ECONOMIE REDDEN MET ETHISCHE WET
Het doemscenario ontplooit zich voor onze ogen, maar het is nog niet te laat, er is iets aan te doen!
De werkloosheid blijft toenemen in westerse landen, landen met hoge loonkost, en dat zijn door de band 'beschaafde' landen, landen die de slavernij laken en die meer menselijkheid beogen. Het westen heeft de slavernij uit de tijd van de industriële revolutie achter zich gelaten. Dat gebeurde dankzij geïnspireerde arbeidersbewegingen die de noodzaak van solidariteit, zowel voor het individu als voor de gehele maatschappij, met vallen en opstaan hebben ingezien en aangetoond. De loonkost is hoog omdat arbeiders nu wettelijk beschermd worden tegen werkonbekwaamheid door ziekte of ouderdom, en tegen ongewilde, structurele werkloosheid. Maar die solidariteit bestaat bijna uitsluitend in het westen, en hetzelfde geldt voor die hoge loonkosten.
In China, bijvoorbeeld, zijn de loonkosten relatief laag, omdat arbeiders er minder beschermd zijn: extreem lage lonen en weinig sociale voorzieningen zorgen voor spotgoedkope werkkrachten. Hetzelfde geldt voor meer niet-westerse landen, zoals bijvoorbeeld India, maar binnenkort ongetwijfeld ook Afrika, dat nu met China gaat samenwerken, of er door gepatroneerd wordt (- het is geen kolonisatie, want het nieuwe Afrika staat te popelen om zijn stem te laten horen op de wereldmarkt).
Edoch, dat deze niet-westerse landen heden een bijna sprookjesachtige economie gaan ontplooien, is niet te danken aan het feit dat hun systeem zoveel beter zou zijn dan het onze: wie dat denkt, werd op het verkeerde been gezet! Het succes van - bijvoorbeeld - de Chinese economie is uitsluitend te danken aan een overhaastig neergepote open wereldhandel, en dus aan een welbepaald contrast tussen hun systeem en het onze. Het vrijmaken van de wereldhandel is immers overhaastig gebeurd, want heeft geen rekening gehouden met de ethische kant van de zaak, waarover onmiddellijk meer. Bepaalde speculanten zullen zeggen dat kapitaalkrachtige (westerse) bedrijven bij de goedkeuring van de vrijmaking van de wereldhandel, in een blind winstbejag, vrijwillig de ogen sloten voor deze ethische kant, en zij hebben waarschijnlijk grotendeels gelijk. Maar wat is nu dat 'verwaarloosde' ethische aspect bij de vrijmaking van de wereldhandel? Heel eenvoudig: het is de verzekering van de solidariteit.
Producten die door slaven werden voortgebracht zijn vanzelfsprekend veel goedkoper dan producten die in een humaan arbeidsproces tot stand kwamen. In de loonkost van de slaaf zitten géén kosten voor ziekteverzekering, pensioen, vakantie, werkloosheid en dies meer. De lage kostprijs van 'slavenproducten' op een heel sterk op concurrentie gestoelde westerse markt, is weliswaar een zeer verleidelijk argument om ze toe te laten, maar er zijn alvast twee zeer ernstige bewaren.
Een eerste bezwaar is dat dit argument slechts kan gelden op zeer korte termijn. Zoals we dat al een tijdlang zien gebeuren, zorgt het in trek zijn van 'slavenproducten' bij de westerse consument uiteindelijk voor de ondergang van zijn eigen productiesysteem. Wanneer straks - en dat is binnen enkele maanden! - China auto's importeert die tien keer goedkoper zijn dan de onze, dan kan men het de consument bezwaarlijk kwalijk nemen dat hij geen westerse merken meer zal kopen. Hetzelfde geldt voor principieel àlle producten. Zo zagen wij de tak af waar we zelf op zitten.
Maar naast dit louter economische bezwaar is er nog eentje van ethische aard, dat veel zwaarder doorweegt. Het toelaten van 'slavenproducten' op onze markt houdt wezenlijk in dat wij de slavernij welke gangbaar is in de landen van herkomst van deze producten, gewoon goedkeuren. Meer nog: op die manier keuren wij niet alleen de slavernij in verre streken goed, maar tevens pleiten wij dan, heel letterlijk, voor het herinvoeren van de slavernij bij ons! Want het spreekt vanzelf: zolang wij de import van 'slavenproducten' toelaten, en dus zolang we die slavernij goedkeuren, stellen we ook onszelf in het onvermogen om nog langer op een humane manier producten te leveren welke reële kansen maken op de wereldmarkt.
De ontplooiing van het beschaafde, westerse sociale arbeidssysteem heeft onnoemelijke offers gekost van verschillende generaties. Het is een te grootse menselijke prestatie en verworvenheid om zomaar onbezonnen verloren te laten gaan. Het is manifest ONJUIST, zoals heden talloze politici elkaar napraten, dat onze loonkost te hoog zou zijn. Het omgekeerde is het geval: de loonkost in die 'slavenlanden' is veel te laag! Wij moeten niet hier de loonkosten drukken; wij dienen er veeleer voor te zorgen dat de loonkost in die andere landen omhoog gaat! Wij dienen ervoor te zorgen dat die andere landen een solidair, sociaal productiesysteem naar ons eigen model inbouwen!
Eenvoudiger gezegd dan gedaan, zo zal men zeggen, maar niets is minder waar: het volstaat dat het westen, gelijktijdig met het zich onderwerpen aan de opening van de vrije wereldhandel, een wet goedkeurt op grond waarvan consumenten (of cobsumerende landen) kunnen worden beschuldigd van het verlenen van medewerking aan de bevordering van de slavernij, van zodra zij producten kopen die middels slavenarbeid tot stand kwamen. Want de slavernij goedkeuren en in de hand werken is heel concreet wat iemand doet wanneer hij die 'slavenproducten' koopt: hij denkt alleen aan zijn eigen portemonnee, hij respecteert de arbeider niet.
Tegen dit voorstel rijst steevast het volgende bezwaar: als je het product van de slaaf weigert, zal hij verhongeren; het is derhalve beter het toch te kopen, dan heeft hij tenminste iets, en dat is beter dan niets.
Maar wie dat argument hanteert, vergeet meteen dat hij eensluidend over zijn eigen arbeidsschap een fataal vonnis heeft geveld. Want wat kan hij nog inbrengen als morgen zijn baas hem zegt: de arbeidskost moet omlaag, uw loon wordt gehalveerd! Beter iets dan niets?
Andere landen onder druk zetten om een sociaal systeem in te bouwen, is alleen mogelijk middels de invoering, in de wereldhandelakkoorden, van welomschreven wetten welke de handel ethisch verantwoordbaar maken. Voor bewustmakingscampagnes is het wellicht al veel te laat, daar zij veel tijd vragen, terwijl de wereldeconomie met rasse schreden verder holt. Beleidsmakers zouden daarom zeer dringend moeten ingrijpen op dit welomschreven vlak, vanuit het inzicht dat de bijzondere en ook snelle economische veranderingen die heden merkbaar zijn, geen catastrofe hoeven te zijn, maar dat zij daarentegen ten goede kunnen aangewend worden, met name als een gelegenheid om de socialisering en de solidarisering van de ganse wereld te bevorderen. Gebeurt dat niet, dan krijgen we - zeer voorspelbaar op grond van simpele economische wetten - een onmiddellijke en forse opgang van de slavenregimes, en een toename van hun macht, of zelfs de vestiging van hun alleenheerschappij. Dan worden hun - weinig benijdenswaardige - 'slavensystemen' noodgedwongen door ons overgenomen. En dan belanden wij waar we vertrokken waren, ergens in de negentiende eeuw, in een erbarmelijke ellende die wij allen uit de overlevering kennen, maar die nu de hele wereld zal treffen, zodat de malaise wellicht zo log zal zijn, dat alle hoop op - bijvoorbeeld - een nieuwe Marx, zo ijdel zal blijken als bij het binnengaan van de hellepoort zelf.
Jan Bauwens, Serskamp, 22.11.'06.
|