's Mensdoms allerkostbaarste reliek
Een beknopte bespreking van: Ludo Noens, Subliem licht op de lijkwade van Turijn, uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2015
Twee miljard christenen beschouwen Jezus als Gods zoon en evenveel moslims zien hem na Mohammed als de belangrijkste profeet ooit: de vraag naar de historiciteit van de Nazoreeër is voor het overgrote deel van de huidige wereldbevolking een zaak van eeuwig levensbelang.
Tegenover dit immens belang stond slechts het precaire van de overleveringen words, words, words ware het niet dat de mensheid ook nog beschikte over één allerkostbaarste reliek: een afdruk van het lichaam van de Messias zelf in de zwachtel ons bekend als de lijkwade van Turijn.
De vraag naar de authenticiteit van de lijkwade is derhalve een en al ernst en menig geleerde heeft zich in de loop van de geschiedenis gebogen over dit heilige raadsel, echter zonder ooit uitsluitsel te hebben kunnen geven over de herkomst en de aard van het linnen. Des te verrassender is daarom de nieuwste publicatie over dit mysterie die de koe bij de horens vat en die een vernuftige maar voor de hand liggende oplossing suggereert waaraan tot op heden kennelijk nog niemand had gedacht. En met een Nederlandstalige oorspronkelijke uitgave hebben we nog een reden te meer om ons te verheugen.
Met de onderhavige queeste is Ludo Noens niet aan zijn proefstuk toe maar zijn werk blijft verrassen qua geschiedkundige degelijkheid: er wordt verder gebouwd op ruim honderdtwintig standaardwerken over het onderwerp. Maar er zijn ook nog de vernieuwende invalshoeken die intussen Noens' handelsmerk geworden zijn, naast het feit dat deze auteur die als geen ander speelt met het grensgebied tussen werkelijkheid en wens, het niet schuwt om naast de strenge, geijkte historische methoden ook die wegen te bewandelen welke nog op erkenning wachten. Al te lang, zoals ook uit dit werk mag blijken, want de vruchten van deze uiteindelijk bloednuchtere zoektocht doen ons aan als een ware hoorn des overvloeds.
Spontaan bladert men in het boek terug naar de afbeelding ten voeten uit van de lijkwade, als om zich telkenmale weer te vergewissen van de waarheid of van de waarschijnlijkheid van wat men las: Noens leert ons eerst naar de wade te kijken en vervolgens klimt hij met zijn geleerde gezellen doorheen de eeuwen én doorheen de heilige én de wetenschappelijke teksten welke stap na stap gestalte geven aan een begrip dat zo verfrissend nieuw uitvalt dat men er zijn hele wereldbeeld ziet door verschuiven.
Wie heeft nog niet gehoord van stralenkransen? Wie kent niet de transfiguratie van Christus en zijn verheerlijkt lichaam bij de verrijzenis? Maken oude teksten alom ter wereld dan geen gewag van verschijnselen zoals het lichtlichaam, het Sint-Elmusvuur, de kundalini of het fijnstoffelijke zelf dat zich verheft boven het lijf van vlees tijdens bijna-doodervaringen? En is er dan ook niet de fysica met zijn stralingsleer? Het biologisch plasmalichaam?
De heilige geest, de Katharen, de opwekking van Lazarus, de gevallen van spontane zelfontbranding, de hesychasten: honderd en één puzzelstukjes vallen hier samen in een orgelpunt dat uiteindelijk een mysterie maakt van wat aanvankelijk slechts een raadsel was. Noens weeft met het ogenschijnlijk zinledige een symfonie die wel eens dé symfonie van het bestaan zelf kon zijn, ook al laten harde bewijzen ons uiteindelijk in de steek, zoals zij dat ook doen in de liefde en in alle andere allerbelangrijkste zaken.
Subliem licht op de lijkwade van Turijn is een uniek en grensverleggend boek waarin een al te vaak vermaledijde fantastiek zich openbaart als de ziel zelf van de aan het werk zijnde, vlijmscherpe wetenschappelijke geest.
(Jan Bauwens, 4 januari 2015)
|