Het
narrenschip
Een
bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019
Aflevering
7: De onmacht van de meerderheid
Vernuftig, zo'n
smartphone en wat dat ding niet allemaal kan, de alomtegenwoordigheid
van god zelf werd werkelijkheid. God is mens geworden? De mens is god
geworden! Maar niet alleen de technologie en de wetenschappen
aangaande de materie zijn gesofisticeerd, ook de psychologie is dat
en de sociologie en al die aanverwante vakken die het gemunt hebben
op het bezit van onze ziel. Edoch, hoe welluidend de term
'wetenschappen' ook moge klinken, paradoxaal genoeg hinken zij gewis
achterop in de wedloop met hun toepassingen en zo gebeurt het vaker
dat medische theorieën van een elite niet kunnen bijbenen wat de
ervaring aan jan met de pet reeds lang geleden leerde; de
scheikundige uitleg over ontstekingsmechanismen komt pas ter sprake
als de tondeldoos al duizenden jaren in gebruik is en de criminologie
moet in de leer gaan bij misdadigers die sowieso altijd een ruime
voorsprong zullen behouden. De praktijk immers heeft wat de
theoreticus moet missen: een directe drijfveer, een noodzaak, soms
zelfs een verslaving, zoals dat het geval was bij de grote Russische
romanschrijver Fjodor Dostojevski, die wel verplicht was om
wereldliteratuur te produceren teneinde zijn gokverslaving in stand
te kunnen houden.
Niet anders gaat het
eraan toe op de hedendaagse markt die even bikkelhard is als de
wetten van het gouden kalf dat de plaats inneemt van de religie zoals
de giftige parasiet van het moederkoren de plek bezet van het
voedzame graantje. En de feiten ter zake zijn schokkend zonder meer.
Wij weten dat een
bijzonder groot deel van ons budget wordt besteed aan voedsel. Ooit
was dit een simpele commerce, bestaande uit de elementen productie,
producten, consumptie, consumenten, prijs-kwaliteitverhouding,
concurrentie en nog enkele aanverwante en heel zichtbare zaken.
Vandaag echter vormt de praktijk van het winkelen zelf een steeds
belangrijker onderdeel van de hedendaagse markt. Onderzoekers hebben
ongetwijfeld in de gaten gekregen dat bezoekers van magazijnen niet
alleen komen om te kopen; zij begeren weliswaar de koopwaar maar zij
zijn ook tuk op het kopen als zodanig; zij bezichtigen de geëtaleerde
waren maar evenzeer weten zij dat zij op hun beurt bekeken worden,
dat zij deel uitmaken van een etalage in de etalage en
derhalve komen zij niet alleen om te kopen maar op de koop toe
paraderen zij en slaan zij andere kopers gade in een gesofisticeerde
vorm van concurrentie. Bijna dansen zij, er is alvast
achtergrondmuziek, hun bewegingen moeten vloeiend zijn: oprapen, in
het mandje leggen en doorgaan naar het volgende product en dan weer
het refrein: oprapen, in het mandje leggen en doorgaan. Aarzelen is
uit den boze, lange stilstanden worden niet geduld: "Kan ik u
helpen?" en dat betekent: "Niet slenteren maar kopen:
schiet op!"
Een vriendin van mij
werkte daar in dat magazijn met die vele roltrappen en in een hokje
achteraan zat een man aan de schermpjes van de bewakingscamera's, zo
verklapte ze mij op een dag. De man hield het gedrag van de klanten
in de gaten. Telkenmale als hij zag dat een klant op het punt stond
om te kopen, stuurde hij haar op hem af om hem over de streep te
trekken. En dat lukte altijd, zo vertelde ze mij maar er was meer.
Iedereen weet hoe mensen
praten over magazijnen: "Daar is het tof winkelen", zo
zeggen ze: "daar komen heel wat jonge mensen en die weten wat
goed is". Ofwel waarschuwen ze: "Ginds is het niet
aangenaam shoppen, daar komt een raar publiek, heb je die mensen al
eens goed bekeken?" En mijn vriendin beweert dat de bemanning
van de camera's ongewenste bezoekers detecteert, signaliseert en hen
eruit laat zetten!
"Maar dat kan toch
niet?", zo wierp ik tegen toen ze mij daarvan vertelde: "Men
kan toch geen mensen aan de deur zetten die niks mispeuterd hebben,
alleen omdat zij geen filmsterren zijn, omdat ze oud zijn, manken of
veelvuldig niezen!?" Mijn vriendin knikte vastberaden: "Ik
zal u vertellen hoe ze het doen maar gij zult het niet geloven!"
Zij worden dus
gedetecteerd door de man die via de camera's alle klanten in de gaten
houdt. Hij signaliseert wie daar niet passen en wie dus ongewenst
zijn en stuurt dan telkenmale een fotootje door naar de kassajuffen.
Op het ogenblik dat de 'verdachte' met zijn koopwaar bij de kassa
arriveert, doet de juffrouw zoals afgesproken het alarm
afgaan van het detectiepoortje. Hou de dief, weet je wel! Ooit
meegemaakt? Alle ogen zijn gericht op de ongelukkige, zijn hart
begeeft het haast, zijn bloeddruk gaat gelijk een raket de hoogte in,
hij komt in ademnood: voortaan bekijkt elkeen hem voor die dief die
betrapt werd in de supermarkt! Hebt u niets in uw zakken zitten,
meneer, mevrouw? Hebt u onlangs misschien een kledingstuk gekocht
waaruit het klikplaatje niet verwijderd werd? Neen? Niets? Wilt u
eens spontaan uw handtas openen? Nou, ik ga niet moeilijk doen, gaat
u maar door, het is goed voor een keer...
Edoch het kwaad is dan
allang geschied: ik moet u niet vertellen dat wie het aldus vergaat,
daar in dat magazijn geen voet meer binnen zet.
Uiteraard worden mensen
niet aangesproken met de woorden: "Mevrouw, u moet eruit want u
bent veel te oud: ga elders winkelen, er zijn magazijnen genoeg, wij
mikken op een jong publiek en jongelui houden niet zo van besjes,
kijk maar naar al die nokvolle bejaardentehuizen!" Aan oudjes
zegt men wel dat zij er nog goed uitzien, zo hoort het ook,
maar dit is slechts bedrieglijke vernis, de wet immers verbiedt
discriminatie: nog lang voor men de pensioenleeftijd bereikt, wordt
men er overal uit gebonjourd. Van uitheemse mensen hoort men
overigens exact dezelfde klachten als zij bijvoorbeeld solliciteren:
het heeft helemaal niets te maken met uw huidskleur, zo wordt hun op
het hart gedrukt door de schijnbare examinandus die in feite een
ordinaire buitenwipper is. Over vrouwen is allang geweten dat zij het
met veel minder moeten stellen omwille van hun geslacht en dan hadden
we het nog niet over lesbiennes, homo's en transgenders, die te horen
krijgen dat zij al blij mogen zijn dat zij niet in Iran leven, in
Saoedi-Arabië of in Tsetsenië waar zij opgehangen worden, te
pletter gegooid van hoge gebouwen of anderszins gefolterd en
vermoord. Ook werklozen die zich bij de VDAB moeten gaan verdedigen
dankt men heel beleefd voor hun bezoek nadat zij eerst uitgenodigd
werden met het dreigement dat wie niet op de uitnodiging ingaan, hun
uitkering verliezen. Dat laatste is te begrijpen maar het eerste is
verkapt machtsmisbruik en sadisme.
Magazijnen aantrekkelijk
maken doet men dus niet alleen door kwaliteitsvolle producten te
veilen aan lage prijzen; men krijgt dat met nog meer succes gedaan
door ook nog eens in het publiek te gaan snoeien. Magazijnen weten
immers dat zij naast de koopwaar ook de kopers zelf etaleren, ook al
is het cliënteel zich daarvan helemaal niet bewust. De klanten
worden weliswaar niet verkocht maar in zekere zin worden zij dan toch
verhuurd en meer bepaald aan andere klanten en wel in de hoedanigheid
van figuren die het winkelen nog aangenamer maken: alle klanten maken
zonder het te weten deel uit van een bijzondere etalage. In dit
verholen handeltje zijn allen tegelijk koper en koopwaar, precies
zoals dat het geval is in huwelijksbureaus, waar dat echter expliciet
en bewust gebeurt omdat naast de deelnemers geen andere koopwaar in
het geding is.
Magazijnen selecteren
hun publiek door hun ligging, door een doelgerichte prijsklasse te
hanteren en als ik die vriendin van mij mag geloven doen zij dat dus
ook door mensen met nauwelijks te detecteren methoden uit te sluiten
en letterlijk aan de deur te zetten of nog erger. En het gaat dan wel
om misdaad want om mensen voorgoed weg te krijgen wordt er gebruik
gemaakt van schandalisering door middel van valse beschuldigingen.
Mensen worden gebrandmerkt als dief en blijven daarna weg uit de
bewuste winkel. Ja, bepaalde winkels staan ervoor bekend een net
publiek te hebben zoals dat heet en in die bewuste winkels wordt men
tijdens het winkelen gewis niet gehinderd door bijvoorbeeld
ouderlingen terwijl deze mensen, die toch ook zoals elk ander
dagelijks moeten eten om in leven te kunnen blijven, in heel andere
magazijnen dan weer oververtegenwoordigd zijn.
De verkapte etalage
waarvan sprake de parade of de catwalk is geen inbeelding:
soms neemt zij zelfs de overhand op het kopen zelf zoals op de Meir
in Antwerpen en in de Gentse Veldstraat, in de Louisalaan in Brussel
of op de Parijse Champs-Elysées. En worden daar niet openlijk de
'storende elementen' door een gespecialiseerde eenheid van de politie
weggeplukt? Plaagt men allochtonen daar niet onophoudelijk met
identiteitscontroles? Heb ik onlangs niet vernomen dat bedelaars 'hun
straten' hebben buiten het gebied waar rijkeluizen hun parades
houden? Werd sinds jaar en dag de ooit in het stadscentrum gevestigde
dagelijkse stempelcontrole niet verplaatst naar het havengebied en
nog later helemaal afgeschaft zodat de schooiers de lanen en de
pleinen waar de toeristen hun geld spenderen niet langer hoeven te
ontsieren? Bestaan onze treinstellen anno 2019 niet nog steeds uit
twee klassen waarvan in de tweede zelfs de staanplaatsen overbezet
zijn terwijl de eerste klassereiziger een ganse wagon overhoudt voor
zich alleen? En hoe zit het met de kamers in de ziekenhuizen? Maken
de prijzen van de entreekaartjes voor festivals niet dat cultuur
uitsluitend voor de rijken is de armen mogen na de uitspattingen
de leeggezopen blikjes oprapen.
Edoch, de buitenwippers
zijn nergens zo uitdrukkelijk aanwezig als onder de politici en meer
bepaald in die afzichtelijke partijen van de rijken. Waar warenhuizen
het nog doen in het geniep de mensen die zij haten aan de deur
zetten kafferen politici verkozen door een onderontwikkelde
meerderheid schaamteloos ganse segmenten van de samenleving uit en
zij beschuldigen hen openlijk van alles wat niet deugt: Trump in zijn
lelijke States geeft de toon aan en de libertijnen hier te
lande volgen met de liberalen in hun zog, de nationalisten en de
separatisten. Het zijn dezen die de rijkdom van het land voor
zichzelf willen houden en die de armen willen uithongeren of
steriliseren om aldus, zo blijken zij godbetert te geloven, alleen
nog rijken over te houden. Zij blijken helemaal niet te beseffen dat
de welvaart in een kapitalistische wereld sowieso gerelateerd is aan
de concurrentie, zodat er altijd klassen zullen zijn, zoals trouwens
ook het geluk verworden is tot een kwestie van sociale vergelijking:
de aanwezigheid van ongelukkigen is een fundamentele voorwaarde voor
het geluk van de rest waar het sadisme heerst en de moraal der lege
hulzen.
Maar mensen onterecht
beschuldigen zoals de rechts-extremisten doen, kan nooit een
onschuldig misbaar zijn dat ongestraft kan blijven: demonisering
immers is de eerste stap van een letaal vergiftigingsproces, een
enkele richting straat met op het eind niets minder dan wat ooit
Endlösung heette of 'oplossing': een heuse genocide. Muren
bouwen of hoge hekkens aan de grenzen om noodlijdenden uit te sluiten
staat gelijk met het oprichten van een gevangenis waaruit ontsnappen
niet meer mogelijk zal zijn omdat de ketenen die de ingezetenen
binden, immaterieel en derhalve niet verbreekbaar zijn. Want elke
samenzwering houdt zichzelf in stand middels meedogenloze straffen
voor de overtreders zodat zelfs met de strengste wetten een land,
eenmaal dit terrein wordt betreden, niets anders meer kan dan
capituleren. Want dit is de macht die sinds oudsher wordt
toegeschreven aan de duivel "legioen is mijn naam"
en die wij vieren met het zogenaamde meerderheidsbeginsel in onze
heilige 'democratie'. Al te vaak immers wordt de volkssoevereiniteit
verward met de macht aan de meerderheid terwijl het volk in wezen
heel divers is en in een waar democratisch bestuur de macht zou
moeten toekomen aan de vele minderheden ja: aan alle enkelingen.
Zij verworden immers tot een meerderheid waar zij zichzelf reduceren tot een bolletje; zij blijven echter mens waar zij argumenten naar voren kunnen brengen, zoals bijvoorbeeld ook de wiskundigen doen die een stelling wensen te bewijzen. Het argument van één man kan dan doorslaggevend zijn als dit het juiste argument is. Het is niet de taak van een democratie om aan alle argumenten een gelijk gewicht toe te kennen; het is haar taak om aan elkeen de kans te geven om met het beste argument op de proppen te komen.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 4 mei 2019)