Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
19-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking: mensheid, kwaliteit en kwantiteit
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Overbevolking: mensheid, kwaliteit en kwantiteit

Stel eens dat gij samen met uw man of vrouw een huishouden hebt met acht jonge kinderen en hun vier grootouders, allen samen veertien in getal. Bovendien is moeder waarschijnlijk in verwachting van een nummer vijftien. Op een dag komt er een verzekeraar langs voor het updaten van de polis, en die begint te tellen, van één tot veertien, en dan andermaal, en ook nog een derde keer, en dan zegt hij: "Veertien, beste mensen, dat is in feite voor de polis al te veel, ziet u. Maar geen nood, er is een marge en ik zal het voor een keertje door de vingers zien. Maar nu zit ge wel aan het plafond natuurlijk: wilt ge er nog eentje bij, dan zult ge eerst wel moeten wachten totdat er eerst twee van jullie dood gaan". Wedden dat gij die verzekeraar onmiddellijk de bons zoudt geven?

Toegegeven, het voorbeeld is wat ver gezocht, maar in het wereldbevolkingsprobleem is dit wel degelijk aan de orde: de botsing tussen, enerzijds, de warme mens en, anderzijds, de kille kwantiteit. Een vergissing is het immers om te denken dat die kwantiteit betrekking kon hebben op elk van de individuen afzonderlijk en dus op een of andere mens als zodanig: een kwantiteit betreft een groep, een aantal, en een aantal is geen mens. Als iemand zegt dat een aantal te groot is of te klein, dan zegt hij in feite helemaal niets over de dingen of de personen die geteld worden. Hun aantal is een kenmerk dat van elk van de getelde personen even ver af staat als bijvoorbeeld hun bloeddruk. Niemand hoeft zich beledigd te voelen als een dokter zegt: "Meneer, mevrouw, uw bloeddruk is te hoog", want ofschoon zijn bloeddruk een persoon in grote mate kan beïnvloeden, blijft de kloof tussen een mens en zijn fysieke eigenschappen feitelijk onoverbrugbaar, zeker als het gaat om kwaaltjes: niemand vindt dat zij passen bij zichzelf of bij zijn beminden, en ook zijn ergste vijanden wenst men ze vaak niet toe. Maar een dokter weet dat hij het nu eenmaal over iemands gezondheid moet hebben: een kwaliteit, die hij vervolgens nog eens moet kwantificeren om die vast te kunnen stellen: hij moet er een getal op plakken, wil hij die kennen en, eventueel, verbeteren.

Men wordt weliswaar geen beter mens als men zijn bloeddruk verbetert door bijvoorbeeld minder zout te eten, maar gezonder wordt men wel; blijft men teveel zout eten tegen het advies in van de arts, dan gedraagt men zich nalatig. Een goed mens zal dus toestaan dat men hem op zijn gezondheid punten geeft. Hij zal met andere woorden erkennen dat de mogelijkheid om mens te zijn, afhangt van op 't eerste gezicht nogal banale zaken. Het zou niet mogen dat het leven ziek kan worden door toevallig voorbijtrekkende bacteriën of dat de dood zijn intrede kan doen ten gevolge van een blikseminslag bij heldere hemel, maar het is vooralsnog helemaal niet anders: wij zijn van vlees en bloed en de mens moet warempel wachten op de verrijzenis van het vlees om te ontkomen aan de greep van dat soort van kwaad, dat sinds vele duizenden jaren het erfkwaad wordt genoemd. Elkeen van ons dient trouwens zijn afhankelijkheid van externe zaken ook voortdurend te belijden door regelmatig te eten en te drinken, door te ademen, aandachtig te zijn, te leren en te werken. Op de keper beschouwd zijn wij niets anders dan één ononderbroken en meervoudige belijdenis van onze heteronomie. En wie het waagt om ook maar één van die belijdenissen te onderbreken, die onderbreekt zichzelf of, erger nog, die breekt zichzelf áf, en wel voorgoed.

Sommigen drukken dit uit door te zeggen dat het leven niet gemaakt is voor de dood, dat het niet gemaakt kán zijn om na een korte wijl voorgoed te sterven, en daarom geloven zij ook in de verrijzenis, in de opstanding van het vlees en in het verheerlijkt lichaam dat zich voor altijd losgemaakt zal hebben van de stof, zodat dan het verhoopte zal in vervulling gaan. Dan zou het leven niet langer moeten onderdoen voor die banaliteiten die het immers kunnen en zullen blijven wegmaaien zolang het van de stof afhankelijk is. De belediging die wij voelen als wij voor ziekte en dood de duimen moeten leggen, vooral als zij ons worden aangedaan door mensen, is in feite een verschijningsvorm van ons verrijzenisgeloof: onze ziel wil voor de stof niet plooien omdat zij weet dat zij die bij de gratie van de Christus eenmaal overwinnen zal.

Alleen wanhoop rest als dit vooruitzicht ons ontnomen wordt, want dan dienen wij ons bij onze vergankelijkheid neer te leggen, en dus ook bij de overmacht van ziekte en van dood, wat uiterst pijnlijk wordt als die ons niet door ongelukken of toevalligheden doch gewild door mensen worden aangedaan, omdat wij daar de duimen moeten leggen voor het brute recht van de sterkste. Dan zou het leven dat verlangt naar het Ware, het Goede en het Schone, in de handen blijken van alleen maar leugenaars en moordenaars, en wie kon zich ooit met die rechteloosheid verzoenen zonder zijn menswaardigheid zelf op te geven? Zonder die hoop op de opstanding van het vlees, die reeds gewild wordt door ons protest vanbinnen tegen onrecht en banaliteit, kunnen wij geen mens zijn en vallen wij volstrekt samen met de slechte punten die wij halen als men bijvoorbeeld onze gezondheid meet. En vallen wij als onze tijd gekomen is ook samen met het ronde nulletje van de dood.

De bevolkingsdruk is nu een eigenschap zoals de bloeddruk, en even ver staan ze beiden af van de mensen of de personen die eraan onderhevig zijn, terwijl zij het hen tegelijk dan toch mogelijk of onmogelijk kunnen maken om te functioneren naar behoren. Op zich is er niets mis met het meten van die druk in functie van dat functioneren, alleen is er geen vaste maatstaf die dicteert hoe groot die druk dan wel moet zijn. Onze bloeddruk mag best klimmen als wij hardlopen of zwemmen en in dat bijzondere geval van grote lichamelijke inspanning moét hij dat ook doen; hij mag best dalen als wij neerliggen of slapen en ook verschilt hij fel van mens tot mens, bijvoorbeeld afhankelijk van onze lichaamslengte of van ons gewicht. Waarmee gezegd is dat vaste normen niet bestaan, terwijl gemiddelden uiteindelijk van weinig waarde zijn.

Wellicht is de bevolkingsdruk in precies hetzelfde bedje als de bloeddruk ziek, alleen heeft men in het geval van de bevolkingsdruk nog veel en veel minder benen om op te staan, aangezien men niet een zeer groot aantal werelden tot zijn beschikking heeft, elk met een andere bevolkingsdruk, waarbij men dan zou kunnen meten welke druk een demografisch infarct - of iets in die zin - waarschijnlijk maakte. Wat men echter wél weet - per definitie - is dat bevolkingsdruk een zaak is van de draagkracht van de aarde, wat betekent dat men zich daar afvraagt hoeveel mensen zij kan voeden en van energie voorzien. Maar het vraagstuk wordt plotseling heel wat ingewikkelder als men ook rekening moet houden met het feit dat alle mensen elk eigen manieren hebben om te eten en te verteren: de ene mens leeft in Bombay en verbruikt om zeggens niets tenzij een handvol rijst per dag; de andere is een rijke inwoner van het Vatikaan die welhaast dagelijks in een privé-jet rond de wereld reist, die er een ganse hofhouding op nahoudt en wiens veiligheid en gezondheid door gespecialiseerde ploegen van lijfwachten en lijfartsen in de gaten wordt gehouden. Uiteraard kon onze aarde veel meer schooiers huisvesten dan pausen: reeds van een paar miljoen van deze laatste soort zou zij als 't ware moeten kotsen, terwijl zij ettelijke miljarden paria's verteren kon alsof het waterdruppels waren.

Een objectieve maatstaf om te oordelen of er al dan niet teveel mensen op de wereld zijn, moeten wij missen, en wel omdat dit oordeel zelf veel meer omvat dan enkel maar het aantal van de aardbewoners. Wie namelijk oordeelt dat er nu al teveel mensen zijn, die geeft ook impliciet te kennen dat de huidige bevolkingsdruk alleen wegwerkbaar is door op de een of andere manier het aantal mensen in te perken. En zeer zeker is een dergelijke benadering volstrekt oneigenlijk omdat het aantal mensen slechts één enkele factor is in die bevolkingsdruk, naast vele andere, zoals daar onder meer vooral zijn: de grote interindividuele en interculturele verschillen in nood, verbruik, verspilling en efficiëntie. Houden we het hier bij een enkel voorbeeld. In de wetenschap dat meer dan 90 percent van alle menselijke krachten vandaag worden besteed aan bewapening en aan destructie, kon men gerust zeggen dat een verandering op dit - ethische - vlak misschien wel de beste ingreep was om de bevolkingsdruk te doen dalen. Dit zou alvast een veel groter effect hebben dan pakweg het wegmaaien van de helft van ons. Ja, het is een paradox die ons begrip wel op de proef kon stellen.

(J.B., 19 oktober 2010)


15-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gerechtigheid
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Gerechtigheid

Als God in deze wereld het goede beloonde en het kwade bestrafte, dan zouden wie in luxe, jeugd en gezondheid leefden, als door God beloonden moeten worden beschouwd, en de armen, de anders-validen en alle andere 'sukkelaars' (want dat zijn zij in de ogen van een oppervlakkige, wereldse wereld) als door God bestraften. In sommige geloofssystemen mag die opvatting dan al populair zijn - aan het Evangelie is zij volstrekt vreemd en zelfs compleet tegengesteld. Jezus zegt dat men moet investeren in het immateriële, dat men zich van geld en rijkdom moet ontdoen, dat men elkanders lasten moet dragen. Zoals Damiaan van Molokaï dat deed, overigens geheel naar het voorbeeld van Jezus Christus, wiens fysieke maar ook psycho-sociale marteling en dood het werk was van het kwaad en niet dat van God, die aldus alleen maar het lijden verhief tot een weg naar de verrijzenis uit al het vergankelijke. En een heilsweg is zowaar iets heel anders dan een straf: het is bij uitstek leed dat (alvast persoonlijk) onverdiend doch dapper wordt gedragen. Ook reeds in het Oude Testament komt deze thematiek aan bod, bijvoorbeeld in het boek Job: Jobs geloof wordt door God zelf beproefd die immers toelaat dat de duivel zelf hem martelt. Want pas in de beproeving wordt de liefde gewogen en komt zij ook echt tot bestaan. Trouw is immers makkelijk zolang men daar alleen maar bij te winnen heeft. Indien de mens op deze wereld loon ontving naar werken, dan waren de verrijzenis en het hiernamaals helemaal niet nodig. En een katholieke aartsbisschop zou toch wel moeten weten dat het uitgerekend de opstanding van het vlees is welke zin geeft aan zijn geloof. Misschien is het wel een vorm van immanente gerechtigheid wanneer dit niét zo blijkt te zijn.

(J.B., 15.10.2010)


11-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het recht is voor de doden. Over overbevolking, agressie en depressie.

Het recht is voor de doden.

Over overbevolking, agressie en depressie.

De gedachte dat de overbevolking op aarde reeds een feit geworden is, tast ons persoonlijk op een bijzonder dramatische wijze aan. Het teveel aan individuen van eenzelfde soort, maakt dat men agressie ontwikkelt die zich dan richt, ofwel tegen anderen, ofwel tegen zichzelf. In het laatste geval voelt men zich overbodig en verglijdt men in depressies; in het eerste geval concurreert men of voert men oorlog. Het veiligheidsgevoel verdwijnt, men bewapent zich, men gaat elkaar wantrouwen.

Concurrentie is in het beste geval wedijver middels goede zaken: prestaties en producten, nuttige en kunstzinnige dingen. Het ware, het schone en het goede putten zich onder de zachte druk der competitie uit, die aldus zeer positief wordt aangewend en elkeen ten goede komt. Minder fraai wordt concurrentie waar de prestaties en de producten niet langer waar, schoon en goed zijn, doch vernietigend: de constructieve strijd wordt vervangen door destructie-ijver, gericht op het ombrengen van de tegenstander totdat een monopolie ontstaat en een dictatuur. Alle ruimte voor vrijheid en vooruitgang wordt gefnuikt.

Autodestructie ontstaat waar men de strijd met anderen niet aangaat omdat men er niet in geloven kan - vaak omdat men het geweld zonder meer verwerpt en men de dood verkiest boven een leven in mensonwaardige omstandigheden. Maar om exact dezelfde reden gaan anderen dan weer de oorlog aan: zij werpen zich liever in de strijd en gebeurlijk in de armen van de dood dan een tirannie te moeten gedogen.

Depressie ontstaat waar agressie zich noch in strijdvaardigheid, noch in zelfvernietiging om kan vormen. Alle voorradige energie wordt gefnuikt en men wordt als het ware in zijn eigen sop gestoomd. De krachten slinken en ook de spanning van het zich klaar houden voor de actie verliest haar elasticiteit en instorting is dan nog slechts een kwestie van tijd.

Menselijke personen kunnen niet bestaan zonder een minimum aan veiligheid, maar er zijn methoden van belaging die volstrekt ontsnappen aan het oog en aan de arm der wet en die in staat zijn om op termijn ongeacht wie feilloos te kelderen door de uitputting welke zij bij hun slachtoffers veroorzaken. De dreiging en het gevoelen van onveiligheid zijn momenteel nog even onstrafbaar als eertijds het aftappen van elektriciteit. Elektriciteit werd in het wetboek niet als een materiële zaak omschreven, terwijl ontvreemdbare zaken materieel dienden te zijn. Evenzo blijven vandaag dreigingen en onveiligheidsgevoelens zweven in een zekere mist, een niveau van de werkelijkheid dat vooralsnog moeilijk definieerbaar is. Handelingen zoals het pesten, onttrekken zich alsnog aan de categorieën waaraan wij gewend zijn en zij blijken, alvast in de vorm van de spot, even moeilijk te omschrijven als de humor. Een klopjacht op meer gesofisticeerde vormen van belaging zou bovendien onvermijdelijk meteen resulteren in een onwelkome verenging van onze culturele bewegingsvrijheid, en uitmonden in een overgereglementeerde en steriele politiestaat. De toegestane vrijheid wordt zowel voor goede dingen benut als voor het kwaad en intenties zijn en blijven vaak geheel onzichtbare zaken.

Maar hoe men het ook draait of keert: depressie, de kwaal van onze tijd die op haar beurt een dan niet meer te stoppen trein van andere kwalen op gang trekt, is de druk die uitgaat van een veel te dicht geworden populatie. Depressie is daarom gelijk het gif waarmee vissen elkaar om trachten te brengen als het aquarium waarin zij leven al te klein wordt voor hun aantal. Depressie komt uit het verlorenheidsgevoel dat ook uit al te grote eenzaamheid ontstaat omdat overbevolking en eenzaamheid op bijzondere manieren onderling vervlochten zijn. Een overbevolkt gebied creëert immers heel spontaan een systeem van klassen, en dat zijn een soort van verdiepingen, gebouwd op de begane grond waarop niet allen meer kunnen staan, zodat alleen de bovenste lagen nog zonlicht kunnen genieten terwijl de onderste in 't donker moeten leven en onder het gewicht van alle hogere lagen. En dat gebeurt niet zo doorzichtig: de werkelijkheid der verdrukking verbergt zich meestal achter allerlei oogverblindende scenario's.

Neem nu de giframp in Hongarije, waar een megacontainer met afval van giftig aluminium is gebarsten en in de Donau loopt. Het doet denken aan Bhopal en aanverwanten. In rijke landen zijn dergelijke rampen welhaast uitgesloten, bij ons zijn er immers die strenge milieuwetten die ginds ontbreken. Wie rap rijk wil worden, start zijn giftige zaakjes op in streken waar de armoe aan de inwoners geen keuze laat, en zij lokken zo industriëlen zonder scrupules om, tenminste op (heel) korte termijn, niet met de bedelstaf te hoeven zeulen. Maar de boemerang keert terug; de eerst geheel abstract aandoende verdrukking die slechts een zaak van wetten lijkt en schikkingen met dure woorden die geen werkmens verstaat, kruipt alras in drinkwater en lucht en zo ook in de longen en de botten van de lieden die daar hun krotten hebben liggen. De rijken blijven op het droge uiteraard, zij sturen 'hulp' naar het getroffen gebied en halen dan verdronken kalveren uit vieze sloten die zij als een heldenbuit aan heel de wereld tonen.

De agressie zit in het verbergen van de hele mensenhandel achter die milieuschandalen, want zo listig wordt de schuld geschoven in de schoenen van de armen zelf die immers helemaal geen andere keuze hadden dan zichzelf ten prooi te gooien aan vergif door eigen wetten te verzwakken zodat een weinig werk het land in kwam en met het werk een kleine boterham - een wijle uitstel van executie. De schuld in de schoenen van de slachtoffers, en de eer aan de boosdoeners die immers ter hulp snellen na de ramp, zoals het weldenkende lieden past. Onmogelijk dat daar op den duur geen depressie van komt, van een dergelijke agressie. Maar even onmogelijk is het dat zich een dergelijk onrecht niet wreekt. Niet meer in deze wereld, uiteraard, die immers aan de duivel toebehoort: het recht is voor de doden.

(J.B., september-oktober 2010)


05-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is er van de overbevolking?

Wat is er van de overbevolking?


1.


Een volk is een verzameling van individuen van eenzelfde soort. Van een gebied zegt men dat het bevolkt is als er een volk woonachtig is. Overbevolkt wordt een gebied genoemd dat zijn bevolking niet meer kan dragen.

In de natuur heerst zelfregulatie: de natuur regelt zichzelf uit pure noodzaak, en ze doet dat ook inzake de bevolking van leefgebieden. Op een stuk weiland kunnen een beperkt aantal koeien grazen en het aantal van de kudde groeit zolang er gras in overschot is. Van zodra er een tekort ontstaat, sterft het teveel aan koeien af door honger. En met de menselijke bevolking van leefgebieden gaat het er niet anders aan toe. Tenminste zolang men niet aan planning doet, wat betekent dat men de natuur een handje 'helpt'.

Waar een leefgebied met mensen verzadigd is, kan men denken aan emigratie of aan intensivering van de landbouw. Zijn echter die uitwegen uitgeput of onmogelijk, dan rest een volk nog slechts de zelfbeperking. Opnieuw zijn hier meer mogelijkheden.



Het moderne New York, qua grootte vergelijkbaar met Seoel, Mexico-City, Delhi, Bombay en Sao Paulo (alle 21 à 24 miljoen inwoners) is niets meer vergeleken bij de nieuwste Aziatische metropolen die vaak nog niet opgenomen zijn in de klassieke lijsten. Tokio telt 36,5 miljoen inwoners en de nieuwste Chinese steden, heden in aanbouw, beloven nog gigantischer te worden.



Afgezien van de methode van de 'zelfbeheersing' (1) met het oog op de geboortebeperking, kan de zelfbeperking slechts bestaan in het doden van het overschot aan individuen. In principe is hier geen wezenlijk verschil met het recht van de sterkste dat zich natuurlijkerwijze doorzet waar geen plaats (meer) is voor iedereen. Het enige wat men nog doen kan, is de methode van doden 'verfijnen'. Dat kan betekenen dat de destructie gecamoufleerd wordt; het kan zelfs zo ver gaan dat men ook van die nood een 'deugd' tracht te maken. Edoch, dit spel kan pas doorgaan op voorwaarde dat men ook gelooft dat men de natuur een handje helpen kán.

De vernietiging van individuen binnen een volk en door datzelfde volk, gebeurt met het oog op de bestrijding van tekorten, zo argumenteert men: het is om de hongersnood voor te zijn, dat men zijn aantal inperkt. En als men dan toch individuen moet doden, waarom dan zou men de gezonden doden en de zieken in leven houden, als het de zieken zijn die door onnut en zorgbehoevendheid drukken op het volk? Doodt men de zieken, dan moet men bovendien heel wat minder slachtoffers maken om tot het gewenste resultaat te komen. (2)

Maar de 'verfijning' is hiermee nog lang niet voltooid. Men hoeft immers helemaal geen burgers te doden, als men nu eenmaal de beschikking heeft over individuen die nog geen burgerrechten genieten omwille van het feit dat zij nog niet geboren zijn. En met betrekking tot de vraag hoe men dan moet selecteren, dringt de argumentatie van zo-even zich weer op: waarom gezonde vruchten doden als men voor hetzelfde geld de zieke wegwerken kan? Vangt men dan immers niet twee vliegen in één klap?


Anno 2008 verspreidde een Nederlandse anti-abortusgroep plastic poppetjes ter grootte van een tien weken oude foetus om tonen dat daarin reeds de ganse mens herkenbaar is.


Deze methode lijkt bovendien veel meer greep toe te laten op de bevolkingsplanning dan de verschillende methoden van vruchtbaarheidsbeperking, zoals die bijvoorbeeld decennialang in Zuid-Amerikaanse landen werden toegepast. Zonder het medeweten van de bevolking werden via het dagelijks voedsel alom vruchtbaarheidsbeperkende middelen toegediend, maar op die manier gebeurt de selectie blind en verliest men het voordeel van de gelijktijdige 'opruiming' van de zieken. Wordt echter het beperken van de vruchtbaarheid aan de betrokkenen zelf overgelaten, dan kan worden vastgesteld dat de meest verstandige en solidaire, en dus ook de meest nuttige mensen, bereid blijken om de groei van hun gezin in te tomen. De meest zelfzuchtige individuen laten het probleem der overbevolking niet aan hun hart komen, tenminste als zij zich sowieso al niet veel vaker dan de doorsnee-burger 'per abuis' voortplanten.

Een wereld met minder mensen maar dan mensen van hogere kwaliteit – dat was het resultaat van de beschreven ingreep. De ingreep bestreed armen, zieken, misdadigers en ongewensten in het algemeen – niet door hen te doden maar door te verhinderen dat zij ooit het levenslicht zouden aanschouwen. Een ingreep welke volgens de nieuwe technologen niets meer was dan het ernstig nemen van planning en overleg in functie van optimale resultaten. Andermaal: dit alles, gesteld dat de mens inderdaad in staat wás om de natuur een handje toe te steken.

Gezien de geschiedenis van de menselijke bemoeienissen met de natuur, blijkt het allerminst overbodig om de vanzelfsprekendheid daarvan in vraag te stellen. Niet zozeer omdat menselijke ingrepen uiteindelijk tegendoelmatig blijken (zoals in het voorbeeld van de gezondheidszorg met haar paradoxaal resultaat van steeds meer zieken) maar veeleer omwille van de volstrekte afwezigheid van absolute waarden welke dan de navenante, even vanzelfsprekende doelstellingen zouden kúnnen funderen.

Is een wereld met mensen die een tikkeltje gezonder lijken dan voorheen, een verbeterde wereld? Het lijkt er alvast op dat men zo'n wereld verkrijgt door alle zieken, armen en immorelen uit te moorden, maar de bijhorende (immorele, zieke of van grote armoede


De toegangspoort tot het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen, opgezet door Nazi-Duitsland, waar 1,1 miljoen doden vielen.(Naar een foto)



getuigende) moordpartijen mag men dan uiteraard niet tussen haakjes plaatsen of beschouwen als een eenmalige opruiming of 'grote kuis'. De waanzinnige Adolf Hitler had zo'n propere wereld voor ogen, welke echter per definitie wordt ontsierd door de verbrandingsovens in de talloze concentratiekampen.

Een propere wereld, maar het ongeluk kan nooit worden buitengesloten omdat absolute veiligheid niet bestaat en microben kunnen niet verboden worden zich te delen en zich aan te passen: alleen al om die reden blijft er almaar meer 'schroot' aanspoelen. En wat gedaan met onze oude dag? Want gelooft men dan al dat aan zogenaamd 'onvolkomenen' de toegang tot het leven kan ontnomen worden – zelfs de allervolmaaksten, of althans diegenen die zich in dat geval wanen, worden oud, takelen af, krijgen een geheugen als een zeef en breken botten bij de vleet; zij worden langdurig en ongeneeslijk ziek en bedlegerig, ze kosten fortuinen aan de staat en gaan tenslotte toch dood, en wel zonder één enkele uitzondering. (3)

Een wereld met opruimsystemen voor de onvolmaakten welke niet door voeding, supplementaire voeding, opvoeding of heropvoeding kunnen verbeterd worden, huldigt niet de mensen die er deel van uitmaken, maar huldigt zichzelf àls wereld.

Niet het zieke individu wordt daar verzorgd, maar wel de gezondheidsscore van de totaliteit waaraan het zieke individu uiteindelijk moet opgeofferd worden om ze te kunnen blijven halen en verbeteren. (4) Zo'n wereld is niet menselijk, hij is hooguit 'wereldlijk', al vergeet hij dan meteen dat hij ook áls wereld gedoemd is tot een vlugge ondergang, alleen al omdat het dwarsbomen van de natuurlijke diversificatie zich wreken moet.


Gevangenen in Auschwitz (Naar een foto).


Dat cijfers en gemiddelden hoog aangeschreven worden door een niet gering deel van allerlei 'deskundigen', is een zeer betreurenswaardige realiteit. Het inzicht lijkt vaak volkomen te ontbreken dat beslissingen welke het resultaat zijn van een stemming, ten langen leste niet voortspruiten uit argumenten doch uit de blinde macht van de meerderheid (5) die, zoals de geschiedenis bewijst, het slechts zelden bij het rechte eind heeft. Niet de meerderheid doch de uitzondering doet uitvindingen, brengt inzicht en spreekt recht. De massa is laks, de uitzondering daarentegen moet niet alleen arbeiden en presteren, maar dient zich bovendien op te offeren teneinde mét het offer van zijn eigen vlees en bloed zijn gelijk plausibel te maken, want de massa verstaat geen waarheid en huldigt helemaal geen waarden, zij gehoorzaamt haar leider blindelings. Die leider blijkt bovendien de meest gevreesde onder allen te zijn, de tiran der tirannen: hij is niet supermenselijk, maar wild en gewetenloos.

De manier waarop de alleenheerschappij van welbepaalde statistieken de mensen door de strot geramd wordt, is een staaltje van dwingelandij. In bepaalde westerse landen wordt anno 2010 aan in verwachting zijnde moeders een gratis prenataal onderzoek van het kind aangeboden, waarna de resultaten daarvan aan de ouders worden bekend gemaakt. Het opmerkelijke daaraan is dat de resultaten de vorm hebben van percenten, en dat ze derhalve geheel onduidelijk zijn en een zwevend en welhaast onwerkelijk bestaan leiden: "Mevrouw, mijnheer: uw kind heeft 70 percent kans om een hersenaandoening te ontwikkelen". Zij slepen de ouders van het ongeboren leven in een gelijkaardige irreële cijfersfeer mee en ze betoveren en bezweren hen. Ten slotte zetten zij een flink percentage van hen onder grote druk om over te gaan tot het doden van hun nog ongeboren kinderen. Dat wordt dan immers de enige manier geacht om te ontsnappen aan de dreiging van een onbeschrijflijk noodlot.

In een volgende fase zal ontegenzeggelijk die dwang tot het doden van de eigen ongeboren kroost nog worden versterkt door de ouders te beheppen met een bijzonder lastige en uiteindelijk volstrekt onmogelijke keuze welke bovendien aan schuld zal gekoppeld worden. Vooreerst is de keuze voor of tegen het leven van het nog ongeboren kind onmogelijk omdat een mens niet over het leven van een ander mens beslissen kán en mág. Dat hij daarentegen beslissen moét, wordt hem aangepraat door anderen die zich gezondheidszorgers laten noemen terwijl zij feitelijk aan onwetende ouders zeggen dat dezen verantwoordelijk zullen zijn voor de handicap van hun kind in geval zij het laten geboren worden, en dit van zodra zij uit medische bron vernemen dat de kans op fysieke 'afwijkingen' een vastgelegde norm overschrijdt. Die beschuldiging zal dan beklonken worden door de beslissing van de ouders te verbinden met de financiële last voor de gebeurlijk gehandicapte die zodoende feitelijk door de maatschappij verworpen wordt. Het is ook duidelijk dat zo'n beschuldiging met een beboeting onmiddellijk zal leiden tot een verplichting tot abortering van de 'zorgbehoevende' omdat slechts weinigen financieel in staat zullen blijken om de vereiste zorgen van de 'waarschijnlijk hulpbehoevende' zelf te bekostigen. (6)

De waarden of onwaarden die impliciet vervat zitten in de geschetste handelwijze zijn bijzonder zorgwekkend. Natuurlijke sterkte en gezondheid of fysieke volmaaktheid – wat dat ook moge inhouden – worden vereisten voor de toetreding tot de wereld, wat feitelijk absurd is aangezien aldus de bestaansreden van de wereld zelf wordt opgeheven, want het recht van de sterkste kan opperbest zonder de wereld bestaan. Nog zorgwekkender echter is het feit dat de waarde van de staat of de wereld hoger wordt geacht dan die van de persoon, zodat de laatste in dienst van de eerste staat en niet andersom. Het menselijke burgerschap overstijgt aldus in geen enkele zin het lidmaatschap van, bijvoorbeeld, individuele mieren van hun kolonie: de mens valt dan samen met zijn functie binnen de staat, wat betekent dat hij perfect vervangbaar is. Ook schenkt de mens zichzelf zodoende de goddelijke status aangezien hijzelf het is die maatschappelijke functies creëert – welke dan 'nog slechts' ingevuld dienen te worden door vakbekwame exemplaren van een principieel eindeloos vermenigvuldigbare soort. De rol wordt dan belangrijker dan de persoon er achter en het (beheersbare) rollenspel of het spel tout court verheft zich boven de werkelijkheid van de ernst welke per definitie onbeheersbaar is want grondeloos, oneindig en principieel volstrekt onkenbaar.


2.


Te geloven dat de mens de natuur haar gang maar moet laten gaan en dat zijn ingrijpen nefast is voor de algemene gang van zaken, is tot spijt van wie het benijdt een bijzonder kostelijke illusie. Maar meer nog dan dat verkapt zowel die overtuiging als haar tegendeel (namelijk het geloof dat de mens wél moet ingrijpen in de natuurlijke gang van zaken) een andere en dieper liggende stellingname, met name het geloof dat de mens geheel buiten de natuur stond, om niet te zeggen er boven. De discussie over het al dan niet ingrijpen in het natuurlijke verloop der gebeurtenissen – waartoe de bevolkingsaanwas behoort – is een discussie welke gevoerd wordt tussen gelijkgezinden: mensen die het er over eens zijn dat zij boven de natuur staan en dat zij principieel in staat zijn om de natuur hetzij haar gang te laten gaan, hetzij te gaan sturen. Zij zijn het er duidelijk over eens dat wat zij doen, of eventueel niet doen, iets bovennatuurlijks is. Zij zijn het er onderling over eens dat zij goden zijn.

Acht de mens zichzelf dan een god in het diepst van zijn gedachten, dan zal hij toch tamelijk rap uit die groteske droom worden weggerukt door bijvoorbeeld een ontstoken tand, laten we zeggen mét abces. We kunnen aan onszelf de illusie verschaffen dat we boven onze zintuigen en zo ook boven de wereld staan, door de vingers in onze oren te stoppen wanneer een bom ontploft of door onze ogen te sluiten voor wat we zien. Edoch, die onwil die aan de grondslag ligt van de illusie van onze vrijheid en verhevenheid wordt alras overschaduwd door een fatale onkunde wanneer nu eens níet door ons eigen toedoen ons het licht uit onze ogen wordt weggeroofd of het geluid uit onze oren. Samen met die vermeende vrijheid, onafhankelijkheid en verhevenheid, berust eveneens ons ganse denken op de genoemde onwil of negatie, en bezitten wij slechts de illusie van een geest. Wij kunnen de natuur niet sturen maar we kunnen haar ook niet haar gang laten gaan, heel eenvoudig omdat we zelf van de natuur in geen enkel opzicht onderscheiden zijn: alles wat we zijn, is ons gegeven en is derhalve in geen enkele zin van het natuurlijke verschillend.

De aanpak van het probleem van de overbevolking is in geen enkel wezenlijk opzicht onderscheiden van de aanpak van elk ander probleem, tenzij dan in het eigenaardige gegeven dat hier de mens in feite op een zeer nadrukkelijke manier zijn eigen probleem geworden is. De mens moet zichzelf beginnen te doden om te kunnen overleven. Het gevecht dat zich met hoge urgentie aanbiedt, is dat tussen het individu en de massa; het is de strijd tussen de ene en zijn vele evenbeelden. Maar in zekere zin is het ook het zich in de wereld openbarende conflict tussen het subject en het object in de strikt filosofische betekenis van de termen.


In het verhaal Aan de ontbijttafel (van de hand van de auteur dezer), splitst het subject zichzelf eindeloos in objecten op – helemaal niet ondenkbaar en zelfs plausibel, om redenen die zich in het verhaal verduidelijken.



Het subject kent zijn object reeds in zijn eigen lichaam waarvan het zich distantieert: bij René Descartes wordt het cogito, het je pense, het subject in de gedaante van het denken, gekoppeld aan het bestaan, en niet het lichaam, dat duidelijk tot de uitgebreidheid of tot het object behoort: cogito ergo sum; je pense donc je suis; ik denk dus ik besta. In de duizenden jaren oudere filosofie van de Indiërs, zoals beschreven in de Veda's, worden eveneens subject en object onderling onderscheiden maar, ofschoon lang voor Descartes' tijd, behoort daar ook het denken tot de uitgebreidheid of tot het object, terwijl het subject louter Zijn is, hetwelk eigenlijk, à la limite, samenvalt met het Niets. Het lijkt erop dat het subject dat tot zelfbewustzijn wil komen en dat daarin God wil ontmoeten en zich met Hem verenigen en zo de volmaaktheid wil bereiken, alles waarvan het ook maar enigszins kon verschillen, van zich wil afstoten om uiteindelijk nog slechts de essentie over te houden. Dit gebeurt via meditatie en contemplatie waar men zich van de gedachten bevrijdt als van vreemde aandoeningen. Maar hetzelfde proces voltrekt zich ook in het sociale leven, waar men de vervuilende hebzucht ruilt voor het zuiverende wegschenken. Ten slotte ziet men het eveneens aan het werk in het fysieke leven waar het zuiverende vasten de plaats inneemt van het zich overgeven aan spijs en drank. Anorexie kan gezien worden als een streving die in een vergelijkbare geest wortelt welke tegendraads is aan die van het zich voeden, het naar zich toe trekken, het verzamelen, de zelfzucht en uiteindelijk ook het natuurlijke leven. Niet de dood is de bedoeling achter dit 'zelfvernietigende' gedrag, maar precies het tegendeel, namelijk het zich ontdoen van alles wat het zuivere zijn van het zelf in de weg kan staan, en daartoe behoort in de eerste plaats het eigen lichaam dat de aandacht van het wezenlijke afleidt en dat de mens naar de wereld en naar het wereldse toetrekt. De bedoeling van dit zich trachten te ontdoen van het (vermeende) object, is niet de dood doch het bereiken van een super-leven, een goddelijk bestaan, en dit vanuit een onvrede met het aardse zijn dat problematisch is en onstandvastig, geplaagd door ziekten en ook eindig. Het object, dat het subject verleidt, uitput en tenslotte diep ontgoochelt, gaat na de grote ontgoocheling die wezenlijk een ommezwaai teweeg brengt, afstotend werken. Herinner u de gang van de rups, de pomp, het ritme van de stap, de golfslag van het water in de branding – de hartslag van het zijn.

Heel anders dan in de oude oosterse filosofieën, wordt in het westerse denken dat onder meer door de wetenschappelijke bedrijvigheid maar ook door het christendom werd bevrucht, het object niet zomaar afgestoten maar daarentegen bemind en begeerd. De wereld is onderzoeksobject en tevens is hij, in de natuur, één van de drie grote manifestaties van God zelf, naast de openbaringen in de heilige schrift en in de ziel. We hebben niet een lichaam, maar we vallen ermee samen, we zijn ons lichaam zelf, en wel in die mate dat het einde van dat lichaam ook het einde is van ons bestaan zonder meer. Een nieuw leven komt er niet spontaan en ook de geest leeft niet door zoals een essentie die van overtollige ballast is ontdaan: leven na de dood doen wij pas een tweede keer door een verrijzenis uit die dood welke ons door een verlosser is bereid die ons is voorgegaan. En zelfs in dat vernieuwde, eeuwige leven, zijn wij niet zonder lichaam: we zullen een verheerlijkt lichaam hebben maar niettemin een lichaam. In het Westerse denken is de gedachte gerijpt dat subject en object onderling onverbrekelijk vervlochten zijn, dat subject en object geen aparte werkelijkheden zijn maar dat ze slechts bestaan in onze begrippen waarmee wij, op een zeer versimpelde manier, iets van ons bestaan proberen te vatten.

Het conflict dat zich ontvouwt in wat wij het probleem van de overbevolking noemen, zal onvermijdelijk te maken hebben met onder meer het probleem van subject en object, al zou het bijzonder delicaat zijn om hier omtrent verregaande uitspraken te doen. Maar het heeft uiteraard ook zeer te maken met de nieuwste wetenschappelijke vondsten in de genetica waar de studie van het DNA er alvast geen twijfel laat over bestaan dat lichaam en ziel, als zij al niet samenvallen, dan toch zoals elkaars dubbelgangers zijn.

De genen of de genencombinaties die de ogen blauw maken en de benen lang, maar die tevens vorm geven aan het karakter en die de scherpte van de geest bepalen, zijn niet alleen werkzaam binnen eenzelfde individu: zij verspreiden zich welhaast zoals bomscherven in het rond en zij bepalen in geen tijd de eigenschappen van tallozen mee. Ha, wie zegde daar dat het leven eindigde met de dood? We zijn zopas terug van de begrafenisplechtigheid van tante Sylvia, ze was stokoud en al jaren aan het zicht van elkeen onttrokken omdat zij was ondergebracht in een instelling ver van haar geboorteplaats vandaan. In de kerk stond de urne met haar as, we konden haar derhalve niet meer voor een allerlaatste keer zien. Edoch, daar vervoegde iemand de rouwstoet, iemand die ik nooit eerder zag doch die ik geloofde te herkennen; een jonge vrouw nog, rijzig van gestalte, ingetogen, gekleed in het zwart, de lange zwarte vlechten opgebonden in de nek. Ik herinnerde mij haar van toen ikzelf een kind was: het was op een hete zomerdag en ik liep mee in een rouwstoet aan de hand van moeder; voor ons uit liep zij, gekleed in het zwart, rijzig, ingetogen, de lange zwarte vlechten opgebonden in de nek: tante Sylvia in haar jonge jaren. Verast is ze nu, maar daar is ze terug, en meer dan eens, zo stel ik nu vast, want wat verderop in de stoet loopt een tweede deerne, een nicht van de eerste, en ook zij gelijkt sprekend op tante Sylvia, alleen zijn nu de dikke vlechten blond. En waar zit nu de ziel die na de dood van 't lichaam verder leeft? Of is het dan het lichaam zelf dat na de dood van het lichaam verder leeft? Eén keer, twee keer, duizend keer? En is het dan uiteindelijk niet slechts één lichaam waarvan wij allen evenbeelden zijn, of tenminste één DNA, één soort, één ziel?

En nu is het omtrent het zich voortzetten van die ene soort dat bevolkingsdeskundigen aan de alarmbel zijn gaan trekken. De dood van de individuen wordt immers al te gul gecompenseerd door hun verrijzenissen, die op hun beurt niet eeuwig zijn doch weer nieuwe verrijzenissen noodzakelijk maken, en dan weer nieuwe zonder ophouden, alsof wij bang waren ons niet genoeg te zullen vermenigvuldigen en zo ons eeuwig leven in 't gedrang te brengen. Welnu, zo zeggen de bevolkingsdeskundigen: als wij ons zo ijverig voortplanten uit angst te zullen vergaan, dan zouden wij tenminste tot het besef moeten komen dat zo'n maximale voortplanting een paniekreactie is die net het tegendeel bewerkt van wat wij beogen. Om ons voortbestaan te kunnen garanderen, moeten we immers onze procreatie intomen!

De natuurlijke remedie tegen honger is eten: de honger wordt gestild door te eten. Als andere dieren in de buurt zijn, hebben dieren de neiging om met eten door te gaan, ook als zij allang verzadigd zijn. Ze hebben angst dat anderen het voedsel dat zij zelf nodig hebben, zullen opeten, en dus eten zij het zelf op terwijl zij het (nog) niet nodig hebben, zo kunnen ze hun rivalen tenminste verzwakken. De beste (doch jammer genoeg vaak vergeten) stimulans om verzwakte mensen te doen eten, bestaat erin hen te laten tafelen in het gezelschap van anderen, want "zien eten doet eten": de natuur laat ook voor de mens geen uitzondering toe. Het is moeilijk en praktisch onmogelijk om een rem te zetten op natuurlijke aandriften of zelfs om deze met de rede binnen levensnoodzakelijke perken te dwingen. En dat is niet alleen moeilijk, het is bovendien 'onredelijk', omdat ten langen leste alle ware argumenten teruggaan op waarden, die op hun beurt gevestigd zijn in de waarheden van het leven en de dood zoals deze diep in ons aller vlees gekerfd zijn. Zelfs als wij, mensen, redelijkerwijze moeten aannemen dat wij op een welbepaalde manier moeten handelen – in dit geval met betrekking tot bevolkingsplanning – dan zullen wij ons waarschijnlijk wel akkoord verklaren, maar of wij ook zullen hándelen overeenkomstig die redelijke inzichten, blijft altijd zeer de vraag. Het lijkt er sterk op dat er, ergens in de hersenen, tussen het redelijke inzicht en de daad, een wachter staat die de spontane link van het ene naar het andere met een bijzondere beslistheid verhindert. Die wachter is uiteraard het wantrouwen waarmee alle wezens zich natuurlijkerwijze wapenen tegen invloeden die van meer intelligente wezens afkomstig zijn, die hen alleen maar willen verschalken. Het zal niemand verwonderen dat de angst om verschalkt te worden wel bijzonder groot zal zijn waar men gevraagd wordt om de overlevingskansen van het volk te helpen optimaliseren door zijn groei te gaan beknotten.


3.


Over de draagkracht van het leefgebied van de aarde met betrekking tot het bevolkingsaantal hebben we het reeds uitgebreid gehad in "Overbevolking?" (7)

De conclusie aldaar luidt dat niet zozeer het aantal mensen, doch de vervuiling en het verbruik van een kleine minderheid van superverspillers drastisch naar beneden moet. Het zijn niet de miljarden armen in de derde wereld die voor overbevolking zorgen, maar wel het paar miljoen rijken in het kapitalistische systeem, dat immers geen alternatief biedt om zich te manifesteren naast het kampioenschap der verspilling.

Een geringer aantal aardbewoners met elk een grotere levenskwaliteit – dat is het doel van de geboortebeperkers die, nota bene, zelf behoren tot de superrijken. Zij vergeten dat hun exuberante rijkdommen exclusief te danken zijn aan de afmattende dwangarbeid van massa's superarmen, zoals reeds Frederik van Eeden dat heeft aangestipt. In een toespraak gehouden in 1899 en getiteld: "Waarvoor werkt gij?", zegt deze beroemde Nederlandse schrijver en psychiater dat wij geloven geld te willen, doch dat geld een middel is, terwijl ook alles wat wij met geld kunnen kopen, slechts middelen zijn. Wat we uiteindelijk nastreven, is bevrediging of vrede, eeuwigdurende blijdschap. Maar de rijke leeglopers hebben de werkende klasse in hun macht, alleen omdat de armen op de rijken willen gelijken. De armen begeren en lenen dus het geld van de rijken; ze maken schulden waarop de rijken woekerwinsten maken. De rijken weten dat het enig echte bezit, grondbezit is, en zij betalen arbeiders een hongerloon, wat veel te weinig is om grond te kunnen kopen. Uit die impasse kunnen de armen zich pas bevrijden als zij ophouden met werken voor de rijken, als zij in plaats daarvan gaan werken voor elkander en zodoende onafhankelijk worden van de geldhandel – aldus Frederik van Eeden. Maar meer dan honderd jaar na van Eeden zijn toespraak (8), zijn we kennelijk van de regen in den drop beland, en wel omdat wij ons door het gouden kalf hebben laten blijven verblinden. Het ideaal van "een geringer aantal aardbewoners met elk een grotere levenskwaliteit" is een van de allerlelijkste uitwassen van dit gigantische onverstand waarin geluk domweg met verbruik, koopkracht of geld wordt geïdentificeerd, terwijl men vergeten blijkt te zijn dat deze middelen op zich geen enkele inhoud hebben: los van de specifieke sociale uitbuitingsstructuren hebben zij zelfs geen middelwaarde meer.

De zich in het kapitalisme opdringende reductie van de levende aarde tot een te consumeren 'product' is verantwoordelijk voor de wanbeschrijving van de bevolkingsdruk in termen van verbruik per kop. Teneinde alle bezit zoveel mogelijk naar zich toe te trekken, hebben de rijken die dit begrippenapparaat lanceerden, de schuld proberen af te schuiven op aantallen mensen in plaats van op buitensporig verspillende individuen. Maar aantallen mensen kunnen niet schuldig zijn, en zeker niet aan een bestaan waar ze niet zelf hebben om gevraagd; individuen daarentegen kunnen wel schuldig zijn, meer bepaald als zij meer verbruiken dan redelijk is, en zeker en vast als ingevolge hun overdadige verbruik de fundamentele levensnoden van anderen onbevredigd moeten blijven. Met hun in een ethisch kleedje verpakte roep om de bevolking te beperken, eisen de rijken feitelijk de legalisering van een handelwijze waarbij zij zich het recht toe-eigenen op het leven van de arme massa, meer bepaald door de energie die voor het overleven van deze mensenmenigte noodzakelijk is, zelf op te souperen. En zij doen dat nota bene niet omdat zij deze energie nodig zouden hebben om te leven, maar om zich in een nog meer onbeperkte mate luxe en genot te kunnen verschaffen. De rijken zijn nu ook letterlijk kannibalen geworden; kannibalen die bovendien willen doorgaan voor 'redders van de planeet'.

Het zogenaamde probleem van de overbevolking is derhalve geen zaak van een teveel aan mensen en ook geen zaak van een te groot energieverbruik per kop, want met dat laatste wordt een gemiddeld energieverbruik per kop bedoeld en, zoals hoger reeds ter sprake gebracht, brengt het uitdrukken van feiten in termen van gemiddelden en percenten geen aarde aan de dijk omdat het ons in werelden doet belanden die volstrekt irreëel zijn. De taal liet immers net zo goed toe om in plaats van over een gemiddeld verbruik per kop, te spreken over een gemiddelde kop per verbruikseenheid. Maar er bestaat niet zoiets als een gemiddelde mens: als we honderd mensen tellen, waarvan er vijftig groot zijn en de andere vijftig zijn klein, dan zeggen de statistici dat in die groep de gemiddelde mens een gemiddelde lengte heeft, en hoe moet men er dan aan beginnen als men kleren moet kopen voor die honderd? Alles wat men kopen kan, is de totale hoeveelheid benodigde stof, maar met het snijden ervan kan men nimmer beginnen.

Over "een gemiddelde kop per verbruikseenheid" heeft men het impliciet als men concludeert dat er mensen teveel rondlopen op onze planeet, want dan bekokstooft men dat het maximaal verbruik vast ligt en dat er voor de gemiddelde kop te weinig energie voorradig is. Vervolgens beweert men dat de eliminatie van een deel van de koppen zou resulteren in een bevredigende hoeveelheid energie per gemiddelde kop. Zeer zeker zou dat kloppen indien alle koppen evenveel energie verbruikten, maar in werkelijkheid zijn de individuele verschillen zoals gezegd bijzonder groot en verbruiken rijke westerlingen meer dan het honderdvoudige van eenvoudige Indiërs. Bovendien zijn niet de Indiërs maar wel de westerlingen ontevreden met de hoeveelheid energie die zij te verbruiken hebben. Uiteraard moet de reden daarvoor gezocht worden in de denk- en doe-systemen waarvan zij deel uitmaken. Andermaal: iedereen verbruikt wel wat, maar in het kapitalisme valt bestaan zowat met verbruiken samen en manifesteert men zich enkel nog als kampioen der verspilling.

Het kapitalistische systeem determineert de ganse ethiek van alle ingezetenen, of tenminste van dezen die zich niet tegen dat systeem verzetten: de begrippen 'voldoende' en 'genoeg' zijn daar vreemde eenden in de bijt, omdat het systeem essentieel gekenmerkt wordt door de onverzadigbaarheid die ook de lust en het genot kenmerken die daar als lokazen fungeren. Het schone aan the American dream is uiteraard de vrijheid, en die is kostbaarder dan men geneigd is te denken als men er zelf geen gebrek aan heeft. Maar er is geen vrijheid zonder verantwoordelijkheid, en dat laatste is plicht of gebondenheid, en zo blijkt uiteindelijk alles zijn prijs te hebben. De verleiding bestaat erin de vrijheden opzichtig te etaleren en tegelijk de plichten te onttrekken aan het oog. Men zou nu kunnen denken dat wie verleid werden, op tijd en stond wel hun les wel zullen leren, maar dat blijkt een al te optimistische verwachting: in werkelijkheid blijkt op de verleiding niet zo heel vaak een ontnuchtering te volgen, maar meermaals een verslaving, en zo rijdt men zich te pletter in een systeem waaraan tenslotte elk zelfcorrigerend vermogen ontbreekt. Wie zijn lusten wil botvieren, moet dat in alle vrijheid kunnen doen, zo zegt het systeem, want dat is tenslotte verbruik, en verbruik moet aangemoedigd worden want de economie moet draaien en zij moet groeien, onbeperkt. Eenmaal de gevreesde "grenzen aan de groei" opdoemen, is het liedje uit. En het systeem dicteert: niet het verbruik moet worden teruggeschroefd maar wel de mensen; het verteer moet verzekerd worden en daarom moet het aantal mensen worden teruggeschroefd. En niet de doorjagers worden geliquideerd, maar de armen, de niet-verslaafden, want hun massa staat het grenzeloze genot van de enkelingen in de weg. Het gouden kalf is er tenslotte bij de gratie van zijn aanbidders.

Er zijn grenzen aan de groei, zoals het Bariloche-rapport voor de club van Rome dat heeft verduidelijkt in een geschrift d.d. 1978: de toren van Babel houdt op met groeien van zodra alle aangevoerde grondstoffen voor het onderhoud alleen moeten worden benut. En vanaf dat ogenblik kan de toren tot niets meer dienen, hij wordt volstrekt nutteloos en hij bestaat nog slechts omwille van zichzelf. Maar gesteld dat zulks de mensheid overkomt, wat is dan nog het probleem? Bestaan wij immers niet omwille van ons bestaan zelf, dat niets anders dan zijn eigen doel kan zijn?

Zullen de grenzen zichzelf niet vaststellen? Zal een gebeurlijke verdere aangroei van de bevolking ons niet nopen tot een spaarzamer verbruik van grondstoffen en energie? Zal het natuurprobleem dat zich aldus aandient ons morele bewustzijn niet wekken? Want ontegenzeggelijk is het bevolkingsprobleem allereerst ethisch van aard. Technologisch en wetenschappelijk gezien kunnen onze mogelijkheden weliswaar verder worden uitgediept, maar de kern van het hele vraagstuk is en blijft de vraag naar een waardige verdeelsleutel voor het goed van het bestaan. En die zaak is niet alleen met passen en meten op te lossen.


4.


Anno 2010 blokletterden enkele kranten dat zeven uur slaap aan iedereen aangeraden wordt, want zeven uur slaap is het gezondste. Zij halen die zekerheid uit een grootschalig onderzoek waarin werd vastgesteld dat wie slechts zeven uur slapen, gemiddeld langer leven dan wie acht uur onder de dekens liggen. Blijkbaar ziet men het onzinnige van zijn beweringen niet in: als er al een overeenkomst mocht blijken tussen zijn levensverwachting en het aantal uren dat iemand slaapt, dan kan die nooit gemeten worden, omdat één en dezelfde persoon niet zijn leven een aantal keren opnieuw kan leven, telkens met een ander aantal slaapuren per etmaal. En daarbij werd nog niet eens gerept van de uitsluiting van talloze andere factoren (ontelbare miljarden!) bij de bepaling van de levensverwachting. Begaat men echter de supplementaire slordigheid om te geloven dat aan dit euvel kon worden verholpen door een groot aantal personen in het onderzoek te betrekken en bij hen dan de verhoudingen tussen de levenslengte en het aantal uren slaap onderling te vergelijken, dan getuigt de conclusie die men feitelijk trok van een volslagen gebrek aan wetenschappelijk inzicht: de causale relatie tussen levenslengte en aantal uren slaap is op zich al inductief, maar de richting van die relatie kan middels de voorhanden zijnde gegevens onmogelijk worden bepaald. In twee woorden kan men voor hetzelfde geld beweren dat mensen die lang leven, gezonder zijn dan anderen en dat zich dat ook veruitwendigt in het feit dat zij met heel wat minder slaap voort kunnen. Zo zegt men dat mensen die aan sport doen, gezonder zijn: is het de sport die hen gezond maakt, of doen zij aan sport precies omdát zij zo gezond zijn? Angstige mensen hebben vaker hartziekten, maar is het de angst die het hart ziek maakt, of krijgt men daarentegen angstgevoelens als het hart niet naar behoren functioneert? Willen wij niet graag geloven dat het overwinnen van angsten kon volstaan om een ziek hart gezond te maken en dat elke dag een uurtje beweging of zelfs een uur vroeger uit de veren, ons leven met een jaar of zeven kon verlengen? En verblinden deze wensen ons dan niet, zodat wij de kar daar voor het paard gaan spannen?

Zowat een halve eeuw geleden stonden enkele Belgische parlementairen op het punt om een bijzonder wetsvoorstel in te dienen, met name het verbod op rode auto's. Er was namelijk statistisch vastgesteld dat rode auto's vaker in verkeersongevallen betrokken zijn. Blijkbaar geloofden deze politici dat het verbieden van de kleur rood het ongevallencijfer zou doen dalen. Dit toont aan dat statistische rapporten en de zogezegd wetenschappelijke gefundeerde aanbevelingen die op grond daarvan de ether in gaan, met een grote korrel zout moeten worden genomen. En dan werd nog met geen woord gerept over de hardnekkige fouten en onwaarheden die de tand des tijds beter tarten dan de wijsheid zelf. Zo werd in het midden van de voorgaande eeuw bij het registreren van het ijzergehalte van spinazie in de mineralentabellen, een komma per abuis één rang opgeschoven, wat deze groente op slag beroemd maakte. Toen kort daarop de kommafout ontdekt werd, was echter de Popeye-campagne al gelanceerd, met het gevolg dat bijna een eeuw later men nog steeds kinderen met spinazie vol wil proppen, terwijl deze groente feitelijk zoveel oxaalzuur bevat dat ze de opname van kalk verhindert, wat voor baby's nefast kan zijn. (9) Eenmaal een leugen vleugels heeft gekregen, is zij nog moeilijk in te halen.

Hetzelfde gebeurt misschien wel waar sommigen beweren dat de aarde met mensen overbevolkt is: wensen wie dat beweren alleen maar dat dit het geval was? Dan hadden zij immers een reden om anderen om te brengen. Willen zij feitelijk niet meer plaats voor zichzelf alleen, en wie hen daarbij in de weg staan, gewoon verjagen? Er is immers helemaal geen teveel aan mensen; wel is het zo dat de som van alle energieverbruik een veel te groot getal is. Edoch, om dat getal naar beneden te halen, hoeven helemaal geen mensen te sneuvelen: het volstaat dat de superverbruikers op de vingers worden getikt. Kregen de verspillers – en dat zijn bij uitstek de voorstanders van de bevolkingsinperking – hun zin, dan ware dat een gigantisch onrecht vergelijkbaar met het onrecht dat geschiedde ten tijde van de inquisitie, of het onrecht van de slavenhandel.

Overigens staat de waarheid van de jongste 'wetenschappelijke' bevindingen inzake de opwarming van de aarde ook niet als een paaltje boven water. Reeds kort na de algemene zogeheten 'bewustmakingscampagne', stonden enkele wiskundigen op om aan te klagen dat men hier wel heel ver ging met zijn zogenaamde wetenschappelijke uitlatingen over de stijging van de gemiddelde temperatuur van de aarde. De gemiddelde temperatuur van de aarde kan niet eens worden gemeten, zo waarschuwden zij: hoe in Gods naam kon men dan ooit vaststellen dat dit gemiddelde steeg? (10) De hele campagne bleek gebouwd op drijfzand en bij nader toezien zou het opwarmings-item niets anders blijken te zijn dan een zoveelste ordinaire politieke stunt. De campagne zou aangestuurd worden door communistische ideologen die – terecht – het gebrek aan duurzaamheid bij de kapitalistische producten aanklaagden, en die dan later geschaakt werden door het kapitalistische deel van de wereld dat er de Aziaten mee op de knieën probeerde te krijgen. Op de milieuconferentie te Kopenhagen in 2009 wenste het Westen immers dat (bij uitstek Oosterse) ontwikkelingslanden hun ontwikkeling zouden staken in naam van het milieu; zij duldden immers geen inhaalbeweging vanwege de achtergestelde gebieden die nu aan dezelfde maatregelen werden onderworpen als de rijke landen...

De waarheid wordt verdraaid, en dat is ook wat de Amerikaanse economiste J.R. Kasun aanklaagt in haar geschriften die zich fel kanten tegen wat zij de mythe van de overbevolking noemt. (11) Mensen worden gedwongen gesteriliseerd (zo bijvoorbeeld in Peru) of genoodzaakt tot abortus (in China), en ook het Westen moedigt abortus aan naast allerlei vormen van anticonceptie. Dat terwijl in de driehoek Gent-Antwerpen-Brussel – een onooglijk stipje op de wereldbol – de ganse wereldbevolking rustig kan picknicken. De bevolkingsaangroei neemt ook snel af, schrijft Kasun. Er wordt duchtig gelogen omtrent de overbevolking. Gewezen vice-president Al Gore schrijft de opwarming van de aarde aan de overbevolking toe, wat de wetenschappelijke bevindingen van de NASA (Leibzig, 1995) volkomen tegenspreekt. Ook de armoede heeft geen uitstaans met de 'overbevolking'; armoede wordt veroorzaakt door wanbeleid. Bepaalde regimes (zoals in Ethiopië) verkopen hun voedsel om met de opbrengst wapens te kunnen kopen. Er is overigens meer honger en ook meer oorlog in het vijf keer dunner bevolkte Afrika dan in Europa; er is minder honger in het vijf keer dichter bevolkte Taiwan dan in de rest van China; hetzelfde geldt voor het dichtbevolkte Korea en Maleisië. Landen die daarentegen aan geboortebeperking doen, zoals Ecuador, Uruguay en Bulgarije kampen met economische recessie – aldus Kasun. Maar waarom dan die leugens? Dr. Kasun neemt geen blad voor de mond: "De wereldwijde beweging die geboortebeperking promoot, is een machtige organisatie. Ze werkt samen met de UN, de nationale regeringen, allerlei stichtingen en ‘niet gouvernementele organisaties’. Ze investeert vele miljarden dollars in onderzoek. Zij zetelt in werkgroepen voor gezinsplanning, in internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank, in kantoren voor buitenlandse betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking en in onderzoekscentra zoals het World Watch Institute. Haar ideologie domineert de programma's op scholen en op universiteiten. Maar haar macht berust alleen op de uiteindelijke onwetendheid van het publiek"...

Anno 2010 worden in het Westen wetenschappelijke bevindingen in de doofpot gestopt van zodra zij de zogenaamde politieke belangen wel eens in de weg zouden kunnen staan, en dat is niet alleen het geval inzake de kwestie van de overbevolking. Bij de ramp in Tsjernobyl in mei 1986 hebben onder meer Belgische politici de bevolking voorgelogen over het radio-actieve besmettingsgevaar van de overdrijvende stofwolken uit de verwoeste atoomcentrale. Zij dwongen onder meer de weerman om over deze levensgevaarlijke toestand het televisiepubliek voor te liegen. (12) De link met de enorme stijging van het aantal gevallen van lymfeklierkanker in Europa in de daarop volgende decennia werd – zoals gewoonlijk – onbewezen geacht door dezelfde verantwoordelijken. Nog anno 2010 worden de onderzoeksresultaten over de invloed van genetisch gemanipuleerde gewassen op het milieu en op de volksgezondheid door Westerse politici van tafel geveegd en de betrokken wetenschappers worden het zwijgen opgelegd, zoals zij getuigden in een televisie-uitzending. (13) Nu bekend raakt dat België het wereldrecord op zijn naam heeft inzake het voorkomen van borstkanker, kan men niet anders dan toegeven dat de zogenaamde preventieve aanpak daar misschien wel voor iets tussen zit: de jaarlijkse doorlichting van de borsten met röntgenstralen zou mede verantwoordelijk kunnen zijn voor een toename met enkele procenten van de gevreesde ziekte. Tevens zou de curatieve bestraling van vermeende tumoren wel eens kankerverwekkender kunnen zijn dan altijd werd verhoopt. Eveneens inzake borstkanker wordt nu gedacht aan een verband met bepaalde, gedurende vele jaren massaal voorgeschreven medicijnen die het behoud van de vrouwelijkheid ook na de menopauze moesten garanderen. Deze enkele voorbeelden, bovendien beperkt tot enkele recente voorvallen op het gebied van de volksgezondheid, tonen dat de informatie van overheidswege niet noodzakelijk met de waarheid strookt. (14) En als men liegt of zwijgt over het milieu en over de volksgezondheid, die toch iedereen aanbelangen, waarom dan zou men de waarheid vertellen over het bevolkingsaantal en over de draagkracht van de planeet? Het lijkt daarentegen veel waarschijnlijker dat vanaf een welbepaalde limiet, de bevolkingsdruk de greep van de huidige machthebbers of politici op het volk, aantast, en dat dit de reden is waarom zij een verdere toename van de bevolking vrezen. Het zou best wel eens zo kunnen zijn dat vanaf een bepaalde waarde van de bevolkingsdruk, de klassieke politieke machtsuitoefening gewoon niet meer werkt, zoals ook een klomp samengeperste aarde uiteen valt als zijn massa te groot wordt. Worden de aarde, de natuur en de mens zelf – trouwens samen met de rest van het dieren- en het plantenrijk en met de bodemschatten – niet steeds vaker en drastischer in de schaduw gesteld van een volkomen geprivatiseerde wereld waarin men eerst burger is en dan pas mens? Een wereld waarin het dierenrijk herleid werd tot louter vee en de plantenweelde tot onkruid? En hoe kon in zo'n wereld ooit plaats zijn voor mensen die niet vooreerst telbare en beheersbare burgers waren met elk een eigen nummer en gedoemd om bij de dragen tot de macht van het getal van het Beest?

J.B., Augustus 2010

*

Noten:

(1) Het begrip 'zelfbeheersing' wordt hier bedoeld in de zeer ruime betekenis van op anticonceptie gericht gedrag.


(2) Toen de Nazi's in Duitsland aan de macht kwamen, werden honderdduizenden gehandicapten onder dwang gesteriliseerd. Later stierven zij in de kampen de zogenaamde genadedood. In De mens voorbij legt Gie van den Berghe uit hoe deze "modernste aller genociden" begonnen is met de radicale Verlichting waarin na de dood van God, de mens zijn eigen schepper wordt: nu Darwin's 'survival of the fittest' niet langer waar is, en de 'minderwaardigen' zich evengoed voortplanten als de sterken, moet de mens zelf gaan snoeien in zijn soort.


(3) Men moet inderdaad Adolf Hitler heten om te kunnen geloven dat men zelfs de dood overwint door na zijn overlijden zijn lijk te laten overgieten met benzine en het dan in brand te laten steken. De verassing krijgt nu overigens de totale chemische vernietiging van het stoffelijke overschot tot concurrent, en wel onder de uitvlucht dat men aldus heel wat brandstof bespaart – een argument dat scoort in de nieuwe milieureligie, maar ook een vals argument wegens het feit dat de olie nodig om het eigen lijk te verbranden zelfs niet het honderdduizendste deel bedraagt van de olie die men in zijn ganse leven heeft verbruikt. Indien dergelijke 'besparingsargumenten' in de 'zuinigheidsreligie' waartoe de milieugodsdienst voor een groot stuk te herleiden is, ook hout sneden, dan was het beste helemaal niét te leven – het beste ware dan de dood voor allen.


(4) De schijn is belangrijker geworden dan de werkelijkheid – tot die jammerlijke perversie is ook dit euvel te herleiden. In dit geval weet de schijn zich wel bijzonder geslaagd te camoufleren: zij laat blijkbaar vele geloven dat er een evenredig verband bestaat tussen de 'gezondheid' van het volk en die van de enkelingen die daar deel van uitmaken en ze doet dit door te verdoezelen dat een volk pas in overdrachtelijke zin een gezondheid kan hebben, met andere woorden: door de onvergelijkbaarheid van beider 'gezondheden' impliciet te miskennen.


(5) Elkaar onderling tegensprekende standpunten tot stand gekomen op grond van argumenten, kunnen slechts de volstrekte waardeloosheid van die argumenten aan het licht brengen. Rest dan nog slechts te beslissen op grond van het meerderheidsprincipe, wat hetzelfde is als het 'recht' van de sterkste. Er bestaat geen enkel verband tussen de argumenten en de stemming: de stemming zelf miskent en vernietigt zodoende de betekenis van de argumenten en aldus ook de zin van de rede. Het stilzwijgende akkoord met deze gang van zaken die nefast is voor alle redelijk overleg, haalt haar kracht uit het feit dat reeds de zogenaamde redelijke argumenten de facto strijdig zijn met de eigenlijke beweegredenen, wat betekent dat zij eigenlijk dekmantels zijn, en dus schijn, en derhalve niet waard om ernstig te worden genomen.


(6) Het gevreesde toekomstbeeld inzake 'gezinsplanning' is allerminst imaginair: afgezien van het feit dat het reeds werd en wordt in de praktijk gebracht, steken analoge problemen vandaag de kop op in bijvoorbeeld de maatschappelijke solidariteit (het pensioenstelsel, de ziekte- en invaliditeitsverzekering, de werkloosheidsproblematiek...) en in het verzekeringswezen. Ziekenfondsen, welke per definitie hun bestaansrecht halen uit het principe van de solidariteit met zieken, zoeken zich te onttrekken aan de plicht om uitgerekend diegenen in te schrijven die een relatief grote kans hebben om ziek te worden, en zij bedienen zich, behalve van de schending van de privacy, ook nog van de nieuwste gentechnologie om hun klanten te selecteren. Hetzelfde doen verzekeringsmaatschappijen, en vandaag worden naast het pensioenstelsel ook de zorgen voor ouderen geprivatiseerd – uiteraard met het oog op winst – wat de belofte inhoudt dat wie het niet betalen kan, geen recht op zorg meer krijgen zal. De natuurlijke nood wordt met andere woorden vervangen door een welbepaald recht– een voor het kapitalisme typerende pervertering, nodig voor haar chantage.


(7) Jan Bauwens, Overbevolking, 2009.

(8) Frederik van Eeden schreef toen in de geest van het motto: "Arbeiders aller landen verenigt u"; toen Marx stierf, was van Eeden drieëntwintig, bij de dood van Engels was hij vijfendertig; Marx en Engels publiceerden het "Communistisch manifest" te Brussel twaalf jaar voor van Eeden zijn geboorte, in 1848.


(9) Cf.: van Aaken, Ernst, Programmiert für 100 Lebensjahre. Wege zur Gesundheit und Leistungsfähigkeit, Pohl-Verlag, Celle, 1975: 135-136.


(10) In het artikel: "Does a Global Temperature Exist?" d.d. juni 2006 bewijzen Christopher Essex (wiskundige, van de University of Western Ontario), Ross McKitrick (Econoom van de University of Guelph) en Bjarne Andresen (van het Niels Bohr Institute of Copenhagen) dat er noch fysische, noch wiskundige, noch proefondervindelijke gronden bestaan om inzake het vraagstuk van de vermeende opwarming op een zinnige manier te spreken over een "globale temperatuur van de aarde" en zo is het ook onzinnig om uitspraken te doen over enige verandering daarin. Als er al zoiets zou bestaan als de "globale aardtemperatuur", dan ware die zelfs niet bij benadering vast te stellen, aldus het team van onderzoekers.


(11) J.R. Kasun, The War against Population: The Economics and Ideology of World Population Control, Ignatius, 1988.

(12) De weerman van de VRT – toen nog de BRT – werd door de toenmalige politiek verantwoordelijke gedwongen om zijn weerbericht te vervalsen. Op het einde van zijn leven heeft de weerman deze feiten voor het televisiepubliek opgebiecht.


(13) Het betreft getuigenissen in het VRT-programma Terzake d.d. 16 augustus 2010.


(14) Voor een grootscheeps kritisch onderzoek met betrekking tot de door het winstbejag verrotte medische sector sinds de jaren '60 en '70 van de voorgaande eeuw, cf.: Ivan Illich, Grenzen aan de geneeskunde.




**********






13-08-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leefloners en afpersing
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Leefloners en afpersing

 

Leefloners verplichten om onkruid te wieden op straffe van verlies van hun leefloon, is afpersing.

Het leefloon dat armen ontvangen, ontvangen zij omdat zij daar recht op hebben. Het recht op noodzakelijke levensmiddelen is een mensenrecht, het is onvoorwaardelijk: elk mens heeft recht op voedsel en op onderdak - of hij nu minister is, armeluis of zieke, maakt niets uit. Zelfs een gevangene kan uiteindelijk niet verplicht worden om in ruil voor kost en inwoon te werken. Het verbod op dwangarbeid staat in artikel 4 van het Europees mensenrechtenverdrag.

Zijn er bepaalde werkzaamheden die moeten gebeuren, zoals het wieden van onkruid, en verkiest men het om de een of andere reden om voor die job voorrang te verlenen aan leefloners, dan dient men die leefloners in te schrijven als volwaardige arbeiders, wat wil zeggen dat zij arbeidsbekwaam moeten bevonden worden voor de specifieke job, bijvoorbeeld qua gezondheid, dat zij een minimumloon dienen te ontvangen, dat zij verzekerd moeten zijn tegen ziekte en ongevallen en dat zij pensioenrechten dienen te genieten.

Verplicht men leefloners te werken op straffe van verlies van hun leefloon, dan is dat afpersing of chantage: men gebruikt dan elementen zoals de honger(dood) als dwangmiddel.

 

Dat vandaag een krant bloklettert dat de stad Antwerpen er ernstig over nadenkt om leefloners onkruid te laten wieden, stemt tot nadenken en zegt vooral iets over de mentaliteit van de stad zelf, meer bepaald over een toenemende onverdraagzaamheid waarbij de zwaksten het mogen bekopen, alsook over de dreiging van een toenemend onverantwoordelijk gedrag bij de beleidvoerders.

Geeft men hier aan toe, dan opent men de weg naar een kastenmaatschappij, wat wil zeggen dat de basisrechten inzake onderdak, arbeid en zo meer niet langer voor iedereen dezelfde zijn. De gelukkigen zullen dan werken tegen een (minimum)loon, wat een positieve sanctionering is, terwijl de minder gelukkigen zullen werken omdat zij in het andere geval gemarteld worden - in dit geval met onder meer de honger. Maar dat zijn arbeidscondities die dateren uit de tijd van de slavernij. Men dient er goed over te waken dat de slavernij niet via een achterpoortje heringevoerd wordt. Niet alleen in de derde maar ook in de vierde wereld.

En wie zegt dat er geen middelen zijn om onkruidwieders in een normaal wettelijk statuut te laten werken, liegt: er zijn middelen daartoe zolang er arbeiders zijn die een loon ontvangen dat groter is dan het wettelijk minimumloon.

 

(J.B., 13 augustus 2010)


18-07-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Het hek van de dam?
Het hek van de dam?


Misbruik van en machtsmisbruik jegens kinderen kunnen nimmer worden geminimaliseerd: niet als het vergrijp geschiedt door de hand van een bisschop, maar evenmin als dit het werk is van 'clowns'.


Deze laatsten zijn er om kinderen te laten lachen, niet om hen te leren hoe zich met andermans leed te vermaken, en nog veel minder om hen te gebruiken in een hoog spel van wraak dat zich allerminst van humor bedient maar des te meer van spot.


Wie kinderen opleiden in leedvermaak, lang nog voor zij kunnen beseffen dat zij aldus leren proeven van de wraak, die gebruiken hen als circusdieren in een machtsspel dat hen ver te boven gaat. En die vertoning speelt zich niet af in de feesttent die daar staat om toeschouwers te beschermen tegen de warme zon, maar in een foor van een gans ander kaliber waarin alles draait om die andere, kille zon van macht en geld, waar men niet kraait om een soldaatje meer of minder. Een foor, versluierd door gesofistikeerde indoctrinatie nu, maar veel werkelijker dan het zeil van stof daar in de wind.


Een rechtsstaat die in dezer met monnikenijver de gangen nagaat van een kardinaal, doch die de andere kant opkijkt wanneer niet slechts verdenkingen doch daden van het gelaakte soort door clowns worden gesteld, is aan bevraging toe.


Edoch, wij weten dat de macht van de media ontzaglijk is: zij is de macht van de massa, de wereldse macht, de macht van 'Legioen'. Wie weigeren om het vuur van de spot waarmee het slachtoffer wordt verteerd, mee aan te wakkeren, die maken zichzelf verdacht en worden mee omgebracht want het geweld kent geen nuance en geen rede.


Kijk maar rond naar elders en naar ooit: waar dit gebeurt, verlaat zij met de stille trom het land - de vrede - en doet hij met veel ornaat zijn intrede - de oorlog - en komt hij altijd te laat - de tijd van bezinning en van inkeer die het tij moest keren. Daar is cultuur nog louter vertier, daar wachten de zotskappen, de dood lacht hier.


(J.B., 18 juli 2010)


13-07-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Armoede als eerste christelijke plicht

Armoede als eerste christelijke plicht

Blijkbaar begrijpen heel wat mensen niet waarom wereldse rijkdom dan verwerpelijk is - althans vanuit de christelijke optiek - en de katholieke clerus vormt hierop geen uitzondering.

Men geeft zich er al te weinig rekenschap van dat het bestaan in deze wereld een zaak is van macht en van geweld. Dit feit wordt echt duidelijk van zodra men opmerkt dat reeds van nature bij uitstek wie gevaarlijk zijn, zullen worden opgemerkt; zij die daarentegen helemaal geen bedreiging vormen, worden over 't hoofd gezien.

In de natuur is dit gedrag weliswaar heel rationeel: het beantwoordt perfect aan het economiciteitsprincipe en ook aan dat van het zelfbehoud, maar dat doet het koele doden van de vijand eveneens.

De zaak is dat het christendom breekt met die wet van de sterkste: zij is natuurlijk maar onmenselijk. De mens overstijgt het dier (in zichzelf): hij dient het niet na te apen zoals in de perversies van de nieuwste tijden wel eens wordt bepleit; hij dient het daarentegen naar zijn hand te zetten.

Dat de vogelen des velds, onbekommerd over zaaien en maaien, toch beter getooid zijn dan wie dan ook van ons, illustreert slechts de zorg van de schepper voor al datgene waarvoor men hem blindelings vertrouwen moet.

In de wereld is erkenning oorspronkelijk meestal angst voor bedreiging en gevaar. Wat gevaarlijk is, is voor het eigen leven van belang en het belang van het gevaarlijke is derhalve net zo groot als het eigenbelang. Zo worden wie gevaarlijk zijn erkend zoals men ook zichzelf erkent. Wie een bedreiging voor een ander vormt, dwingt immers erkenning van die ander af op straffe van zijn ondergang en die vorm van erkenning is dan ook in het geheel niet bewonderenswaardig, hij is natuurlijk afgedwongen, rationeel, berekend, en daarmee uit. Het dierlijke wordt pas overstegen waar men de ander erkent om wie hij is, en niet omdat hij een bedreiging vormt. En dat humaan gedrag snijdt uiteraard pas hout waar men de ander ziet als medeschepsel, en waar men dus de schepper - God - erkent. Zonder God kan de mens het dier niet overstijgen; zonder God achten mensen zichzelf god, en vechten zij onder elkaar uit wie de oppergod zal zijn. En uiteraard is een oppergodschap dat door de sterkste buit gemaakt wordt, de tirannie bij uitstek. De erkenning van de ander omwille van hemzelf kan niet bestaan zonder het godsgeloof.

Een humaniteit wars van alle godsgeloof is mogelijk, maar zij kan slechts wederzijdse erkenning op grond van berekening en van conditionering zijn, als het ware in een solidariteit waarin men het eigen 'ik' slechts 'overstijgt' om het te kunnen verzekeren en dus om het nog sterker te maken dan het was. Niet een liefde eigen aan kinderen onder het gezag van ouders, maar een koele, afgesproken eendracht met het oog op nog meer macht, vormt er de motor van. Precies zoals de motor van de economie die daaruit volgt, niet het goed is van de ander dat men wil bewerken, doch slechts het eigen voordeel dat in het spel der concurrentie of der onderlinge tegenwerking wordt beoogd. De discrepantie tussen de subjectieve bedoeling (elkeen wil individueel voordeel halen) en het objectief bereikte doel (het ganse volk vaart daar wel bij), is de sociale truuk bij uitstek, de geniale hefboom waarop, alle natuurlijke egoïsme ten spijt, de objectieve samenwerking berust en de totstandkoming van een solidaire humaniteit. Maar nogmaals: de vormen van erkenning die dit geheel dragen, worden bepaald en uiteindelijk ook begrensd door eigenbelang: zij overstijgen het dierlijke niet.

De kloof tussen wat men bedoelt (het eigenbelang) en wat men bereikt (het gemeenschappelijke belang) wordt gedicht door een sociaal systeem dat zichzelf dankt aan, maar ook verraadt in een weerspiegeling van die kloof in haar geplogendheden waaruit de leugen onwegwerkbaar is. Activiteiten die feitelijk bedoeld zijn voor het eigenbelang, dienen zichzelf in de gemeenschap aan te prijzen als zaken die het belang van allen ten goede komen, terwijl dat eigenbelang tegelijk wel nog getolereerd moet worden in de gedaante van de winstmarge, die niet een randverschijnsel is, maar wel de eigenlijke motor van het economische gedrag. Die kloof is er uiteraard ook tussen, enerzijds, het loon dat men opstrijkt voor zijn werk en, anderzijds, de geleverde prestatie als zodanig: er is hard labeur dat onderbetaald wordt en er zijn lieden die zichzelf riante vergoedingen toekennen om helemaal niets te doen. De tegendoelmatigheid of de contraproductiviteit waarover Ivan Illich heeft geschreven, is de keerzijde van dit systeem dat aldus gedoemd is om zichzelf op te heffen: het louter humane met een eendracht die omwille van de macht wordt beoogd en die stoelt op solidariteit als berekende samenlevingsvorm, ontmoet bij uitstek in die tegendoelmatigheid zijn grenzen.

Wereldse rijkdom is verwerpelijk omdat het kopen een opeisen is waaraan het krijgen en het danken niet alleen vreemd zijn maar door de koopact tevens worden verkracht. Wat God aan zijn schepselen aanbiedt op de akkers, wordt in beslag genomen en verkocht, wat wil zeggen dat men het zich toe-eigent middels macht, dat men het aan anderen middels geweld ontneemt, en dat men het pas aan die anderen, die het nodig hebben, teruggeeft... als zij betalen, wat wil zeggen: als zij het op hun beurt gaan opeisen. De verkrachting van het geven en het nemen berust in het onmogelijk maken ervan: op straffe van de totale armoede wordt men gedwongen om mee te werken aan een onmenselijk systeem dat op geweld berust.

Verzet tegen die onmenselijkheid wordt dan ook door armoede gekentekend, zoals ook Christus' verzet tegen het kwaad zijn hele verschijning tekende tot het onuitwisbare beeld dat wij van de godmens hebben. Onuitwisbaar, tenminste zolang er martelaarschap bestaat: de persoonlijke weigering van een goddeloos bestaan.

(J.B., 13 juli 2010)


11-07-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Imago of Waarheid

Imago of Waarheid

Verhalen zoals dat van de goede moordenaar indachtig, is een bisschop die biecht en die dan het boetekleed aantrekt misschien wel heiliger dan een kardinaal die weigert om onschuldig aan het kruis te hangen.

Onschuldig aan de schandpaal staan is wat de Christus deed, die alle kardinalen zeggen na te volgen, getuige de rode kleur van het gewaad en van de mijter welke het bloed symboliseert dat zij aldus bereid zeggen te zijn om voor de Heiland te vergieten.

Dat kan dan alvast hun eigen bloed niet wezen want onschuldig lijden in naam van het geloof - ook martelaarschap genoemd - is hoe dan ook niet besteed aan wie hun reputatie zo hoog achten. Want de reputatie, het imago, het beeld dat van hen wordt opgehangen in de media, de schone schijn achten zij hoog terwijl zij in de Waarheid, welke dan toch naar zijn eigen zeggen Christus zelf is, helemaal geen vertrouwen hebben.

Voor wie het niet volstaat dat God de waarheid kent, is er immers helemaal geen God - dat is de logica zelf. Van geloof kan hier geen sprake zijn en alle mooie woorden over dat geloof kunnen dan alleen nog maar imago zijn. Die meer geven om hun reputatie, geloven hoe dan ook niet meer dat, ongeacht hoezeer men er ook over liegt, de waarheid altijd zichzelf zal blijven.

Wat een contrast tussen, enerzijds, Christus die, om ons te redden, onze zonden op zich neemt en ze ook uitboet zonder klacht, geheel onschuldig en, anderzijds, een kerkvorst die met een zonde welke hij niet de zijne acht zelfs niet geassocieerd wil worden.

Kan zo iemand troost bieden aan wie onrecht moeten lijden? Wat immers moet een schare van verschoppelingen met het voorbeeld van een man die zich dankzij samenzwering met de beste advocaten kan omringen om zijn imago te vrijwaren van de smaad en de hoon die bij uitstek het aangezicht van Christus sieren? Of verwacht hij dan dat de volgelingen van het Lam in de rij zullen staan om door hem te worden opgeleid en gewijd?

Zoals de heilige geschriften zelf het zeggen en herhalen, is de pretentie van de eigen heiligheid misschien wel de grootste zonde. Maar de geschiedenis toont aan dat het verkondigen van de waarheid vaker met het eigen leven wordt betaald. Christus' martelaarschap werd voorafgegaan door dat van Socrates die aantoonde dat de pretentie van kennis erger is dan de onwetenheid, en de openbaring van die conclusie werd ook zijn dood. Talrijk zijn intussen de volgelingen van deze grote mensen, die men niet bepaald moet zoeken onder diegenen die bij de rechtbanken staan aan te schuiven met een geblutst blazoen onder de arm. In hen die aanschuiven voor een snee brood herkent men Christus heel wat beter.

(J.B., 11 juli 2010)


06-07-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de duivel te biechten gaan?

Bij de duivel te biechten gaan?

Bij de duivel te biechten gaan, dat is alvast waarvoor een bisschop zich hoeden zal. En of hij dezer dagen met de duivel zelf te maken heeft, is een kwestie die zich oplost van zodra blijkt of die 'biechtvader' dan niet de afschaffing van de biecht beoogt. De biecht is, nota bene, het sacrament dat het mirakel van de vergeving herbergt - de kern van het christelijke geloof. Het kelderen van die geloofskern kán niemand meer beogen dan de duivel zelf. Wat voor de ene groep gelovigen een geloofskern is en een heilig geheim, zal voor een andere groep misschien botweg als samenzwering moeten bestempeld worden... en ook bestreden. Het principe van de vergeving dreigt hier als nooit voordien fataal te botsen met dat van de wraak, zoveel is zeker. Na de kruisiging van Christus en zijn verrijzenis in zijn mystieke lichaam, dat de kerk is, dreigt op zijn beurt dat mystieke lichaam aan de schandpaal terecht te komen. Zal dan, zoals eeuwig - in zonde - het kind uit de moeder geboren wordt, ook niet de Christus herrijzen - ter vergeving der zonden - tot in de eeuwen der eeuwen?

(J.B., 6 juli 2010)


10-05-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wordt 2010 een jaar zonder zomer?
 

Wordt 2010 een jaar zonder zomer?



Alvast in Noord-Europa kan men opmerken dat, de opwarming van de aarde ten spijt, de lentebloei van 2010 een flink stuk later kwam dan gewoonlijk. Voor Europa zou het trouwens geen primeur in de geschreven geschiedenis wezen mocht er in 2010 van een zomer helemaal geen sprake zijn. De uitbarsting van de IJslandse vulkaan Laki van juni 1783 tot februari 1784 deed wereldwijd de temperatuur met gemiddeld 1° Celsius dalen, en wie zal zeggen of de periode van grote koude ten tijde van de schilders die naar de naam van Brueghel luisterden, ook niet aan een boertje van moeder aarde was te wijten?

Het is hoe dan ook een feit dat de slechts enkele minuten durende schaduw in gevolge een volledige zonsverduistering, ter plekke voor een plotselinge afkoeling kan zorgen die meerdere graden Celsius bedraagt. Het temperatuurverschil tussen dag en nacht is uiteraard aan de zon te wijten. En het verschil tussen zomer en winter is helemaal niet toe te schrijven aan het schommelen van de afstand van de aarde tot de zon: de zomer wordt door niets anders gemaakt dan door de rechtere invalshoek van de zonnestralen, de wisselende afstand tot de zon ten spijt. Het broeikaseffect dat wij kennen uit de milieurapporten van de jongste jaren illustreert hoe serres opwarmen door invallende zonnestralen en niet door de temperatuur van de lucht. Ook gewone wolkenvelden kunnen in de zomer soms voor tijdelijke verkoelingen van wel tien graden verantwoordelijk zijn. Dit alles slechts om te zeggen hoe invloedrijk de zonnestralen zelf zijn inzake opwarming; stralingswarmte blijkt heel bijzonder.

Het kost niet eens zo heel veel tijd om te becijferen hoeveel calorieën een aswolk van een bepaalde grootte en dichtheid aan onze planeet onttrekt waar zij de zonnestralen verhindert om door te dringen tot het land of tot de zee. Zonder in details te treden kan niettemin met zekerheid worden gezegd dat een hardnekkige vulkaanuitbarsting die een tijdlang aanhoudt, volstaat om de temperatuur plaatselijk zo fel te doen dalen dat een ijselijke winter en/of een echt kille zomer daarvan het gevolg zijn. Uiteraard zal een aan aswolken te wijten zomerloos jaar altijd in de schaduw staan van andere en veel ergere gevolgen zoals aardbevingen, overstromingen, zwavelvergiftiging, veesterfte, misoogsten en hongersnood, die in het verleden herhaaldelijk vele honderdduizenden slachtoffers maakten. Wordt 2010 voor ons een zomerloos jaar? Alleen de wind weet het.

J.B., 10 mei 2010




09-05-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de zuigkracht van de noodzaak en de overbodigheid van politiek
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Over de zuigkracht van de noodzaak en de overbodigheid van politiek

Het gerucht doet de ronde dat steeds meer mensen zich afkeren van wat wij de beschaving zijn gaan noemen. In Japan zouden jongeren, kinderen nog, zich opsluiten in hun kamertje en het ook niet meer willen verlaten om bijvoorbeeld naar school te gaan. In Europa spreekt men over hyperkinetische kinderen en ADHD, over spijbelaars en over concentratiescholen. Het verschijnsel van jongeren die geen les meer willen, verspreidt zich snel en ook almaar meer volwassenen blijken niet langer interesse te vertonen om aan het werk te gaan. Het aantal verslaafden aan drugs, kansspelen en computerspelletjes neemt gestaag toe zoals trouwens ook het aantal work-o-holics.

In tegenstelling tot wat men geneigd is te geloven, zijn workoholics helemaal niet geïnteresseerd in de arbeid als zodanig. Evenmin trouwens als veelvraten geïnteresseerd waren in de kracht van voedsel. Veelvraten eten niet omdat zij zich wilden voeden maar omdat zij zich anders toch vervelen. Workoholics werken niet om te presteren maar omdat het hen aan een alternatief ontbreekt. Als workoholics aan het maatschappelijke leven participeren, dan is dat niet dankzij hun ogenschijnlijke ijver, maar bij de gratie van een ander die hun bezigheden in nuttige banen leidt. Immers, voor hetzelfde geld zit een workoholic dag in dag uit te blokken, te kaarten of te gokken, om niet te zeggen dat hij voor hetzelfde geld een álkoholic was. Althans zo lijkt het.

Workoholics ageren in geen andere werkelijkheid dan deze van het spel: zij zijn spelers, wat wil zeggen dat zij niet geven om de gebeurlijke uiteindelijke bestemming van hun activiteit. Een workoholic gaat in zijn werkzaamheid op zoals een slaper opgaat in zijn dromen, en wakker worden is het laatste wat hij wil; dat zijn dromen helemaal gaan aarde aan de dijk zetten, laat hem koud. Maar een workoholic kan tevens een verwoed verzamelaar zijn, een verzamelaar van geld bijvoorbeeld, en die twee spelletjes samen suggereren ineens wél een band met de realiteit. Het lijkt er dan althans op dat de noeste werker doelt op de poen, die immers nodig is om te leven, en dat is zelfbehoud, en gebeurlijk om een gezin te onderhouden, en dat is soortbehoud.

Maar veel vaker werken man en vrouw in symbiose zoals de blinde die de lamme op zijn rug meedraagt, waarbij zij elkaars benen en ogen lenen en dan is meneer bijvoorbeeld workoholic terwijl mevrouw graag centen opspaart. Beiden zijn zij dan verslaafden - de ene werkt zich dol, de andere heeft verzamelwoede - maar de natuur stuurt al wat zij niet laten kunnen door de zuigkracht van de noodzaak. De jongen in het nest houden immers niet met piepen op totdat hun maagjes zijn gevuld, en zo worden ook stuurloze verslavingen uiteindelijk ongewild te baat genomen. Volgens sommigen bestaat er ergens een onzichtbare hand die zelfs de meest deviante bewegingen in racebanen kan leiden. Elke regendruppel belandt weer in de oceaan.

De natuur kent geen afval en dat komt pas aan het licht nu er menselijke beschavingen zijn opgestaan die voor het eerst in de geschiedenis wél afval produceren. Met afval wordt hier bedoeld: de ongewilde bijkomstigheden van onze voortbrengselen die niet tijdig of zelfs helemaal niet meer weggewerkt kunnen worden. Plastics zijn zo'n voorbeeld; plastieken verpakkingen, die weggeworpen worden, die bijvoorbeeld in zee belanden, terechtkomen in de voedselketen en uiteindelijk in de cellen van alle levende wezens op aarde, die zij dan met kanker en met nog veel andere ziekten dreigen uit te roeien.

Uiteraard kunnen vulkanen zolang spuwen totdat de hoeveelheid as in de atmosfeer voor duisternis gaat zorgen zodat de bladgroensynthese ophoudt en alle zuurstof uit de lucht verdwijnt nog vooraleer misoogsten en hongersnood de kans krijgen om mensdom en dierenrijk voorgoed van de kaart te vegen. Maar afgezien van dergelijke grote katastrofen die zich inderdaad ééns in een tijdspanne van enkele honderdduizenden jaren voordoen, kent de natuur geen afval in de betekenis van vergif. De natuur recycleert alles, wat heel letterlijk wil zeggen dat zij alles terug in de cyclus brengt, in de kring dus, waarmee zij samenvalt. En dat toont zich misschien nog het beste in de architectuur van onze boerderijen van weleer: zij lagen middenin de landerijen waarop de gewassen werden geteeld; die werden opgegeten en wat restte na het verteringsproces, belandde op de binnenkoer van het erf op de mesthoop, om vervolgens weer uitgevoerd te worden naar de landerijen en daar als noodzakelijk voedsel voor de gewassen dienst te doen.

Er is de kringloop van het voedsel, er is de kringloop van het water, er is de kringloop van het leven, er zijn beslist talloze kringlopen van even talloze elementen of zaken die eindeloos kunnen worden hersteld, herwonnen of gerecupereerd. Maar blijkbaar kent onze beschaving helaas geen kringloop van de producten die zij zich heeft toegeëigend, zoals de energie, om maar iets te noemen. Energie, zo zeggen de geleerden, die in hun machines geloven - machines waarvan de wetenschap er eentje is - energie kan slechts vervallen tot steeds lagere vormen, totdat uiteindelijk het ganse heelal in de warmtedood vergaat. En kijk maar, zo waarschuwen zij nu in koor: de aarde zelf warmt al gevaarlijk op...

Een mens bevindt zich zoals elk ander levend wezen en zoals elk deeltje stof, altijd middenin allerlei kringlopen waartegen hij zich niet verzetten zal als hij verstandig is. De cel die deel uitmaakt van ergens een stukje van de nieren, doet haar werk zonder te zeuren en zelfs zonder de zin daarvan in vraag te stellen. Als zij daarentegen staken zou, en haar buren volgden haar voorbeeld na, dan kwam het leven van de bezitter van die nieren misschien wel in gevaar, en zo ook het voortbestaan van die ene, stakende cel. Op die manier is het misschien wel het beste dat wij doorgaan met werken, ook al werken wij blindelings, kennen wij de eindbestemming van onze producten niet en begrijpen wij allerminst waarom wij werken. Misschien is blindelings werken wel verkieslijk boven een zogenaamd politiek gestuurde activiteit, en valt er aan workoholics, spaarders en verzamelaars en nog andere 'spelers' die de link van hun spel met de realiteit niet zien, helemaal niets te verwijten. In tegendeel zelfs, zouden zij diegenen zijn die in alle nederigheid hun ding doen zonder zich te laten meeslepen door een grootsheidswaan die met de beste bedoelingen slechts een nimmer in te tomen hellevaart bespoedigt.

(J.B., 9 mei 2010)


02-05-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kwaad en de dubbele negatie
 

Het kwaad en de dubbele negatie



Het ware kwaad heeft het bijzonder lugubere kenmerk dat er een gigantisch taboe op rust om het als zodanig te erkennen. Zo bijvoorbeeld jaagt Roman Polanski's Rosemary's baby ons zoveel angst aan omdat de achtervolging door het kwaad noodlottig wordt van zodra elke poging om die te benoemen en vervolgens af te kunnen wenden, als waanzin - 'achtervolgingswaanzin' - van de hand gedaan wordt. Sinds de vroegste beschavingen lopen helden zoals Oedipus, die hun noodlot willen ontvluchten, het alleen maar in de armen.

Het ware kwaad is dàt kwaad dat niet als zodanig benoemd kàn worden: het kwaad zelf legt haar verraders meteen het zwijgen op want elk kwaad heeft het karakter van een al dan niet verkapte samenzwering. Het ware kwaad kan niet als kwaad worden benoemd omdat al wie zich aan die benoeming wagen, zich tevens schuldig maken aan de veroordeling ervan, terwijl al wie het kwaad veroordelen, dit tevens met zichzelf doen omdat niemand helemaal vrij is van het boze. De erfzonde verwijst precies naar het kwaad als kluwen, als infectie, als mega-epidemie die geen mens ontziet. De ene besmet de andere zoals de ene moet zwijgen voor de andere.

Op die manier geraakt ook niemand van het kwaad verlost en moeten allen die het wagen om tegen het boze op te staan, daaraan op hun beurt geofferd worden. Om diezelfde reden zal een messias of iemand die ons allen van het kwaad bevrijden kon, noodzakelijk onschuldig zijn gelijk een lam. Alleen zo immers wordt de boze verschalkt: hij doodt het lam, doet dat gezien de onschuld van het lam volstrekt ten onrechte, en komt zo in het krijt te staan bij al diegenen voor wiens heil het lam optrad. Een oog voor een oog en een tand voor een tand, zo zegt het de wet: bloed in ruil voor bloed.

Het ware kwaad is dat kwaad dat niet bestrijdbaar is - niet omdat het onherkenbaar was, maar wel omdat het niet aan 't licht gebracht kan worden. Wie het kwaad zien, die moeten de ogen er voor sluiten; ofschoon zij ziende zijn, moeten zij zichzelf verblinden. Het kwaad ontneemt ons daarom letterlijk het licht uit de ogen. Ze hebben ogen en ze kunnen niet zien, zo luidt het in de Schrift: ze hebben oren en ze horen niet. Wie het kwaad zien, die worden blind; die het horen, worden doof; die het kwaad verrichten, moeten sterven. Maar tevens kan ook niemand God zien en in leven blijven.

Maar het kwaad bestaat ook bij de gratie van een satanische spiegeling of een verdubbeling die het zodoende een betoverende macht geeft, precies zoals een blik zich in de ogen van een ander spiegelt, ziet, gezien wordt, weet dat z'n 'zien' gezien wordt en zo eindeloos verder. Want de leugen zelf dient zich als waarheid voor te doen en zo liegt zij tweevoudig. Een eerste keer liegt zij door een leugen te vertellen. Maar die leugen maakte uiteraard niet de minste kans op succes indien zij zich niet tevens voor de waarheid zelf uitgaf.

Het kwaad manifesteert zich daarom in de dubbele negatie die wij kennen uit het spel van wiskunde en logica. Edoch terwijl in 't spel de dubbele negatie een ontkenning is welke zichzelf ontkent en aldus opheft, doet zij dat in de ernstige werkelijkheid allerminst. Het kwaad bestaat in de wereld op dezelfde manier waarop de hond er is die zijn tanden in onze kuiten plant, of de kanker die het kind, ofschoon pas in de lente van zijn leven, het leven weer ontneemt. Het kwaad is niet zomaar een tekort aan het goede, zoals de dappere Aurelius Augustinus dat zo graag wilde geloven: het is een realiteit, zo gigantisch als de duivel, die misschien wel een persoon is, trouwens net zoals de Waarheid.

Het ware kwaad verbergt zich omdat het niet verborgen kwaad slechts een vergissing zijn kan of een ziekte, een ongerijmdheid, toe te schrijven aan bijvoorbeeld slaapgebrek, onwetendheid of nog een andere overmacht. Het ware kwaad wéét van zichzelf dat het niet goed is: de leugen weet van zichzelf ook dat ze liegt, de blindheid dat ze niets ziet en de doofheid dat zij nimmer horen kan. En toch verkiest het kwaad de leugen, de blindheid, de doofheid, de onwetendheid, kortom de duisternis boven het licht, omdat het kwaad geen licht verdraagt, geen openbaarheid en geen waarheid. Het licht zou immers die tweede component van 't kwaad zonder welke het niet zijn kan, weg doen smelten. Het zou beletten dat de leugen zich voor waarheid uitgaf, het zou haar aldus ontkrachten. De leugen zou haar kracht verliezen en een farce worden, een grotesk toneel; zij zou haar publiek niet langer bedriegen doch enkel aan het lachen brengen.

Waar de boze heerst, wordt om die reden 't licht geschuwd. Alles wat verduistert en verdonkeremaant, wordt daar gezocht en geprezen met dezelfde intensiteit waarmee hongerigen naar voedsel zoeken. Verdovende middelen maar ook en vooral de verdoving van het spel dat ons de uiterst bedrieglijke indruk geeft dat wij ons aan de werkelijkheid zelf konden onttrekken. De benaming 'hasjasjins' of 'assassijnen' staat zowel voor 'hasjrokers' als voor 'huurdoders' en het Franse 'assassin' betekent ook 'publieke moordenaar': hasj is namelijk een middel dat genoeg verdooft om zonder scrupules te kunnen moorden. Hasj is gedeeltelijk door geld vervangbaar en Stanley Milgram bewees in 1963 dat, als zij dat maar straffeloos konden doen, vier vijfden van alle mensen bereid zijn om anderen te doden met het oog op winst.

Een leven in waarheid zoekt naar voedsel maar verdoving en vergif gaan hand in hand met leugens en met kwaad. Dat het bemachtigen van voedsel om te kunnen leven, afhankelijk werd gemaakt van het bezit van geld, betekent niets minder dan dat de boze zich tussen de mens en zijn God in heeft geplaatst, precies zoals de maan doet als zij de zon verduistert. De duivel eist van de mens zijn tol en hij haalt dat 'recht' uit het bedrog dat hij jegens hem pleegt en dat een soort van 'recht van de sterkste' is, want heerschappijen en machten kunnen meer dan wat in het vermogen van een mens gelegen is. De bevrediging van natuurlijke behoeften werd afhankelijk gemaakt van de eer gebracht aan een keizer, die zich van de natuurlijke middelen welke die behoeften moeten bevredigen, meester heeft gemaakt. Het dankgebed tot God volstaat niet voor een mens die zich wil voeden met de vruchten van de aarde: hij moet eerst knielen voor de heerser van de wereld die zich de schepper waant en die zijn tol eist. De wereldheerser kent zichzelf het recht toe om het leven te ontnemen aan al wie weigert om hem de eer te brengen die alleen aan God toekomt.

Het ware kwaad schuilt hierin dat het niet aan het licht gebracht kan worden: de mens gaat knielen voor de potentaat die immers, als hij dat maar wil, zijn leven kan beëindigen met één zwaai van zijn zwaard. Geen mens kan zich veroorloven om niét te buigen voor Napoleon omdat hij die weerspannigheid met zijn leven zelf bekopen zou. Geen mens is immers opgewassen tegen het geweld van een gans leger omdat het leven zelf zo weerloos is en broos, zoals trouwens alle dingen die van waarde zijn. Het kwaad haalt al zijn macht uit onze afhankelijkheid van het broze leven dat het zó vernietigen kan en zál, als wij de boze tegenstaan. Vandaar de dwang tot samenzwering, waaraan wellicht niemand zonder kleerscheuren ontsnapt. Ook op het verzaken aan het kwaad blijkt een soms hoge prijs te staan; niet-collaborateurs moeten het ontgelden.

Het kwaad verbergt zich op gesofistikeerde manieren; vaak heerst het reeds vooraleer zijn aanwezigheid werd bespeurd. Het maakt zijn entree bijvoorbeeld met de spot die eerst wordt gedreven met mensen met welbepaalde kenmerken waarover zij geen meesterschap hebben. Als men vervolgens de bespotte kenmerken zelf blijkt te vertonen, is men reeds door zichzelf veroordeeld. Bij de vaststelling dat er kwaad opzet in het spel is, heeft het kwaad reeds toegeslagen. De ogen merken het onthoofde lichaam pas op vanuit de onder de guillotine rollende kop. Zo zijn er pubers die hun zwangerschap voor iedereen verborgen houden totdat zij uiteindelijk misschien een ongeluk begaan - tegen zichzelf of tegen hun kind - omdat zij moeten vrezen voor de eigen familie die immers altijd al de spot dreef met dergelijke situaties als zij zich élders voordeden; het kwaad heeft hen immers blind gemaakt en angstig. Om dezelfde reden linken gezagsdragers van de kerk het kindermisbruik binnen het eigen instituut liever aan homofilie zonder meer, dan dat zij zouden moeten toegeven dat sowieso een meerderheid van de celibataire clerus een homofiele aanleg heeft - mensen met een heterofiele aanleg verkiezen immers geheel vanzelfsprekend het huwelijk boven het kloosterleven. Het kwaad is altijd listig.

Het ware kwaad verbergt zich en het kan ook niet ter sprake komen omdat reeds zijn verslaggevers betrokkenen zijn en nimmer vrij te pleiten van partijdigheid. Want wie het kwaad verslaan, die doen onthullingen: zij stropen het boze de kleren van het lijf, terwijl het boze zich kan wreken aangezien er principieel geen mensen bestaan die hun naaktheid niet onttrekken willen aan het (boze) oog. Het kwaad verbergt zich en het onverborgene is het goede, het is het niet bezwaarde, datgene dat niet door een geweten wordt geplaagd. En raken ook hier de uitersten niet aan elkaar?

*

Als gezegd wordt dat iets waar is, dan worden niet één doch twee stellingen geponeerd: de eerste stelling zegt dat iets waar is, maar er is ook nog een tweede, namelijk deze die zegt dat de eerste stelling zelf waar is. Die tweede stelling is niet overbodig: zij moet garanderen dat er niet gelogen wordt, dat diegene die de uitspraken doet, te goeder trouw is. Als iemand zegt dat iets waar is en hij is niét te goeder trouw, dan kan men antwoorden dat wat hij zegt, niet noodzakelijk waar is. Het zou weliswaar zo kunnen zijn dat wat hij zegt, ook klopt, maar als dat zo is, dan is dit zeker niet een gevolg van de goede trouw van de betrokkene; leugenaars verdraaien de waarheid immers niet per definitie doch enkel en alleen wanneer het in hun kraam past. Indien leugenaars de waarheid altijd verdraaiden, dan zou het volstaan dat men wist dat zij logen opdat men ook in staat zou zijn om de waarheid te kennen. Maar vaak kénnen leugenaars de waarheid niet eens ofwel stellen zij er geen belang in: ze zeggen wat hen goed uitkomt en daarmee is de kous ook af.

Als dus gezegd wordt dat iets waar is, dan kan de negatie hiervan op verschillende zaken slaan. Ofwel betekent zij dat het niet waar is dat door iemand gezegd werd dat iets waar is. Ofwel betekent zij dat door iemand gezegd werd dat iets onwaar is. Tenslotte kan zij ook nog betekenen dat men niet wéét of door iemand gezegd werd dat iets waar is. Maar hiermee is echter nog steeds geen uitsluitsel gegeven omtrent het feit of dit alles telkenmale al dan niet door een leugenaar werd gezegd. Van zodra men zich op de zogenaamde meta-niveaus begeeft, bevindt men zich op drijfzand en is het einde zoek.

Voor het kwaad moet men de ogen sluiten, en soms gaat dat zo ver dat van een echte blindheid sprake is. In De nieuwe kleren van de keizer zien alle betrokkenen dingen die er niét zijn omdat zij zich met de leugenaars compromitteerden, en dingen die er wél zijn, zien zij niét. Om dezelfde reden applaudisseren in De avonturen van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak, de hovelingen voor een leeg doek. Maar wat ons in de wereld van de kunst soms overduidelijk lijkt, is evengoed daarbuiten aanwezig in het alledaagse en het schijnbaar vanzelfsprekende. Omwille van papieren geld wordt brand gesticht en wordt gemoord. De waarheden worden voortgebracht door wie de toon aangeven, en dat zijn diegenen die men het ergste vrezen moet; zij die geen kwaad doen daarentegen, worden helemaal niet opgemerkt.

Iedereen weet dat, als twee mensen in het bijzijn van een hond met een bal naar elkaar gooien, de hond dan opspringt naar de bal. Spelen zij hetzelfde spel, maar zónder bal, en doen zij dus alsóf ze gooien met een bal, dan blijft de hond opspringen alsof er nog steeds een bal was. De regel luidt: als baasje de bal ziet, dan is die bal er ook en dan zal de hond daar naar handelen of hem ook zien. En uit het feit dat ook honden zich aan die regel houden, blijkt dat hij in het kuddebeest zit ingebakken: kuddegeest is geen cultuurproduct maar een primitieve, dierlijke wet, zoals ook die van het zelfbehoud.

Kuddegeest houdt niet op bij een oppervlakkige en ondoordachte volgzaamheid. Zoals blijkt uit proeven waarin ook dieren worden betrokken, blijkt het volgzame individu niet eens in staat om de realiteit waar te nemen zoals die is: de kuddemens heeft een leider nodig om die waarnemingen in zijn plaats te doen. De kuddemens kan niet vaststellen of het regent, hij wacht totdat een daartoe bevoegd individu een oordeel velt en hij handelt dan volgens dat oordeel van die ander. Maar als reeds op het vlak van zogenaamd louter objectieve waarnemingen, de zaken zo onbeslist blijken te zijn, hoeveel te meer zal dat dan niet het geval zijn inzake bijvoorbeeld morele waarnemingen en oordelen die immers ver van de direct zintuiglijke waarnemingen af staan.

Of iets al dan niet moreel goed is, kan worden uitgemaakt door het geweten, zo zegt men. Maar in de vergelijkende cultuurwetenschap wordt aangetoond dat het geweten gevormd wordt door de cultuur waarvan men deel uitmaakt: het geweten blijkt het geheel van de geïnterioriseerde leefregels uit de cultuur. De oordelen waarvan wij dachten dat ze afkomstig waren uit het diepste van onze ziel en die wij toeschreven aan de faculteit van ons geweten, blijken wetten waaraan wij ons hebben onderworpen onder aanhoudende sociale druk.

Als de leider van een groep, 'goed' is in moreel opzicht, dan zal in principe ook de ganse groep die toch zijn voorbeeld volgt, goed zijn. Maar is de leider van een groep een 'boze', dan zal zijn voorbeeld ook zijn volgelingen besmetten. Edoch, het moet nu duidelijk wezen dat deze stellingen heel gammel dreigen te worden in het licht van de reeds gedane vaststellingen: een boze leider met boze wetten zou het zogenaamde goede via de pervertering van de normen, eveneens perverteren: kan goed, kwaad worden en omgekeerd? Of bestaat er alsnog een objectiviteit welke verbiedt dat de wet van de dubbele negatie uit de logica ook in de werkelijkheid van toepassing kan zijn? Verbiedt het kwaad met andere woorden dan niet zichzelf?

In de logica slaat de dubbele negatie echt nergens op, aangezien aldaar alle uitspraken a priori gedesubjectiveerd werden, wat wil zeggen: ontdaan van diegene die ze doet. De logicus doet immers alsof uitspraken een bestaan hadden op zichzelf: dat ware uiteraard nonsens, maar de logicus blijkt nu eenmaal blind voor deze vanzelfsprekendheid. Van op zichzelf staande oordelen kon men probleemloos de negatie maken - "Het regent" werd dan zonder meer "het regent niet". Maar van zodra men ook diegene die de uitspraak doet, in acht moet nemen, blijkt men met tenminste twee waarheidsniveaus geconfronteerd te worden. Neemt men die in rekening, dan gaat het immers om een uitspraak welke expliciet luidt dat Jan zegt dat het regent, en de ontkenning daarvan luidt niet dat Jan zegt dat het niet regent, maar wel dat Jan niet zegt dat het regent, en dat is iets heel anders. De negatie van de uitspraak "het regent" is met andere woorden de uitspraak dat we helemaal niet wéten of het al dan niet regent. Immers, niemand blijkt uitsluitsel te hebben gegeven over het feit of het al dan niet regent, en we hebben er dus het raden naar. Maar in geen geval kunnen we besluiten dat de ontkenning zou betekenen dat het niét regende. De logica is simplistisch, ze is een spel en ze heeft uit zichzelf geen enkele band met de werkelijkheid, precies omdat het subject dat de uitspraken met de werkelijkheid verbindt, ontbreekt.

Ook in het kwaad verbergt zich uitgerekend dit subject dat hetzij waarheid spreekt, hetzij liegt. De leugen kan gedijen bij de gratie van de onzichtbaarheid van de leugenaar. Valt zijn verkapping weg, dan wordt de leugen krachteloos, want zij verandert in een grap. Het beste verbergt zich het subject nog in de kudde, in het napraten van wat een leider voorzegt, in het blinde navolgen van een norm welke als heilzaam of als alleenzaligmakend voorgehouden wordt. De hypocrisie van het kwaad openbaart zich in de goddeloosheid die in de verkrachting van de waarheid schuilgaat: in het lelijke toneel waarin de spelers voorhouden de waarheid te proclameren, terwijl zij slechts de machthebber napraten teneinde zichzelf veilig te stellen. Desnoods doen zij dat op de koop toe ten koste van mensen die zich met het eigen bloed borg stellen voor de waarheid, of voor God, wat sinds oudsher het martelaarschap wordt genoemd. Het goede kan immers in deze wereld niet overleven zonder de losprijs van het bloed dat de boze sinds oudsher opeist. Het christendom is daarom een bijzonder bloederige en in zekere zin ook bloeddorstige religie waartoe niet alleen zaken zoals het lijden en de dood behoren maar ook het vampirisme, het martelaarschap en het kannibalisme. Het christendom is immers een bijzonder organische religie, in die zin dat zij mens en God, precies zoals moeder en kind, met levend bloed en vlees verbindt.

De levende band, het leven zelf en het organische, ontbreken nu volkomen in het kwaad. Het kwaad gedijt zoals gezegd bij de gratie van een subjectloosheid welke de dubbele negatie een satanisch spel kan laten spelen dat de werkelijkheid verwringt. Het kwaad zal noodgedwongen het leven door namaak vervangen, zoals het ook God vervangt door de mammon: het spontane spel van de natuurlijke geboden en verboden welke ontspruiten aan de noodzaak, wordt opgeblazen en vervangen door een regelgeving of een wetboek, ontsproten aan het verstand van een of andere potentaat, of misschien veeleer aan diens onverstand. Een zielloze machine acht zich de meerdere van een levend organisme en de machine legt het organisme wetten op, ze houdt het in de ban. De golem overheerst zijn schepper, de mens wordt door zijn instrumenten in gebruik genomen, middel en doel worden onderling verwisseld en zo worden tevens alle waarden in diezelfde beweging geperverteerd.

Niet langer zijn nood bepaalt waarop iemand recht heeft, maar wel zijn bezit, hoe paradoxaal het ook klinkt: bezit geeft recht op nog meer bezit; nood kan slechts leiden tot nog meer nood. Zo zal de hongerige, zijn hoge nood ten spijt, spijs en drank moeten derven, vaak tot de dood volgt, terwijl de rijke, ofschoon die geen enkele nood heeft aan voedsel of aan drank, het recht krijgt om het voedsel in te palmen (en als hij dat wenst zelfs te vernietigen) - het voedsel dat de noodlijdende in leven houden kon. Het ontbreken van het levende en het organische leidt ertoe dat de nood niet langer wordt gelenigd, doch recht naar de dood van de noodlijdende leidt. Aan de hongerige wordt het goede voedsel onthouden, en wie verzadigd zijn, verbrassen wat toekwam aan de doden. Het natuurlijke signaal van de noodlijdende wordt niet langer beantwoord door het natuurlijke medelijden, maar het ontlokt aan de geperverteerden van de huidige heersende cultuur, een afkeer in plaats van een empathie, terwijl spilzucht en verbrassing niet langer de afkeer wekken maar daarentegen een vreemd soort van aantrekkingskracht uitoefenen. Maar het is een aantrekkingskracht die na een grondige analyse een verkapte vorm van jaloezie blijkt te zijn. In een systeem dat geënt is op de hebzucht en op het egoïsme, manifesteert men zich tenslotte niet anders dan middels een maximaal verteer.

Op die wijze is het kwaad ook uitermate destructief, en die vernietigingskracht kan dit keer niet meer worden ingetoomd omdat elke organische feedback ontbreekt: op de hebzucht staat geen grens, de hebzuchtige bezit nooit genoeg en derhalve kunnen de wedstrijden waarbij men om het meest verteert, nooit een halt worden toegeroepen. De fuif van de ene kost duizend euro, een volgende overtroeft hem met een fuif van tweeduizend euro en een derde ziet zich genoodzaakt om weer een groter bedrag uit te geven want in een wereld van hebzucht en concurrentie is verliezen taboe. De illusie van het onbeperkte en het oneindige volgt uit de onverzadigbaarheid die eigen is aan de illusies of de leugens die de zuchten of de zonden tenslotte zijn. Zij nemen van bij het prilste begin de mens op sleeptouw, niet naar een of andere hoge bestemming, doch steeds verder weg van zijn doel, dat ten slotte sowieso in een of andere vorm van bevrediging ligt. Bevredigd kunnen de zuchten immers niet worden: zuchten zorgen voor steeds grotere hiaten en het jojo-effect dat ze op gang brengen, gaat door totdat het organisme, dat verondersteld wordt om dit alles maar te kunnen blijven dragen, crasht. Het organisme van het individu, het organisme van de mensheid, het organisme van het levende en het organisme van de totaliteit. Het kwaad vernietigt en blijkbaar houdt het met deze werkzaamheid niet op zolang er nog dingen recht staan.

Vergat men dan dat het goede niet vanzelfsprekend is, dat het gemaakt moet worden en dat het grote en blijvende inspanningen vraagt om het in stand te houden?

(J.B., 2 mei 2010)

 

*


17-04-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stof en as -
 


Stof en as




"De vierde engel blies op zijn bazuin. Een derde deel van de zon, van de maan en van de sterren werd getroffen, waardoor dat deel verduisterd werd. Een derde deel van de dag en ook van de nacht was er dus geen licht."


(Openbaring 8,12)



In de oudste tijden, lang nog voordat de uilen spraken, ging in de darmen van de aarde, de aarde zelf aan het koken: de stenen smolten tot een hete brij. De brij kolkte en omdat de aarde haar eigen brouwsel niet meer kon inhouden, spuwde zij het uit door vele monden, hemelwaarts. Maar ook de hemelen weigerden het spuwsel en het viel weer neer: gloeiende lava overdekte de aarde, stroomde, stolde en vormde bergen. Op één van die bergen - Vesuvius, nabij Napels - zetten zich per schip voorbijtrekkende Osken en daarna ook Etrusken neer en zij stichtten Pompeï, een stad bestemd voor de eeuwigheid.


Dat gebeurde omstreeks 700 jaar voor Christus. Pompeï groeide zeven eeuwen lang totdat in 79 na Christus de Vesuvius weer in barensnood verkeerde. De kleine Plinius, een neef van de geleerde Plinius, was ooggetuige en beschreef de ramp. (1)


Uitgerekend daags na de feestdag van Vulcanus (in het Grieks: Hephaistos; bij het Etrusken: Sethklans), de god van het vuur aan wie de vulkaan zijn naam ontleent, en dat was op 24 augustus van het jaar 79 om één uur 's middags, vestigde de moeder van Plinius' oomzegger in de haven van Misenum waar Plinius commandant was van de vloot, zijn aandacht op een grote wolk in de gedaante van een parasolpijnboom, die verscheen boven het gebergte van Pompeï. Hij wilde het verschijnsel bestuderen, toen hij net een brief ontving met een dringende vraag om hulp vanwege Rectina, de vrouw van ene Cascus, die op die onheilspellende plaats verbleef en die nog slechts via de zee weg kon van daar.



Oom Plinius liet zijn onderzoek voor wat het was en stak van wal met grote schepen richting Pompeï, om er de noodlijdenden te redden. Hete as viel neer op de schepen die de haven naderden welke moeilijk bereikbaar leek en zij zetten koers naar Stabiae waar Plinius' vriend Pomponianus woonde. Plinius trachtte de bange Pomponianus gerust te stellen terwijl grote vuurzeeën verrezen tegen de nachtlucht welke hij toeschreef aan brandende villa's. Maar terwijl Plinius sliep, viel er zoveel as dat men hem moest wekken om weg te vluchten en men moest kussens vastbinden op het hoofd tegen de vallende puimstenen. De aarde beefde en op die plaats wilde het geen dag worden. Een felle tegenwind maakte de afvaart onmogelijk en oom Plinius, die al aan asthma leed, werd in zijn slaap door de zwarte rook bevangen en stierf.


Intussen was de neef van wijlen de geleerde Plinius in Misenum gebleven met zijn moeder, en daar waren al dagen lang ongewoon zware aardschokken. Die bewuste ochtend noopte instortingsgevaar hen de stad te verlaten. Ze vertrokken en werden gevolgd door een grote menigte. De zee trok zich terug, het ongewoon brede strand lag vol met zeedieren. Over de zee zag men het licht van vuur en lava in de duisternis. Alras verdween Misenum in een rode wolk. Er viel as en een zwarte nevel doemde op achter de grote vluchtende mensenzee. Het werd pikdonker, weeklachten weerklonken, sommigen dachten dat het einde van de wereld aanbrak en dat het nooit meer dag zou worden. Er viel meer as. Later verscheen uiteindelijk een loodkleurige zon. Bij de terugkeer huiswaarts - naar Misenum - leek alles met grauwe sneeuw overdekt.


Vulkanen houden er blijkbaar van hun feestdag te vieren: op 27 augustus van het jaar 1883, barstte de Krakatau uit, een vulkaan in de zee-engte tussen Java en Sumatra, en dit veroorzaakte een klap die zelfs 600 km verderop te horen was. De vorige uitbarsting dateerde van 535, en uit beschrijvingen daarvan blijkt dat die zo groot was dat ze het toenmalige Indonesische eiland in twee deelde, waardoor Java en Sumatra ontstonden. Maar ook uit de uitbarsting uit 1883 ontstonden nieuwe eilandjes. We hebben daar beschrijvingen van in onze eigen taal omdat toentertijd de streek door de Nederlanders gekoloniseerd werd. Uit de ooggetuigeverslagen blijkt de immensiteit van de uitbarsting, welke gevolgd werd door een tsunami die nog veel krachtiger blijkt dan deze die in 2004 aan bijna 300.000 mensen het leven kostte.


Bij de uitbarsting van de Krakatau in 1883 viel er bijzonder veel puin, en de beschrijvingen van neerkomende gloeiende asse, doen aan de ramp van Pompeï denken. Het begon al in mei en van het anders zo prachtige, groene eiland, bleef algauw slechts een verbrande berg over, geheel ontbladerd en grauw...


"Toen kwam de uitbarsting van 26 Augustus, zoo ontzettend in haar verschrikkelijke gevolgen. De slachtoffers kunnen bij tien duizenden geteld worden, en de materieele schade is zoo groot, dat zelfs een benaderende schatting nog niet gemaakt kan worden. Alleen in het district Bantam zijn 21.538 personen omgekomen of vermist, terwijl de schade op ruim 6 millioen gulden wordt geschat." (2)


's Maandags trad de duisternis in, viel er as uit de hemel en werd het koud. De as viel tot in Cherbon, op 85 uur van de vulkaan vandaan. Alras bleek dat de uitbarsting een ramp was, vooral ook door de daarop volgende tsunami die in de straat van Java 12 tot 27 meter hoge vloedgolven veroorzaakte, Te Batavia rees de zee 5 meter, en de golf plantte zich voort tot op de Afrikaanse en de Amerikaanse kusten. Ganse dorpen werden weggevaagd, koraaleilanden opgetild en kilometers landinwaarts weer neergezet, duizenden lijken en kadavers verwekten een vreselijke stank. En ook waren er hemeltergende taferelen:


"Een moeder is met levensgevaar met haar kind, een knaapje van een jaar of drie, aan den vloed ontkomen. Zij drukt het krampachtig aan haar hart, terwijl zij radeloos haar man in zijn pogingen, om iets van zijn have te behouden, voor haar oogen met het woedende element ziet worstelen, en eindelijk in den poel reddeloos ziet verzinken. Ten minste is mijn lieveling gered, denkt de moeder; maar als zij het kussen wil, bemerkt zij, dat zij het in haar angst heeft doodgedrukt." (3)

Foto hieronder: de Gunnung Bromo en andere vulkanen in de buurt van de Krakatau.
(Foto: Fraser en Belinda, november 2013)







Bij de historische uitbarsting in 1669 van de Siciliaanse Etna (na de Stromboli de actiefste vulkaan van Europa en met zijn 3323 meter tevens de op één na de hoogste van Europa), stroomde de lava tot in de stad Catania.




Op de scheur tussen de Amerikaanse en de Europees-Afrikaanse tectonische plaat, ligt IJsland, een vulkanisch eiland overdekt met 60 miljoen jaar oude gesteenten. Het 'maanlandschap' aldaar getuigt ervan dat het eiland in feite één grote vulkaan is: geen groen op IJsland, wel warmwaterbronnen, de zogenaamde geisers, gletsjers, besneeuwde bergtoppen, watervallen en... actieve vulkanen.


De vulkanen op IJsland zijn van het langdurig spuwende type, wat wil zeggen dat zij maanden en soms jaren aan een stuk actief kunnen blijven, en in het verleden barstten zij vaker gezamenlijk uit. Bij de uitbarsting van de Laki in 1783 overdekte de lava een oppervlakte van meer dan 500 vierkante kilometer en de gassen en de zure regen, die zelfs de huid irriteerde, maakten IJsland steriel en er kwam hongersnood: een vierde van alle IJslanders stierven, 10.000 mensen in totaal, alsook een groot deel van het vee. In Engeland kwamen 23.000 mensen om.


IJsland is één grote vulkaan met meer dan honderd kraters, onophoudelijk spuiten geisers alom hete waterdamp de lucht in en vullen zich daar waterbekkens, ganse meren, met warm water. Na een rust van 187 jaar, is de Eyjafjallajökull op 20 maart laatst leden weer actief geworden en er valt weinig goeds te voorspellen, wetende dat zijn vorige uitbarsting, in 1821, zomaar eventjes 13 maanden aanhield. Bovendien is de kans volgens sommige geologen vrij groot dat deze vulkaan ook zijn buur zal aansteken... die zowat tien keer krachtiger is.


In één dag tijd - van 14 tot 15 april 2010 - vormde zich boven de Eyjafjallajökull [eigenlijk de Guðnasteinn (*)] een aswolk met de oppervlakte van Engeland (ongeveer 130.000 vierkante kilometer). Wetende dat het aardoppervlak (land én zee) zo'n 500 miljoen vierkante kilometer bedraagt, volstaat het althans in theorie dat onze vulkaan 10 jaar ononderbroken rook uitblaast opdat het overal pikkedonker zou worden. Maar voor zijn buur, die immers tien keer krachtiger is, ware één jaar ruimschoots voldoende om de eeuwige duisternis te bewerkstelligen.


"Hij opende die put, waaruit rook opsteeg als uit een grote oven. De zon en de hemel werden verduisterd door de rook uit de put." (Openbaring 9,2 - NBG 2004/2007).



(J.B., 17.04.2010)



Noten:


(1) De ooggetuige Plinius Minor beschreef de uitbarsting op vraag van de geschiedschrijver Tacitus, die wilde weten hoe Plinius (Minor) zijn oom, die een geleerde was, omkwam, samen met tallozen in meerdere omliggende steden (Plinius Minor, Epistula VI 16), en ook wilde hij weten hoe Plinius Minor zelf die periode doorstond (Plinius Minor, Epistula VI 20). Een versie van de tekst van deze brieven, vertaald naar het Nederlands, vindt men hier: http://satura-lanx.telenet.be/Vita%20Romana/04_Vita%20Romana_Pompei/04_2C.htm .

(2) http://www.houwie.net/krakatau0.html , en: http://www.houwie.net/krakatau/krakatau1.html

(3) http://www.houwie.net/krakatau/krakatau2.html .

(*) De Eyjafjallajökull is een gletsjer die bovenop de 1666 meter hoge vulkaan Guðnasteinn ligt. (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Eyjafjallaj%C3%B6kull )








14-03-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tweede bedenking naar aanleiding van het artikel
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een tweede bedenking naar aanleiding van het artikel "De islam en de hoofddoek in België" van Etienne Vermeersch (°)

Als scholieren de hoofddoek onder dwang dragen, dan zal een wettelijk verbod hen tegen die dwang beschermen, zo argumenteert Vermeersch. Edoch, als hier géén dwang in het spel is, dan is zo'n verbod een ongeoorloofde vrijheidsberoving.

Analoog ligt de nadruk op discretie ("'low profile' inzake het continu publiek uiten van de eigen opinies"), omwille van de rechtvaardigheid ("Opdat alle opinies en gevoeligheden in dezelfde mate aan bod zouden komen (...)"), maar zodoende gaat de gevierde 'neutraliteit' ook naar oppressie neigen, daar blijkt dat zij slechts kan overleven als zij haar "alles mag" van weleer, nu bereid is te vervangen door het "niets mag".

Het is duidelijk dat die 'neutraliteit' zich in die groteske 'gedaanteverandering' feitelijk ontdoet van de redelijkheid zelf waarvan zij oorspronkelijk beweerde een kind te zijn. Of kan het recht dan zegevieren waar iedereen moet zwijgen? Schept de stilte dan gelijkheid? Dit lijkt meer op een gesofisticeerde variant van een allang aan de gang zijnde struisvogelpolitiek.

Het is bevreemdend dat uitgerekend de voorstanders van de open debatcultuur het "gewenst [achten] dat geen enkele opinie op een bijzondere wijze in de kijker loopt" en dat zij aldus confrontaties vermijden die tot discussies zouden kunnen leiden.

In wezen duikt ook hier de door sommigen gezochte neutraliteit op als een hersenschim ontsprongen aan het naïef realisme van een reductionistisch wereldbeeld dat de zelfreferentieproblematiek miskent en de onmogelijkheid van een uit de menselijke machtswil geboren objectivisme. Het wetenschappelijk experiment als basis voor de ware theorie berust hoe dan ook op parameters die uiteindelijk naar onze zintuigen verwijzen, terwijl perceptie op haar beurt mede door de theorie bepaald wordt. Bovendien kunnen waarden nooit in termen van waarheden worden uitgedrukt, terwijl het omgekeerde noodzakelijk is: de keuze voor een maatstaf waarmee waarheid wordt gemeten is per definitie een waardering; waarheid is een specifieke waarde maar niet andersom.

(J.B., 14 maart 2010)

(°) Etienne Vermeersch, De islam en de hoofddoek in België. Een bredere benadering, De Morgen, 11 maart 2010. Zie ook: http://www.etiennevermeersch.be/artikels/god_rel/de-islam-en-de-hoofddoek-in-belgie  .


13-03-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar aanleiding van het artikel
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naar aanleiding van het artikel "De islam en de hoofddoek in België" van Etienne Vermeersch (°)

 

De wijze waarop dieren hun territoria afbakenen is afhankelijk van de soort en bij de mens is dat een complexe zaak geworden. Sommigen zien zelfs in de dracht van welbepaalde kledingstukken door vrouwen, een vorm van culturele territoriumafbakening gepleegd door mannen, middels hun vrouwen. Wrevel ontstaat uiteraard van zodra argwaan rijst over een mogelijke tekenwaarde van klederdracht, heel eenvoudig omdat zij dan kan worden beschouwd als provocatie, invasie of oorlogsverklaring onder de dekmantel van onschuldige kledij.

Maar provocatie dient dubbelzinnig te zijn, wil zij maximale efficiëntie hebben: zij wacht op uitgerekend die interpretatie van de tegenstander die hem medeplichtig maakt aan het uitbreken van het conflict, in de wetenschap dat het kwaad, evenmin als het teken, op zichzelf bestaat. Het kwaad zetelt immers niet (exclusief) in het beeld, maar (ook) in het oog van de toeschouwer en evenzo wordt een kledingstuk, of eender wat, pas door de synergie met een eventueel uit te lokken interpretatie, een teken. Waar de waarnemer niet meewerkt, ontbreekt het vuur waarop de olie wordt gegoten en missen aanstokers of aanstekers onherroepelijk doel.

In dat laatste geval zal bijvoorbeeld een bepaalde klederdracht oppervlakkig worden nagebootst door lieden die van de eventueel onderliggende lading, tekenwaarde of cultuur geen benul hebben. Alleen al door mode te worden, kunnen die zaken hun tekenwaarde spontaan verliezen omdat zij ophouden een discriminerende kracht uit te oefenen: zij kleden dan om het even wie aan. Derhalve zou een verbod op de dracht van de kledij in kwestie, de impliciete beschuldiging inhouden aan het adres van diegenen voor wie zij een tekenwaarde had, dat ze die kledij monopoliseerden, wat dan inhield dat zij de dracht ervan aan anderen zouden verbieden. Dat is het geval met bijvoorbeeld politie-uniformen en eretekens, maar niet met hoeden, sjaals of sokken die immers dienen als beschutting tegen kou en wind.

Er bestaat gelukkig nog altijd geen auteursrecht op kledij, omdat kledingstukken niet in de eerste plaats woorden zijn en omdat zij daartoe ook niet mogen worden herleid: al wie dat nodig hebben, moeten zich onbelemmerd kunnen kleden. Kledij kan pas maatschappelijk worden verplicht waar het ontbreken ervan de maatschappij kon ontordenen, en pas om diezelfde reden mag zij ook worden verboden. Waar mensen aan het dragen van bijvoorbeeld schoenen specifieke culturele connotaties vastknopen, is dat hun eigen zaak, en ze zijn geheel vrij om dat te doen zolang zij anderen maar niet verplichten om blootvoets te gaan lopen. Anders krijgen we alras absurde toestanden zoals onlangs nog in de zaak van de zogenaamde "omstreden borstnummers" voor voetbalspelers: nummers die wel eens aan de initialen van bijvoorbeeld Adolf Hitler konden herinneren, stel je voor! En men hoeft geen wiskundige te zijn om in te kunnen zien dat dit een straatje zonder einde is.

(Jan Bauwens, 13 maart 2010)

(°) Etienne Vermeersch, De islam en de hoofddoek in België. Een bredere benadering, De Morgen, 11 maart 2010. Zie ook: http://www.etiennevermeersch.be/artikels/god_rel/de-islam-en-de-hoofddoek-in-belgie  .


11-03-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ziel

De ziel

Vertonen velen onder ons dan niet de neiging om de wereld te vervangen door het internet ofwel door nog een andere fictieve constructie? Komt het leven van sommigen niet in functie te staan van het foto-album of de video? Primeren de afbeeldingen niet op de mensen zelf welke zij afbeelden zodat het leven plaats moet maken voor het acteren of voor de pose? En waarom dan? Waarom laten sinds oudsher farao's, koningen, keizers en pausen zich beeldhouwen ten voeten uit of schilderen en portretteren?

Een paus die zich naar buiten begeeft, moet op zijn kleren letten, op zijn hoed, zijn kraag en op zijn ganse houding, op zijn woorden ook, want elk van zijn stappen wordt nauwkeurig vastgelegd, elk gesproken woord gewogen en van commentaar voorzien, geen van zijn blikken ontsnapt aan die van talloze miljoenen. Alles wat hij doet, is toneel; zijn bestaan lijkt herleid tot de materiële schijn daarvan.

Schrijvers transformeren zichzelf in lettertekens, zinnen, paragrafen, hoofdstukken en boeken: zij leven niet meer echt, alsof ze het licht van de zon en de wind die met de takken speelt, misprezen. Tekenaars en beeldhouwers zetten al hun bewegingen om in beelden, componisten maken van hun allerlaatste ademteugen klanken en acteurs verwisselen het eigen bloed voor rollen onder de spots op scène of op het witte doek. Daartoe ook dient een mens, zo leggen zij geduldig uit: om zichzelf te transformeren middels die processen of ook middels zijn arbeid, want enkel zo kan men zichzelf verheffen, aan de anderen ten geschenke geven maar vooral voortleven als het einde is gekomen.

Op dat voortleven na de dood richt zich alle aandacht, alsof dit bestaan onecht was, voorlopig en een spel. Het begint pas op het ogenblik dat het definitief beëindigd werd, zo geloven velen terwijl het nog aan de gang is, en daarom laten zij zich afbeelden in steen, op doek, op video, ofwel veranderen zij zichzelf met noeste arbeid in een geheel van lettertekens, vormen, klanken die de tijd trotseren.

Een exponent van deze dan toch ontegenzeggelijke manie waarin men alles wil omvormen tot iets dat de zaak zelf overleeft, een essentie die het omhulsel te boven gaat, een ziel, een distillaat, vindt men in Het parfum van Patrick Süskind (1), waarin een gek de ziel der dingen identificeert met slechts hun geuren: als hij die geur eerst uit de dingen haalt, zijn ze voorgoed gered; hun omhulsel wordt dan bijzaak.

Want in de optiek van de moordenaar uit de genoemde roman, worden zijn slachtoffers niet vermoord doch gered. Al wie onwetend blijven omtrent die ultieme 'waarheid' - dat onze ziel samenvalt met onze lichaamsgeur - zullen nooit in staat zijn om de edelste bedoelingen en handelingen te begrijpen: zij zien een moordenaar waar een messias aan het werk is, iemand die het leven in een elixir voorgoed bewaren wil en aan de zo vergankelijke stof onttrekt.

Maar streven wij allen niet wezenlijk hetzelfde na als wij de dingen identificeren met, bijvoorbeeld, alleen maar hun vorm, en als wij aldus geloven mensen te vereeuwigen door afgietsels van hen te maken? Afgietsels van hun lichaam, van hun genen en zelfs van hun geest? Want waarom anders leren wij afbeeldingen te maken, beschrijvingen en reportages? Waarom neigen we ertoe om het levenloos geschreven woord zoveel hoger te achten dan de gesproken taal en dan het leven zelf, zoals dat bij uitstek blijkt uit de veronachtzaming van de rechten der papierlozen? Waarom anders werken wij, elk op zijn wijze en met zijn eigen talenten, dan om onszelf tot de vermeende essentie te herleiden?

In de wereld van Süskind's moordenaar is die essentie niets dan geur. Een krankzinnige en verfoeilijke kijk, kortzichtig, ziek en misdadig - zo oordeelt elk van ons onmiddellijk. Maar wat dan wordt in onze huidige wereld als de essentie der dingen aanzien? Wat is datgene waartoe elkeen wordt herleid en waartoe men ook elkaar herleidt, klaarblijkelijk geheel vanzelfsprekend? Wat is het distillaat waarin alles en iedereen wordt omgezet? Wat anders dan... geld?

(J.B., 11 maart 2010)

Noten:

(1) Patrick Süskind, Das Parfum, 1985.


10-03-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De massa en de mensheid

De massa en de mensheid

 

Mao zei dat de macht komt uit de loop van een geweer en als dat klopt, is macht te danken aan geweld of aan de dreiging daarvan. Dat is dan zo omdat het leven uiterst kwetsbaar is: het vraagt miljoenen jaren van ontwikkeling om een levend wezen en uiteindelijk ook een mens ter wereld te brengen, maar al wie of wat leeft, is van vlees en bloed; een simpele slag van een stok, kan doden. Ons leven hangt af van toevalligheden, gunsten en genaden; het is onzeker en in de regel nooit vrij van dreigingen.

 

Wie macht wil uitoefenen over een ander, kan dit doen door die ander schrik aan te jagen, en dat weet elkeen reeds uit de ervaringen van zijn kindertijd. Wat echter niet zo makkelijk tot het besef doordringt, is dat het meest efficiënte voorwerp van de angst, de angstige zelf is: macht over anderen wordt vooràl bereikt door die anderen bang te maken... voor zichzelf.

Het klinkt paradoxaal maar het is allerminst een tegenspraak: pas als iemand een ander bang kan maken voor zichzelf, kan hij bij die ander de vertrouwenspositie inpalmen die voordien natuurlijkerwijze aan diens eigen persoon toekwam. In wat andere bewoordingen gaat de ander dan zichzelf wantrouwen omdat hij zichzelf is gaan vrezen. Voortaan zal hij dan niet langer bij zichzelf te rade gaan, maar wel bij de indringer die hem belooft hem te zullen beschermen tegen zijn eigen zelf waarin hij immers niet langer kan vertrouwen omdat die indringer het in discrediet bracht. Zodoende dringt die indringer binnen tot in de kern van de persoonlijkheid van zijn slachtoffer, waar hij zonder enige tegenstand het roer overneemt.

De hellepreken uit de kerk zijn mooie voorbeelden van hoe macht op de beschreven manier verworven wordt. Een in een kerkgebouw verzamelde mensenmassa krijgt een donderpreek te horen, bij voorkeur over sex. Het argument ten spijt dat zonder sex binnen de kortste keren alle leven van de aardbol zou verdwijnen, weet de prediker de massa zodanig met woorden te bewerken, dat niemand eraan denkt te protesteren als de 'herder' sex gelijkstelt aan doodzonde.

De prediker valt de natuur van de mens zelf aan. Wat zeg ik? Hij valt de natuur van het leven als zodanig aan, doet het leven twijfelen aan zichzelf en zo ook alle gelovigen. Meteen benut hij ook nog eens de kuddegeest die protest - vanwege de enkeling - bijzonder bemoeilijkt en feitelijk onmogelijk maakt.

Op die wijze wordt de massa gedwongen tot zelfverraad: in het openbaar veroordeelt de prediker hen allen, en allen houden ze hun mond, waardoor zij op hun beurt openlijk zichzelf veroordelen. Voortaan zal wie weerstand durft te bieden aan die openbare 'uitspraak', door de massa zelf op passende wijze worden bestraft.

Het inpalmen van een ander is weliswaar onmogelijk als die ander niet eerst zichzelf verraadt. Maar van zodra hij dat doet, is hij uiteraard verloren. Het ondermijnen van de persoonlijke autonomie is dan ook de eerste en de belangrijkste taak van de machtswellusteling.

Het zelfverraad nu, wordt in de hand gewerkt door, enerzijds, de kuddegeest en, anderzijds, de massamanipulatie van de machtswellusteling. Teneinde aan het zelfverraad te kunnen ontsnappen, moet men derhalve aan de kuddegeest kunnen weerstaan. Aangezien nu de kudde gestuurd wordt door de machtswellusteling, moet al wie aan de kuddegeest effectief wil kunnen weerstaan, eerst kennis hebben van de middelen waarmee de machtswellusteling de kudde manipuleert en, vervolgens, in staat zijn om daartegen in het geweer te komen en, meer bepaald, met bétere middelen.

Meestal verloopt het verwerven van macht relatief gemakkelijk als vooraf diegene die op macht aast, de durf heeft om naar voren te treden en het woord te nemen, of zich als gezagsvol leider te profileren. In de praktijk wordt aan de opbouw van iemands gezag door machtige instituten gedurende vele jaren, zoniet eeuwen, gewerkt. Maar dat iemands gezag feitelijk al van lang voor zijn geboorte wordt gevormd, betekent meteen dat deze gezagvoerder niet het eigen gezag voert, doch dat van wéér een ander. Zo dankt een pastoor zijn gezag aan een kerk die zijn eigen leeftijd met bijvoorbeeld tweeduizend jaar overschrijdt; het gezag dat de pastoor uitoefent, is derhalve niet het zijne, het behoort toe aan het instituut waarvan hij een gewillig instrument geworden is.

Instituten regeren enkelingen en de macht die via hen over massa's mensen uitgeoefend wordt, wordt niet langer door mensen uitgeoefend doch door instituten. Instituten worden door mensen bemand, maar het zijn zelf geen mensen. Instellingen zijn oorspronkelijk bedoeld als middelen voor mensen, maar omdat die middelen de mensen over het hoofd zijn gegroeid, zijn ze de mensen zelf gaan beheersen, en dat is dan het aloude verhaal van de golem: de dienaar die zijn meester naar zijn hand zet. Instituten zijn klonters van reglementen en regels, geboden en verboden, echter niet gesproken door een persoonlijke mond, maar gefabriceerd door lieden die zich middels hun golem willen 'opwerken'. De golem is iets dat eruit ziet zoals een persoon, maar het is dat allerminst. De golem is een marjonet die gemanipuleerd wordt door een samenzwering van lieden die op de massa pogen te parasiteren. Samenzweringen zijn geen personen en ze overtreffen het persoonlijke ook niet, omdat zij ageren zoals bendes dat doen. Het zijn 'kleine' bendes die de meer omvangrijke en logge bendes - de massa's - beheersen. Personen hebben in dit spel volstrekt geen plaats, zij worden uitgerangeerd.

 

Mensen zijn kwetsbaar en daarom ook onzeker. Potentaten maken hiervan misbruik: ze doen mensen aan zichzelf twijfelen, ze maken mensen bang voor zichzelf, en zo zorgen ze ervoor dat mensen het eigen oordeel opschorten en voortaan bij de potentaten te rade gaan. Op die wijze besturen machthebbers de massa, en ook zijzelf gaan samenscholen zodat ze in bende opereren, wat wil zeggen: geheel onpersoonlijk. Aldus regeren kerkvorsten gelovigen en politici burgers, maar zo ook ontnemen zogenaamde 'pedagogen' de natuurlijke moeders en vaders hun taak en hetzelfde doen allerlei anderssoortige 'wetenschappers', die zoals elkeen weet de hogepriesters zijn van de nieuwe tijd. Mensen verliezen hun autonomie, zij worden afhankelijk gemaakt en vervolgens tot slaaf van systemen of tot onderdeel van machinaties die hen niet ontzien.

Op de valreep van de totale overgave van de mens aan de onmens - 'het systeem' - werd aan de alarmbel getrokken door filosofen, kunstenaars en andere revolutionairen: de dreiging van bijvoorbeeld George Orwell's Big brother uit zijn 1984 werd zo reëel, dat bewegingen ontstonden die een heel andere koers wilden varen, richting meer autonomie. Die koers werd uiteraard bijzonder bedreigend geacht door en voor machthebbers, die immers bij de gratie van de heteronomie van de massamens bestaan, en zo moesten alle aanhangers van de tegenbeweging gebrandmerkt worden als maatschappelijk gevaarlijk. Zodoende kwam de maatschappij tegenover het individu te staan, alsof het om twee tegengestelde krachten ging die welhaast per definitie elkaars voorbestaan in de weg stonden. Er ontstond een troebele mist die het maken van een onderscheid tussen de uitersten van, enerzijds, het onpersoonlijke, diabolische systeem of de golem en, anderzijds, de zogenaamde mensheid, quasi helemaal onmogelijk maakte.

In acht genomen het feit dat onze fysieke kwetsbaarheid garant staat voor de uitholling van het persoonlijke en de vorming van bendes, massa's en onpersoonlijke systemen, lijkt het er sterk op dat de mensheid zich nimmer in de stoffelijke wereld kan vestigen, en dat alle samenscholingen die daar aanspraak op maken, hooguit samenzweringen kunnen zijn.

(J.B., 7 maart 2010)


23-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christendom, wraak en vergeving
Klik op de afbeelding om de link te volgen   

Christendom, wraak en vergeving

 

De inhoud van een religie kan soms fantastisch klinken - in de zin van sprookjesachtig of gefantaseerd - maar het vreemde is nu dat die vermeend fantastische zaken niet zelden gekoppeld worden aan reële data en namen.

Zo ligt op 38 kilometer van de Turkse stad Urfa vandaan, het dorp Harran, ook wel Haran of Carrhae genoemd. Men vindt daar nog de ruïnes van een meer dan 1000 jaar oude moskee. En 4000 jaar geleden leefde op diezelfde plaats Abraham. Hij stamde uit het geslacht van Noach, die ongeveer 5000 jaar geleden werd geboren, en die met zijn vrouw, zijn drie zonen en hun vrouwen, als enige mensen de zondvloed overleefden (2400 jaar geleden). Nog eens 1000 jaar vóór Noachs geboorte - en dat is dan 6000 jaar geleden - werd Adam geschapen. Laat men de tijdrekening bij Adam beginnen, dan zou in het jaar 8 de zondeval hebben plaatsgehad: Adam en Eva werden uit het aards paradijs verdreven, en zij zouden toen gevlucht zijn naar... Harran. Andermaal: Harran is geen Disneyland, het is geen verzinsel: het is een dorp nabij Urfa in het Zuid-Oosten van Turkije.

Adam en Eva kwamen in Harran terecht omdat ze door de Schepper verjaagd waren uit het aards paradijs wegens een zonde die alle mensen van hen erfden, en die daarom de erfzonde werd genoemd: tegen het verbod van de schepper in, aten zij van de vruchten van de boom van de kennis van goed en kwaad. Maar die verdoemenis was niet noodzakelijk fataal: Jahweh beloofde verlossing door het zoenoffer van zijn eigen Zoon: allen die in Hem geloofden, zouden door zijn ter vergelding vergoten, onschuldig bloed, van alle schuld worden bevrijd.

Toen Adam op zijn sterfbed lag - zo staat te lezen in het Evangelie van Nicodemus - kreeg zijn zoon Seth van de aartsengel Michaël een tak van de boom van de kennis van goed en kwaad, om daarmee zijn vader te genezen. Maar toen Seth met de tak bij zijn vader aankwam, was die al dood, en daarom plantte hij hem op diens graf. Uit de tak groeide een grote boom die vele jaren later het hout leverde voor het kruis van Christus.



Het werd ons zo vaak verteld dat we er op den duur echt doof voor werden: de mens staat sinds de zondeval bij zijn Schepper in het krijt, en die zint op wraak, Hij eist vergelding. Edoch, de zoon van God betaalt die schuld in onze plaats, en zo wordt zijn bloed vergoten voor ons heil. Dat mysterie wordt gevierd in de Heilige Mis.

Talloos zijn diegenen die zich door het christendom aangesproken voelen omwille van het bijzondere principe van de vergeving dat in de plaats treedt van de wraak. Waar in het Oude Testament en in de heilige boeken van de joden de vergelding voorop staat met de vuistregel: "een oog voor een oog en een tand voor een tand", brengt de Messias ons de verlossing met het gebod van de vergeving. Kwaad wordt niet langer met kwaad vergolden, zo luidt het, en daaruit kan men ook makkelijk verstaan dat het kwaad in de vergelding zelf moet liggen, en het goede in de vergeving. Jezus gaat nog verder waar Hij het paradoxale gebod uitvaardigt: "Bemint uw vijanden!"

De goedheid die spreekt uit de religie van de vergeving, lijkt op het eerste gezicht niet het monopolie van het christendom te zijn: zij wordt ook aan beoefenaars van andere godsdiensten toegeschreven, en ze komt zelfs voor in atheïstische wereldbeschouwingen die helemaal los van het christendom opereren. Men zou zowaar gaan denken dat men niet eens hoeft te geloven om een 'goed' mens te kunnen zijn in de christelijke zin, teneinde aan anderen schuld te kunnen vergeven of door andermans vergevingsgezindheid van de schuld jegens hen verlost te kunnen worden. Kwijtschelding lijkt alvast algemeen menselijk, de vergeving lijkt een zuiver humaan principe, alleen al omdat aan het spel van wraak en weerwraak principieel geen einde kan komen en het doden niet ophoudt zolang er mensen overschieten. Kortom: God lijkt hier op de keper beschouwd eigenlijk helemaal overbodig. Meer nog: als men de zaken van dichterbij bekijkt, dan lijkt de christelijke God de vergeving zelfs aardig in de weg te staan. Maar dat blijkt nu juist een kolossale vergissing, want geheel in tegenstelling tot de intuïtie, blijken de principes van wraak en vergeving allerminst onderling tegenstrijdig; veeleer zijn ze innig met elkaar verbonden. Zou men echt geen kippenvel krijgen als men in de bijbel het volgende leest:

"Volgens de wet wordt inderdaad vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats". (1)

Waarmee gezegd is dat vergeving zonder vergelding - alvast in het Paulinische christendom - geheel onmogelijk is. Jawel, de vergeving die men spontaan in zijn gedachten had als de christelijke tegenhanger van de natuurlijke wraak, blijkt gewoon een spook te zijn. En allen die zich door het christendom lieten bekoren omwille van het edel ogende principe van de vergeving, kunnen bij dezen kennis nemen van het feit dat zij zich jammerlijk hebben vergist: zij hebben geloofd in iets dat veel te mooi was om waar te zijn, iets dat alleen voor het goddelijke was weggelegd. Maar er is meer.

Aan allen die hier nog zouden hopen op soelaas, en die zich de aansporing zouden te binnen roepen dat wij onze vijanden dienen te beminnen, zegt Paulus inderdaad:

" Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. //(...) Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. / Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven." (2)

Maar in de tekst die onmiddellijk daar op volgt, klinkt iets heel anders door, met name dat de eigenlijke reden voor die schone vergevingsgezindheid niets te maken heeft met menselijke goedheid, maar veeleer met het alleenrecht dat God blijkt te hebben over de wraak. Paulus zegt immers:

"Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’" (3)

De overwinning op het kwade - de vijand - door het goede, zit hem dus hier in, dat het goede de vijand méér vermurwt dan het kwaad dit vermag te doen, en zo luidt het vervolg van deze brief:

"Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. / Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (4)(5)

Volgens de inzichten van Etienne Vermeersch "is hier uiteraard opnieuw het wraakprincipe aan de orde, zoals in overigens heel de opvatting over de hel, en later het vagevuur. Omdat dit dan weer strijdig leek met de stelling dat Christus de verlossing garandeerde, kon dat vagevuur weer worden gereduceerd via de aflaten... het is een spel van intern contradictorische gevoelens en principes." (6)



De brieven van Paulus worden algemeen beschouwd als de eigenlijke kern van het christendom; het zijn de oudste documenten, ze zijn ouder dan de Evangeliën, het zijn de meest betrouwbare bronnen. En als men Paulus ernstig neemt, dan lijkt het ons dat men een gebeurlijk naïeve visie op de schoonheid van de christelijke goedheid moet herzien, want in de leer van Paulus valt vooral op dat de 'toverkunst' van de vergeving, waarbij de schuld wordt weggetoverd, helemaal niet kan bestaan, dat het een mooie inbeelding is maar in de eerste plaats een inbeelding, een illusie, iets dat onrecht zou doen aan de rechtvaardigheid en daardoor ook aan de werkelijkheid zelf.

Vergeving blijkt pas mogelijk mits het onderpand van de vergelding. Ik kan kaas kopen in een winkel en het nalaten om de winkelier te betalen... op voorwaarde dat deze mij toestaat dat ik mijn schuld op de rekening van een ander deponeer, iemand die dit voor mij wil en kan betalen. De winkelier vergeeft mij mijn schulden niet, en dat kon hij ook niet doen, hij kan immers niet leven van de hemelse dauw: het is die ander die mijn schulden overneemt en betaalt. De gratuïte vergeving blijkt krachtens de woorden van Paulus zelf een spook, en allen die het christendom een warm hart toedragen omwille van een gemakkelijke 'liefde' die als het ware geheel gratis uit een eindeloos spuitende bron lijkt te komen, dienen zich bij dezen op zijn minst eens goed te bezinnen.

Talloze boeken werden geschreven over het gratuïte van het christendom, over datgene in deze wonderbare leer, dat de menselijke rechtvaardigheid zelf overstijgt: de werkers van het elfde uur ontvangen hetzelfde loon als deze van het eerste uur - dit schaadt de laatst genoemden immers niet. Hetzelfde geldt voor de verloren zoon die spijt betuigde nadat hij zijn fortuin verkwist had en over wie gezegd wordt dat zijn bekering meer vreugde in de hemel brengt dan al het andere. De overspelige vrouw wordt ongestenigd weggestuurd met slechts de aanmaning niet meer te zondigen omdat niemand van de omstaanders de eerste steen kan gooien, daar deze voorbehouden wordt aan wie niet gezondigd heeft. Maar hij die niet gezondigd heeft, is telkenmale Christus, en Hij vergeldt niet, Hij vergeeft. Paulus legt ons nu uit dat die vergeving niet van mensen komt en ook niet gratis is: de Heer heeft voor onze verlossing met zijn leven moeten betalen. Andermaal: "(...) als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats" (1).



Zonder de kruisdood ware de vergeving onmogelijk - dat is wat òòk in de christelijke boodschap vervat zit. Mensen die jegens elkaar onrecht plegen, zijn niet in staat om dit onrecht aan elkander te vergeven: zij kunnen zich slechts wreken omdat zij het rechtvaardigheidsprincipe niet kùnnen overstijgen; mensen zijn immers geen goden. Men zou nu kunnen opwerpen dat mensen alsnog hartstochtelijk kunnen liefhebben en derhalve zonder wraak kunnen vergeven, maar de christelijke leer wil dat zij dat pas kunnen doen als participanten aan de liefde van Christus zelf. Zonder Christus zou daarvan met andere woorden gewoon geen sprake kunnen zijn.

Volgens de leer van Paulus is de vergeving het alleenrecht van de christenen en bijgevolg kunnen ongelovigen aan elkaar nimmer vergeving schenken: het kwaad dat zij berokkenen, blijft. Het hoopt zich op, het wacht op vergelding, het belooft niets goeds, alleen wraak na wraak, doodslag na doodslag. Wanneer ongelovigen alsnog afzien van de wraak, dan doen zij dat niet uit liefde, doch uit berekening. Dat is wat volgt uit de Paulinische leer. Het inzicht dat het wraakprincipe schadelijk is voor iedereen, kan vredesbestanden in het leven roepen, maar die zijn in het beste geval slechts tijdelijke onderbrekingen van het in de praktijk brengen van de wraakgevoelens. Soms ook houden deze gevoelens op, alleen om die reden dat zij mensen op den duur gaan uitputten.

Als Paulus gelijk heeft, dan is er geen heil buiten het christendom, omdat alleen de kruisdood van God zelf ons kan verlossen van het kwaad. Zonder die verlossing is de mens ten prooi aan het kwaad: zijn leven zelf wordt hem door het kwaad ontnomen. Het pleit voor Paulus dat geen ongelovige redenen heeft om te geloven in een opstanding uit de doden. Voor dat soort van leven - eeuwig leven - wordt immers de liefde van God zelf vereist die onze schepper is en die, als Hij dat wil en als wij dat beamen, ons "voor hetzelfde geld" een tweede keer kan scheppen. Want niemand die in God gelooft, twijfelt aan zijn bestaan als zijnde door God geschapen, en bijgevolg heeft hij ook geen enkele reden om elke verdere scheppingskracht aan zijn schepper te ontzeggen.

Maar als Paulus gelijk heeft, geldt eveneens dat de vergeving binnen het christendom nimmer kan opgevat worden als een zo gemakkelijke zaak dat mensen haar door simpele nabootsing eigen zouden kunnen worden: vergeving wordt betaald met leed als deelgenootschap aan het lijden van Christus, en eeuwig leven wordt slechts betaald met het onschuldig bloed van Christus zelf. In het laatste geval is sprake van het licht van de goddelijke liefde; daarvan kan de menselijke liefde in het beste geval slechts een weerschijn zijn, zoals het licht van de maan niet zijn eigen bron is doch een weerkaatsing van het licht van de zon.

De vraag blijft of Paulus gelijk heeft, en dat is de vraag naar de mogelijkheid van vergeving en dus ook van liefde, geheel buiten het christendom. Maar wie doorgaat met vragen, kan ook nog de kwestie stellen of de mens zich ueberhaupt wel buiten het christendom kan begeven. Iemand kan weigeren om een kerkgebouw naar binnen te gaan of zelfs om de leer van een of andere kerk te onderschrijven. Maar wie zegt dat hij niet de voeten van Christus zelf wast als hij zich over daklozen ontfermt of als hij de treurenden troost en de dorstigen laaft? Wie immers kan verhinderen dat Christus zelf zich voor ons heil in onze eigen naaste verplaatst en daar wacht totdat wij hem tegemoet komen in zijn nood die immers ook de onze is? Wie zal het zeggen of de ultieme vergeving niet samenvalt met de belijdenis van de volstrekte wanhoop en verlatenheid, die toch elke mens moet voelen als hij sterft, en dan roept, op zijn moeder, of op zijn God? Wie immers zal iemand die om een brood vraagt, een steen geven?



Blijft de logische mogelijkheid dat God niét bestaat en dat Paulus derhalve ongelijk heeft, wat dan betekent dat het christendom het principe van de wraak niét overschrijdt doch slechts wat meer gesofisticeerd uitwerkt. Tot die interpretatie geeft Paulus overigens zelf aanleiding waar hij insinueert dat ook de vergelding van het kwade met het goede, een vorm van wraak is omdat deze handelwijze de vijand van zijn stuk brengt. In dat geval is 'echte' vergeving slechts buiten het christendom mogelijk, en onder 'echt' moet dan worden verstaan: "niet door een onderliggende vergelding geconditioneerd".

De ongelovige vergeeft niet in Christus' naam of omdat Christus borg stond voor het wegnemen van de schuld, maar hij stelt zichzelf daar borg voor, eventueel door de daaraan verbonden nadelen zelf te ondergaan. Andermaal: niemand kan verhinderen dat de ongelovige zijn naasten troost, laaft of bevrijdt, en dat zich in dit ogenschijnlijk louter intermenselijke gebeuren, grootse dingen afspelen waarvan alleen zij die ze beleven ondervinden kunnen dat zij warempel 'bovenmenselijk' zijn, in die zin dat zij het louter persoonlijke voordeel en zelfs het eigen louter fysieke leven in hun schaduw stellen.

Maar spreekt in dat geval God zelf niet doorheen het alledaagse, in die zin dat men het banale in de genoemde intermenselijke ervaringen zelf niet anders dan overstijgen kan? Heeft daar de wraak niet opgehouden te bestaan, tegelijk immers met het 'recht', dat tenslotte niets meer te betekenen kan hebben waar men door de ander uitgenodigd wordt om te geven om niets, alleen omdat die ander nood heeft en men die nood zelf voelt en inlost omdat de nood van de ander op een haast wonderlijke manier de eigen nood is? En verdwijnt daar niet de wraak in de vergeving, daar pas in het vergeven van de naaste, de eigen schuld kan weggenomen worden? Het zijn tenslotte allemaal dingen die ons verstand te boven gaan; we kunnen het daar eens over hebben, maar blijkbaar blijven alle antwoorden de vorm van vragen hebben.



(J.B., 21 februari 2010)



Noten:



(1) Hebreeën II:22

(2) Romeinen XII: 14 en 17-18.

(3) Romeinen XII: 19.

(4) Romeinen XII: 20-21.

(5) F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden, nr. 1237, W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk), zegt hierover het volgende: "Vurige kolen op iemands hoofd hoopen (of stapelen), ontleend aan den Bijbel, n.l. aan Spreuken XXV, 22: Want ghy sult vyerige kolen op sijn hooft hoopen: ende de Heere sal 't u vergelden; met de kantteekening: ghy sult hem daer toe dryven, dat hy de vyantschap, die hy tegens u heeft, haest van hem werpe; gelijck yemant die gloeyende kolen op 't hooft gelecht souden werden, de selve terstont soude afschudden. Ofte, ghy sult sijn herte vermorwen, ende gedweech maken, dat hy van sijn ongelijck overtuycht sal sijn, gelijck de Smeden het yser met gloeyende kolen vermorwen. Vgl. ook Rom. XII, 20: Indien dan uwen vyandt hongert soo spijsight hem: indien hem dorst soo geeft hem te drincken. Want dat doende sult ghy colen vyers op sijn hooft hoopen. De beteekenis van deze woorden is, volgens Zeeman, 329 ‘door een edelmoedig betoon van barmhartigheid zijnen vijand van schaamte en leedwezen doen gloeien’. Van der Palm verklaart deze uitdrukking aldus, dat men daardoor zijnen vijand aandoet, wat hem het ondragelijkst moet vallen, en strenge wraak aan hem oefent, die hem al zijn ongelijk smartelijk zal doen gevoelen en dus het beste middel tot zijne verbetering wezen zal. [In de Leidsche Bijbelvertaling wordt als toelichting gegeven: Dit is een voor den beweldadigde pijnlijk gevolg van des anders grootmoedigheid; de drijfveer houdt niet meer in dan: zoo neemt gij de gevoeligste wraak.... Dat de pijnlijke gewaarwordingen den beweldadigde tot berouw over zijn vijandschap nopen, wordt er licht bij gedacht, maar ligt er eigenlijk niet in. Zie ook Germ.-Rom. Monatschr. II, 248; 679; III, 246.] (...) [ Zie ook: http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1258.php ]

(6) Etienne Vermeersch: mondelinge en schriftelijke lering, Universiteit Gent 2010.

*




26-01-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ondergang door overvloed
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De ondergang door overvloed

Een van de hallucinante aspecten van het kapitalisme is dat het wordt in stand gehouden door uitgerekend diegenen die het verdrukt. In de jongste paar jaren kwam zoals zelden voorheen de intrinsieke waardeloosheid van de zogenaamde waardepapieren, de aandelen of het geld aan het licht. Ten gevolge daarvan manifesteerde zich het Mattheüseffect met een tot de verbeelding sprekende dwangmatigheid. Dat de staat het bankwezen redde, betekende immers dat de schulden van de rijken voortaan door rijk én arm werden afgelost; het schaarse bezit der armen werd opgeëist om daarmee de aandelen of het bezit der rijken te herstellen, en aldus de kloof tussen rijk en arm in stand te houden. Het kapitalisme wordt gered door wie erdoor tenonder gaan, precies zoals de diefstal overleeft bij de gratie der geplunderden.

Hoewel eenieder het onrecht aan den lijve ondervindt, blijft elk verweer daartegen uit. Weeklachten weerklinken in zowat alle woonplaatsen van 't land, edoch zij hebben geen effect omdat zij enkel bínnenskamers klinken. Binnenskamers speelt nochtans ook bij de allerarmsten oorverdovend de teevee - het middel bij uitstek om onrecht aan te klagen. Ware het niet dat geen der armen bij de televisie ook maar één enkele vinger in de pap heeft. Het telecommunicatiemiddel spreekt immers precies zoals George Orwell in zijn 1984 al vreesde dat het zou gebeuren: in slechts één enkele richting, namelijk van de dictator naar het volk toe. In een centrale wordt bedisseld welke illusies het volk dienen te worden ingelepeld, uur na uur, en dat met wetenschappelijke nauwgezetheid. Televisie is hersenchirurgenwerk onder hypnose voor het ganse volk.

De wereld is lang nog niet ééngemaakt. In landen waar democratie alsnog een droom is, wordt het volk door een 'elite' uitgebuit. Maar eenzelfde lot bedreigt sinds kort ook die landen waar de democratie omzeggens aan 't vergrijzen is. De bevolking durft daar wel eens vergeten dat het ook anders kon, en dat sociale rechten niet uit de lucht zijn komen vallen. Die vergetelheid, of is het dementie, dreigt heden een 'elite' aan te grijpen om tot plunderingen over te gaan zoals we die alleen nog kennen van dictatoriale regimes. 'Elite' staat hier andermaal tussen aanhalingstekens omdat de bedoelde lui wel bijzonder eenzijdig uitgelezen zijn, namelijk in de sector van de economie of het geldwezen, overigens een bijzonder doortrapt en verraderlijk terrein, zoals mocht blijken uit de hoger aangehaalde, jongste beurscrash.

Inzake het kapitalistisch bestel werd reeds de paradox genoemd van het Mattheüseffect. Nog een eigenaardigheid van die economie is dat zij haar eigen ondergang bewerkt, onder meer door overproductie. Het kapitalisme is wezenlijk een perversie, met name in de middel-doelomkering, want winst is einddoel geworden waar geld oorspronkelijk slechts (ruil)middel was. Winst groeit samen met onder meer productie, wat onvermijdelijk leidt tot overproductie: er wordt meer gemaakt dan nodig is, er zijn op den duur kopers tekort. Men probeert dat op te vangen door zaken te maken die rap verslijten: kapitalisme is nefast voor kwaliteit, voor duurzaamheid en uiteraard ook voor milieu. De afvalbergen groeien. Maar met die overproductie gaat nog een ander euvel hand in hand, en dat is sociale achteruitgang en ondermijning van de democratie.

In dictatoriale regimes zuigt een elite het volk uit: een elementaire bescherming in de vorm van een sociale wetgeving ontbreekt, met volstrekt mensonterende toestanden tot gevolg. Zij die nog werken, doen dat aan een hongerloon dat niet door sociale lasten wordt verzwaard. Dictatoriale regimes met goedkope werkkrachten brengen ook goedkope producten op de markt en zo dreigen zij de sociaal-democratieën weg te concurreren.

Een uiteraard volstrekt foute reactie van de sociaal-democratieën ware dat zij het inhumane voorbeeld van de dictaturen gingen volgen, want aldus zou men vergeten dat die overproductie alleen nog kan verergeren. Als werklui nergens nog een menswaardig loon ontvangen, wie immers zal dan de producten van hun werk nog kopen? Warempel, het zijn niet de tekorten die ons parten spelen: het tevéél wordt weldra onze ondergang. Wij kunnen pas vooruit als we met heel wat minder tevreden leren zijn!

(J.B., 26 januari 2010)


21-01-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop

Zonden zijn overtredingen van de goddelijke liefdewet en derhalve daden of nalatigheden die uiteindelijk objectieve schade toebrengen aan personen. Ens et bonum convertuntur, zo zeiden de kerkvaders: het goede valt samen met wat bestaat. Het kwaad is derhalve een mankement of een tekort aan Zijn, een niet-Zijn. Liegen, bijvoorbeeld, is de waarheid die per definitie samenvalt met al wat is, verbergen achter onwaarheden en zodoende het bestaan zelf verduisteren.

De waarheid is één, de leugen meervoudig; een vraagstuk kent slechts één waar antwoord, het aantal foute antwoorden is oneindig. In tegenstelling tot de waarheid die kiest voor het ene daglicht of de openbaarheid waarbij hij tevens garen spint, zijn de methoden van verduistering talloos. Men liegt als men zwart zegt tegen wit, maar ook als men de waarheid verzwijgt. Een analfabeet die ziekten bestrijdt met gebeden is onschuldig, maar een arts die kwakzalft, liegt en pleegt - uiteindelijk - doodslag door schuldig verzuim. Het ethisch besef kan hier overigens de religieuze inspiratie missen.

Alle mensen zijn verschillend en in een samenleving is dat een troef: ieder munt uit in zijn job, elk heeft een specialiteit en een verantwoordelijkheid. Artsen moeten waken over de gezondheid; leraren brengen kennis bij; architecten zorgen voor stevige gebouwen. Specialisatie ontstaat precies waar niemand nog alles kan kennen en kunnen. Samenwerken is elkaars werk en verantwoordelijkheden respecteren.

De arts die er middeleeuwse praktijken op na houdt, verzaakt aan zijn plicht. Maar een even groot kwaad is zich andermans job en plichten toe te eigenen. Met een ziek kind bij een priester gaan om het te laten belezen, kan zijn dood betekenen en de opvoeding laat men niet over aan ongeletterden. Wie zich kennis en verantwoordelijkheid aanmeet over aangelegenheden waarvan hij geen verstand heeft, misleidt al wie hem vertrouwden en is derhalve een charlatan. Hij verduistert de waarheid en berokkent moedwillig kwaad.

In onze moderne democratieën schenkt het ontwikkelde en mondige volk, overeenkomstig de rede, gezag aan een zijns inziens waardige leider die dan opkomt voor het welzijn van allen. Reeds in het jaar 396 werd Augustinus op die manier tot bisschop verkozen te Hippo. In meer primitieve tijden stoelde autoriteit op bruut geweld en dreiging. Spreekrecht verwierf men toen niet door bekwaamheidsbewijzen: zoals ook alle andere rechten ontving iemand zijn spreekrecht en zijn autoriteit van hogerhand en meer bepaald van de tiran, aan wie hij dan uiteraard op zijn beurt lippendienst diende te bewijzen. 'Autoriteiten' hadden geen moeite met liegen aangezien niet de waarheid hen van hun voetstuk kon halen, doch enkel de macht, die de waarheid verkrachtte, waardoor het liegen heilige plicht werd. Wie het lef hadden om alsnog voor de waarheid te kiezen, deelden in het lot van Giordano Bruno die in 1600 door de inquisitie levend werd verbrand. Pas in 1999 - ruim vier eeuwen nadat het heliocentrisme wetenschappelijk was bewezen - zegde een kerkvorst deze moord te betreuren.

De leer dat de aarde het centrum van de kosmos is omdat zich in het midden daarvan de hel bevindt die uiteraard het verste af staat van God en de hemel, was één van de talloze bizarre theorieën die mensen uitbroedden en geloofden. En de waanbeelden bleven komen en werden aangehangen tot zelfs in deze tijd: omdat ze in een zeker kraam pasten, ofwel uit pure onwetendheid.

Eén van de intussen ontmaskerde architecten van vervalste theorieën was de Oostenrijks-Hongaarse psychiater Sigmund Freud. Zijn wetenschappelijke artsenopleiding ten spijt, draaide de uitvinder van de psychoanalyse de experimentele methode om: in plaats van op grond van vaststellingen aan theorievorming te doen, schuwde Freud het niet om eerst zijn theorieën uit te denken en vervolgens gevalstudies te verzinnen die dan de eerste verzinsels moesten 'staven'. (1) Het bedrog werd pas relatief recent ontdekt, wat wil zeggen: toen Freud al lang internationale faam genoot, en blijkbaar speelt die faam de waarheid her en der nog steeds parten. Edoch, van vandaag geschoolde deskundigen mag worden verwacht dat zij de dieptepsychologie en de psychoanalyse uit die vervlogen tijd weten te relativeren: harde positieve wetenschap is immers in de plaats gekomen en heeft de ingewikkelde verhaaltjes van weleer over ontwikkelingsstoornissen, wilskacht en wat al niet meer, naar sprookjesland verwezen. Precies zoals de astronomie de plaats innam die zich de godsdienst lange tijd onterecht toe-eigende, kwam de simpele mathematica van een zuivere genetica in de plaats van een hoogdravende maar onwelriekende dieptepsychologie.

Het wil wel vaker gebeuren dat mensen met macht, wetenschappelijkheid voorwenden en aldus schaamteloos het volk bedriegen dat immers in de wetenschap zijn nieuwe God aanbidt. Het gebrek aan terughoudendheid waarmee wetenschapslui - maar eerder nog politici die zich op de wetenschap beroepen - het milieuvraagstuk aankaarten en aanwenden - voor vooral het eigen heil - zegt al genoeg. Ook de wetenschap moet in bepaalde kringen niet langer de waarheid dienen maar wel de macht, en zo is een terugkeer te bespeuren naar het tijdperk der tirannen: zij die spreekrecht hebben, ontvangen dit niet langer van het volk, doch van de oppertiran - het gouden kalf. Waarheid is verworden tot wat geld in 't laatje brengt en liegen spreekt vanzelf omdat niet de waarheid in het geding is maar wel de macht.

Dankzij de genetica weten we nu dat het syndroom van Down te wijten is aan een fout op een bepaald gen, maar voor de ontdekking van Lejeune in 1959 sprak men over 'mongolisme' - een welhaast ethnische classificatie op grond van onder meer schedelmetingen. In de voorgaande eeuwen werden kinderen met deze handicap door hun ouders in de steek gelaten of in krankzinnigengestichten opgesloten. Epileptici en dementerenden maar ook mensen van een vreemd ras werden soms levend verbrand, zoals op de heksenprocessen van Salem omstreeks 1700. De negerslavernij, die eeuwenlang tientallen miljoenen slachtoffers maakte, werd door sommigen gerechtvaardigd met het verhaal dat negers geen ziel hebben, wat dan ook hun zwarte huid verklaarde. Schrijven met de linker hand was tot voor kort nog verboden op katholieke scholen omdat de linker hand de manu sinistra heette, wat wil zeggen: hand van de duivel. Handicaps, ongeluk en tegenslag gelden in vele religies nog steeds als straf en als middel om eigen schulden uit te boeten, wat een moraal van "elk voor zich" goedpraat, en dat is het principe van de wraak die ook in de kern van het katholicisme zit: ofschoon Gods Zoon de vergeving predikt, eist de vader genoegdoening voor het kwaad van Adam door het bloedoffer van het onschuldig Lam: een oog voor een oog, een tand voor een tand.

God schiep hen, man en vrouw, zo staat het in Genesis, maar moeten gelovigen dan andermaal hun ogen sluiten voor de wetenschap - dit keer de genetica - die naast mannen (XY) en vrouwen (XX) ook andere, zij het eerder uitzonderlijke combinaties toelaat van geslachtschromosomen, zoals: X, XYY, XXY, XXXY, XXXXY, XXYY en XXX? En wat doet men met de mensen die niet in het simplistische bijbelse plaatje passen? Moeten zij dan worden geaborteerd? Zal men hen opsluiten? Beschuldigen? Hun ouders beschuldigen of hun verre voorouders? Dit ware ethisch onaanvaardbaar doch dat is wat alsnog gebeurt. De arrogantie van de religie gaat soms zo ver dat zij gelooft te mogen overgaan tot de fysieke verminking van weerlozen, zoals dat hier tot voor enkele generaties gangbaar was bij de castratie van koorknapen en zoals dat nu nog gebeurt in de clitorectomie bij nog piepjonge meisjes. Psycho-sociale verminking dan, is niet minder gruwelijk en zij wordt volop gepraktiseerd in discriminaties welke er paradoxaal genoeg in slagen om zich te legitimeren door zich op bepaalde 'vrijheden' te beroepen, waarvan de zogenaamde 'godsdienstvrijheid' niet de geringste is.

In hedendaagse moraalfilosofieën worden morele en bij uitstek godsdienstige systemen ontmaskerd als georganiseerde methoden van psychosociale druk en controle, daar waar gedragsbeheersing alsnog ontoereikend blijft middels de burgerlijke wet. Van hogerhand opgelegde ethische regels en normen die worden bekrachtigd middels sociale uitsluiting en nog meer gesofisticeerde sancties, worden door de gelovigen geïnterioriseerd en na verloop van tijd spontaan aan het eigen geweten toegeschreven, waardoor de tiran zelf onzichtbaar wordt: hij is gaan postvatten in het hart van elk van zijn slachtoffers die dan zichzelf als diens aanhangers gaan beschouwen en zelf staat hij dan voorgoed buiten schot. Dat duurt uiteraard slechts zolang die tiran zelf geen rivalen heeft, wat wil zeggen: totdat rivaliserende geloofssystemen tot coëxistentie worden gedoemd. Ervan overtuigd dat ze het objectief goede verdedigen, doen de leden van rivaliserende geloofsgroepen niets anders dan elk de door hun eigen tiran opgelegde wetten verdedigen, wat op den duur tot oorlog leidt. Pas na verloop van tijd kan bij de meest verlichte geesten onder hen de waarheid dagen. Maar de hardnekkigheid van het geloof, gekoppeld aan de menselijke hardleersheid, mondt in de regel uit in uitzichtloze conflicten.

Om tal van redenen kunnen geloofssystemen worden geschuwd, maar anderzijds is het bestaan vaak dermate meedogenloos dat men gaat smeken om verlossers en profeten, welke mensen zijn die beschikken over de zeldzame gave om eenieder daarvan te overtuigen dat dit ellendige bestaan slechts illusoir en voorlopig is en dat wij niet ter dood zijn veroordeeld doch uitverkoren voor een eeuwig en een goddelijk hyperleven. De pijn en de wanhoop ingevolge de lugubere combinatie van een niets ontziend levenslot met een onontkoombaar besef daarvan, doet klaarblijkelijk bij velen onder ons een zekering in het hoofd springen, zodat wij tegen alle redelijkheid in gaan kiezen voor een houvast waarvoor wij bereid blijken met ons gezond verstand zelf te betalen. Als dan lieden met veel minder scrupules en die veeleer immuun bijken voor die door merg en been snijdende smart van het Zijn, op die kar gaan springen die naar nergens leidt, dan kan het narrenfeest pas goed beginnen. Wij kunnen monseigneurs met reusachtige, flikkerende mijters, met edelstenen bezette tiara's en met kromstaffen uit ivoor, uitjouwen als het ons goed gaat, maar in tijden van doodsangst, oorlog en pest, zijn wij zelf het die deze tovenaars scheppen, aankleden, op een voetstuk plaatsen en smeken dat zij onze wanhoop verhullen onder hoogdravende gezangen, opgeblazen gebaren en nog veel meer allerzwierigste wind. Eenmaal van zijn ouders beroofd, smeekt de mens weer kind te mogen worden en desnoods zal hij met zijn allerlaatste munten de duivel zelf betalen om die rol op zich te willen nemen en nog eenmaal de illusie van de onschuld te kunnen ondergaan alvorens de stugge dood te moeten smaken.

Hard zijn deze tijden, want ons lot is zonneklaar zoals nooit voorheen in de geschiedenis het geval was. We kunnen nu het leven zien dat - niettemin het onze dat wij zelf bestaan - een onverholen rimram blijkt van enkele mathematisch geordende verzen of structuren, genetica en DNA, eiwitketens, cellen, water, koolstof, stof en as. De formules die ons, die van louter stof nog zijn, tot leven wekken, blijken toverformules zonder meer, al waren wij sinds lang de tijd ontgroeid dat wij in tovenaars geloofden. Het leven is een licht dat aan is en dat uit zal gaan als 't op is - zo simpel als dat. Onze hoop werd uit ons merg gezogen door niets anders dan de eigen nieuwsgierigheid die zich gewis wist voor te doen als machtige wetenschap, verstand en geest, natuurbeheersing, kennis en geheugen, alle ingekleed in goudomzoomde en dieprode mantels, pelsen en fluwelen kussens zonder plooien. Naakt staan wij in de vrieskou te beven, nu de zon voorgoed verging, de ijskap smolt, de zeeën een nieuwe zondvloed moeten baren, een ijstijd of een windhoos die alle talen ooit gesproken door een rietje op zal zuigen en voorgoed zal doen verdwijnen in een kosmisch gat aan het plafond van het trompetterende firmament, alleen nog getooid met ezelsoren.

En zo komt het dat wij hen volgzaam laten begaan, als de tijd is gekomen van hun komst, de allereerbiedwaardigste kanunniken en kardinalen, de aartshertogen naar wie lommerrijke lanen zijn genoemd, de pausen en de prinsbisschoppen uit Venetië en uit Rome. In stoet trekken zij voorbij, schoorvoetend, schrijdend, en wij kijken toe, onze monden vallen open, quasi tandenloos, en wij gaan plaatsnemen op de voorste rij om al was het slechts één druppel van hun zegeningen te ontvangen. Hoog steken hun mijters boven alle hoofden uit, als waren zij torens die tot aan de zevende hemel reikten, lansen strijdend om 't rijk Gods, hun gebaren glijden traag als onweerswolken door de luchten, zij zwijgen in volstrekt alle talen en worden derhalve door niemand misverstaan.

Maar zeg mij dan slechts dit, als hij zijn intrede doet en toegejuicht wordt door het volk, of uitgefloten, of wat dan ook: is hij de Christus in zijn schamel kleed, een kroon van doornen op het hoofd, en zit zijn rug vol bloedige striemen van de geselingen, zweet hij bloed en tranen in Getsemane en zal hij gekruisigd worden samen met de moordenaars en rovers? Of is hij diegene die de Christus oppakken doet, van op zijn onaantastbare troon, en die Hem ver vandaar verjaagt, Hem aanmaant om nooit weer te komen, Hem eraan herinnerend dat Hij nu eenmaal de sleutels van het paradijs aan mannen van de wereld overhandigd heeft, en dat Hij zich maar aan de afspraken moet houden? Kijk slechts toe met aandacht, en zeg mij wie van de twee gij daar ziet, en zeg mij ook waarom, en ik zal u geloven.

J.B., 20.01.2010

Noten:

(1) Verschillende auteurs over psychoanalyse hebben het inzake Freud over pseudowetenschap, illusies, mystificaties, charlatanisme en bedrog. Enkele tot de verbeelding sprekende titels waarnaar verwezen wordt in prof. Jacques Van Rillaers artikel, getiteld: Verborgen winsten van de psychoanalyse (http://users.telenet.be/allemeesch/KlinPsy/publi/VerborgenWinsten.htm ) luiden: Les Illusions de la psychanalyse (Jacques Van Rillaer, 1981); Souvenirs d’Anna O. Une mystification centenaire (Mikkel Borch-Jacobsen, Paris 1995); De Weense kwakzalver. Honderd jaar Freud en de freudianen (Han Israëls, Amsterdam 1999); Mensonges freudiens. Histoire d’une désinformation séculaire (Bénesteau J., Belgique 2002); Bruno Bettelheim ou la fabrication d’un mythe, alsook: Freud and the question of pseudo-science en: Le Freud inconnu. L’invention de la psychanalyse (Pollak R., Paris 2003, 1998 en 1998(1973)); Was Freud a liar ? (Frank Cioffi, New York 1998 (1974)); The experimental study of freudian theories (Eysenck, H. & Wilson, G., London 1973); Der Fall Freud. Die Geburt der Psychoanalyse aus der Lüge (Israëls H., Hamburg 1993); Folies à plusieurs (Borch-Jacobsen M., Paris 2002); Psychoanalytic politics. Freud's French Revolution (Sherry Turkle, The MIT Press, 1978); Anonymity, neutrality, and confidentiality in the actual methods of Sigmund Freud : A review of 43 cases, 1907-1939 (Lynn D. & Vaillant G., American Journal of Psychiatry 1998).




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Bericht aan de lezer
  • Waar komen al die tumoren toch vandaan? (prof. Pierre Capel)
  • Farid Sheek en Moshen Masoumi
  • Farid Sheek:
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 4)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 3)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 2)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom
  • De grote gijzeling Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 10: De afgrond
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 9: De slang die zichzelf in de staart bijt
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 8: De ballade van Arie Hop of de consumptie van het eigen lijf
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 7: Massa-suïcide
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 6: De droom van volmaaktheid
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 5-
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 4
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 3
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 2
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 1
  • -
  • Paternalisme
  • IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
  • hitler
  • Adolf Hitler en extreemrechts - Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 4: Voortekenen van de genocide
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 3: De megalomanie van de junkie
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
  • 9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
  • Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren
  • Nosferatu
  • Pasen
  • 9 juni 2024 en de frontsoldaten
  • 9 juni 2024 en de stomme kinderen
  • 9 juni 2024 en Sint-Grobian
  • 9 juni 2024 en de 'vrije' mening
  • Het wrange wringen van de macht
  • Democratie en mensenrechten?
  • democratie en mensenrechten?
  • Vrije meningsuiting?
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen-
  • p glass einstein on the beach violin solo
  • glass F L
  • P. Glass vioolconcerto 2
  • De cultus van Mammon
  • De cultus van Mammon (deel 5)
  • De cultus van Mammon (deel 4)
  • De cultus van Mammon (deel 3)
  • Van ruilmiddel tot god
  • Jan Bauwens, Klarinetconcerto 1
  • De cultus van Mammon (deel 2)
  • Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • opmerking leesbaarheid blogteksten
  • Democratie en mensenrechten (deel 8)
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • Democratie en mensenrechten (deel 6)
  • Democratie en mensenrechten (deel 5)
  • Democratie en mensenrechten (deel 4)
  • Democratie en mensenrechten (deel 3)
  • Democratie en mensenrechten (deel 2)
  • Democratie en mensenrechten
  • Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
  • Volstrekt gewetenloos
  • Misschien laatste interview
  • joelia-navalnaja
  • Het licht en de duisternis (deel 5)
  • Het licht en de duisternis (deel 4)
  • Het licht en de duisternis (deel 3)
  • Het licht en de duisternis (deel 2)
  • Het licht en de duisternis (deel 1)
  • Over Navalny
  • Een gelaat van zand
  • Het kaf en het koren
  • Benjamin Britten's War Requiem | Full Concert in HD
  • Gorecki – Symphonia No 3, Beth Gibbons & Polish National Radio Symphony
  • Gorecki Symphony No. 3 "Sorrowful Songs" - Lento e Largo
  • Gustav Mahler: 2. Sinfonie, Auferstehung
  • Olivier Messiaen: Quatuor pour la fin du temps
  • Het Dorp
  • Oorlogsgeleerden
  • Die Todesfuge, Paul Celan
  • De held en het geld
  • Extreemrechts, symptoom van zwakte
  • Kannibalisme en Lebensraum. Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Dr. Erwin Annys
  • Aftroggelaars
  • Uw geld of uw leven!
  • 5G
  • Ondoorgrondelijke wegen
  • Verschijnt binnenkort:
  • De duistere kant van de democratie
  • Over voorwendsels en motieven
  • Zo begint het
  • Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
  • Vreselijk lot
  • De toekomst wordt gewis nog zwarter
  • Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
  • Voodoo
  • Het perverse van aanzien
  • Struisvogelpolitiek
  • Over het jodendom (herhaling)
  • Genocide in Gaza
  • Zes bedenkingen bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Extase en andere verhalen
  • Aan de ontbijttafel
  • Genosuïcide
  • klimaat (2007)
  • Water (d.d. 2007)
  • droog blijven
  • Een middel tegen onderlopende huizen
  • John Heartfield video
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 10
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 9
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 8
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 7
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 6
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 5
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 4
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 3
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 2
  • Kerst 2023
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces
  • hannah arendt
  • Eigen zak eerst: niets nieuws onder de zon!
  • Fragment film
  • "Uninformed Consent"
  • Daarom is de waarheid een zaak van leven of dood
  • Gevaren van extreemrechts (8) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Zesde fragment: pp. 481-484
  • Gevaren van extreemrechts (7) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vijfde fragment: pp. 460-481
  • Feiten en meningen omtrent de pandemie: een gesprek met een journalist
  • Gevaren van extreemrechts (6) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vierde fragment: pp. 449-460
  • De verdwaalde mens
  • Gevaren van extreemrechts (5) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Derde fragment: pp. 443-449
  • Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld
  • Gevaren van extreemrechts (4) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Tweede fragment: pp. 435-442
  • Gevaren van extreemrechts (3) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Eerste fragment: pp. 427-434
  • Gevaren van extreemrechts (2)
  • Gevaren van extreemrechts (1)
  • Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
  • Dead-line
  • Stof en as (2010)
  • cnn 25/11/2023: uitbarsting van de Etna
  • Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
  • Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
  • Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
  • Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Non posse peccare”
  • Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Alles van waarde is weerloos”
  • Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
  • Het Boek (J.B., 2007)
  • Wie brandmerkt wie en waarom? - Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
  • Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”ollen van de wijzen van Sion”
  • Over het jodendom - Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
  • De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie (d.d. 16/11/2015, herhaling)
  • Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop (d.d. 2012, herhaling)
  • W.O. III, een ruzie om de Tempelberg? (d.d. 24/9/2012, herhaling)
  • Barbarij
  • Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 2: De atoombom, de nieuwe Ark des Verbonds
  • Over het jodendom - Aflevering 1: beknopte historiek
  • Over het misbruik van macht (J.B., 1-19 oktober 2019)
  • Extase en andere verhalen
  • Christendom, wraak en vergeving
  • Drie verhalen over vergankelijkheid
  • Is er leven na de dood? (J. Bauwens, 2006-2007-2014)
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw
  • water
  • Wat met osteopathie? Aflevering 4
  • Wat met osteopathie? Aflevering 3
  • Wat met osteopathie? Aflevering 2
  • Wat met osteopathie? Aflevering 1
  • LUDO NOENS: SIGNALEN UIT EEN VERZWEGEN WERELD
  • Het lezen waard: Lieven Debrouwere: het-coronaraadsel
  • Multidisciplinariteit
  • https://www.voiceforscienceandsolidarity.org/videos-and-interviews/mccullough-vanden-bossche-titans-of-the-covid-conversation
  • Illustratie bij: "De zege van Lucifer: non posse peccare"
  • A.I.
  • De zege van Lucifer
  • Plato en de opstanding (aflevering 6)
  • Plato en de opstanding (aflevering 5)
  • Plato en de opstanding (aflevering 4: Agustinus)
  • Terzake-sprak-met-Bernie-Sanders
  • VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE - Over de uitbraak van WOIII
  • Plato en de opstanding (aflevering 3)
  • Plato en de opstanding (aflevering 2)
  • Plato en de opstanding (aflevering 1)
  • Twee maten en twee gewichten
  • Is er leven na de dood?
  • Omsk Van Togenbirger en het vaccin Uit: “Panopticum Corona”, pp. 1060-1065. ( Tekst d.d. Pasen 2021)
  • Over de uitroeiing van bejaarden Uit: “Panopticum Corona”, deel I, paragraaf 16. ( Tekst d.d. 29 oktober 2018)
  • Honger is niet ver meer af Uit: “Panopticum Corona”, deel V, paragraaf 9. ( Tekst d.d. 30 december 2020)
  • Hoe corona het katholicisme op de helling zet
  • De sacramenten en het einde der tijden
  • Verkapte (massa)moord
  • https://artsencollectief.nl/hoe-veilig-is-die-coronaprik/

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs