Ik heb enkele collega's op het werk die de trotse vader of moeder zijn
van een tienerdochter. Mijn hart breekt als ik hen hoor vertellen over de
beproevingen die gepaard gaan met het opgroeien van een dochter van 15-16 jaar
of daaromtrent. En ik heb de grootste bewondering voor hun volharding en geduld
en inzet, en voor hun flexibiliteit en ruimdenkendheid.
Zelf heb ik geen dochters, ik kan er dus niet uit eerste hand over mee
praten. Ik kan hen dan ook geen goede raad geven vanuit mijn eigen ervaringen.
Ik kan hen ook geen hart onder de riem steken met de belofte dat het allemaal
wel in orde zal komen "want ik heb het zelf ook meegemaakt": ik heb het zelf niet meegemaakt, en kan dus niet zéker
weten dat het in orde komt. Ik heb wel een paar broers en een paar zussen met
dochters die ondertussen volwassen geworden zijn, en daar kan ik met zekerheid
zeggen dat het inderdaad wél helemaal in orde gekomen is; voor de ouders én
voor de dochters. De ouders hebben het al bij al redelijk overleefd, en de
dochters zijn opgegroeid tot verstandige, zelfstandige vrouwen.
Maar ik wil toch mijn bescheiden bijdrage leveren om mijn collega's
moed in te spreken, om hen een positief vooruitzicht te geven, om hen te laten
weten dat ik hen steun en begrijp. Omdat ik zelf geen ervaringsdeskundige ben,
heb ik de vrijheid genomen om hiervoor beroep te doen op Simon Carmiggelt. Wie
de kans ziet om te horen hoe Wim Sonneveld dat ooit gebracht heeft, moet het
zeker en vast eens proberen op te zoeken, op YouTube of zo.
Dus, voor alle getergde en wanhopige ouders van tienerdochters, dit is
het houvast dat Simon Carmiggelt te bieden heeft.
Conference De Jongens
(tekst: Simon Carmiggelt)
M'n dochtertje is vandaag getrouwd en dat vieren we.
Ze is pas eenentwintig. Ja, ze trouwen vroeg tegenwoordig.
Kijk, hier heb ik nog een fotootje van m'n dochter. Da's anderhalf jaar terug.
Oorspronkelijk zat er nog een knul aan me dochter vast, maar die heb ik er
vanaf geknipt. Maar dat was een bevlieging van zeer tijdelijke aard. En waarom
zou je nou met zo'n snotneus op je borst blijven rondlopen, nietwaar? Dat heeft
geen betekenis. Dus nam ik de schaar en knip, knip, daar lag Pim. Verdomd hij
heette Pim!
Als een meid getrouwd is, dan is zo'n meid geen kind meer, dan is zo'n meid
ineens méns geworden. En als je als vader zijnde zonder te veel narigheid je
dochtertje hebt opgekweekt tot mens, dan mag je als vader zijnde wel effe op
die mijlpaal plaats nemen, een zucht van verlichting slaken en een saffie
opsteken. Want wat is een kind? Ik zeg altijd: ´Een kind... Kijk eens, we staan
er borg voor. Als je kind iets overkomt, is het jouw schuld. Altijd. Want 'als
opvoeder falen we'. Trouwens, wat is een opvoeder? Een opvoeder is een stakker
die in het duister tast. Mijn vader, hij ruste in vrede, maar mijn vader was
een man met een paar harde handen. Die legde heus niet z'n oor op je zieltje te
luisteren. Een hengst voor je harses kon je krijgen. En zo ben ik dan
opgegroeid tot iemand met vrije levensprincipes.
Multatuli heb al gezegd: 'Kind, als ik me erop voorsta dat ik je vader ben,
spuw mij dan in mijn gelaat.' En daar had Multatuli gelijk in. Toen het puntje
bij het paaltje kwam, had Multatuli z'n eigen zoontje aardig verprutst. Maar
ja, op papier wist-ie het wijs te zeggen. En daar gaat het maar om bij dit
soort schrijvers, nietwaar?
Dus wat heb ik gedaan? Ik heb mijn dochtertje vrij opgevoed. Niet als een
boeman, maar ik heb m'n dochtertje opgevoed als een vrind. Ik heb d'r opgevoed
als een gelijke. En dan moeten jullie toch eens iets zeggen over die moderne
opvoeding.
Ik vroeg en vertelde m'n ouders niks, maar ik deed wat ze zeiden. En zo'n
modern kind vertelt je alles, maar doet nooit wat je zegt. In het begin is het
nog geen doodwond, maar ja, zo'n meid groeit op en dan komen de jongens. De
natuur moet z'n loop hebben, dat ken ik billijken. Ik weet het nog goed. Ze was
veertien. Toen komt ze thuis met een knul van achttien. Oh, ik zag het zo: een
gluiperd van het zuiverste water. Ene Harrie. Ik droom nog wel eens van 'm als
ik zwaar getafeld heb.
Maar ja, wat doe je in de moderne opvoeding? Je zegt niet tegen je eigen
dochtertje: 'Meid, ga uit m'n ogen met dat stuk verdriet!' Maar je haalt die
kwal binnen of het Sinterklaas is.
Oh, die Harrie. Hij was er altijd. En hij moest ook altijd mee-eten. En dan
was-ie zo gedienstig, weet je wel, zo glijerig. Hij kon alles zo lekker
aangeven. Het zout en de jus en de aardappels... Baah! Ik dacht als dát mijn
schoonzoon moet worden, dan verhang ik me op een mooie zondagmorgen in het
Amsterdamse Bos.
Maar goed, in het begin heb je nog enige invloed, want dan gaat zo'n meid aan
je vragen: 'Pa, hoe vind je Harrie?' En ik, heel link, ik begon Harrie te
prijzen. Ik prees hem regelrecht het graf in. Dat-ie zo gedienstig was en
dat-ie alles zo lekker kon aangeven... En zo zaagde ik indirect de poten onder
zijn stoel vandaan. Binnen de maand had ik hem plat. Dag, Harrie!
Maar ja... Harrie gaat, Piet komt. Piet gaat, Kees komt. Kees gaat, Nikkie komt.
En allemaal mee-eten! Oh, ik heb wat voedsel verstrekt aan die knapen. Maar ja,
je denkt ook bij je eigen: rekken en erbij blijven. Als ze vandaag of morgen
getrouwd is, dan mot ze het zelf maar weten, dan ken ik er ook niks meer an
doen.
Nou, en dat heb ik dan vandaag bereikt. Die knul waarmee ze vanmorgen naar het
stadhuis gegaan is, dat is geen kwaaie jongen, hoor. Een beetje een sufferd.
Hij helpt bij het afwassen!
|