Het woord van het jaar 2019 is "winkelhieren"
geworden.
Voor mij is dat best okee. Het is een oproep om méér lokaal te kopen,
bij de eigen (Belgische of Vlaamse) winkeliers. "Eigen winkel eerst", als het
ware. Tom Van Grieken had het niet beter kunnen formuleren.
We moeten meer "winkelhieren"
om de lokale economie te ondersteunen. En om onze ecologische voetafdruk te
verkleinen. Want zeg nu zelf: al die pakjes die van vér over de grenzen moeten
geleverd worden, genre Ali Express of Amazon, die zijn een plaag voor onze
mobiliteit en een ramp voor het klimaat! Winkelhieren
dus. Alléén jammer dat het vooral weggelegd is voor diegenen die het zich
kunnen permitteren, want om één of andere mysterieuze reden kost alles hier in
de winkel véél meer dan in het buitenland.
Ik was zélf vooral fan van "planepoolen".
Een geniale vondst van onze Vlaamse klimaatminister. Het woord betekent
natuurlijk totaal niets, want het gaat gewoon over "met het vliegtuig reizen".
Maar het was fantastisch bedacht. Ik stel voor om voortaan ook te spreken over
"buspoolen" en "trainpoolen".
Het woord heeft het uiteindelijk niet gehaald bij de Van Dale kiezers,
ondanks mijn stem.
Net zo min als "bezorgschaamte".
En dat is nu eens een woord waarvan ik verwacht had dat het wél veel kans zou
maken, want het heeft alles te maken met de huidige klimaat-heisa. Eigenlijk is
het zowat de tegenhanger van "winkelhieren":
wie winkelhiert, hoeft geen bezorgschaamte te hebben.
Waar ik wél ontzettend over opgelucht ben, is dat het niet "jagger" geworden is: "Jong Actief Gepensioneerd". Wie het idiote voorstel bedacht heeft om elke 55-plusser een "jagger" te noemen, die mogen ze voor
mijn part veroordelen tot het dagelijks bekijken van een live optreden van The
Rolling Stones, met verplichte inname van dezelfde hoeveelheid drugs en drank
als de leadzanger met de grote mond. Geen haar op mijn hoofd dat het idee zou
kunnen verdragen om als "jagger" door
het leven te gaan.
Wat hadden we nog als mogelijke kandidaten?
Sorrymuseum. Dat heeft
het ook niet gehaald. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Want waarom zouden wij nu "Sorry" moeten zeggen omdat we veel artefacten van de koloniale tijden bij ons
in een museum bewaren, terwijl ze anders ginder al lang allemaal waren verloren
gegaan in één of andere burgeroorlog of militie-ruzie, of een militaire opstand
door een generaal die het niet gehaald had bij de verkiezingen? Ik krijg er de
kriebels van, van dat gezaag over hoe die voorwerpen aan de vroegere kolonies
moeten terug gegeven worden. Om daar binnen de kortste keren teloor te gaan bij
gebrek aan aandacht en zorg, of bij gebrek aan middelen?
En
nee, die kriebels zouden niet aan de "jeukrups"
gelegen hebben. Al heeft die het voorbije jaar ook regelmatig van zich laten
spreken als ongewenste festivalganger.
Hoopgevend
voor het milieu en voor de biodiversiteit is dat in 2019 het woord "toiletplant" opgedoken is. Vroeger waren
er geen toiletplanten, voor zover mij
bekend. Als die er nu wél zijn, dan betekent dat een forse versterking van de
diversiteit in onze inheemse plantensoorten, toch? Misschien kan ik mijn pover
gazon wel verfraaien met enkele toiletplanten?
Ik
wil graag van de gelegenheid profiteren om een voorstel te doen voor de
nominatie van het woord van het voorbije decennium: "pretpedagogie". Het woord heeft het helaas niet gehaald als woord
van het jaar, maar het is voor mij wél hét woord van de voorbije tien jaar. Als
er één begrip is dat een enorme, desastreuze, impact heeft gehad op onze
samenleving, dan is het dát wel.
Pretpedagogie: "onderwijs dat niet
gericht is op kennisoverdracht, maar op het welbevinden van de leerlingen."
Het
niveau van ons onderwijs is al jaren dramatisch aan het zakken, en we gaan zienderogen
achteruit in alle internationale ranglijsten, zowel voor taal als voor
wiskunde. Hoe zou dat toch komen, vragen de onderwijsdeskundigen zich af. Wel, precies
daardoor dus: pretpedagogie. Al is
het politiek incorrect om zoiets te durven zeggen.
|