft twee linkerhanden"?
En dan heb ik het nog niet eens
over de manier waarop wij in het dagelijks leven gediscrimineerd en gepest
worden omdat zowat alle gebruiksvoorwerpen uitsluitend voor rechtshandigen
gemaakt zijn. Voor een "linkshandige" is het een ware beproeving om een simpele
taak als het knippen met een schaar gedaan te krijgen, of om een blikje te
openen. Of erger nog: om een tekst te moeten schrijven met een pen!
Geen enkele andere
minderheidsgroep wordt op die manier gepest en voor schut gezet. Het is
pijnlijk duidelijk dat de rechtshandige meerderheid de meeste
gebruiksvoorwerpen met opzet zó ontworpen heeft om zeker te zijn dat een
linkshandige er krampachtig mee aan de sukkel zou gaan, met als enige bedoeling
om ons, linkshandigen, belachelijk te maken en te kleineren.
Het moet dus anders!
Vanaf nu komen wij op voor onze "rechten".
We eisen "gerechtigheid" en een "recht"-vaardige behandeling in de
maatschappij.
Daarom wil ik starten met deze
actiegroep, om op te komen voor onze "rechten", en ik lanceer hierbij een
oproep aan alle linkshandigen om zich te engageren en lid te worden.
We hebben, om te beginnen, vier
fundamentele eisen:
·Vanaf nu
moeten alle gebruiksvoorwerpen in twee versies beschikbaar worden: een versie
voor de rechtshandigen, maar ook een versie voor linkshandigen, zodat een einde
komt aan die eeuwenlange discriminatie waardoor wij met de verkeerde versie van
een schaar of een blikopener of een pen of een dunschiller blijven prutsen en
als "onhandig" beschouwd worden.
·Vanaf nu
moet het ook in de Westerse wereld toegelaten worden om van rechts naar links
te schrijven in plaats van, zoals tot nu toe altijd de regel was, van links
naar rechts, waardoor wij, linkshandigen, altijd met onze linkerhand over de
pas geschreven tekst wrijven en de in inkt geschreven woorden in grote vlekken
uitsmeren en (alweer) voor onhandige sukkels uitgemaakt worden.
·We hebben
in de huidige kalender één enkele dag in het jaar waarop wij, linkshandigen,
van tel zijn: https://www.lefthandersday.com
De andere 364 of 365 dagen van het jaar zijn
voorbehouden voor de rechtshandigen. Hoe eerlijk is dat? Vanaf nu eisen wij een
gelijke verdeling over het volledige jaar: 6 maanden voor de rechtshandigen en
6 maanden voor de linkshandigen. Wij hebben daar evenveel "recht" op!
·Vanaf nu
willen wij niet meer benoemd worden met de sinistere term "linkshandig", maar
moeten wij "andershandigen" of "beterhandigen" genoemd worden. Of misschien
gewoon "averechtshandigen"? Als de Zwarte Pieten recht hebben op een meer respectvolle benaming, dan
geldt dat des te meer ook voor ons. En als Goedele Liekens het woord "schaamlippen"
weg wil wegens "de negatieve bijklank" van het woord, en dat wil vervangen door "trotslippen", dan moet zoiets zéker ook kunnen voor het woord "linkshandig".
"Andershandigen" in de wereld,
verenigt u!
Wij eisen respect en de kans op
een waardevol en complexloos leven. Samen kunnen we het leven voor
andershandigen beter maken. Laten we er dan ook samen aan werken.
Sluit u aan bij onze actiegroep!
En aan de rechtshandigen: betoon
uw solidariteit en ijver samen met ons voor een "recht"-vaardige wereld voor de
andershandige minderheid.
De Sultan
van Oman. Op één of andere manier doet dit me aan een kinderversje denken, iets
van Annie M.G. Schmidt. Of aan een limerick misschien?
Er was eens een heel rijke sultan,
die kwam vanuit het verre Oman
in Leuven vertoeven
om Stella te proeven.
Maar hij werd toen heel erg ziek daarvan!
De sultan is al op leeftijd, en voelt zich de laatste tijd niet zo
best. En dus komt hij naar Gasthuisberg, om zich te laten nakijken en
verzorgen.
En in Leuven zullen ze het geweten hebben! Want hij komt niet alléén.
Hij heeft zijn "gevolg" meegebracht: een hofhouding van zowat 100 man. Met twee
jumbojets zijn die in België geland. En die moeten toch ergens kunnen
verblijven, niet? Ze kunnen moeilijk die hele tijd, een aantal weken, in de
gangen van het ziekenhuis rondhangen. En dus heeft de sultan een volledig luxehotel
afgehuurd in Leuven, inclusief het bijhorende exclusieve restaurant. Pech voor
de mensen die al een kamer geboekt of gereserveerd hadden in de maand januari:
die moeten verkassen naar een ander hotel. Maar de schepen van toerisme van
Leuven heeft al de verzekering gegeven dat Leuven voldoende hoogkwalitatieve
logementen kan aanbieden. Misschien zijn er in de komende weken een aantal
studentenkamers vrij van studenten die thuis blijven tijdens de blok en de examens
en de lesvrije periode nadien?
En ja, zijn bedienden moeten toch regelmatig hun sultan in het ziekenhuis kunnen
gaan bezoeken. En dus rijden de auto's af en aan. Op de autovrije Grote Markt
van Leuven.
Dat heet dan "het recht van de sterkste", zeker? De sultan heeft
immens veel geld, en dus is zijn wil wet. En iedereen moet daarvoor wijken.
Niet alleen in zijn eigen land, maar blijkbaar ook in Leuven. Als er maar
genoeg geld op tafel gelegd wordt, wil men ook in Leuven wel eens de normale
commerciële regels of verkeersreglementen een beetje buigen.
Ik vermoed dat het iets "eigen" is aan sultans, die uitgebreide
hofhouding?
Ook de Sultan van Brunei gaat nooit op stap zonder een gevolg van een
paar honderd lakeien en knechten en dienstmeisjes.
Afgezien daarvan is de Sultan van Oman een lieverdje vergeleken met
die van Brunei.
Brunei is een moslimland, en de sultan/dictator zorgt er met harde
hand voor dat het zo blijft. Daarom heeft hij nog niet zo lang geleden de "sharia" ingevoerd, de strenge moslim-wetten. Dat betekent onder andere dat
holebi's dood gestenigd worden als ze betrapt worden. Meisjes die het lef
hebben om zwanger te raken nadat ze verkracht werden, worden gegeseld. En bij
diefstal worden de handen afgehakt. En overspel wordt héél zwaar beboet.
Maar de sultan zelf neemt het niet zo nauw met de regels van de
sharia. Hij roomt de fabelachtige olie-inkomsten van zijn land zonder enige scrupule voor
zichzelf af, en kan daardoor pronken met ongeziene luxe en ongeëvenaarde
rijkdommen. Hij woont in een kasteel van 200.000 vierkante meter. Dat zijn 40
voetbalvelden. En er zijn 1788 kamers, allemaal met ornamenten en versieringen
in goud en diamanten. Dat het gepeupel van Brunei het moet stellen met
verpauperde huisjes, is een klein detail. De sultan heeft er ook een garage bij
laten bouwen voor 110 auto's, maar helaas is die te klein: hij heeft een vloot
van 7.000 luxewagens. En ook nog een paar vliegtuigen, van het formaat van een
Boeing 747 of een Airbus340. Hoe moet
hij anders zijn hofhouding vervoeren?
Ook op gebied van seks is de sultan niet bepaald een voorbeeldige
gelovige. Zelf heeft hij ondertussen 3 vrouwen, en samen met zijn broer kan hij
kiezen uit een grote harem seks-slavinnen.
Niet echt een rolmodel, dus. Een stuk krapuul, om eerlijk te zijn.
Maar dat is niet zijn schuld!
Tegenwoordig zijn misdadigers nooit "daders"; zij zijn zelf "slachtoffer". Meestal omwille van hun ongelukkige
jeugd. Ook de Sultan van Brunei moet een vreselijke jeugd gehad hebben. Ik
vrees dat hij vreselijk gepest geweest is als kind, omdat alle kinderen van
zijn klas op het einde van het eerste leerjaar hun naam al konden schrijven, en
hij nog niet. Vermoedelijk zag hij er gewoon geen beginnen aan: Haji Hassanal Bolkiah Mu'izzaddin Waddaulah
ibni Al-Marhum Sultan Haji Omar Ali Saifuddien Sa'adul Khairi Waddien.
De sultan is wel beste maatjes met alle Europese koninklijke families,
inclusief die van Nederland of Groot-Brittannië. Want zeg nu zelf: als je de
kans krijgt om af en toe eens uitgenodigd te worden in zo'n Disney-kasteel, en
enkele dagen kan pronken tussen onvoorstelbare glitter en praal; die kans laat
je toch niet schieten omwille van een paar principes, toch?
En ja,
vermits de sultan walgelijk rijk is, is hij uiteraard ook een goede vriend van
Donald.
We hebben hier in België al flink ons deel gehad van criminele bendes
die lelijk hebben huis gehouden. Denk maar aan "de bende van Jan De Lichte",
lang geleden; en "de bende van Haemers" in de vorige eeuw.
Maar een bende zoals die van Donald, dat hebben we hier toch niet gehad!
Het is wel geen sinecure om de juiste samenstelling van de bende te
achterhalen. Dat ligt dan vooral aan de wispelturigheid van Donald zelf. Wie
vandaag lid is, is dat morgen misschien niet meer als Donald met het linkerbeen
uit bed gestapt is, en overmorgen misschien dan weer wel als Donald's
ochtendlijke chocomelk exact de goeie temperatuur had.
Wat volgt, is dus maar een gissing.
·Donald zelf heeft zich schuldig gemaakt aan
afpersing bij een staatshoofd van een ander land, met de bedoeling zijn
tegenstander bij de volgende presidentsverkiezingen onderuit te halen. En hij
heeft gesjoemeld met zijn belastingen, en zet actief aan tot haat en geweld. En
hij meent de olie te mogen stelen van de bronnen in het Midden-Oosten die door
zijn troepen "beschermd" worden. Maar hij komt daar allemaal zomaar mee weg, en
hij wordt bijna zeker de volgende president van de USA, het prachtigste land
ter wereld.
·Benjamin heeft een reeks aanklachten aan zijn
been voor fraude en omkoping en wat nog al meer. Hij annexeert stukken land die
hij volgens het internationaal recht niet eens zou mogen bezetten, en
bombardeert scholen en kampen als hem dat zo uitkomt. Maar hij komt daar
allemaal mee weg, en wordt wellicht toch opnieuw premier in Israël, zijn
beloofde land.
·Vladimir blijft al decennia lang aan de macht
door systematisch alle tegenstand gevangen te zetten. Ook hij denkt het zich te
kunnen permitteren om stukken van andere landen in te palmen als hij daar zin
in heeft. En hij komt daar allemaal mee weg, en blijft wellicht zijn hele leven
lang de machtigste man van het uitgestrekte Rusland.
·Salman bin Abdoel is koning van een land met
onmetelijke rijkdommen, en dus een hele goeie vriend van Donald. Hij laat zich
niets gelegen aan futiliteiten als "mensenrechten"; hij laat kritische stemmen
zonder verpinken vermoorden, en hij bombardeert zonder enige wroeging ziekenhuizen
in een straatarm land, gewoon om te laten zien dat hij de sterkste jongen is in
die regio. Maar hij komt overal mee weg, en blijft ongecontesteerd aan de macht
in Saoedi-Arabië, het land van olie en zand.
·En Tayyip, die laat verkiezingen ongeldig
verklaren als de uitslag hem niet bevalt, en noemt iedereen die hem durft tegen
te spreken een "terrorist". Ook hij meent het zich te mogen permitteren stukken
van een ander land te bezetten zonder enige internationale goedkeuring. Maar
hij komt overal mee weg, en blijft wellicht nog lang de onbetwiste dictator in het
godvrezende Turkije.
·Rodrigo is een geval apart. Dat is gewoon een
onbeschofte vrouwenhater en iemand die liefst terug zou willen naar de
gewoontes van het Wilde Westen: iedere "slechterik" moet zonder veel omhaal en
zonder enige vorm van proces afgemaakt worden. En wie daar kritiek op durft te
hebben, krijgt een hoop vuiligheid naar het hoofd geslingerd. Je zou kunnen
zeggen: "een heel goede leerling van Donald". Ook hij komt overal mee weg, en
niemand durft tegen hem in te gaan, daar in de verre Filipijnse eilanden.
·Jair is ook een heel goede leerling van Donald:
hij trekt zich van niemand iets aan, hij permitteert zich de meest ongepaste
uitspraken en zit er niet om verlegen om de "waarheid" een beetje te verdraaien.
Ook voor hem telt alleen het economisch gewin, al moet hij daarvoor de helft
van zijn land in brand laten steken. Ook hij slingert de meeste hatelijke
uitspraken naar het hoofd van eenieder die kritiek durft uit te spreken. En ook
hij komt daar moeiteloos mee weg. En hij is met ruime meerderheid verkozen als
leider van Brazilië, het Amazone-land.
·Dan is er nog Boris, een andere goede vriend van
Donald. Boris denkt dat hij het parlement gemakkelijk opzij kan schuiven als
hij daar zijn zin niet krijgt. En Boris verwijt "Brussel" té veel inmenging in
zijn land, maar tegelijk verwijt hij de Schotten onverantwoordelijkheid als zij
de inmenging van "Londen" méér dan beu zijn omdat zij altijd de pineut zijn
geweest. Boris schuwt ook de straffe uitspraken niet, evenmin als de meest
fantasierijke valse beloftes, en hij meent ook overal mee weg te kunnen komen.
En ja: Boris wordt volgende week opnieuw premier van de historische wereldmacht
die Groot-Brittannië toch altijd geweest is.
·Kim is een beetje een buitenbeentje, en het is
niet altijd duidelijk of hij al dan niet lid is van de bende, want hij ligt
voortdurend met Donald overhoop. Maar verder kan hij het uitstekend met Donald
vinden als het gaat over grootspraak over zichzelf en het koesteren van zijn
eigen belangen, ook als dat betekent dat heel veel mensen in zijn land in
bittere armoede leven en nauwelijks te eten hebben. Net als Donald wil hij graag
af en toe wel eens pronken, en dan rijdt hij met zijn wit paard de heilige
bergen in. En ook hij komt overal moeiteloos mee weg, en blijft zijn hele leven
de dictator in zijn deel van het verscheurde Korea.
"De Bende van Donald".
Het is iets zoals "De Bende van Nijvel": nietsontziende gangsters,
maar ze blijven ongestraft.
En ze hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op vele andere machtsgeile
nietsnutten die het ook wel zouden zien zitten om overal mee weg te komen.
En over de Bende van Nijvel gesproken.
Vorig jaar is daar weer heel veel om te doen geweest. Er was sprake
van nieuwe pistes, nieuwe inzichten, nieuwe vondsten, en zelfs van een heuse
doorbraak. (Geheel toevallig trouwens net rond de tijd dat die film van Stijn
Coninx gelanceerd werd.)
We zijn ondertussen méér dan een jaar verder, en de slachtoffers of
hun familie en nabestaanden staan nog altijd precies even ver. Ze zijn alleen wéér
een illusie armer geworden, en zijn 35 jaar na de feiten stilaan alle hoop om
ooit de waarheid te kennen, helemaal verloren.
Maar ik heb nu een opzienbarende nieuwe tip voor het speurdersteam. Was
er bij de Bende van Nijvel geen "reus"?
Vorige week zijn we met
het hele gezin gaan betogen in Brussel. Voor het klimaat! Ik had protestborden
gemaakt met passende teksten:
"Het is bijna te laat
voor het klimaat."
En voor de kinderen:
"Doe eindelijk eens iets goed.
Het is nu dat het moet!"
Het was belangrijk dat de
kinderen zouden mee betogen. Voor hun toekomst. Ook al begrepen ze zelf niet zo
goed wat er aan de hand was of waarom ze daar in die massa moesten mee lopen.
Ze waren erg ongelukkig, en liepen constant te jengelen. Maar het was tenslotte
voor hun toekomst, toch?
Hoe dan ook: het is nodig om te
gaan betogen, in grote massa. Om de lakse overheid onder druk te zetten om
eindelijk actie te ondernemen. Om de overheid erop te wijzen dat ze hun
verantwoordelijkheid moeten nemen voor ons klimaat. Om de overheid te
stimuleren eindelijk in te zetten op een duurzaam klimaatbeleid.
Ik heb de toespraken aandachtig
beluisterd, en er is geen twijfel mogelijk: onze regeringen (want we hebben er
vier) doen veel te weinig voor het klimaat en voor onze toekomst, en dat moet
veranderen. De overheid laat zich ringeloren door die inhalige
energieproducenten die niet willen investeren en blijven zweren bij vervuilende
energiecentrales. Ik voelde me echt boos worden toen ik dat allemaal hoorde.
Gisteren zat er een
informatiebrochure van de gemeente in mijn brievenbus. Blijkbaar wil men een
windmolenpark aanleggen op het stuk landbouwgrond achter onze wijk. Die windmolens zouden genoeg elektriciteit produceren voor 4000 gezinnen, staat in dat folderke.
Ik heb
onmiddellijk naar mijn vriend gebeld die voor Groen in de gemeenteraad zit, bij
de oppositie. En hij heeft mij gerustgesteld: ze zijn al in gang geschoten om
een actiegroep op te richten: "Zet uw windmolens waar de zon niet schijnt!"
Goed gevonden, die naam, vond ik
zelf ook wel. En ik ga zeker mee actie voeren. Als het moet, ga ik er in
Brussel voor betogen!
Wat denken ze wel? Een windmolen
in mijn achtertuin? Weten ze dan niet hoeveel lawaai zo'n ding wel maakt? Niet
te verdragen! De snelweg naast onze wijk, dat was ook erg in het begin: dat
constante geruis van die voorbij suizende vrachtwagens; maar dat zijn we al
gauw gewoon geraakt. En de spoorweg iets verderop, dat was ook even wennen,
maar nu hebben we daar totaal geen last meer van. We zijn tenslotte geen
doetjes, hee! Maar zo'n windmolen: dat lawaai is echt niet te harden. En lelijk
zijn die dingen! De waarde van onze mooie huizen zal meteen de dieperik in
duiken als die spuuglelijke constructies in de achtertuin komen te staan.
Géén denken aan! Om nog te zwijgen over de slagschaduw van die wieken: als wij
eens zin hebben in de zomer om buiten van de zon te genieten, dan zijn er die
donkere schaduwen die de hele tijd over onze tuin wentelen... Dat kan een mens
zich toch niet voorstellen?
Nee, die windmolens komen er
niet!
"No way!"
Ik ga al direct een paar
protestborden maken.
Volgende maand gaan we weer in
Brussel betogen voor het klimaat. Om de overheid aan te porren eindelijk werk
te maken van een duurzaam energiebeleid en propere energievoorziening.
De bevolking van India bestaat voor 80% uit Hindoes; de overgrote
meerderheid, dus.
Laat één van de kerngedachten van het hindoeïsme nu net het respect
voor het leven zijn, omdat Hindoes geloven in een vorm van reïncarnatie; in het
slechtste geval als een dier, een "lager wezen". Niet voor niets zijn de meeste
Hindoes uit principe en overtuiging vegetariërs.
Ik ben zelf géén vegetariër, en ik ben ook een andere religie
toegewijd. Maar ik heb waardering en bewondering voor het idee om alle levende
wezens te respecteren.
Als dus 80% van de Indiërs een eeuwenoude, ingebakken traditie hebben
van respect voor alle levende wezens, dan begrijp ik het niet zo goed.
Elke dag worden in India 92 vrouwen verkracht. Voor wie denkt dat ik
een fout getypt heb: 92 verkrachtingen, elke dag! En dat is het topje van de
ijsberg, want de meeste verkrachtingen blijven, net als bij ons, onder de
radar.
Groepsverkrachtingen zijn er schering en inslag, en de daders worden
niet of nauwelijks gestraft. Erger nog: het zijn de slachtoffers die door de
daders "gestraft" worden. Onlangs is opnieuw een jonge vrouw in de aanloop naar
het proces over haar verkrachting door haar verkrachters overvallen en
levend in brand gestoken. De zoveelste in een lange pijnlijke rij!
Respect voor het leven, zei u?
Ik dacht even te schrijven dat dit "beestachtige" praktijken zijn,
maar in deze context klopt de uitdrukking totaal niet, want beesten worden er
wél met respect benaderd.
Wat is dat voor een maatschappij, waar verkrachting niet alleen
getolereerd wordt, maar bovendien tot een nationale sport lijkt verheven te
zijn? Wat is dat voor een maatschappij waar het een alledaags verschijnsel
geworden is dat vrouwen door hun verkrachters vermoord of verbrand worden? Wat
is dat voor een maatschappij waar een vrouw zich nooit veilig kan voelen als ze
zich buiten waagt?
Respect voor het leven, zei u?
Iemand zal mij toch eens moeten proberen uit te leggen hoe zoiets kan
in een land waar het respect voor alle levende wezens, ook dierlijke, zó
fundamenteel is. Hoe kan het dat in zo'n cultuur het respect voor een vrouw
totaal ontbreekt? Iemand zal mij toch eens moeten uitleggen hoe het kan dat in
zo'n land de koeien méér gerespecteerd worden dan een vrouw!
Want ik begrijp het niet.
En ik begrijp ook niet goed waarom onze westerse wereldleiders, die de
mond vol hebben over mensenrechten en die met een vermanend vingertje wijzen
naar al die volkeren waar onze opvattingen
omtrent bijvoorbeeld de vrije meningsuiting niet gelden, geen enkel probleem
lijken te hebben met onmenselijke wantoestanden zoals die in India!
Ik begrijp trouwens ook niet waarom de feministische voortrekkers met
veel furie ten strijde trekken tegen het idee dat in Europa méér vrouwen
deeltijds werken dan mannen en daardoor minder verdienen, maar tegelijk
oorverdovend zwijgen over walgelijke praktijken zoals groepsverkrachtingen in
India, en seksuele verminking in Afrika. Liggen hun prioriteiten wel waar ze
dringend zouden moeten liggen?
Volgende week start in Madrid een nieuwe grote klimaatkermis.
Onze Vlaamse minister van Klimaat, mevrouw Demir, zal komende maandag met
het vliegtuig naar de klimaatconferentie vertrekken. (Ja, we hebben een Vlaamse
minister voor het Klimaat, en ook een Brusselse minister, en een Waalse minister,
én een federale minister. België moet zowat het meest klimaat-vriendelijke land
ter wereld zijn: geen enkel andere natie heeft vier ministers om voor een beter
klimaat te zorgen!)
Op die manier van reizen is heel wat kritiek gekomen: velen vinden dat
je binnen Europa niet met het vliegtuig moet reizen; je kan overal ruim op tijd
raken met de trein. Zelfverklaarde klimaat-experte Anuna De Wever heeft ook
haar ecologisch steentje bijgedragen aan de reeks kritieken op de minister. "Zoiets doe je niet!", zegt ze met haar spreekwoordelijke uitingsdrang. Op
Twitter, wel te verstaan; alle grote geesten communiceren tegenwoordig via
Twitter.
Wel jammer dat Anuna er zelf niet zal bij zijn. Zij heeft zich
schromelijk van bestemming vergist, en was met de boot naar Zuid-Amerika getrokken.
Een beetje zoals Columbus eigenlijk: ook die is in Amerika terecht gekomen
terwijl hij helemaal ergens anders had moeten zijn.
Mevrouw de minister verdedigt zich tegen die kritiek met de vondst dat
ze naar Madrid gaat "planepoolen". Ik had er nog nooit van gehoord: "planepoolen".
Dat lijkt me nu al dé kandidaat bij uitstek voor "het woord van het jaar".
"Planepoolen" is hetzelfde als carpoolen, maar dan met een vliegtuig.
En als iedereen er de mond vol over heeft dat carpoolen bijzonder aan te
moedigen is, als oplossing voor het mobiliteitsprobleem, én als bijdrage voor
het milieu, waarom is er dan opeens kritiek op "planepoolen"? Want, zo heeft de
minister ons verzekerd: "Het vliegtuig zal helemaal vol zitten." Gelukkig maar,
zou ik zeggen. Stel je voor dat ze helemaal alléén in dat vliegtuig zou
vliegen! Zoals die man die onlangs, in augustus ergens, met een lijnvlucht
reisde van Coloradonaar Salt Lake City,
en de enige passagier bleek te zijn.
Alle gekheid op een stokje, mevrouw Demir heeft wél een punt: dat
vliegtuig zal sowieso naar Madrid vliegen, met of zonder de minister. En hoe
meer passagiers, hoe kleiner de CO2-bijdrage per persoon. Of niet?
Op die klimaatconferentie worden trouwens 25.000 (vijf en twintig
duizend !!!) deelnemers verwacht, en die moeten van over de hele wereld allemaal
naar Madrid zien te reizen. Ik wil er niet aan denken wat de bijkomende CO2-uitstoot
van dat nutteloze circus zal zijn. Véél mensen zullen hun verwarming een paar
graden lager moeten zetten om dat te compenseren! Is dat nu echt nodig dat
iedereen daar ter plaatse moet zijn? Kan zoiets niet via teleconferenties of
andere technologische snufjes geregeld worden, zodat elk in zijn/haar eigen
land kan blijven?
Maar goed: onze Vlaamse minister van Klimaat zal er dus ook zijn, en zij zal planepoolen. En iedereen is boos op haar.
Als ze iets beter had nagedacht, had ze met Sinterklaas kunnen mee liften,
achter op zijn schimmel. "Horsepoolen", dus. Hij heeft zaterdag toch gedaan met
zijn werk hier bij ons, en zal waarschijnlijk zondag ofzo naar Spanje terugkeren.
Te paard. Hoe anders?
Ik heb enkele collega's op het werk die de trotse vader of moeder zijn
van een tienerdochter. Mijn hart breekt als ik hen hoor vertellen over de
beproevingen die gepaard gaan met het opgroeien van een dochter van 15-16 jaar
of daaromtrent. En ik heb de grootste bewondering voor hun volharding en geduld
en inzet, en voor hun flexibiliteit en ruimdenkendheid.
Zelf heb ik geen dochters, ik kan er dus niet uit eerste hand over mee
praten. Ik kan hen dan ook geen goede raad geven vanuit mijn eigen ervaringen.
Ik kan hen ook geen hart onder de riem steken met de belofte dat het allemaal
wel in orde zal komen "want ik heb het zelf ook meegemaakt": ik heb het zelf niet meegemaakt, en kan dus niet zéker
weten dat het in orde komt. Ik heb wel een paar broers en een paar zussen met
dochters die ondertussen volwassen geworden zijn, en daar kan ik met zekerheid
zeggen dat het inderdaad wél helemaal in orde gekomen is; voor de ouders én
voor de dochters. De ouders hebben het al bij al redelijk overleefd, en de
dochters zijn opgegroeid tot verstandige, zelfstandige vrouwen.
Maar ik wil toch mijn bescheiden bijdrage leveren om mijn collega's
moed in te spreken, om hen een positief vooruitzicht te geven, om hen te laten
weten dat ik hen steun en begrijp. Omdat ik zelf geen ervaringsdeskundige ben,
heb ik de vrijheid genomen om hiervoor beroep te doen op Simon Carmiggelt. Wie
de kans ziet om te horen hoe Wim Sonneveld dat ooit gebracht heeft, moet het
zeker en vast eens proberen op te zoeken, op YouTube of zo.
Dus, voor alle getergde en wanhopige ouders van tienerdochters, dit is
het houvast dat Simon Carmiggelt te bieden heeft.
Conference De Jongens
(tekst: Simon Carmiggelt)
M'n dochtertje is vandaag getrouwd en dat vieren we.
Ze is pas eenentwintig. Ja, ze trouwen vroeg tegenwoordig.
Kijk, hier heb ik nog een fotootje van m'n dochter. Da's anderhalf jaar terug.
Oorspronkelijk zat er nog een knul aan me dochter vast, maar die heb ik er
vanaf geknipt. Maar dat was een bevlieging van zeer tijdelijke aard. En waarom
zou je nou met zo'n snotneus op je borst blijven rondlopen, nietwaar? Dat heeft
geen betekenis. Dus nam ik de schaar en knip, knip, daar lag Pim. Verdomd hij
heette Pim!
Als een meid getrouwd is, dan is zo'n meid geen kind meer, dan is zo'n meid
ineens méns geworden. En als je als vader zijnde zonder te veel narigheid je
dochtertje hebt opgekweekt tot mens, dan mag je als vader zijnde wel effe op
die mijlpaal plaats nemen, een zucht van verlichting slaken en een saffie
opsteken. Want wat is een kind? Ik zeg altijd: ´Een kind... Kijk eens, we staan
er borg voor. Als je kind iets overkomt, is het jouw schuld. Altijd. Want 'als
opvoeder falen we'. Trouwens, wat is een opvoeder? Een opvoeder is een stakker
die in het duister tast. Mijn vader, hij ruste in vrede, maar mijn vader was
een man met een paar harde handen. Die legde heus niet z'n oor op je zieltje te
luisteren. Een hengst voor je harses kon je krijgen. En zo ben ik dan
opgegroeid tot iemand met vrije levensprincipes.
Multatuli heb al gezegd: 'Kind, als ik me erop voorsta dat ik je vader ben,
spuw mij dan in mijn gelaat.' En daar had Multatuli gelijk in. Toen het puntje
bij het paaltje kwam, had Multatuli z'n eigen zoontje aardig verprutst. Maar
ja, op papier wist-ie het wijs te zeggen. En daar gaat het maar om bij dit
soort schrijvers, nietwaar?
Dus wat heb ik gedaan? Ik heb mijn dochtertje vrij opgevoed. Niet als een
boeman, maar ik heb m'n dochtertje opgevoed als een vrind. Ik heb d'r opgevoed
als een gelijke. En dan moeten jullie toch eens iets zeggen over die moderne
opvoeding.
Ik vroeg en vertelde m'n ouders niks, maar ik deed wat ze zeiden. En zo'n
modern kind vertelt je alles, maar doet nooit wat je zegt. In het begin is het
nog geen doodwond, maar ja, zo'n meid groeit op en dan komen de jongens. De
natuur moet z'n loop hebben, dat ken ik billijken. Ik weet het nog goed. Ze was
veertien. Toen komt ze thuis met een knul van achttien. Oh, ik zag het zo: een
gluiperd van het zuiverste water. Ene Harrie. Ik droom nog wel eens van 'm als
ik zwaar getafeld heb.
Maar ja, wat doe je in de moderne opvoeding? Je zegt niet tegen je eigen
dochtertje: 'Meid, ga uit m'n ogen met dat stuk verdriet!' Maar je haalt die
kwal binnen of het Sinterklaas is.
Oh, die Harrie. Hij was er altijd. En hij moest ook altijd mee-eten. En dan
was-ie zo gedienstig, weet je wel, zo glijerig. Hij kon alles zo lekker
aangeven. Het zout en de jus en de aardappels... Baah! Ik dacht als dát mijn
schoonzoon moet worden, dan verhang ik me op een mooie zondagmorgen in het
Amsterdamse Bos.
Maar goed, in het begin heb je nog enige invloed, want dan gaat zo'n meid aan
je vragen: 'Pa, hoe vind je Harrie?' En ik, heel link, ik begon Harrie te
prijzen. Ik prees hem regelrecht het graf in. Dat-ie zo gedienstig was en
dat-ie alles zo lekker kon aangeven... En zo zaagde ik indirect de poten onder
zijn stoel vandaan. Binnen de maand had ik hem plat. Dag, Harrie!
Maar ja... Harrie gaat, Piet komt. Piet gaat, Kees komt. Kees gaat, Nikkie komt.
En allemaal mee-eten! Oh, ik heb wat voedsel verstrekt aan die knapen. Maar ja,
je denkt ook bij je eigen: rekken en erbij blijven. Als ze vandaag of morgen
getrouwd is, dan mot ze het zelf maar weten, dan ken ik er ook niks meer an
doen.
Nou, en dat heb ik dan vandaag bereikt. Die knul waarmee ze vanmorgen naar het
stadhuis gegaan is, dat is geen kwaaie jongen, hoor. Een beetje een sufferd.
Hij helpt bij het afwassen!
Jonge mannen zonder enig normbesef, maar met een
snelle wagen: een dodelijke kwaal, waar helaas veel te omzichtig en veel te
zacht wordt mee omgegaan. "Zachte heelmeester maken stinkende wonden.", weet je
wel.
Het idee is nobel: "Iedereen verdient een tweede
kans!", maar hun slachtoffers krijgen jammer genoeg maar al te vaak géén tweede
kans.
En dan zou een verhaal zoals dit wel eens echt kunnen gebeurd zijn (of
echt kunnen gebeuren):
"Verdomme toch!
Ik had me echt wel voorgenomen
om iets voorzichtiger te rijden, nadat ik vorige week mijn rijbewijs was kwijt
gespeeld en een jaar rijverbod had gekregen. Ik vond de straf wel zwaar
overdreven: ik had een beetje te veel gedronken, en ben met de auto van mijn pa
aan 160 geflitst op de autostrade. Is dat nu zó erg?
Hoe dan ook: ik reed zonder
rijbewijs rond met mijn eigen nagelnieuwe sportkar, en wou liever niet door de
politie aan de kant gezet worden. Maar ja, dat laatste glas en die laatste
joint waren er misschien toch net iets te veel aan. Ik voelde me super goed, en
we waren in de auto aan het chillen, ik en mijn maten, en ik heb het gaspedaal
eens ferm ingeduwd. Hoe kon ik weten dat er juist op dat moment een gast op een
zebrapad de straat zou oversteken?
De rechter was bijzonder boos op
mij: vijf jaar rijverbod, en mijn auto in beslag genomen.
Ik was oprecht geschokt door die
strenge uitspraak. Okee, die gast ligt in het ziekenhuis, maar het was toch
niet mijn schuld dat hij voor mijn neus kwam opdoemen, zeker? Ik had hem gewoon
te laat gezien, omdat ik met mijn maten aan het dollen was.
Die vijf jaar rijverbod, dat kan
mij niet zo veel schelen. Eén jaar of vijf jaar, of levenslang, dat maakt mij
niets uit; ik trek me dat toch niet aan. Maar dat ik mijn karretje kwijt ben,
dat is vervelend: hoe moet ik het volgende weekend dan op zwier gaan?
Verdomme toch. Hoeveel pech kan
iemand hebben?
Ik had de auto van mijn vriendin
geleend om de bloemetjes buiten te zetten, dit weekend. Ik vond dat ik wel een
beetje ontspanning kon gebruiken na die rechtszaak van vorige week. En het zit
mij weeral tegen! We waren bezig met een serieus gesprek over de grieten, en ik
had daardoor eventjes niet goed op de weg gelet. En ik heb aan 90 per uur een
fietser van het fietspad gemaaid.
Mijn vriendin zal razend zijn
als ze merkt dat ik haar mooie auto geblutst heb. En dan mag ik volgend weekend
zéker de auto niet opnieuw gebruiken. Ik ben dus direct doorgereden naar de
garage van een kameraad van mij. Die zal de auto wel in een wip weer oplappen,
en mijn vriendin zal het nooit merken.
Verdomme toch. Van je maten moet
je het hebben!
Dienen typ van de garage is mij
gaan verraden bij de politie. Deze keer heb ik echt de volle laag gekregen van
de rechter. Hij zou "een voorbeeld stellen", zei hij. Ik heb een levenslang
rijverbod aan mijn been wegens 'vluchtmisdrijf'. Wat had ik dan moeten gedaan
hebben? Ik kon toch niet naar die ouwe fietser die daar op de grond lag, gaan
kijken, zeker? Ik kan niet tegen bloed!
Het ergste is dat mijn vriendin
het afgetrapt is, mét haar auto, nadat de politie aan haar deur was geweest
omdat het ongeval met haar wagentje gebeurd was. Nu moet ik voor het volgend
weekend een auto zien te huren om op stap te kunnen gaan!
Maar dat zal wel
lukken, denk ik: mijn kameraad zorgt wel voor een auto voor mij. En dan kan ik nog eens
ferm gaan doorzakken; ik heb het nodig na al die miserie!"
Black Friday is nog maar eens zo een fantastisch concept dat heel recent
van de andere kant van de oceaan tot bij ons overgewaaid is. Alsof we nog niet
genoeg idiote Amerikaanse gewoontes zouden overgenomen hebben? Is er trouwens
niemand anders die vindt dat die "vrijdag" wel érg lang duurt? Al de hele
voorbije week, en zelfs dit weekend er nog bij. Geen enkele andere vrijdag in
het hele jaar duurt zó lang. Maar ja, "Black Friday" is Amerikaans, en daar is
alles groot.
"Let's make friday great again!"
Black Friday, Cyber Monday, Singles Day, Boxing Day: het kan niet op.
We worden elke keer om de oren geslagen met ongeziene kortingen: min 30% voor
een auto, min 200 euro voor een flat screen 50 inch tv, min 250 euro voor de
nieuwste iPhone, min 100 euro voor een laptop, min 150 euro voor een
robotstofzuiger.
(Een mens zou zich daarbij wel gaan afvragen hoe dat mogelijk is, die
straffe kortingen. Dat zegt misschien vooral iets over de enorme winsten die gemaakt
worden bij de "normale" prijzen die ze ons aanrekenen?)
Hoe dan ook: wie kan daar aan weerstaan? Zelfs als we helemaal geen
nieuwe tv nodig hebben, zelfs als onze smartphone nog prima werkt, zelfs als we
in een minimum van tijd ons huis geveegd hebben met een ordinaire borstel, dan
nog bezwijken we voor die fantastische deals.
"Je kan die unieke promotie toch niet zomaar laten voorbijgaan,
zeker?"
En de winkeliers en webshops zijn bovendien uitzonderlijk vriendelijk
op die koopdagen: ik kan alles op afbetaling kopen, en het voorschot dat ik
moet neertellen is minimaal. Wat houdt er mij dan nog tegen? Ik kan alles krijgen
en ik hoef er nauwelijks geld voor uit te geven.
Echt, dit is bijna te mooi om waar te zijn!
Tot de maandelijkse afbetalingen zich gaan opstapelen, en de
aanmaningen in mijn brievenbus arriveren. Gelukkig kan ik dan nog altijd terecht
bij Cofidis of bij mevrouw Leemans, mijn vriendin: die willen met plezier mijn
afbetalingen combineren en mijn leningen herfinancieren "tegen aantrekkelijke voorwaarden".
En voor ik het weet ben ik alles kwijt! Ook mijn 50 inch flat screen
tv en mijn mooie nieuwe auto.
Is er dan echt niemand die een einde durft te maken aan die
onbeschaamd-bedrieglijke afzet-praktijken, of die de argeloze mensen durft te
beschermen tegen die lawine van dure verlokkingen? Het is een sluipend en
onzichtbaar gif dat ons verleidt tot aankopen die we totaal niet nodig hebben
en die we dikwijls zelfs niet eens kunnen betalen!
Waarom sturen we Black Friday niet zonder omhaal terug naar Donald?
Daar houdt men sowieso vast aan de vrije commerce die mensen in de
armoede stort met de mooiste beloftes.
(En ook aan de ultieme vrijheid om mensen dood te schieten omwille van het
recht op wapendracht.)
Zó gek hoeft het hier in Europa écht niet te worden.