Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
16-05-2020
Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie - Neonazi's vandaag: zo werkt extreemrechts
Internationale
Dag tegen Homofobie en Transfobie
Neonazi's
vandaag: zo werkt extreemrechts
Extreemrechts
zijn in wezen wie voorrechten nastreven vanuit een waan van
superioriteit en dit met navenante irrationele argumenten. Tot die
drogredenen behoren in de eerste plaats gezagsargumenten en dan nog
wel verwijzingen naar het opperste gezag: het woord van god of wat
daarvoor moet doorgaan. De redenering klinkt dan zo: als
wij ons ervan onthouden om te doden, dan handelen wij zo omdat god
zelf het ons verbiedt, hij zegt namelijk in de bijbel die zijn woord
is: "Gij zult niet doden!"
Edoch,
voor hetzelfde geld stond er in de bijbel: "Gij zult doden!"
en de kers op de taart is nu dat menig goddelijk bevel ook aldus
luidt.
Om
te beginnen verwachtte Jahweh van alle voorvaderen van Abraham dat
zij hun oudste zoon de keel zouden oversnijden om hem daarna op een
brandstapel aan hem te offeren ten teken van liefde en trouw. En voor
wie dachten dat die waanzin behoort tot lang vervlogen tijden moet
hier worden aan toegevoegd dat ook hedendaagse theologen het naar hun
mening betreurenswaardige lot van de moderne mens wijten aan het feit
"dat hij niets meer heeft om voor te sterven". Van moord op
goddelijk bevel was eveneens sprake in het Requerimiento
waarmee paus Adrianus VI in 1513 de Indianen gebood zich aan zijn
goddelijk gezag te onderwerpen op straffe van verslaving of genocide.
(1) En ook met het islamfundamentalisme heeft de wereld in de
afgelopen decennia uitgebreid kennis kunnen maken.
Het
Vaticaanse document van 2 februari 2019 getiteld Male
and female He created them van
de hand van kardinaal Versaldi en aartsbisschop Zani van
de Congregatie voor de katholieke opvoeding, waarin wordt verwezen
naar de bijbel met het oog op de ontkenning van de moderne
wetenschappelijke inzichten inzake genderdysforie, doet uiteraard
denken aan de middeleeuwse standpunten van de kerk inzake de
wetenschap van de kosmologie. (2) Sterrenkundigen werden veroordeeld
of belandden op de brandstapel, zoals dat het geval was met Giordano
Bruno in het jaar 1600. Maar ook vandaag heeft de absurde houding van
de kerk verstrekkende gevolgen: het genoemde document dat een aanval
is op de moderne gender-theorie vanuit het Bijbelse vers "man en
vrouw schiep Hij hen", wil dat het katholieke onderwijs vandaag
aan haar opvoedelingen voorhoudt dat zij de wetenschappelijke
inzichten ter zake naast zich neerlegt en voortaan alleen nog bij de
bijbel zweert.
Bijzonder
verontrustend is dat ook het hoofd van de katholieke psychiatrische
instellingen, René Stockman, deze mening is toegedaan, (3) terwijl
het tevens wetenschappelijk vaststaat dat discriminatie van holebi's
en transgenders in de puberteit, depressie en andere geestesziekten
uitlokt en vaker ook zelfmoord.
Vanuit
haar superioriteitsgevoel kan extreemrechts hier ongestraft de
misdaden herhalen waarvoor destijds het nazisme werd veroordeeld
doordat dit 'in den duik' gebeurt: er zijn geen andere wapens mee
gemoeid dan macht en woorden en van de concentratiekampen waarin
mensen - kinderen nog - opgesloten worden, kunnen buitenstaanders
niet eens het bestaan vermoeden: wanneer vandaag gezegd wordt dat
mensen met hun identiteit 'uit de kast komen', dan wordt gezinspeeld
op het afschuwelijke isolement waarin homofiele kinderen destijds
belandden nadat zij vanuit katholiek medisch-pedagogische hoek te
horen kregen dat hun enige heil erin bestaan kon zich voor de rest
van de wereld levenslang onzichtbaar te maken.
De
door wetenschapslui als 'waanzinnig' bestempelde standpunten van
psychiatriehoofd René Stockman worden vandaag veroordeeld in het
wettelijke verbod op de levens verwoestende en traumatiserende
zogenaamde conversietherapieën in Malta, Spanje, Zwitserland en nu
ook in België. (4) Morgen 17 mei is de Internationale Dag tegen
Homofobie en Transfobie.
De nieuwe pest (vervolg 52): Zo werkt extreemrechts
De
nieuwe pest (vervolg 52):
Zo
werkt extreemrechts
Definities
van extreemrechts zijn er bij de vleet maar dikwijls kenmerken zij
zich door een opsomming van eigenschappen terwijl zij de kern
onaangeraakt laten. Nu zal elk grondig onderzoek uitwijzen dat de
ziel van extreemrechts een streven is naar het verwerven en het
behoud van voorrechten: mensen die getypeerd worden als extreemrechts
zijn mensen met een superioriteitsgevoel en dat gevoel moet dan hun
oordeel verantwoorden dat zij voorrang verdienen op alle anderen.
Uiteraard
doet zich onmiddellijk het probleem voor dat het hier inzake die
superioriteit allerminst gaat om een realiteit maar wel om een
gevoel:
nergens blinkt men boven anderen uit maar desalniettemin is er dat
gevoel dat men dat wel doet en uit die ongerijmdheid komen dan ook al
die irrationele argumenten voort welke slechts één doel dienen:
staven dat met het gevoel van superioriteit een werkelijkheid
overeenkomt. De ongerijmdheid moet met andere woorden worden
toegedekt.
De
argumenten van extreemrechts zijn irrationeel en houden daarom
verband met afkomst, heldendaden van verre voorouders,
uitverkorenheid van het volk waartoe men behoort, adeldom, rijkdom,
vermeende intellectuele of artistieke superioriteit, vermeende
superieure fysieke eigenschappen en noem maar op. Het staven van
louter vermeende superioriteit is onmogelijk en daarom zoekt men zijn
toevlucht tot leugens, verdraaiingen van de feiten,
geschiedenisvervalsing en ontkenning van de feiten.
Een
beroemd maar niet altijd even goed gekend voorbeeld van
rechtsextremisme - een eerste keer geheel apert en een tweede keer
verdoken - betreft de onheuse behandeling van de zwarte Amerikaanse
atleet Jesse Owens naar aanleiding van zijn vier gouden medailles op
de Olympische Spelen van Berlijn in 1936. (1) Het Olympisch Comité
verzocht Adolf Hitler, die enkel de Duitse atleten feliciteerde, om
ofwel iedereen ofwel niemand nog de hand te schudden, waarna Hitler
voor het laatste koos. Edoch, in een interview zei Owens: "Although
I wasn't invited to shake hands with Hitler, I wasn't invited to the
White House to shake hands with the President either."
De Amerikaanse presidentsverkiezingen kwamen eraan en kennelijk wilde
Owens' eigen president de stemmen van de Amerikaanse racisten niet
verliezen. (2)
Adolf
Hitler was tot zijn eigen schande een openlijke racist maar als
Franklin Roosevelt inderdaad uit opportunistische overwegingen
handelde, dan had hij voor hetzelfde geld het antiracisme gesteund -
waarmee alleen maar gezegd wil zijn dat opportunisme zo mogelijk nog
meer te schuwen is dan racisme. En hier komt de essentie inzake de
werkwijze van extreemrechts aan het oppervlak: zoals alle
leugenachtige bewegingen wordt ook extreemrechts gekenmerkt door het
feit dat het zijn activiteiten ontplooit 'in den duik'. Openheid en
transparantie zijn de aartsvijanden van de misdaad. De paradox
bestaat erin dat het pas echt ongezellig wordt waar extremisten -
althans met een deel van hun beweging - in de openbaarheid treden en
met geweld mensen doen
zwijgen die
over de nieuwe kleren van de keizer durven te zeggen dat zij die niet
kunnen zien. Waar dat het geval is, sleuren zij op straffe van
stokslagen ('fasces') de massa in de leugen mee: fascisme. Wie
weigeren om mee te liegen, worden beboet, van hun vrijheid beroofd of
vermoord.
En
zo ontstaat een maatschappij waaraan iedereen meedoet terwijl niemand
ze wil. Het gedrag van de burgers is dan niet langer hun eigen
gedrag: zij spelen toneel uit angst voor hun leven. Het vreemde spel
dat zij ten tonele voeren is in feite een scherm tegen de dood. Alom
waar mensen vreemde rituelen uitvoeren, kennelijk in alle ernst, -
zoals daar waar zij een leider aanbidden of een godheid maar ook daar
waar zij dingen doen die aan de waanzin grenzen - moet men goed
beseffen dat het niet de waanzin is die zij ernstig nemen maar wel
het eigen leven. En daar gaat de hedendaagse wereldwijde maskerade
stilaan op gelijken.
(3)
Owens' medailles werden overigens gestolen nadat het Amerikaanse
Olympisch Comité ze van hem had ontleend voor een tentoonstelling en
het waren niet de Amerikanen maar de Duitsers die hem later replica
verschaften.
14-05-2020
De nieuwe pest (vervolg 51): Complotten rond corona
De
nieuwe pest (vervolg 51):
Complotten
rond corona
Soms
betekent het maken van een tekst het zalven en bedekken van lelijk
ontstoken wonden en soms is dat het openrijten ervan maar zijn
bestaan wordt althans met betrekking tot de onderhavige kwesties
enkel gerechtvaardigd door de mate waarin hij waarheid aan het licht
brengt en zeker hier is dat geen sinecure. Er wordt namelijk gezegd
dat omtrent de uitbraak van het nieuwe coronavirus heel wat
complottheorieën de ronde doen: covid-19 wordt ervaren als een kwaad
en bij het zoeken of het gissen naar de oorsprong van dat kwaad,
zouden sommigen daar (kwade) bedoelingen achter zien of zelfs
samenzweringen veeleer dan een natuurlijke noodlottigheid. Soms, zo
zegt men, bestaat het kwaad in de ontkenning van het geopperde kwaad
en de waarschuwing voor een gevaar mist dan haar doel en dit ongeacht
het al dan niet bestaan van dat gevaar. In vroegere tijden werden
ongelovigen die de hel een verzinsel noemden, afgestraft terwijl
vandaag steeds vaker de betrokken theologie wegens indoctrinatie en
manipulatie van de massa wordt terecht gewezen. Het is geen
eeuwigheid geleden dat de ketters ervan beschuldigd werden samen te
zweren en vandaag is dat de clerus maar of de hel inderdaad een
realiteit is, blijft voor velen een open vraag. Daarom ook wordt elk
al dan niet vermeend complot vergezeld van zijn 'tegencomplot' en
kent elk complotdenken een 'tegencomplotdenken', wat de volstrekte
zinledigheid van het denken in die termen aan het licht brengt.
Iemand ervan beschuldigen een complotdenker te zijn, voegt maar
weinig toe aan het verwijt dat hij ongelijk heeft en heel wat
terechte kritiek wordt met de dooddoener 'complottheorie' terzijde
geschoven: het is een louter welles-nietesspel.
Doet
de ketter aan complotdenken waar hij een complot van de kerk tegen
haar gelovigen meent te ontwaren in de theorie van de zondeval die
verhaalt over een complot van de duivel tegen de mens of ligt het
complot inderdaad bij de theologen? Moet men complotdenker zijn om te
vrezen dat achter de hedendaagse bedelarij in onze grootsteden
georganiseerde misdaad schuilgaat of smeden zij die dit ontkennen een
complot tegen het establishment of, nog een stapje verder: is het
establishment dan geen samenzwering? Is men paranoïde als men
vermoedt of zelfs weet dat menselijke motieven en drijfveren vaak
diametraal tegenover elkaar staan en dat aldus politici die beweren
zich te engageren voor de samenleving steeds vaker slechts het eigen
gewin beogen? Is de vrees voor de vervalsing van onderzoeksresultaten
onterecht als men weet dat zij tot stand komen middels sponsoring
door belanghebbenden of complotteren zij die dermate achterdochtig
zijn dat zij dit durven te veronderstellen tegen de vrije
samenleving?
Edoch,
de cruciale vraag is niet deze naar het bestaan van slechte
bedoelingen of van samenzweringen want als die inderdaad bestaan,
zijn ze sowieso onkenbaar omdat ze zich verschuilen - de kwestie die
ertoe doet, is deze van de principiële openheid
van het handelen, wat betekent dat men moet kunnen verantwoorden wat
men doet en waarom.
Het
kan geen punt zijn dat iemands ware motieven zouden kunnen
verschillen van de door hem opgegeven beweegredenen zolang zijn
argumentatie maar consistent blijft: contradicties brengen bedrog
sowieso aan het licht en daarom ook moet in de eerste plaats de
transparantie
van
het handelen gerespecteerd worden. Het kunnen vermoeden van kwade
bedoelingen, samenzweringen of verborgen strategieën is allerminst
verboden, het is daarentegen voorzichtig en derhalve wenselijk zolang
dat vermoeden maar niet verwisseld wordt met de zekerheid - terwijl
daar waar keuzevrijheid bestaat, men best het zekere voor het
onzekere neemt, al zijn hier gebeurlijk ook nog delicate kwesties
in het geding zoals die van het mogelijk beschamen van bestaand
vertrouwen. Bedreigende situaties moeten vermeden worden, ook al zijn
de angst voor het gevaar en het gevaar zelf even verschillend als de
dag en de nacht. Angst is een slechte leermeester, wat wil zeggen dat
geloof en kennis verschillende zaken zijn maar omdat de kennis nooit
volkomen is, blijft de deur best op een kier staan voor het geval men
zich vergist, zodat men zich te allen tijde kan redden uit het
zinkende schip van een universum dat plotseling blijkt te drijven op
een leugen of een vergissing. Zo kan het definitief uitsluiten van de
gedachte aan een mogelijk complot, hoe 'ondenkbaar' ook, aan mensen
het leven kosten of zelf aan ganse volkeren: de laatste getuigen van
de holocaust konden zich niet indenken dat het de bedoeling was dat
zij nooit meer terug zouden keren; alleen zij die het 'ondenkbare'
durfden te denken, deden een ontsnappingspoging die soms ook lukte en
waren aldus in staat om ons deze vreemdsoortige waarheid te
openbaren: soms is de waarheid ondenkbaar en wat men voor
vanzelfsprekend houdt, volstrekt onmogelijk en het bezit van dit
vreemde weten is dan even kostbaar als het leven zelf. Maar terwijl
over kennis dikwijls wordt gezegd dat zij makkelijk is om te dragen,
is dit vreemde weten wel een zware last.
Een
kritische benadering van de realiteit is altijd verkieslijker dan een
naïeve kijk maar dikwijls ook moeilijker omdat sluwe propaganda zich
niet slechts beperkt tot het aanprijzen van zekere producten: zij
probeert ook om degenen die zich niet bereid tonen om de al te zoete
koek te slikken, te demoniseren. De stigmatisering van de kritische
consument tot 'complotdenker' behoort tot het register van steeds
driester wordende afstraffingen van wie zich nog durven te verzetten
tegen het geweld van het kapitaal dat van haar slachtoffers nog
slechts de onderwerping en de verslaving duldt. Het is unfair om een
nomenclatuur uit de psychiatrie als methode van afschrikking aan te
wenden binnen een domein dat met gezondheidszorg geen uitstaans heeft
maar wel alles met de binding van kwetsbare klanten, met platte
commerce, winstbejag en verschalking. Als ik een goed produceer dan
mag ik de bedoeling hebben om het ook in mijn eigen voordeel aan te
wenden door er winst mee te maken maar heel anders liggen de kaarten
als ik met het oog op gewin een goed aan anderen onthoud want dat is
chantage.
De
kritische benadering van het maatschappelijke instrumentarium door
Ivan Illich sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw, werpt licht
op een hoger goed dan datgene wat zich tot nog toe als het beste
presenteerde en dat is ook wat elk eerlijk product doet op een open
markt met ruimte voor bevraging. Illich wijst niet op een complot
achter de auto-industrie die immobiel maakt, het onderwijs dat
onwetend maakt of de verziekende gezondheidszorg want geen van alle
hebben ze de bedoeling
om ons immobiel, dom of ziek te maken ofschoon ze dat wel degelijk
doen. Als er al sprake moet zijn van een samenzwering dan geschiedt
die allerminst tussen mensen maar gaat het veeleer om een feitelijk
doch onbedoeld conglomeraat van wetenschap, techniek en kapitaal
zoals reeds door Herbert Marcuse aangegeven. En uiteraard spelen
binnen dit bestel van abstracte instituties, menselijke of dierlijke
drijfveren zoals hebzucht, angst en overmoed onvermijdelijk een niet
altijd even duidelijke of wenselijke rol maar zij worden niet
nagestreefd, zij zijn veeleer 'bijwerkingen'.
Evenzo
zit er wellicht helemaal geen complot achter het uitbreken van een
epidemie noch achter het navenante opduiken van opportunisten van
allerlei slag die in hun sluwheid de hysterie van de massa, ontstaan
uit het onverwachte van de situatie, aanwenden om onder de dekmantel
van hulp en zorg hun slag te kunnen slaan. Toch blijft het raadzaam
om de mogelijkheid van bedrog niet zomaar uit te sluiten omdat de
geschiedenis aantoont dat ondanks het weinig benijdenswaardige lot
dat elk bedrog sowieso te wachten staat, het zich desalniettemin even
hardnekkig lijkt te blijven reproduceren als de onwetendheid die het
bij haar slachtoffers teweegbrengt.
Het
complotdenken heeft iets primitief omdat het verwant is met het
religieuze denken dat immers voor elk voorval veeleer naar een
begrijpelijke reden zoekt of naar een bewuste verwekker dan naar een
toevallige oorzaak of een natuurlijke bron; het is niet in staat om
gebeurtenissen als toevalligheden te beschouwen omdat het redeneert
in termen van offer en verdienste, schuld en boete, goed en kwaad.
Het is immers niet makkelijk om aan te nemen dat er geen goede reden
bestaat voor wat tenslotte wordt ervaren als een straf omdat dit
meebrengt dat men het onrecht moet beamen, dat men zich moet
neerleggen bij tegenslag en dat men derhalve ook het goede niet
altijd verdienen kan want aldus onttrekt ons eigenste lot zich aan
bijna alles wat wij maar kunnen wensen en willen. Het complotdenken
is daarom een zich tegen beter weten in onderdompelen in een
werkelijkheid die weliswaar aantrekkelijk oogt maar die uiteindelijk
geen poot heeft om op te staan. Minder aantrekkelijk doch
verstandiger maar vooral ook eerlijker is het om de realiteit onder
ogen te willen zien en dat is tenslotte ook de grondslag van elk
denken dat veeleer wetenschappelijk is dan vroom. Edoch, de macht
over de natuur welke wij nastreven omdat wij daartoe door het
zelfbehoud gedreven worden, verkrijgen wij nimmer zonder eerst die
kniebuiging te maken voor de wetten die haar dirigeren omdat die
'macht' niets anders is dan een volgzaamheid aan deze wetten. Op die
manier ook kan een 'overwinning' op het nieuwe virus slechts
betekenen dat wij het bestaan van dit ding ten volle accepteren, dat
wij er als het ware gaan mee tafelen zoals wij dat met een partner
doen en dat wij gehoor geven aan de eisen die het 'wezen' (in feite:
de natuur) stelt, precies zoals mensen dat doen in de oudste verhalen
waarin zij onderhandelen met vampieren zoals zij ook onderhandelen
met de goden aan wie zij vele offers brengen.
Omdat
natuurwetten helemaal geen mededogen kennen, zich jenseits
von Gut und Böse situeren
of volslagen blind zijn voor ethiek, zijn de gedragsregels door
virologen voorgesteld en door politici voorgeschreven om het nieuwe
coronavirus in de tang te nemen, dat ook. Permissiviteit jegens hen
die geloven deze regels niet te moeten respecteren, betekent daarom
principieel niets minder dan het verlenen van toegang tot het leven
aan de dood. Maar het probleem dat zich bij de gelegenheid van de
coronacrisis voordoet, heeft maar voor een stuk te maken met dit
inzicht: ingevolge de welig tierende corruptie, de vriendjespolitiek
met de navenante aanwezigheid van ambitieuze en opportunistische
drommen van onbekwame lui op de grootverdienerspostjes, gekoppeld aan
de straffeloosheid jegens al dat machtsmisbruik, staat een allang
aanslepende en door de beleidsmakers sterk onderschatte
vertrouwenscrisis
de goede gang van zaken heden in de weg terwijl het volk dat daarvan
de dupe is, daarvoor niet één keer maar drie keer wordt gestraft:
een eerste keer door het wanbeleid van de politici; een tweede keer
door de epidemie zelf en een derde keer door de hoge boetes die men
terecht niet zozeer aanvoelt als een bestraffing voor gevaarlijk
gedrag maar als een onheuse terechtwijzing van een volstrekt
gerechtvaardigd wantrouwen in de huidige politici. Onze politici
dienen te beseffen dat zij hun vertrouwen hebben verspeeld; dat dit
geen kleinigheid is, mag blijken uit de ernst van de gevolgen
daarvan die zich in de huidige crisis tonen in de vorm van niet meer
te tellen mensenlevens en de arrogantie van sommige gezagsdragers is
dermate absurd dat zij hun gesneuvelden niet zozeer blijken te zien
als een last die drukt op hun geweten maar als een pluim op hun hoed.
Andermaal:
het volk wordt gestraft door de hoge boetes die men terecht niet
zozeer aanvoelt als een bestraffing voor gevaarlijk gedrag maar als
een onheuse terechtwijzing van een volstrekt gerechtvaardigd
wantrouwen in de huidige politici en om die reden ruiken die boetes
inderdaad naar achterbaks fascisme. Als dan op de koop toe het panel
van de nieuwe prelaten van op hun televisiemonopoliekansel
verkondigen dat 'de mensen' enkel nog mogen luisteren naar het
officiële nieuws, leggen zij de basis voor niets minder dan een
burgeroorlog die, van zodra de bodem van de voedselvoorraadschuren in
zicht komt, over de ganse aarde woeden zal.
(J.B.,
14 mei 2020)
07-05-2020
De nieuwe pest (vervolg 50): Exorcisme en Corona
De
nieuwe pest (vervolg 50):
Exorcisme en Corona
Als
een vrouw moeder wordt, dan houdt de katholieke kerk haar voor dat
haar kind helemaal niet oké is: uw kind, mevrouw, is van de duivel,
zo zegt de kerk. Meer bepaald is het door uw eigen zonde met het
kwaad besmet. U kunt het niet zien maar wij, ingewijden, zien het des
te beter: de ziel van uw kind is zo zwart als roet en als u niets
onderneemt, wacht uw kind de eeuwige dood in het vuur van de hel. En
dat is warempel uw verantwoordelijkheid. Maar er is een remedie: u
moet uw kind zo spoedig mogelijk laten dopen. Het doopsel maakt de
ziel weer gaaf; het doopsel grift een onuitwisbaar merkteken in de
ziel. Voor wie het nog niet wisten: het doopsel is een
duiveluitdrijving.
Spoedt
zich de moeder met haar pasgeborene naar de kerk alwaar een exorcist
haar opwacht om aldaar in het plechtige bijzijn van getuigen in het
wit de rituelen uit te voeren en de Latijnse formules uit te spreken
welke de Satan (in de Bijbel geïdentificeerd met een giftige slang)
verjagen zullen en pas dan is het kind veilig, wat wil zeggen dat het
gerust kan sterven: na zijn dood zal het immers niet langer aan de
duivel toebehoren, het is gewis gered!
En
de moeder doet wat de kerk van haar verlangt, zij is immers
gewetensvol en denkt: met zijn kind kan men maar beter zeker spelen
en baat het niet, dan schaadt het ook niet. En de vader sluit zich
braafjes bij de moeder aan: zij meent het goed, zo sust hij, het is
gewoon traditie en wat water kan geen kwaad.
Maar
intussen werden zij gelovigen, uiteraard omwille van het kind, en
gaan zij naar de mis, belijden zij een kannibalistische
mysteriegodsdienst en gehoorzamen zij aan het gezag van een stokoude,
gemijterde en gekazuifelde paus die vanuit het mysterieuze,
ontoegankelijke en schatrijke Vaticaan in Rome al tweeduizend jaar
lang de wereldpolitiek naar zijn wit gehandschoende hand zet.
Intussen zijn zij radertjes geworden van een blindelings
gehoorzamende en perfect geordende massa die op bevel bidt en zingt
maar voor hetzelfde geld naar het front trekt, in oorlogen die enkel
lafaards schuwen, gesteund door de god van het enige ware geloof. Wie
nota bene deze feiten miskennen, loochenen de wereldgeschiedenis van
de jongste tweeduizend jaar.
Maar
het geloof is nu verouderd, de mensen krijgen er lucht van dat heren
onder hoge, glinsterende hoeden hen dingen op de mouw hebben gespeld
om met hun centen aan de haal te kunnen gaan. Het geloof dient nu
vervangen, de hoge burgerij zendt haar telgen niet langer naar de
seminaries, voortaan moeten zij zich onderscheiden aan gerenommeerde
universiteiten. De titel van Eerwaarde klinkt niet langer eerbaar,
men moet nu Dokter, Doctor of Professor op zijn naambord hebben staan
om nog ontzag te kunnen inboezemen, uit te kunnen pakken met zijn
goocheltrucs en inkomgeld te kunnen vragen. De heilig hostie, product
van het verbond tussen hemel en aarde, conglomeraat van alle
kosmische krachten en concentraat van levenselixir, bewaard in de
sacristie - de apotheek van god - om genuttigd te worden door de
zondevrije en gelouterde belijder, doet het godbetert niet meer: zij
werd vervangen door de pil waarbij men zich de woorden van de
honderdman herinnert: "...en ik zal weer gezond worden". De
pil, zij krijgt warempel alle ziektekiemen klein en overwint de dood,
precies zoals de heilige hostie placht te doen in vroegere tijden.
Wordt
vandaag een vrouw moeder, dan houdt de medische wetenschap haar voor:
uw kind, mevrouw, is ter dood veroordeeld. En dat is een gevolg van
de ongehoorzaamheid van de mensen aan de opgelegde reglementen voor
de volksgezondheid: uw kind is door uw eigen fouten met het kwaad
besmet. U kunt het niet zien maar wij, ingewijden, zien het des te
beter: de kernen van de cellen van uw kind zijn gecorrumpeerd met gif
('gif' in het Latijn is 'virus') en als u niets onderneemt, zal uw
kind ziek worden, helse pijnen lijden en al heel gauw zult u uw
oogappel verliezen. En dat is warempel uw eigenste
verantwoordelijkheid. Maar klaag niet want wij hebben een remedie: u
moet uw kind zo spoedig mogelijk laten inenten. De vaccinatie maakt
de lichaamscellen gaaf; het vaccin grift een onuitwisbaar merkteken
in het lijf. En voor wie het nog niet wisten: de vaccinatie is een
virusuitdrijving.
Spoedt
zich de moeder met haar boorling naar de kliniek alwaar een
gehandschoende arts haar opwacht om aldaar de rituelen uit te voeren
volgens de formules van de farmacie welke de ziekte gaan verjagen en
pas dan is het kind veilig: het zal niet sterven aan het virus, het
is gered!
En
de moeder doet wat de dokter van haar vraagt, zij is immers
gewetensvol en denkt: met zijn kind kan men maar beter zeker spelen
en baat het niet, dan schaadt het ook niet. En de vader sluit zich
braafjes bij de moeder aan: zij meent het goed, zo sust hij, het is
gewoon traditie en een spuitje met wat water kan geen kwaad.
Edoch,
intussen werden zij gelovigen, uiteraard omwille van het kind, en
lopen zij met de regelmaat van de klok bij de huisarts binnen, zij
laten zich soigneren in klinieken, zij onderwerpen zich aan
handelingen van topdokters die zij niet verstaan en die nog
onbegrijpelijker worden door al het Latijn in de nomenclatuur en zij
gehoorzamen aan het gezag van ingewijden in witte uniformen die
statige klinieken bevolken en hoge titels voeren, die mensenlijven
opensnijden, organen transplanteren en ziekenkassen pluimen welke ad
infinitum gespijzigd
worden door massa's anonieme arme drommels die dagelijks om half vijf
in de ochtendmist staan te wachten op hun boemeltreintje naar het
werk totdat zij zevenenzestig zijn. Ja, die bijwerkingen nemen wij er
zonder protesteren bij.
Zo
hoort het eigenlijk in de krant te staan:
Het
leven is niet langer gratis. Vanaf vandaag is het lichaam van alle
mensen die geboren worden, ingevolge virus of gif corrupt. Reeds na
een korte wijle sterft men een gewisse dood. Precies zoals de planten
die niet bespoten worden met het vergif van Monsanto. Inderdaad,
vanaf vandaag moet men zijn leven kopen. Een prikje vrijwaart een
mens voor zeven maanden tegen een gewisse dood en uiteraard kost een
vaccin veel geld, het leven immers was altijd al onbetaalbaar, of wat
had u gedacht? Maar in dat perspectief is heel veel geld een prikje.
Telkens na zeven maanden kunt u verlengen met de betaalkaart. Doen! -
zo bent u weer voor een hele tijd gerust.
(J.B.,
7 mei 2020)
06-05-2020
De nieuwe pest (vervolg 49): De strijd tegen het Kwaad
De
nieuwe pest (vervolg 49):
De
strijd tegen het Kwaad
Niets
nieuws onder de zon: de maatregelen tegen het nieuwe coronavirus zijn
een van de talloze vormen van strijd tegen datgene wat wij 'het
kwaad' noemen en in wezen onderscheidt zich de strijd tegen dit virus
in niets van onder meer de strijd tegen het vuilnis (wat de job is
van schoonmakers), de strijd tegen de onwetendheid (de job van
leraren), de strijd tegen de honger (gevoerd door landbouwers maar
bijvoorbeeld ook door economen en politici), de strijd tegen de
tijdnood en die tegen de dood. Al die gevechten maar dan expliciet
het laatst genoemde worden gestreden door al wat leeft en daarom gaat
het telkenmale over de strijd van het leven tegen het
levenseinde of de dood - het kwaad dat, zoals onmiskenbaar blijkt,
inherent is aan het leven - dat uiteraard als het goede wordt
beschouwd.
Vanzelfsprekend,
zo zou men geneigd zijn te zeggen maar tezelfdertijd is het dan toch
ook een beetje ongemakkelijk als men uiteindelijk niet meer anders
kan doen dan toegeven dat er geen leven is zonder levenseinde en
derhalve geen goed zonder kwaad, zodat zich het paradoxale probleem
voordoet dat het kwaad voortkomt uit het goede om de heel eenvoudige
reden dat het goede nooit kan blijven duren, dat het altijd en overal
begrensd is en dat die grens het kwaad zelf is. Wij willen leven en
altijd blijven verder leven, ofschoon wij aldus onvermijdelijk immer
dichter komen bij de dood waarvoor wij wegvluchten als voor de pest.
Geheel onvermijdelijk rent alles wat leeft, zijn dood in de armen en
tegelijk kan niemand ontkennen dat leven in feite altijd een gevecht
is tegen de dood. Wat leeft, wil bewegen maar wat beweegt, wordt moe
en wat moe wordt, wil rusten maar wat in totale rust verkeert, is al
dood.
Iedereen
wil oud worden maar niemand wil het zijn. Het verlangen van al wat
leeft, bestaat in het bevredigen van het levensverlangen zelf; het
uitvoeren van de levenswil die, zonder het zelf te weten, de wil is
om te sterven en die daarom blind is: de levenden geloven het leven
zelf tegemoet te lopen maar het leven als zodanig houdt wie leven
voor de gek en schenkt hen exact datgene wat zij tot elke prijs
willen vermijden. Het goede brengt zonder het zelf te willen maar ook
zonder het te weten, de dood voort en zo is het leven de moeder van
de dood, het goede de vader van het kwaad - het kwaad en de dood zijn
de kinderen van het goede leven.
De
paradox is zo oud als het mensdom zelf of althans bestaat hij
wellicht zo lang als er culturen bestaan, als hij niet al de kern
zelf uitmaakt van de cultuur - wat ongetwijfeld het geval is met
betrekking tot de Helleense cultuur waarvan wordt aangenomen dat die
de bakermat is van onze huidige beschaving. Samen met het Christendom
dan, dat deze paradox miskent of tenminste: het Christendom wijt het
bestaan van deze vreemde draai in al het bestaande aan een zonde van
de mens en houdt ons voor dat er oorspronkelijk helemaal geen dood
was en geen kwaad, wat voor ons, mensen, die nochtans kennelijk
geheel onwetend ons eigen einde tegemoet rennen, volstrekt
onbegrijpelijk is. En met dit laatste is dan een nieuwe paradox
geboren die deze van de kennis is: wij handelen tegen beter weten in
maar wij weten helemaal niet wat dit weten inhoudt: is het de kennis
van de onvermijdelijke eindigheid der dingen of is het daarentegen
het besef van een verloren eeuwigheid, een verloren paradijs?
Hoe
dan ook willen zowel diegenen die zweren bij de Griekse tragedie en
bij de wetenschap die hand in hand daarmee geboren werd, als diegenen
die zich christenen achten, dat paradijs herstellen: de laatst
genoemden middels allerlei toverformules (offers en gebeden), de
eerst genoemden via de wetenschappen en dat zijn dan met betrekking
tot corona vooral de geneeskunde, de epidemiologie en de virologie.
En
zo zien wij hoe uit de strijd van het leven tegen de dood, een nieuwe
strijd ontstaat die een strijd is om het strijdmiddel: blijft ons de
kerk van Rome leren hoe wij onvermurwbaar paternosters moeten blijven
bidden of trekken de geleerden die destijds op brandstapels
belandden, heden aan het langste eind?
Maar
het verbod op religieuze samenkomsten dat uit het contactverbod
volgt, is een groter probleem dan vandaag wordt erkend omdat religie
in wezen contact is
en ons ook voorhoudt dat contact de essentie en het doel is van het
leven, terwijl de medici die aan het andere eind van het zeel
trekken, contact afzweren als een mogelijke verwekker van de dood,
die immers dreigt van zodra het contact dat voor het leven zorgt, mét
het virus ook de dreiging van het absolute kwaad van de dood in het
levende lijf naar binnen brengt. De maatregelen tegen corona doen
zich voor als tijdelijk en voorlopig, alsof zij helemaal geen kwaad
kunnen betekenen voor het leven zelf, terwijl zij in feite de ultieme
rituelen zijn waarmee een volstrekt nieuw geloof of, eerder nog, een
gloednieuwe god wordt ingevoerd en ook aanbeden, die de god van het
hiernumaals is, de god die (ofschoon hij voor zichzelf een
uitzondering maakt) de eeuwigheid heeft afgezworen en een leven
voorstelt dat men alleen maar rekken kan, waarna het onherroepelijk
wordt beëindigd.
De
nieuwe god voor wie het pad reeds werd geëffend door de mammon die
met het persoonlijke bezit de eerste stap gezet heeft naar de
vernietiging van het samenzijn in de deconstructie ervan in
individuele compartimenten en die aldus reeds een serieuze slag
toebracht aan de eenheid van de mensheid welke de essentie van
religie is - die nieuwe god dreigt mét het samenzijn de mens zelf te
vernielen en dit alles geschiedt onder het voorwendsel van een -
bedrieglijk voorlopige - levensreddende verandering van het gedrag,
de normen en de waarden. Terwijl met het principe van het
persoonlijke bezit of dus met de invoer van het geld, de leden van
het mensdom reeds geestelijk werden verdeeld, zal de fysieke
scheiding van alle mensen onderling voor de dood zelf van de mensheid
zorgen. Geen contact zal nog mogelijk zijn dan via de gloednieuwe
dictatuur: zij zal het nieuwe kwaad zijn dat elke vereniging in de
weg zal staan, het blijvende obstakel voor communicatie of
buiten-zichzelf-treding, verheffing, exaltatie of extase. Uitgerekend
zij die zich naar voren heeft geschoven om de dreiging van het kwaad
te gaan bestrijden, blijkt het allermeest te vrezen virus dat de
mensheid aantast. Dit virus infecteert het brein van elke cel van de
mensheid - en dat wil zeggen: elke mens - om in hem haar eigen
software in te planten zodat hij zich niet langer op de mensheid
richt maar voortaan enkel blindelings doet wat de dictator van hem
eist die gehoorzaamheid beloont met een lang en pijnloos maar ook
geheel ontzield want contactloos bestaan en die ongehoorzaamheid
bestraft met boetes, virusziekten en de dood. Gehoorzaamheid is
instemming met het offer van de inenting aan deze nieuwe god in ruil
waarvoor althans zeer tijdelijk de toegang tot de wereld wordt
gekocht. Ongehoorzaamheid is volharding in de wetenschap dat het
leven heilig is, niet te koop en onontvreemdbaar.
En
is de strijd tegen het kwaad die dan gestreden wordt, dan niet de
eigenlijke strijd: de strijd van het Leven tegen de Dood?
De nieuwe pest (vervolg 48): Hoe corona het katholicisme op de helling zet
De
nieuwe pest (vervolg 48):
Hoe
corona het katholicisme op de helling zet
In
tijden van coronagekte leest men in de kranten over de uit de States
overgewaaide drive-ins: drive-in cinema's, drive-in supermarkten en
nu ook drive-in biechtstoelen. In verre landen weliswaar maar in
feite is het echt niet om mee te lachen want als die social
distancing
of eender wat de biecht onmogelijk maakt, verliest de katholieke kerk
haar reden van bestaan en kan om het even welke belastingbetaler van
een land dat aan die kerk subsidies toekent, eisen dat die financiële
aderlating ophoudt.
Velen
van de jongste generaties zullen bij het vernemen van die
aankondiging de wenkbrauwen fronsen omdat de kennis ook op dat vlak
achterwege blijft maar de bestaansreden van de kerk ligt in het feit
dat zij als staatsgodsdienst of dan toch als door de staat erkende
godsdienst een soort van verzekeringsmaatschappij vormt voor het
postpensioen van de burger.
Het
postpensioen is de termijn die na ('post') het pensioen komt, de
tijdspanne die volgt op die van het pensioen en omdat het pensioen
loopt tot de dood van de gepensioneerde, betreft het hier de
eeuwigheid en dat is gewis niet niks.
Hoezo?
- zouden de niet langer ingewijden vragen. Welnu, het katholieke
geloof leert, in het kort, dat de mens geschapen is als een
onsterfelijk wezen dat door eigen zonde sterfelijk werd en dat
derhalve de tussenkomst van een redder nodig heeft om alsnog de
eeuwigheid terug te kunnen winnen. Die redder kwam 2020 jaar geleden
op aarde als Jezus van Nazareth die zich de zoon van God liet noemen,
om die zonde van de mens die veel te groot was voor vergeving, uit te
boeten in zijn plaats en zo zijn onsterfelijkheid te herstellen. Dit
goddelijke offer ligt overigens aan de basis van de grootste
kunstwerken aller tijden zoals de passies van Johann Sebastian Bach.
Een
voorwaarde is wel dat wie aldus gered willen worden van de eeuwige
dood, ook echt geloven, wat inhoudt dat zij gehoorzaam zijn aan
zekere geboden zoals door de kerk geopenbaard. Een onmogelijke opgave
weliswaar omdat geen mens zonder zonde is en precies daarom heeft
Christus zijn macht om zonden kwijt te schelden overgedragen aan zijn
apostelen en in de eerste plaats aan zijn plaatsvervanger Petrus, de
eerste paus, die deze macht, die nota bene de sleutel is tot het
koninkrijk der hemelen, delegeerde aan de bisschoppen en aan de hele
clerus. Wie zondigen, verliezen het recht op eeuwig leven maar door
hun zonde te belijden in het sacrament van de biecht, kunnen zij
absolutie krijgen en dat recht terugwinnen en dit zo dikwijls als zij
dat nodig achten.
En
zo zijn er voorbeelden bij de vleet van historische figuren die een
leven lang hebben gemoord en gebrand om dan op hun sterfbed na het
opbiechten van al die gruwel, van een priester absolutie te ontvangen
en 'zo recht als een sikkel' ten hemel te varen. Of dat is alvast wat
de katholieke kerk voorhoudt te geloven - een verzekeringspolis die
kan tellen.
Omdat
onwetendheid omtrent de zaken des geloof zich heeft verspreid zoals
een ware pandemie, dient hierbij ook nog verduidelijkt te worden dat
het sacrament van de biecht traditioneel plaatsheeft in een
biechtstoel: een vaak met fraai beeldhouwwerk in hout omkaderd meubel
waarin men kan gaan zitten of knielen en waarin zich de biechteling
en de priester elk in een andere ruimte bevinden, half verduisterd
omwille van de onherkenbaarheid, en gescheiden door een houten plaat
met kleine gaatjes om de overdracht van de stemgeluiden maar helaas
ook die van het coronavirus mogelijk te maken.
Het
kon weliswaar veel eenvoudiger dan met een drive-in, als men maar
gedacht had aan de nieuwe technologie van de telefonie en de
elektronische spraakoverdracht, zo zullen mensen van deze tijd
opmerken. Edoch, dan hebben zij helemaal geen rekening gehouden met
de voorwaarde van de geheimhouding die essentieel is voor de biecht
omdat het daar in wezen een gesprek betreft tussen de zondaar en zijn
redder - Christus zelf, wiens plaats door het bestaan van dit heilig
sacrament kan ingenomen worden door de priester. In de dialoog tussen
het schepsel en zijn Schepper is luistervinken uitgesloten en de zaak
is nu dat de hoogtechnologische spullen waarvan sprake zeer vatbaar
zijn voor corruptie zodat geheimhouding niet langer kan verzekerd
worden of gezien de toestand van de wereld zelfs helemaal uitgesloten
is, waardoor de biecht zijn geldigheid verliest. En, eens te meer, de
kerk haar reden van bestaan.
Dat
hete hangijzer hangt de machtigste religie aller tijden overigens al
langer boven het hoofd want sinds het schandaal van het
kindermisbruik is de staat van de kerk gaan eisen dat zij dergelijke
aan haar opgebiechte misdaden voortaan op haar beurt moet gaan
'opbiechten' en wel bij het gerecht. Maar als zij dat doet, erkent
zij uiteraard meteen dat de wereld niet bestuurd wordt door de
Schepper van hemel en aarde (of althans door zijn délégués) maar
door de wereldheerser die het in het evangelie op een hoge berg
zonder enige tegenspraak van zijn broer Christus had over zijn rijk
dat hij Hem in ruil voor een simpele kniebuiging schenken zou. Nog
ter verduidelijking: iedereen weet dat in het Oudtestamentische boek
Job,
Satan wordt genoemd als een van de zonen van God.
(J.B.,
4 mei 2020)
30-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 47): Ziekenzorg en ziekten-industrie
De
nieuwe pest (vervolg 47):
Ziekenzorg
en ziekten-industrie
De
uitdrukking dat men zijn ogen niet kan geloven, moet helaas dikwijls
heel letterlijk genomen worden: mensen reageren vaak zeer furieus op
wantoestanden maar rampen kunnen ook echt te groot zijn voor het
menselijke bevattingsvermogen en in die gevallen blijven reacties
vreemd genoeg gewoon uit.
Tot
de dingen die het voorstellingsvermogen te boven gaan, behoren
feitelijke genociden, gepleegd door de superrijken: het weigeren van
de toegang tot Europa aan miljoenen oorlogsvluchtelingen en het
onderbrengen ervan in concentratiekampen in Turkije. De moord op
dertigduizend mensen, meestal kinderen, met het wapen van de honger -
wel te verstaan: elke dag opnieuw dertigduizend. De massamoord op
ongeboren kinderen welke vandaag alom wordt beschouwd als een
mensenrecht.
Geheel
onvoorstelbaar voor velen is het feit dat de top van de
gezondheidszorg - alom ter wereld de caritatieve instelling bij
uitstek - gedomineerd blijkt door een industrie die vooral bekommerd
blijkt om het eigen gewin. In plaats van zorg te dragen voor de aan
hen toevertrouwde psychiatrische patiënten, werkte onder de nazi's
in Vlaanderen het medische corps zonder protest mee aan hun massale
uitroeiing en dit gebeurde middels de verkapte en feilloze
moordmethode van het vetvrije dieet. (1)
De
gezondheidszorg wordt gedomineerd door de farmaceutische industrie
die in de top van de meest winstgevende bedrijven van het land op de
allereerste plaats staat. Ziekenzorg werd sinds jaar en dag
verdrongen door klantenwerving en als puntje bij paaltje komt, blijkt
het van geen belang of de pillen genezen of ziek maken, zoals
bijvoorbeeld blijkt uit de softenonhistorie.
Op
7 augustus 2015 overleed op de leeftijd van 101 jaar de Canadese
fysicus Frances Oldham Kelsey die werkzaam was voor de Amerikaanse
FDA en die bekend werd omdat zij verhinderde dat het kalmeermiddel
Thalidomide, met als bekendste merknaam Softenon, in Amerika
slachtoffers zou kunnen maken: zij bewees de schadelijkheid ervan in
1961. Wereldwijd zijn er vele duizenden Softenonkinderen of kinderen
die geboren werden met misvormde ledematen (focomelie) als gevolg van
de toediening van dit medicijn aan hun moeder tijdens de
zwangerschap. Het
eerste slachtoffer - een kind dat geboren werd zonder oren - viel op
25 december 1956 maar het middel bleef op de markt tot eind 1961. De
producent van Softenon, Chemie Grünenthal, probeerde de waarheid te
verdoezelen maar onderzoeksjournalist Morton Mintz van The
Washington Post
bracht alles naar buiten in 1962. Pas in 2012 excuseerde Chemie
Grünenthal zich voor de aangerichte schade, nadat het medicijn
opnieuw op de markt kwam, onder meer als middel tegen kanker. (2)
Dat
een economie die winst als hoogste goed in het vaandel draagt,
gespeend is van ethiek, spreekt vanzelf maar bij het inbedden van de
gezondheidszorg binnen een dergelijke economie, is het onvermijdelijk
dat de zorgethiek door het winstbejag geheel wordt opgeslorpt en
geperverteerd: de zogenaamde gezondheidsindustrie maakt massaal
mensen ziek om hen daarop geneesmiddelen te kunnen verkopen en daar
grove winsten uit te slaan. Of dat ook met het coronavirus het geval
is, zal nog moeten blijken maar alvast is het zo dat farmareuzen zich
reeds in de handen wrijven.
Het
is hoe dan ook een feit dat in fel contrast met de kloosterzusters
van amper enkele decennia geleden die onbezoldigd en vaak ten koste
van de eigen gezondheid in hospitalen werkzaam waren en van wie de
huidige verzorgers en verplegers met hun slopende job en met hun
minimumloontje nauwelijks verschillen, een industrie bloeit die op de
kap van zieken én verzorgers gigantische winsten boekt. De greep van
deze industrie op dokters, verplegers en andere ziekenzorgers kan
tegengehouden worden door gewetensvolle ziekenzorgers aan de top
zoals toentertijd Frances Oldham Kelsey maar de geschiedenis toont
helaas ook gevallen van het omgekeerde en de intussen courant
geworden moorden op de klokkenluiders maken de strijd tegen dit kwaad
er niet gemakkelijker op. Wellicht kan alleen de inplanting van een
heel andere economie een oplossing brengen maar voor het aan banden
leggen van de hebzucht zal meer nodig zijn dan alleen maar een
vrijblijvende ethiek.
(J.B.,
30 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Thys,
Erik, Psychogenocide.
Psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi's,
Epo, Berchem 2015, pp. 231-267.
Een
goede commerçant is een zeer verstandig man, al kan het ook een
vrouw zijn, en die zegt: wie een product wil slijten, moet ervoor
zorgen dat er een behoefte aan is. Hij moet dus eerst de behoefte
creëren en pas daarna krijgt hij zijn product verkocht. Intussen
weten wij ook dat onze economie draait dankzij gecreëerde behoeften
die dan ook nog eens voor het overgrote deel overbodig zijn. Maar de
behoeftebevrediging is dat dikwijls niet - ja, zo complex wordt het
wel op den duur. Neem nu de auto.
De
auto is een vervoermiddel waarmee in korte tijd grote afstanden
kunnen worden overbrugd. Maar wie auto's wil verkopen, moet ervoor
zorgen dat hij eerst afstanden schept, of beter nog: hij moet mensen
in tijdnood brengen. Doet hij dat niet, dan krijgt hij zijn auto's
niet aan de straatstenen verkocht: mensen die tijd zat hebben, lopen
te voet. Alleen de haastigen onder ons geloven dat zij gebaat zijn
met de aanschaf van een gemotoriseerd voertuig. Maar zelfs dat is een
illusie. Vijftig jaar geleden berekende Ivan Illich dat een auto aan
Jan Modaal meer tijd kost dan dat hij hem tijd bespaart. Maar dat
allemaal tussen haakjes want het zijn zaken die ons veel te ver van
huis brengen.
Vandaag
kopen wij instrumenten waarvan de levensduur de wettelijke
garantietermijn (en in België is dat twee jaar) nauwelijks
overschrijdt: slijtage is een in de marktproducten ingebouwde
behoefte aan vervanging of vernieuwing van het product. Men koopt
producten die door het feit dat zij binnen de twee jaar versleten
zijn, de behoefte creëren om ze opnieuw te kopen. Met het product
koopt men tevens de behoefte aan een tweede, een derde en zo voort.
Toen
vijfentwintig jaar geleden de eerste computers op de markt kwamen en
het internet werd ontwikkeld, bestonden er geen computervirussen. En
op een dag waren ze er, plotseling, als uit het niets. Het leek wel
alsof ergens op niet te achterhalen locaties criminelen aan het werk
waren met de bedoeling het internetverkeer te verstoren.
Onzin
uiteraard want ook criminelen werken niet gratis - bij
uitstek
criminelen werken niet gratis. Dat is wat de student ons vertelde die
het eerste antivirusprogramma op onze PC kwam installeren en voor de
slechte verstaander, zo voegde hij eraan toe: vanzelfsprekend zijn
het de producenten van antivirusprogramma's die de virussen maken en
verspreiden want alleen zij hebben daar baat bij. Zij zijn gewiekste
commerçanten, zij creëren de behoefte aan veiligheid, met andere
woorden: zij creëren het gevaar. De slotenmaker is de boef, de
leerkracht maakt onwetend en de pastoor zelf fabriceert de duivel.
En
ik herinnerde mij een verhaal dat nu honderd jaar oud moet zijn, een
verhaal van mijn grootvader zaliger die tandpijn had en naar de
tandarts wilde. Maar zijn vader gaf hem de goede raad: jongen, doe
dat niet, want tandartsen zijn rijkelui en eerlijke mensen worden
niet rijk: als ge gaat, zal hij eerst uw goede tanden trekken en ge
zult nog een keer moeten gaan voor uw slechte! Had ik maar naar mijn
vader geluisterd! - zo vertelde mij mijn grootvader zaliger en hij
ging met zijn vingers in zijn mond en haalde het eruit en toonde het
mij: zijn vals gebit. Daarop zegde hij nog iets, uiteraard geheel
onverstaanbaar, en wij moesten erom lachen maar het is niet om te
lachen als ze u zo bij den bok zetten, zoals ze dat in vroeger tijden
zegden, toen de mensen nog wisten hoezeer een bok kon stinken.
Wie
vertrouwt nog zijn garagist? Een motor is een ingewikkeld ding en
niet iedereen heeft daar verstand van. En vertrouwen is een heel mooi
woord. Edoch: Erst
kommt das Fressen und dann kommt die Moral.
Ook de garagist is een welvarend man. De auto, de koersfiets, de
diepvriezer, de stofzuiger, de wasmachine, de computer. En wat zegde
Ivan Illich over de geneeskunde? De man schreef een boek met als
titel: Medical
Nemesis. The expropriation of health. Vrij
vertaald: De
geneeskunde als rivaal. Over de ontvreemding van onze gezondheid.
Anders
uitgedrukt: De
ziekmakende werking van de geneeskunde. En
men ziet het al aankomen: de producenten van vaccins en de
fabrikanten van de virussen zijn ook hier agenten van een en dezelfde
commerce.
Jawel,
de zevenentachtigjarige Nobelprijswinnaar Geneeskunde, de man die het
aidsvirus ontdekte - men moet het maar doen! -, de onderzoeker die
borg staat voor zijn bevindingen, ook als anderen die associëren met
kwakzalverij - hij heeft wellicht gelijk wanneer hij beweert dat het
nieuwe coronavirus een menselijk fabricaat is. Hij kan het weten, hij
was levenslang getrouwd met virussen, zij waren zijn gasten, zijn
leermeesters, zijn gezellen, een lang leven lang.
En
de man vertelde tijdens het interview van 16 april hoe groot die druk
wel is die uitgaat van alle mogelijke belanghebbenden. De druk om de
waarheid ongezegd te laten want alleen een 'judas' spreekt de
waarheid in die hoge kringen van beroepsbedriegers en van
mensenfoppers. Edoch, gedenk dit: de hoge ouderdom is een zegen voor
wie de waarheid willen zeggen. Kijk, de farmaceutische industrie
wrijft zich al in de handen, zij hebben het over miljarden en wie zal
hen tegenspreken, ze hebben nu het ganse mensdom bij de lurven.
Luc
Montagnier steekt andermaal zijn nek uit. Ik geloof dat wat hij zegt
- die man die niets meer te verliezen heeft en alles reeds gewonnen -
de waarheid is en niets dan de waarheid. SARS-CoV-2
of het virus dat covid-19 veroorzaakt, is een maaksel van de
farmaceutische industrie. De behoefte aan een vaccin is er bij al wie
besmet zijn of het kunnen worden, en uitgerekend geen mens op aarde
is niet in dat geval! Bovendien, alsof dit nog niet volstond: de
houdbaarheidstermijn van het vaccin, zo liet men het ons reeds
doorschemeren, zal niet veel meer bedragen dan een zestal maanden.
Dan keert het gevaar terug, met andere woorden: de behoefte aan
veiligheid, welke een nieuwe vaccinatie onvermijdelijk maakt. En van
die kostelijke grap zal het mensdom zo te horen nog de eerste jaren
niet verlost zijn. Ja, een goede commerçant is een zeer gewiekst
man. Een man die niet tevreden is met een Toyota Corolla.
(J.B.,
28 april 2020)
De nieuwe pest (vervolg 45): Coronagolven
De nieuwe pest (vervolg 45):
Coronagolven
In
een toestand van evenwicht vindt geen verandering plaats. (1) Wordt
het evenwicht verstoord, dan kan die verstoring zich voortplanten in
de ruimte als een golf of als een trilling. (2) (3) Dit kan
betrekking hebben op maatschappelijk, psychologisch, economisch,
natuurkundig of scheikundig vlak. (1)
De
zevenentachtigjarige Franse viroloog Luc Montagnier, gewezen
professor aan het Parijse Pasteurinstituut waar hij van 1972 tot 2000
het virale kankeronderzoek leidde, gewezen directeur van het
nationaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek en gewezen
professor aan de Universiteit van New York, die voor zijn ontdekking
van het aidsvirus in 2008 de Nobelprijs voor de Geneeskunde ontving,
verklaarde in een televisie-interview van 16 april 2020 op de Franse
zender CNews
dat SARS-CoV-2
of het virus dat covid-19 veroorzaakt, niet natuurlijk is maar van
menselijke makelij: het virus zou afkomstig zijn uit een laboratorium
in Wuhan en het zou stukjes bevatten van het HIV
dat aids
veroorzaakt. (4)
Professor
Montagnier veroorzaakte al vaker controverse en zette ook kwaad bloed
bij het medisch corps, vooral voor zijn verdediging in 1988 van de
these van Jacques Benveniste dat water een geheugen zou hebben - een
these die de waarde moest aantonen van homeopathie die zoals bekend
door het gros der academici voor kwakzalverij wordt gehouden.
Bovendien is Montagnier ook tegenstander van verplichte vaccinaties
omdat die volgens zijn onderzoek de toekomstige generaties beetje bij
beetje zouden vergiftigen. (4) In het televisie-interview van 16
april 2020 bracht de Nobelprijswinnaar Geneeskunde de uitbraak van
covid-19 tevens in verband met de activiteit van elektromagnetische
golven. (5)
Er
bestaat momenteel een forse tegenkanting vanwege een deel van de
wetenschappelijke wereld tegen de invoer van het mobiele netwerk van
de vijfde generatie ('5G') dat een veel krachtiger straling
produceert dan de huidige draadloze communicatienetwerken terwijl
onbewezen blijft dat die stralingsdosis vrij is van
gezondheidsrisico's. Een groep van meer dan 180 wetenschappers uit 35
landen hebben in september 2017 de Europese commissie gewaarschuwd
voor de mogelijke gevaren van 5G
voor de volksgezondheid. (6) Sommigen gaan nog verder en suggereren
een verband tussen 5G
en de corona-epidemie waarbij het vermoeden wordt geuit dat de hoge
stralingsdosis het menselijke immuunsysteem tilt doet slaan met als
gevolg een (wereldwijde) dodelijke ziekte waarvan de ware oorsprong
om economische redenen verborgen moet blijven en derhalve valselijk
wordt toegeschreven aan een virus: de corona-pandemie bestaat niet
maar is een verkapping van een nieuwe stralingsziekte veroorzaakt
door 5G.
Waar
het evenwicht verstoord wordt, kan een golf ontstaan of een trilling
maar ook het omgekeerde bestaat: een golf of een trilling kunnen een
evenwichtstoestand verstoren en dit zou wel eens het geval kunnen
zijn met de werking van de sterke elektromagnetische golven van 5G
op ons immuunsysteem, op de activiteit van virussen in ons
immuunsysteem of nog anderszins. En het probleem dat zich nu stelt is
het volgende.
Terwijl
de voorzichtigheid gebiedt om handelingen niet te stellen totdat
bewezen is dat zij ongevaarlijk
zijn, perverteert de ongeremde zucht naar geld en macht van sommigen
dit principe tot het bijzonder gevaarlijke principe dat handelingen
toelaatbaar zijn zolang hun gevaar
onbewezen is. Het ligt voor de hand dat men de straat niet mag
oversteken zolang men zich er niet van verzekerd heeft dat er geen
auto komt aangereden maar in hun pervers winstbejag willen figuren
zoals Elon Musk en aanverwante mega-economen de straat oversteken
zolang het onbewezen blijft dat er wel een auto komt aangereden. Of
beter: zij willen dat wij
de
straat oversteken van zodra zij
beweren dat de onveiligheid daarvan onbewezen is.
Of
de elektromagnetische golven van de nieuwe 5G-netwerken
de nieuwe coronaziekte veroorzaken, blijft een open vraag maar dat
een of andere 'klap' een maatschappelijke golf en zelfs een tsunami
veroorzaakt heeft, staat intussen buiten kijf: de hele wereld is in
de ban van een pandemie en van een angstvallige dagelijkse telling
van het aantal doden en geen mens blijkt nog in staat om de
veroorzaakte deining te doen ophouden. De situatie doet denken aan de
algemene en rampzalige paniek die uitbreekt in een cinemazaal nadat
iemand heeft geroepen dat het brandt: er ontstaat een chaos die niet
te stoppen is, de redelijkheid maakt plaats voor doodsangst,
geruchten worden voor waar gehouden, kortom: de rust van het
evenwicht is verstoord en een onrust die zichzelf in stand lijkt te
houden richt alom vernielingen aan waarvan het einde maar niet in
zicht komt.
De nieuwe pest (vervolg 44): De tellers die tellen en de tellers die niet tellen
De
nieuwe pest (vervolg 44):
De
tellers die tellen en de tellers die niet tellen
Vandaag
27 april 2020, na vier maanden nieuwe coronagriep en kennelijk al
ruim voorbij de piek, staat de teller op 206.000 doden wereldwijd.
(1) Gesteld dat de mensen aan corona blijven sneuvelen aan dit tempo,
zullen dat er ongeveer 600.000 per jaar zijn - wereldwijd. Waarvan
het merendeel hoogbejaarden met onderliggende aandoeningen die ook
zonder corona veroordeeld waren om in de komende weken of maanden te
overlijden. Dit aantal coronadoden verschilt dan in geen enkel
opzicht van het slachtofferaantal van de jaarlijkse seizoensgriep
dat ligt tussen 290.000 en 650.000. (2)
Een
eerste vraag die rijst is uiteraard die naar de zin van de nooit
geziene en bijzonder rampzalige veiligheidsmaatregelen: waarom werden
die nooit eerder getroffen en dit jaar ineens wel? Het antwoord laat
op zich wachten. Een tweede vraag is deze naar het uitblijven van
veiligheidsmaatregelen met betrekking tot ziekten en rampen waarvan
het jaarlijkse slachtofferaantal een groot veelvoud is van het aantal
doden die deze griep maakt en dan niet zozeer bij hoogbejaarden met
onderliggende aandoeningen en met een nog zeer geringe
levensverwachting maar bij jonge mensen en kinderen die nog aan het
prille begin staan van het leven.
Enkele
feiten: jaarlijks vallen wereldwijd 1,35 miljoen verkeersdoden; 9,6
miljoen kankerdoden en 17,77 miljoen doden door hart- en vaatziekten
(31,8 percent van alle sterfgevallen) en dat zijn er een pak meer dan
de 206.000 coronadoden van dit jaar. (3)
Op
te merken valt dat voor de jaarlijks 1,35 miljoen verkeersdoden -
meestal jonge mensen en kinderen - het verkeer niet wordt stilgelegd.
Meer nog: er is nauwelijks controle van automobilisten aan zebrapaden
en de boetes blijven achterwege, wat verklaart dat het merendeel van
de automobilisten gewoon doorrijden aan zebrapaden en geen voorrang
verlenen aan voetgangers. De veiligheid voor zwakke weggebruikers
blijkt nu eenmaal geen prioriteit en voetpaden en fietspaden
ontbreken zowat overal.
Jaarlijks
vallen wereldwijd 4,2 tot 4,5 miljoen doden ingevolge fijn stof
(lees: uitlaatgassen ingevolge vooral het autoverkeer) en dat zijn er
meer dan als gevolg van roken. (4)
Maar
de hypocrisie bereikt een climax in het volgende feit. Wereldwijd
sterven elke
dag
24.000 mensen door honger en dat zijn er jaarlijks bijna tien
miljoen. (5) Voor deze 10 miljoen mensenlevens wordt de economie
helemaal niet stilgelegd, laat staan dat zij zou inleveren. Het
tegendeel is het geval: de harde waarheid luidt dat onze economie
teert
op
deze jaarlijks tien miljoen hongerdoden. Deze tien miljoen mensen
worden elk jaar letterlijk opgeofferd aan onze economie. Onze
economie kost met andere woorden alleen al door de honger die zij
veroorzaakt tien miljoen mensenlevens per jaar. Maar die teller is
voor de gloednieuwe religie van deze tijd kennelijk van geen tel. Het
tijdperk van het gouden kalf heeft zich gesetteld.
Er
wordt gezegd dat de pandemie of wat daarvoor moet doorgaan door
sommigen te baat genomen wordt om de massa weer in het gareel te
krijgen nadat allerlei emancipaties de greep op het volk onmogelijk
hadden gemaakt. Maar hoe kan men ook weten dat dit inderdaad het
geval is? Hoe kan men weten dat de stoute beweringen over een aan de
gang zijnde machtsgreep (gepleegd door een zekere elite op 'het
volk') ook waar zijn?
Iedereen
zal het er over eens zijn dat wie mensen aan zich wil onderwerpen,
het bevel moet voeren en er moet voor zorgen dat hij gehoorzaamd
wordt. Iedereen weet ook dat de enige garantie voor dat laatste erin
bestaat te tonen dat men de sterkere is. Maar wat is dan precies het
verschil tussen een normale democratische regering en een dictatuur?
Want beide bevelen ze en willen ze gehoorzaamd worden. Het antwoord
is onthutsend.
In
een democratie en in een rechtsstaat worden de verordeningen
uiteraard door het volk zelf beslist of tenminste dan toch door de
vertegenwoordigers van het volk in het parlement en het bestaan van
een van de politiek onafhankelijke instantie - het gerecht -
garandeert ook dat die regels afdwingbaar zijn. Maar de grond van
deze constellatie is dat democratische wetten in principe redelijk
zijn, wat wil zeggen dat zij tot stand komen door openbaar
overleg
met redelijke argumenten waarbij erover gewaakt wordt dat genomen
beslissingen het algemeen
welzijn
dienen. Zo bijvoorbeeld wordt beslist om de maximum snelheid in de
bebouwde kom te bepalen op 50 km per uur nadat men overeengekomen is
op grond van openbaar gemaakt onderzoek dat dit daar inderdaad de
veiligste manier is om zich te verplaatsen. Uitgerekend de
(principieel controleerbare) juistheid en de betrouwbaarheid van die
bepaling maken dat ieder weldenkend mens zich ook zonder
tegenpruttelen aan die regel zal houden. Niemand kan die regel
onredelijk noemen; niemand kan op een geloofwaardige manier de
stelling verdedigen dat die regel dictatoriaal is of dat hij
onterecht de vrijheid van de burger zou beperken - andermaal: omdat
men eerst heeft ingezien dat deze algemene vrijheidsbeperking
noodzakelijk
is voor de algemene veiligheid. Het gaat om een redelijk overleg
onder het volk inzake het nemen van een beslissing over de kosten en
de baten van welbepaalde in te voeren wetten. En nogmaals: het tot
stand komen van democratische wetten gebeurt via algemeen overleg en
met redelijke argumenten. Het enige minpunt bestaat erin dat een
stemming (een kwantificering van aanvankelijk louter kwalitatieve
argumenten) helaas onvermijdelijk is; het ware immers beter indien
iederéén het eens kon worden over wat te doen in functie van het
algemeen belang en indien er dus geen enkele tegenstem was maar
politieke rationaliteit is nu eenmaal geen wiskunde.
Bij
een niet-democratische besluitvorming komt er uiteraard geen
parlement kijken en bestaat geen (normale) rechtspraak maar dikwijls
wordt via allerlei procedures verdoezeld dat een schijnparlement de
plaats van het parlement heeft ingenomen of dat men te maken krijgt
met schijnrechtspraak. In geval van nood is het soms niet anders
mogelijk dan dat een noodregering gevormd wordt en dat noodregels
ingevoerd worden: waar totaal onverwacht de algemene veiligheid op
het spel komt te staan, zal even onverwacht de vrijheid aan banden
moeten worden gelegd en omdat gezondheid in de eerste plaats een zaak
is van veiligheid, kan men bij een pandemie niet anders verwachten
dan dat de vrijheid ook drastisch wordt ingeperkt. Maar de vraag weze
nu herhaald: hoe verzekert men zich ervan dat de stoute beweringen
over een aan de gang zijnde machtsgreep waar zijn? En het antwoord op
die prangende vraag wordt pas kenbaar als men de onderliggende
verantwoording voor de betrokken handelwijzen als zodanig belicht.
Zoals
gezegd bestaat de basis voor de democratische wetten in hun
redelijkheid en hun openbaarheid: principieel kan iedereen nagaan hoe
de wetten tot stand kwamen, of iedereen daarin zijn zegje heeft gehad
en of alles in redelijkheid is verlopen. En in een dictatuur is dat
pertinent niet
zo. Een dictator kan het er wel doen op lijken dat de beslissingen
door het volk genomen worden, dat ze redelijk zijn en noodzakelijk,
maar geen enkele dictator kan verbergen dat zijn wetten onredelijk
zijn als ze dat inderdaad zijn omdat geen enkele mens, en derhalve
ook geen dictator, boven de rede staat. En nu komt het onthutsende
van de hele zaak.
Dictators
doen als puntje bij paaltje komt ook geen moeite om te verbergen dat
wat zij eisen, onredelijk is: zij eisen een bepaald gedrag en durft
iemand het aan om te vragen naar de reden, dan vertikken zij het om
zich te verantwoorden; hun antwoord bestaat uit een boete of een
andere straf die zich herhaalt totdat de betrokkene ophoudt naar de
verantwoording te vragen.
Elke
dictatuur overleeft bij de gratie van de onderwerping. Van
onderwerping is sprake waar mensen bevelen uitvoeren,
verbodsbepalingen aanvaarden of belijdenissen afleggen die indruisen
tegen de redelijkheid. En precies aan het feit dat mensen redeloze
regels volgen, weet
een dictator ook dat hij hen onderworpen heeft. Hij zou dit niet weten
wanneer de regels redelijk waren omdat in dat geval de twijfel
bestond dat de regels gevolgd werden omwille van hun redelijkheid.
Maar waar de regels helemaal geen redelijke grondslag hebben, zullen
alleen diegenen ze volgen die zich er (blind) aan onderwerpen -
mensen die daarentegen het recht en de rede hoogachten, zullen
ertegen in opstand komen.
De
mens is een complex wezen: enerzijds zijn wij geneigd om te geloven
dat het volstrekt onmogelijk is om tegen beter weten in te handelen
maar anderzijds doen wij dat wel voortdurend terwijl wij dat onbewust
beschouwen als een soort van noodzakelijk kwaad. Zoals wij kunnen
liegen terwijl wij de waarheid kennen (en de kennis van de waarheid
is een noodzaak voor de mogelijkheid van het liegen), zo ook kunnen
wij een geloof belijden terwijl wij heel goed weten dat de
geloofspunten in kwestie je reinste onzin zijn. In de beide gevallen
handelen wij tegen beter weten in omdat wij nu eenmaal moeten
overleven terwijl op de achtergrond het vers uit de Driestuiversopera
van Bertolt Brecht weerklinkt: Erst
kommt das Fressen, dann kommt die Moral.
Een
aan een religie onderworpen volk (en 'religie' betekent ook
'overgave') belijdt in de zondagsmis te geloven in de hemel, het
vagevuur, de hel, alle heiligen, duivelen en engelen en het systeem
van de aflaten, maar geen zinnig mens in de hele kerk gelooft dat ook
werkelijk en de kerkleiding weet
dat ook. Maar de kerkleiding verlangt zelfs niet dat het volk
gelooft wat zij het voorhouden; het enige wat zij verlangen is dat
het volk zich gedraagt
overeenkomstig
dat geloof. Als de kerk predikt dat men een aflaat (een
strafvermindering in het vagevuur na de dood) kan bekomen middels een
gift aan de kerk, dan is het de kerk eender of diegene die deze
aflaat effectief betaalt, ook gelooft in de werking ervan; dat er
betaald wordt en dat de kerk het geld ontvangt, is het enige wat zij
kan controleren maar tegelijk is dat ook het enige wat voor haar van
tel is. Met andere woorden is het de kerk erom te doen dat het volk
betaalt en of het dat doet vanuit een echt of een voorgewend geloof,
is dan allang geen punt meer.
Het
dictatoriale van de hele kwestie schuilt hierin dat dit handeltje in
één enkele richting gaat: voor de kerk volstaat het niet dat iemand
echt spijt heeft van zijn zonden, zij vergeeft ze aan de biechteling
van zodra deze zijn geloof belijdt door met echt geld te betalen; de
biechteling van zijn kant heeft zich daarentegen helemaal geen vragen
te stellen over het feit of zijn zonden dan wel echt vergeven zijn:
hij dient dit te geloven zonder meer. De kerk eist garanties van de
gelovige terwijl de gelovige geen garanties kan eisen van de kerk: de
machthebber wantrouwt de onderworpene maar eist tegelijk zijn
vertrouwen. Waar
iemand een ander blind vertrouwt zonder hetzelfde van de tegenpartij
te verlangen, is zonder enige twijfel sprake van onderwerping.
De
hele kwestie moet nu duidelijk zijn: de vraag of de huidige al dan
niet vermeende pandemie door sommigen wordt aangegrepen voor een
machtsgreep, kan bevestigend beantwoord worden van zodra men kan
waarnemen dat regels en wetten worden gesteld die geen redelijke
grondslag hebben. En dat is nu bij uitstek het geval waar het regels
betreft op grond van voorgewende
kennis. Van voorgewende kennis is zonder enige twijfel sprake waar de
stellingnamen tegenover de realiteit welke de gedragsregels zou
moeten verantwoorden, divers zijn en elkaar tegenspreken. Bondiger
uitgedrukt: inconsistenties binnen de perceptie van de realiteit,
maakt deze perceptie vals en ontkracht uiteraard de betekenis of de
zin van de gedragsregels die op grond daarvan worden uitgevaardigd.
Om
het met een simpel concreet voorbeeld te zeggen: waar sommige medici
beweren dat het dragen van mondmaskers tegen covid-19-besmetting
zinloos is terwijl andere medici beweren dat mondmaskers meer kwaad
doen dan goed en waar men alsnog besluit tot een wet die het dragen
van mondmaskers verplicht, ontbreekt elke redelijke grondslag voor
die wet en zal het afdwingen ervan niet anders interpreteerbaar zijn
dan als de manifestatie van een dictatuur.
En
nu is het inderdaad zo dat de standpunten van de verantwoordelijke
beleidsmakers én van de wetenschappers omtrent de al dan niet
vermeende pandemie op velerlei vlak onderling zeer grondig uiteen
lopen: het geldt voor de zin van het dragen van mondmaskers maar ook
voor de zin van social
distancing waarvan
zelfs niemand weet of deze regel zelfs niet geheel tegendoelmatig is;
het geldt voor zowat alles wat over het virus gezegd wordt omdat de
kennis ontbreekt zodat het volk zich moet onderwerpen aan regels
zonder gronden, wat erop neerkomt dat wij zomaar moeten aanvaarden
het proefkonijn te zijn van wetenschappers en beleidsmakers wiens
onderling tegenstrijdige en derhalve onmogelijk correcte meningen
slechts getuigen van twee zaken: ten eerste is dat een volstrekte
onbekwaamheid en ten tweede een volstrekte immoraliteit. Wat betreft
dat laatste, weze het verduidelijkt dat de immoraliteit hier bestaat
in het voorwenden van kennis of dus in het kennelijke onvermogen om
publiekelijk toe te geven dat men omtrent zaken van levensbelang
onwetend
is. Vandaar volgt hier voor de derde keer in deze artikelenreeks eenzelfde
citaat uit het werk van Ivan Illich met een uitspraak over deze kwestie:
"Een
bestudering van de evolutie van ziektepatronen levert als bewijs op
dat artsen in de laatste honderd jaar epidemieën niet sterker
beïnvloed hebben dan priesters in vroeger tijden. Epidemieën kwamen
en gingen, door beiden verwenst, maar door geen van beiden beïnvloed.
Ze zijn even ongevoelig voor de rituelen die in medische klinieken
uitgevoerd worden, als voor die welke bij religieuze altaren
gebruikelijk waren. Het is wellicht nuttig een bespreking van de
toekomst van de gezondheidszorg met de erkenning van dit feit te
beginnen."
(1)
(J.B.,
26 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Ivan Illich, Grenzen
aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - een bedreiging voor de
gezondheid? Het
Wereldvenster, Baarn 1978. (Oorspronkelijke titel en uitgave: Medical
Nemesis - The Expropriation of Health,
Marion Boyars, Londen 1975), p. 21.
24-04-2020
De complottheorie bij uitstek: Overbevolking
Complottheorie: overbevolking
23-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 42): Sadisten gemaskeerd als weldoeners. Over de pest en het pesten
De nieuwe pest (vervolg 42):
Sadisten
gemaskeerd als weldoeners. Over de pest en het pesten
"Ik
ken een naamgenoot van mij, die
aan zijn jonge vrouw eenige valsche edelgesteenten ten geschenke gaf
en haar door zijn welbespraaktheid - want hij was niet op zijn mondje
gevallen - wist te overtuigen, dat zij niet alleen echt en natuurlijk
waren, maar ook een onschatbare waarde bezaten. Wat, bid ik u, maakte
het voor haar voor verschil, dat ze haar oogen zoowel als haar hart
aan die stukjes glas ophaalde en die prullen als kostbaren schat
zorgvuldig opborg?"
(1)
Met
deze woorden uit het jaar 1509 eert Erasmus de Zotheid in zijn Moriae
Encomium.
Een kinderhand is gauw gevuld, zoals men in de volksmond zegt en met
betrekking tot de massa spreekt men over volksverlakkerij of
populisme. Maar deze handelwijzen zijn niet zo onschuldig als ze
lijken. Het Evangelie koppelt onwetendheid aan onschuld maar belaadt
wie kennis voorwenden met schuld en verantwoordelijkheid. En het
voorwenden van kennis die men niet eens bezit, en dan nog met
betrekking tot zaken van levensbelang en bovendien teneinde met die
leugen gehoor te vinden bij het volk (al te vaak met de bedoeling
daar winst uit te slaan), is ronduit moorddadig. Maar nog meer pret
beleven sommigen door medemensen niet alleen het goede te onthouden
maar door hen bovendien te kwellen met pijn of vernederingen.
Sadisme
vindt men niet toevallig in overdadige mate terug bij lieden aan wie
het aan niets ontbreekt omdat het hier gaat om pogingen van mensen
die blasé zijn (ongevoelig geworden door overdadig genot) om alsnog
hun genietingen op te vijzelen. Waar het aan zichzelf bezorgen van
genot het natuurlijke plafond heeft bereikt, kan dit immers alsnog
met een psychologisch extraatje versterkt worden en dat bestaat erin
anderen fysiek of psychisch te kwellen. Niet te verwarren met het
sadomasochisme dat een seksueel spel is waarmee alle deelnemers
vrijwillig instemmen maar veeleer verwant met het vandaag
veelbesproken pestgedrag (dat dikwijls ontstaat vanuit frustratie),
blijkt uit het werk van Markies De Sade dat sadisten meestal
maatschappelijk hooggeplaatsten zijn die zichzelf verlichte
libertijnen achten en die hun medemensen minachten en een pervers
plezier beleven aan het misbruiken van hun macht, wat zij overigens
geloven te kunnen rechtvaardigen vanuit de opvatting dat de
verdringing van verborgen drijfveren en instincten, een hypocrisie is
waarvan zijzelf dan gevrijwaard zouden blijven. (2)
Naar
aanleiding van de verkiezingen in mei 2019 maakten we reeds een
verwijzing naar de relatie tussen onze concurrentiële economie en het
sadisme die hier opnieuw heel letterlijk van toepassing is. (2) In
het in 1997 verschenen werk Das
Böse oder Das Drama der Freiheit verhaalt
de Duitse wijsgeer Rüdiger Safranski (3) over het kwaad dat
onvermijdelijk want als prijs van de vrijheid in de wereld kwam. De
poging tot een terugkeer naar de (eerlijk geachte) natuur die de (als
hypocriet bestempelde) cultuur achter zich meent te kunnen laten,
werd aangedreven door een streven naar het vermeerderen van de lust.
Edoch, de lustmaximalisatie is een in wezen mateloos
streven en waar dit zijn grenzen bereikt, tracht het zichzelf alsnog
te overtreffen door aan de eigen lust het leed toe te voegen dat men
aan derden berokkent. La
maladie du voisin reconforte, même guérit,
maar het leed van de buur maakt niet alleen gezond: het zorgt
omzeggens voor een overmaat
aan gezondheid in die zin dat het lust verschaft. In zijn bespreking
van Markies De Sade, schrijft Safranski: "De
lust is tiranniek. Hij wil geen genoegen schenken, maar zichzelf een
genoegen verschaffen. En hij kan dat genoegen intensiveren door de
ander kwaad te doen, door hem pijn te laten lijden."
(4) De kwellingen waaraan men de ander onderwerpt, veroorzaken een
heel bijzondere kitteling van de lust en inzake de lust is
mateloosheid
een principe: "Alles
is goed als het maar mateloos is".
(5) De wellust van het moorden wordt opgedreven door de moord te
herhalen in de massamoord. Maar dat delirium, aldus De Sade, slaat
uiteindelijk om in monotonie en daarom wil de lust een
(tegenstribbelend) publiek, ontheiliging en schandaal. Het kwaad is
een mogelijkheid van de vrijheid en de politieke beweging van het
liberalisme lijkt derhalve bijna gedoemd om, ook daar waar het niet
ontspoort in het libertinisme, tot het kwaad te verworden. Het
principe van de concurrentie is in wezen sadistisch omdat in de roes
van het winnen, het genot dat voortkomt uit de nederlaag van de
verliezer, niet te versmaden blijkt: de winnaar beklimt het podium en
kijkt neer op de verliezer; hij verwerft in één klap allerlei
voorrechten en het gelijkheidsbeginsel wordt als vanzelfsprekend
opgeschort; het bedrieglijke gezegde dat niet de overwinning maar de
deelname belangrijk is, is de enig resterende troostprijs voor de
loser
van wie men het normaal vindt dat hij de facto ook heel wat rechten
kwijtspeelt: in economische termen staat winst gelijk met geld en
geld zijn rechten omdat rechten zijn verworden tot marktproducten die
immers gekocht en verkocht worden. (2)
Aan
de top van de huidige concurrentiële wereldeconomie hebben de
rijkste mensen ter wereld het voor het zeggen en zoals dat nu eenmaal
met de hebzucht het geval is, wordt deze allerminst verzadigd door
bezit: naarmate het bezit toeneemt, wordt de hebzucht alleen maar
groter. Gefinancierd door de gigantische kapitalen van de grootste
olieproducenten ter wereld, volstaat zelfs een eerste plaats in de
absolute wereldtop niet om de machtshonger van de producenten van
computer hard- en software te bevredigen: zij hebben de ganse
wereldbevolking gehypnotiseerd aan het pc-scherm weten te binden maar
slechts dromend van 'nog meer' willen ze élke wereldburger 24 uur op
24, zeven dagen per week en het liefst nog voor eeuwig en drie dagen
aan het plastic schermpje kluisteren in de waanzinnige hoop dat hij
alleen nog pc-spullen consumeert. Een epidemie die mensen verhindert
om het huis nog te verlaten en die hen veroordeelt tot een leven
achter het pc-scherm is voor die lui dan ook een geschenk uit de
hemel en als het daar niet vanzelf uit nederdaalt, dan zorgt
gespecialiseerde software er wel voor dat de complete wereldbevolking
gelooft
dat dit het geval is.
In
de huidige toestand van de wereld kwelt een absolute minderheid van
sadisten ongestraft een absolute meerderheid van slachtoffers met als
reeds onafwendbare uitkomst de absolute afgrond die zo kentekenend is
voor verslaafden en waarin zij alles en allen waarmee zij in
aanraking komen, meeslepen.
(J.B.,
23 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Desiderius
Erasmus, De
lof der zotheid (ed.
A.H. Kan) (vert. Johannes Benedictus Kan). Met illustraties
van Hans Holbein de Jonge. Wereld-Bibliotheek, Amsterdam / Antwerpen
1949 (12de druk), p. 90.
(3)
Rüdiger Safranski, Das
Böse oder Das Drama der Freiheit, Carl
Hanser Verlag, München, Wenen. Nederlandse vertaling van Mark
Wildschut: Het
kwaad, Atlas en Olympus,
Amstel Uitgevers BV, 1998.
(4)R.
Safranski,
Het kwaad, Olympus,
2011, p. 164.
(5)
R. Safranski,o.c.,
pag. 165.
20-04-2020
coronavirus
coronavirus
19-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 41): Het coronaspel en het spel van de wereld
De
nieuwe pest (vervolg 41):
Het
coronaspel en het spel van de wereld
De
aard van de oorspronkelijke werkelijkheid is chaos of leegte, een
toestand zonder enig houvast, noch iets noch niets. Die toestand is
onhoudbaar en smeekt om orde. In alle mythologieën ontstaat uit de
chaos, orde doordat uit het Ene de tegenstellingen geboren worden: er
komt licht en daardoor de tegenstelling licht en duisternis. Of in
het begin is er het Woord waaruit alles voortkomt: het bevel of het
gebod, de wet die goed van kwaad onderscheidt en die de regels
bepaalt van het spel waarin de chaos getransformeerd wordt. De
werkelijkheid is in wezen een spel. In zijn Homo
ludens uit 1938 (1)
schrijft Johan Huizinga:
"Het
is al een oude gedachte die getuigt, dat bij doordenken tot den bodem
van ons kennen alle menschelijk handelen slechts een spelen schijnt.
Wie aan deze metaphysische conclusie genoeg heeft, moet dit boek niet
lezen. Mij schijnt zij geen reden, om de onderscheiding van het spel
als een eigen factor in al wat in de wereld is, te laten varen. Sinds
langen tijd ben ik steeds stelliger tot de overtuiging gekomen, dat
menschelijke beschaving opkomt en zich ontplooit in spel, als spel."
(2)
En
over de aard en betekenis van het spel als cultuurverschijnsel
schrijft Huizinga verder:
"Men
kan bijna al het abstracte loochenen: recht, schoonheid, waarheid,
goedheid, geest, God. Men kan den ernst loochenen. Het spel
niet. Maar met het spel erkent men, of men wil of niet, den geest,
(...). Het doorbreekt, reeds in de dierenwereld, de grenzen van het
physisch bestaande. Het is ten opzichte van een gedetermineerd
gedachte wereld van louter krachtwerkingen in den volsten zin des
woords een superabundans, een overtolligheid. (...) Het bestaan van
het spel bevestigt voortdurend, en in den hoogsten zin, het
supralogisch karakter van onze situatie in den kosmos. (...) Wij
spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel
redelijke wezens, want het spel is onredelijk." (3)
Deze
tijd is onmiskenbaar een kantelpunt in de geschiedenis van de
wereldcultuur. Tot op heden is de religie van cruciaal belang geweest
voor de beschaving: zij was het toonaangevende spel. Maar sinds enige
tijd lijkt het geloof te hebben afgedaan. De kerken lopen leeg als
een van de resultaten van een lange strijd. Een strijd waarin
beslecht wordt wat het spel van de nieuwe wereld zal worden. De
wetenschappen, ooit zozeer bevochten door de kerk, werden pas heilig
verklaard toen de kerk hun waarde niet langer kon loochenen.
Aanvankelijk werden zij nog ondergebracht binnen de kerk, zij het
ondergeschikt aan de theologie als hoogste vorm van kennis. Nog een
geruime tijd werd het geloof door de sciëntisten geduld maar vandaag
hebben zij zich radicaal tegen de religie gekeerd: zij verwerpen de
spelregels van Rome - zij verbieden ze. De mensen vrezen niet langer
de hel en hebben de hemel van het hiernamaals ingeruild tegen een
aards-paradijs in het hiernumaals. Het spel van de
mysteriegodsdiensten blijkt immers niet in staat om de honger te
lenigen en de pijn te verlichten. En de vermommingen, eigen aan elk
spel, wekken de lachlust: mijters en kazuifels, het onverstaanbare
Kerklatijn, de groteske gebaren en de exuberante wonderverhalen
blijken leugens die het niet langer doen in deze tijd. Een nieuw spel
dringt zich op aan het toneel van de wereld en de spelers strooien
met klinkende munt en met tastbare bewijzen het ontgoochelde publiek
van weleer nieuw zand in de ogen. Politici, economen, fysici,
fysiologen: zij steken de bisschoppen van weleer naar de kroon en
creëren een nieuw theater. Niet langer de pastoor staat aan de wieg
en aan het graf doch de dokter met zijn inentingen en verklaringen,
de staat met haar paperassen en haar rechten en de banken met hun
leuze van 'je bent wat je hebt'. Niemand kan er nog omheen hoe in
deze coronapsychose de wereldbevolking massaal gehoorzaamheid biedt
aan de WHO, de Wereld Gezondheids Organisatie, die het mensdom
met haar inentingen zal beschermen tegen de hel van de pandemieën,
terwijl met het Hoogfeest van Pasen de belangrijkste dag van het
kerkelijk jaar zonder meer van tafel wordt geveegd, genegeerd
wordt, ja, de viering wordt zowaar voor het eerst sinds haar
tweeduizendjarig bestaan verboden en niet langer het altaar van de
heilige mis staat centraal doch dat van het panel der virologen en
politici. En dat op grond van een nieuw geloofspunt dat gammel blijkt
omdat ook politici en medici niet in staat blijken om een pandemie een halt
toe te roepen. Hun dagelijkse bezweringen van het nieuwe kwaad dat
het hiernumaals bedreigt, hypnotiseren de massa's voor de
televisieschermen niet langer want de mensen worden de loze beloften
moe, zij vermoeden een bedrog, nog goedkoper en nog omvangrijker dan
het godsdienstcarrousel van destijds, met nieuwe systemen van
heropvoeding en conditionering, regeltjes die samenscholing moeten
sanctioneren, communicatie aan banden moeten leggen en met harde
straffen het nieuwe geweten van de wereld moeten vormen, dat alleen
luistert naar de wetten van het gouden kalf. Nu reeds hoort men op de
achtergrond het geruzie over patenten en remedies die al fel worden
gegeerd door een hysterische wereldbevolking, men heeft het gewis
over een gigantische miljardenbusiness. En op spelbrekerij staat
derhalve zonder enige twijfel de doodstraf. Huizinga schrijft:
"Ieder
spel heeft zijn regels. Zij bepalen, wat er binnen de tijdelijke
wereld, die het heeft afgebakend, gelden zal. De regels van een spel
zijn volstrekt bindend en onbetwijfelbaar. Paul Valéry heeft het
terloops eens gezegd, en het is een gedachte van ongemeen verre
strekking: ten opzichte van de regels van een spel is geen
scepticisme mogelijk. (...) De speler, die zich tegen de regels
verzet, of zich eraan onttrekt, is spelbreker. (...) De spelbreker is
heel iets anders dan de valsche speler. Deze laatste (...) blijft den
tooverkring van het spel in schijn erkennen. De gemeenschap van het
spel vergeeft hem zijn zonde lichter dan den spelbreker, want deze
laatste breekt hun wereld zelf. (...) Hij ontneemt aan het spel de
illusie, inlusio, letterlijk inspeling, woord zwaar van
beteekenis. Daarom moet hij vernietigd worden, want hij bedreigt het
bestaan der spelgemeenschap. (...) De spelbreker breekt hun
tooverwereld, daarom is hij laf en wordt uitgestooten. Ook in de
wereld van den hoogen ernst hebben de valsche spelers, de huichelaars
en bedriegers, het altijd gemakkelijker gehad dan de spelbrekers
(...) De club hoort bij het spel als de hoed bij het hoofd. (...) De
uitzonderlijkheid en afzonderlijkheid van het spel neemt haar
treffendsten vorm aan in het geheim, waarmee het zich gaarne omringt.
Reeds kleine kinderen verhoogen de bekoring van hun spel door er een
geheimpje van te maken. (...) Het anders-zijn en het geheim van
het spel zijn samen zichtbaar uitgedrukt in de vermomming. Hierin
wordt de ongewoonheid van het spel volkomen. De vermomde of
gemaskerde speelt een ander wezen. Hij is een ander
wezen! Kinderlijke schrik, uitgelaten vermaak, heilige ritus en
mystische verbeelding gaan in alles wat masker en vermomming is
onoplosbaar dooreen." (4)
(J.B.,
19 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Eigenlijk sinds 1903 en vooral in zijn oratio uit 1933: "Over
de grenzen van spel en ernst in de cultuur" (Haarlem,
Tjeenk Willink, 1933. [Verzamelde werken V, p. 3 vg.]).
(2)
Johan Huizinga, Homo ludens. Proeve eener bepaling van het
spel-element der cultuur, pp.
26. [In: Johan Huizinga, Verzamelde werken V.
Cultuurgeschiedenis III (ed. L. Brummel et al.). H.D. Tjeenk
Willink & Zoon N.V., Haarlem 1950, p. 26-246.]
(3)
Johan Huizinga, o.c., pp. 31.
(4)
Johan Huizinga, o.c., pp. 40-41.
18-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 40): Coronaconditionering (deel 2)
De
nieuwe pest (vervolg 40):
Coronaconditionering
(deel 2: de zombiefabriek)
-
Wie we daar hebben, Omsk Van Togenbirger en met de fiets! Dat komt
goed uit want ons gesprek van aan het warenhuis was nog niet ten
einde: kom gauw binnen!
OVT:
Dat zal moeilijk zijn, ik heb namelijk geen contanten op zak en ze
rijden rond... tienduizend frank is een smak geld...
-
Laten we dan hier op straat... daar staat een bank, misschien kunnen
we daar even gaan zitten?
OVT:
Ook verboden, mijn beste! De nieuwe wetten... enfin wetten... het
zijn regels, een soort noodregels... al kunnen die intussen al weer
veranderd zijn...
-
Zou dat lukken, wandelen en praten?
OVT:
Beslist, als u tenminste geen bezwaar hebt dat de mensen in de buurt
meeluisteren...
-
Wat we vertellen mag toch gehoord worden?
OVT:
Wel, zo heel zeker ben ik daar nu niet meer van, het kon immers
geïnterpreteerd worden als genocide wanneer wij bijvoorbeeld onze
ongerustheid omtrent die regels in ons gesprek tot uiting zouden
brengen... Het gaat om de volksgezondheid, herinner u: de klinieken
liggen vol, de mensen vallen zoals de vliegen en wat zijn de nieuwe
kleren van de keizer mooi! Wie de zin van de nieuwe regels betwisten
of wie ze verkeerd interpreteren...
-
Maar ze kunnen ons toch niet verbieden om te praten?
OVT:
Dat lijkt mij nog zo zeker niet, mijn beste: een dokter vertelde mij
onlangs dat bij het praten speekseldeeltjes tot drie meter ver in het
rond vliegen en mondmaskers voor iedereen zijn na vier maanden
coronapest nog steeds niet voorradig! Kijk, toen ik hier zopas de
straat indraaide, botste ik bijna tegen een drone
aan, ik vertraagde om een bananenschil te ontwijken en hoorde vanuit
het tuig een stem roepen: "Doorrijden in coronatijden! Met
anderhalve meter wordt het leven beter! Bezint voor ge aan de rit
begint!"
-
Warempel: god ziet u, hier vloekt men niet...
OVT:
Het doet mij een beetje denken aan de kloosterregel van weleer:
numquam
duo seper tres:
men mag zich nooit met z'n tweeën ophouden, men moet altijd in het
bijzijn van een derde zijn! Dit is het einde van de privacy. Het
lijkt wel alsof de wereld veranderd is in een reusachtig klooster.
Maar waar waren we met ons gesprek beland?
-
Bij de vraag of het allemaal opgezet spel is.
OVT:
Juist, ja. Wel, ik las deze morgen in de plastieken gazet dat we in
de zomer dan toch naar zee mogen... of eigenlijk... moéten we naar
zee... want tenslotte moet elk zijn bijdrage leveren aan de economie
en ook aan de toeristische sector want de eigenaars van hotels,
restaurants en cafés worden wel heel erg getroffen. We moeten
solidair blijven...
-
Maar is dat allemaal opgezet spel?
OVT:
Wel, het gaat om een griep zoals een andere maar het virus wordt
opgeblazen, er wordt een psychose gefabriceerd en de massa
gehoorzaamt de autoriteiten, ook als zij onzin vertellen en dan geeft
men nog veeleer gehoor aan de onzin dan aan redelijke zaken want over
redelijke zaken valt te redetwisten, over onzin helemaal niet meer.
Maar als het slechts
onzin
was, dan kwamen we er nog goedkoop van af!
-
Is het dan erger dan onzin?
OVT:
Wel, oordeel zelf maar: in de kranten staat te lezen dat de uitbaters
aan de kust medelijden gekregen hebben met 'de mensen'. 'De mensen'
willen komen genieten aan het strand, jodium opdoen en dies meer, zo
staat het er, en "wij
willen hun dat geven",
zo zeggen het de plaatselijke politici, begrijpt u? Als wij mogen
gaan wandelen in het witte zand van de grote zee, dan zullen wij dat
te danken hebben aan onze politici! En laten we hier even bij
stilstaan om onze dank te uiten: dank u, beste politici! Dank u voor
de sun
up in the sky! Dank
u voor de wereldzeeën en voor de mooie bloemen! Dank u, beste
politici voor die prachtige natuur! Hoe gul zijn jullie toch! En wij
die dachten, nu god dood is, dat wij geen dank meer konden zeggen!
Applaus, dames en heren, voor onze politici!
-
Maar er staat nog iets bij, ik las ook dat onze politici eraan toe
voegden: "Houdt uw manieren!" En is dat niet vreemd? Want
wat bedoelen ze dan wel?
OVT:
Houdt afstand, natuurlijk! En koester vooral geen geheimen! Als u wat
te zeggen hebt, bazuin het dan luidkeels rond zodat iedereen het
horen kan, dan toont u meteen dat u helemaal niets te verbergen hebt
voor de overheid, begrijpt u?
-
Het doet mij denken aan de preutse protestantse Nederlanders die
toentertijd des avonds de gordijnen voor hun ramen moesten open laten
om zich bij de goegemeente buiten verdenking te kunnen stellen.
OVT:
Wel, maar deze keer wordt het kennelijk nog erger!
-
Hoe zou het dan nog erger kunnen!?
OVT:
Hand in hand op het strand? Vergeet het! Dat wordt romantiek op
anderhalve meter, coronaromantiek zullen we maar zeggen, romantiek
waar iedereen kan van meegenieten en is dat niet solidair? We wisten
al dat geheime liefdesbrieven niet meer mogelijk zijn, het
briefgeheim bestaat alleen nog op papier nu wij per e-mail
corresponderen, maar iemand dingen in het oor fluisteren is voortaan
een peperdure zaak! En dan hebben we het er nog niet over gehad wat
mensen moeten gaan doen die geen centen hebben om te trouwen, om een
huis te kopen en zich daarin officieel te gaan vestigen, want dat
zijn als ik mij niet vergis de stilzwijgende voorwaarden geworden
waarop men met iemand onder hetzelfde dak kan schuilgaan; in alle
andere gevallen kan men verwachten dat een gloednieuwe Gestapo met de
deur in huis valt met arrestatiebevelen, ik vraag mij af of ze de
mensen nu ook meenemen naar de werkkampen... Werkstraffen, zo heet
dat nu, of vergis ik me daarin?
-
Nu gij het zegt... Maar wie heeft dat uitgevonden? Mensen die niet
goed snik zijn? Kwaadaardig? Ofwel de twee?
OVT:
Ze weten heel goed wat ze doen, mijn beste, en ik zal u ook uitleggen
waarom. Weet ge, in de ouderwetse psychologie geloofde men nog in het
bestaan van een ziel, het was de tijd van het essentialisme, een
onverstand vanjewelste. Er was dus de ziel, binnenin onszelf, en dan
waren er ook de zogenaamde uitingen van de ziel, de expressies. Een
vreugdevolle ziel zet aan tot dansen, een droeve ziel doet het
lichaam wenen, ziet u?
-
Maar zo is het niet?
OVT:
Uiteraard niet, dat is lang voorbijgestreefd. Men wendde een
gelijkaardig verhaaltje voor inzake het geweten: mensen hebben
binnenin een door god gegeven geweten dat zij moeten volgen en het is
vanuit dat geweten dat het besef van goed en kwaad voortkomt, het
geweten zegt ons wat wij moeten doen.
-
Onzin?
OVT:
Het is de wet die voorschrijft wat wij moeten doen, de wet! de
natuurwet schrijft de dieren voor wat te doen, tenzij ze
gedomesticeerd zijn. De maatschappelijke wetten bepalen het menselijk
gedrag. En wat wij het geweten noemen, zijn de geïnterioriseerde
wetten! Wij doen wat de wetten voorschrijven omdat wij dan beloond
worden voor ons gedrag en wij onthouden ons van door de wetten
verboden handelingen omdat die bestraft worden, punt uit. Als de
wetten veranderen, verandert ons geweten mee!
-
Een voorbeeld?
OVT:
Vroeger zette de pastoor zijn parochianen ertoe aan om veel kinderen
te kopen: gaat en vermenigvuldigt u! Overigens een misinterpretatie
van die evangelische woorden want het gaat daar om de
vermenigvuldiging der christenen. Maar goed, het was goed om veel
kinderen te kopen en kinderloze paren werden een beetje scheef
bekeken. Maar vandaag zegt de paus dat mensen niet moeten kweken
zoals konijnen. Ja, dat zijn letterlijk zijn woorden en ze zijn
hooguit een paar jaar oud. Nu worden mensen bijna voor misdadigers
gehouden als ze tien kinderen hebben. Er zijn overigens ook
moraalfilosofen die willen dat mensen met grote gezinnen beboet
worden!
-
Het geweten is dus een constructie?
OVT:
Voor een groot stuk, inderdaad. En ook de ziel is dat. Er is dus niet
een ziel met haar expressies. Er is niet eerst de blijheid en dan de
dans die deze blijheid uitdrukt, al kan dat voor een deel wel zo
zijn. Maar in de regel gaat de dans aan de blijheid vooraf, zo weet
men nu: dansen maakt blij. En de uitleg is bijzonder simpel: dansen
is bewegen, beweging wekt het lichaam op en als men dan het
begeleidende gevoel de ziel noemt, is het duidelijk dat het dansen
niet de uitdrukking is van de blijheid maar de oorzaak! De blijheid
is het resultaat van het dansen. Dansen maakt blij.
-
Maar wat wilt u daarmee zeggen?
OVT:
Heel eenvoudig, dat het aan banden leggen van de expressies van een
mens, zijn ziel onderdrukt en uiteindelijk doodt.
-
Is dat dan zo?
OVT:
Dat staat wetenschappelijk vast! En wat doet men nu met die nieuwe
wetten?
-
Men maakt een nieuw geweten?
OVT:
Men onderdrukt de expressies van alle
mensen,
wereldwijd! Weet u wat dat betekent? Men transformeert het mensdom
tot een kolonie van zombies!
-
En dat is nu aan de gang?
OVT:
Maar
kijk dat eens aan, hier staat het, lees dit een keer! Heb ik het niet
gezegd! Ja, lees maar luidop voor!
-
"Een nieuw wetenschappelijk onderzoek bewijst dat spreken het
coronavirus doet verspreiden..."
OVT:
Kijk
dat eens aan: een nieuw wetenschappelijk onderzoek! En niet aan de
eerste de beste universiteit!
-
Ssst!
OVT:
Hemeltje, drones! Een hele zwerm!
(J.B.,
18 april 2020)
17-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 39): Coronaconditionering
De
nieuwe pest (vervolg 39):
Coronaconditionering
Conditioneren
doet men door de band met dieren, niet met mensen, tenzij daar heel
goede redenen voor zijn, zoals gezondheid. Maar wat wanneer blijkt
dat gezondheid een drogredenen is? We liepen geheel onverwacht Omsk
Van Togenbirger tegen het lijf.
-
Omsk Van Togenbirger, we bevinden ons bij deze toevallige ontmoeting
als buren in de lange en kennelijk sprakeloze wachtrij voor het
voedingswarenhuis. We zijn nu een paar weken verder en in deze
coronacrisis doet zich een bijzonder probleem voor, een probleem van
geloofwaardigheid: steeds meer mensen haken af en de autoriteiten
reageren met het uitschrijven van fikse boetes, werk- en
gevangenisstraffen, dwangmaatregelen dus. Wat is er aan de hand?
OVT:
De situatie is niet onherkenbaar: een halve eeuw geleden zag men dit
ook: een massa mensen die zich gedragen zoals een kudde schapen. Hebt
u ooit nog gehoord van de zondagsmis?
-
Toch wel, ja...
OVT:
Ja, maar ik bedoel: de verplichte zondagsmis?
-
Verplicht?
OVT:
Wel, vandaag liggen de kerken er al een tijdje verlaten bij maar ooit
was dat heel anders. De mensen woonden in massa de mis bij, net alsof
zij allemaal geloofden in dat enige ware geloof uit Rome.
-
Geloofden zij dan niet?
OVT:
Niet het geloof was de reden waarom zij elke zondag de mis
bijwoonden: de echte reden was dat zij hun goede naam riskeerden als
zij afhaakten, of zelfs hun job.
-
Zij deden alsof zij geloofden?
OVT:
Uiteraard. U weet toch wat men verwachtte van de gelovigen? De
geloofspunten waren ronduit absurd. U hebt toch nog gehoord van de
onbevlekte ontvangenis, de hemelvaart, de afdaling ter helle, de
verrijzenis, de nederdaling van de heilige geest? Denkt u dat een
zinnig mens dit kan geloven? Men deed inderdaad alsof want er stond
heel wat op het spel natuurlijk!
-
Werden de mensen dan gedwongen om naar de mis te gaan?
OVT:
Zij werden geconditioneerd! Niemand kan gedwongen worden om onzin te
geloven maar de mensen kunnen uiteraard wel gedwongen worden om een
geloof te belijden
en dat is iets heel anders. Men beweert
dan dat men gelooft en men gaat naar de mis, men groet de pastoor,
men laat zijn kinderen dopen en men doet dit alles omdat men denkt
dat het toch niet veel kwaad kan terwijl het wel rampzalige gevolgen
had om voor zijn mening uit te komen en om te zeggen dat men het
allemaal onzin vindt. Maar hypocrisie is kortzichtig opportunisme en
dat is uiteindelijk nog veel rampzaliger!
-
Hoezo?
OVT:
Als iedereen doet alsof, gaat een leugen beslag leggen op de
maatschappelijke werkelijkheid en het is bij de gratie van die leugen
dat enkelingen regeren. Eenmaal de leugen door iedereen beleden
wordt, ook als elkeen voor zichzelf beseft dat het om een leugen
gaat, verwerft zij als het ware rechten.
-
De leugen verwerft rechten?
OVT:
Inderdaad. En dat betekent dat de rechtspraak voortaan geschiedt op
grond van leugens en door leugenaars. Wie durfde te beweren dat de
paus van Rome een leugenaar was, werd door het instituut dat de
leugens in stand hield, gestraft. Men kreeg een blaam, men werd
uitgescholden voor 'ketter', men werd sociaal uitgesloten, men
verloor zijn job en in vroeger tijden was er ook nog de
boekverbranding, er was de index en menigeen belandde op de
brandstapel. Vandaag schrijf men fikse boetes uit, met hetzelfde
effect.
-
Men wordt geconditioneerd om de leugen in stand te houden?
OVT:
De leugen en mét de leugen het gezag van de leugenaars. De mensen
worden gestraft wanneer ze de rede volgden. Niets nieuws onder de
zon.
-
Maar conditionering is uiteraard bijzonder beledigend voor mensen...
OVT:
Ja, dat getuigt van minachting. Conditioneren doet men met
circusdieren. Probeert men mensen te conditioneren dan gaat men ervan
uit dat zij niet in staat zijn tot begrip, men houdt hun met andere
woorden voor apen.
-
Tenzij zeer belangrijke zaken op het spel staan, zoals gezondheid?
OVT:
Wel, dat is hier nu eenmaal niét het geval en dat begint men ook te
zien: dit virus maakt niet meer doden dan de gewone jaarlijkse griep
en de aanpak is op elk vlak bijzonder lamentabel, zowel specialisten
als politici maken zich nu ronduit belachelijk. Maar het ergste is
dat dit wereldwijde carnaval met mondmaskers al heel binnenkort
bijzonder rampzalige gevolgen zal hebben. Wij staan nu in de rij voor
voedsel maar er zijn al gebieden waar het voedsel schaars is en waar
warenhuizen geplunderd worden door een hongerige massa. Eerst
warenhuizen, dan huizen en mensen. Dat wil zeggen een burgeroorlog,
morgen al. En dan: staat van beleg en dictatuur met alles erop en
eraan. En de conditionering zal dan absoluut zijn.
-
Maar werd dit alles dan bewust op touw gezet?
OVT:
Dat vertel ik u een volgende keer, maar neem nu snel uw
gedesinfecteerde karretje, het is uw beurt! En niet ademen!
-
Tot kijk!
(J.B.,
17 april 2020)
14-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 38): Corona en het casino
De
nieuwe pest (vervolg 38):
Corona
en het casino
In
1927 publiceerde de Duitse natuurkundige Werner Heisenberg
(1901-1976) een tekst over de natuurkunde van de kleine deeltjes
waarin beschreven wordt dat er onvergelijkbare paren van grootheden
bestaan (grootheden die elk tot een heel andere wereld met eigen
maatstaven behoren) waarbij, als men die grootheden onderling
vergelijkt, blijkt dat naarmate men de ene exacter beschrijft, de
andere steeds verder aan de greep ontsnapt en omgekeerd. In de
natuurkunde zijn zulke paren bijvoorbeeld tijd en energie of plaats
en impuls. Maar in een zeer brede interpretatie kan men dit principe
uiteraard ook terugvinden in de werkelijkheid van alledag en in de
filosofie. Zo zijn vorm en materie onderling onafscheidelijk omdat er
geen vorm bestaat zonder materie en geen materie zonder vorm terwijl
de twee toch elk tot een andere wereld behoren en derhalve onderling
onvergelijkbaar zijn: van een ding kan de massa gewogen worden maar
de vorm niet. En misschien geldt ook dat lichaam en geest twee
onvergelijkbare grootheden zijn: in dat geval kan het ene niet uit
het andere worden afgeleid en vertroebelt het ene naarmate men het
andere duidelijker in beeld tracht te brengen. Het gaat hier in feite
om een fundamenteel probleem in de filosofie, de
subject-objectspanning: staart men zich blind op het (geestelijke)
subject dan lijkt het (materiële) object gereduceerd te worden tot
een loutere voorstelling ervan, een gedachte of een geest; staart men
zich daarentegen blind op het (materiële) object, dan neigt men
ertoe om ook het (geestelijke) subject te beschrijven als een
bijzonder object (het materiële brein) en uiteindelijk moet men
besluiten dat de waarheid onbepaald blijft of tenminste onbekend,
zoals reeds de filosoof Immanuel Kant wist.
Onbepaaldheid
lijkt tenslotte het karakter te zijn van de werkelijkheid als
zodanig. Maar in dat licht valt het dan uiteraard ook helemaal niet
meer te bepalen of een toestand waarin de wereld verkeert, al dan
niet 'echt' is. De geschiedenis is immers nooit ten einde totdat het
einde zelf er is en daarom ook blijft de waarheidswaarde van
uitspraken over de werkelijkheid noodzakelijk onbeslist. Een
beschrijving van de dingen kan pas waarachtig zijn waar zij gebeurt
in het licht van de Omega - welke zelf een onbekend streefdoel blijft
totdat het bereikt werd - waarna het uiteraard verdwijnt.
(Massa)psychose
is mogelijk precies omdat zekerheid onmogelijk is en zekerheid is ook
niet wenselijk omdat zij stagnerend werkt en uiteindelijk
leugenachtig is want in strijd met de levende (en derhalve altijd
veranderende) realiteit. Omdat de werkelijkheid nooit simpel is, kan
ook nooit definitief uitsluitsel gegeven worden omtrent de
werkelijkheidswaarde van verschijnselen, daden, gebeurtenissen,
processen of theorieën. Op dit gegeven berust ook de macht van
overtuigingen en religies: wat verkondigd wordt, bevat een onbekende
factor, het houdt een belofte en een dreiging in, het is niet
controleerbaar, het zou
wel eens waar kunnen zijn maar voor hetzelfde geld is het bedrog, het
maakt vertrouwen noodzakelijk en tegelijk onmogelijk.
De
corona-crisis is een onbekend proces en derhalve een zaak waarvan het
einde niet in zicht is. Alles wat erover gezegd wordt, kan morgen al
herroepen worden, vergissingen zijn per definitie schering en inslag,
experten ter zake bestaan in feite niet en maatregelen kunnen goed
bedoeld zijn maar tegelijk zouden die wel eens tegendoelmatig kunnen
blijken, zodat elk handelen met betrekking tot ons lot in feite niets
meer voorstelt dan gokken. De mensheid bevindt zich vandaag in een
goktent en wordt verplicht te gaan spelen omdat de ganse wereld is
getransformeerd tot een casino met alleen nog gokautomaten. Maar
misschien is dat ook de ware gedaante van de wereld waarop tenslotte
niemand minder dan Lucifer aanspraak maakte in het bijzijn van de
Schepper zelf. (1)
(J.B.,
14 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Zie: Mattheüs
4:8-10.
De nieuwe pest (vervolg 37): Verblinding
De nieuwe pest (vervolg 37):
Verblinding
OVT: "Hoe krijgen we ze weer in het gareel? That's the question."
"Massahysterie
(...) is een
fenomeen (...) waarbij collectieve denkbeelden of dreigingen, zowel
echt als fictief, door een groep wordt gestuurd als resultaat van
geruchten en angst. (...) In veel gevallen maakt aandacht van de
media de hysterie erger.
Een vaak voorkomend type van
massahysterie treedt op wanneer een groep mensen denkt te lijden aan
dezelfde ziekte of aandoening zonder duidelijke reden. Voor de
aandoening is geen medische verklaring te vinden. Normale gezonde
mensen kunnen worden meegesleurd in deze denkbeelden door de groep.
(...)
De echte paniek bij
massahysterie ontstaat doordat een groep mensen het gevoel krijgt de
controle over een situatie te verliezen. In de massasituatie is de
individuele persoon lichtgeloviger en ook vatbaar voor propaganda en
massapsychoses. Dat heeft tot gevolg dat de massa vaak blind achter
een leider aanloopt. (...)" (1)
Zoals
hoger gezegd, blijkt in weerwil van de oude personalistische
opvattingen over de vrije wil, een onpersoonlijke wil alom werkzaam:
gassen willen
zich verspreiden, water zoekt
de diepte, licht breekt
zodanig dat zijn voortplanting minimaal gehinderd wordt, massa's
trekken
elkaar aan,
de kompasnaald zoekt
het
noorden, lichamen willen
hun
traagheid handhaven, virussen contamineren cellen omdat ze zich
willen
voortplanten,
levende organismen streven
naar evenwicht en de soort wil
overleven.
En wat hiervan gedacht:
"In
voedselarme tijden baren vrouwen meer meisjes dan jongens (...). Het
steunt de hypothese dat diersoorten, en dus de mens, het geslacht van
hun jongen aanpassen aan de omstandigheden. Bij ondervoeding planten
mannetjes zich minder makkelijk voort dan wijfjes, zodat een
populatie er baat bij heeft vrouwelijk nageslacht te bevoordelen. Hoe
dat gaat, is onbekend."
(1) En hiermee zijn we beland bij het volgende hoofdstuk in de
geschiedenis van elke epidemie: de honger.
Van
de bijna acht miljard aardbewoners lijden vandaag een miljard mensen
honger en dagelijks sterven vierentwintigduizend mensen van honger
waarvan 90 percent sterft door chronische ondervoeding en 10 percent
door acuut voedseltekort. (2) Op de wereldkaart is de hongersnood het
grootst in het zuidelijke deel van de wereld en dan vooral in Afrika,
In India en buurlanden maar ook nog in Jemen, Noord-Korea en
Mongolië. (3) En uitgerekend dat zijn ook de gebieden waar het
geboortecijfer het hoogste is. (4) Maar daaruit besluiten dat de
honger daar veroorzaakt wordt door overbevolking, is fout: honger is
daar waar onrecht heerst en waar geen sociale zekerheid bestaat: het
kroost verzekert er de oude dag.
In
de jongste vijftig jaar werden naast Nood-Korea en Bihar in Indië
vooral Afrikaanse landen getroffen door de honger: Biafra, de Sahel,
Ethiopië en de Hoorn van Afrika, Somalië, Zuid-Soedan, Zimbabwe,
Darfoer, Niger, Noordoost-Nigeria en Jemen. De laatste Russische
hongersnood, in de Oekraïne, de 'holodomor' met zeven miljoen doden,
dateert van 1933 en in China vielen in 1928-1929 nog tien miljoen
hongerdoden. Maar ook West-Europa kende tijden van grote hongersnood.
In
1815 was er de grootste gekende vulkaanuitbarsting in de
geschiedenis, meer bepaald op het eiland Soembawa in Indonesië: de
Tambora barstte uit met zo'n klap dat een derde van de 4200 meter
hoge berg eraf ging, wat tot 2500 km ver te horen was. (6) De hemel
verduisterde en het werd koud voor lange tijd: 1816 werd een jaar
zonder zomer en de oogsten mislukten. Er kwamen misoogsten,
voedseltekort, relletjes en plunderingen. Tweehonderdduizend
Europeanen kwamen om. Velen emigreerden naar de VS. (7)
In
de 19de eeuw kende Europa nog twee keer hongersnood: in 1845-1849
mislukte de aardappeloogst in Ierland waar 1,5 miljoen mensen
stierven en velen emigreerden naar de VS en in 1866-1868 kende
Finland honger. In de 20ste eeuw sloeg de honger in Europa nog vier
keer toe: de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gaf aanleiding tot
voedselrellen, in 1923-1924 was er honger in Duitsland, op het einde
van de Tweede Wereldoorlog was er de hongerwinter van 1944-1945 in
Nederland en na de oorlog de hongerwinter van 1946-1947 in Duitsland.
(2)
Maar
ook in de eenentwintigste eeuw kent Europa honger, meer bepaald in
zijn vierde wereld: bijvoorbeeld zowat de helft van de
tachtigplussers die hetzij in ziekenhuizen verblijven hetzij in
zorginstellingen kampen met ondervoeding (tegenover tien percent van
de thuiswonende tachtigplussers). (2)
Wanneer
naar aanleiding van de coronacrisis in een televisie-uitzending van
14 maart 2020 premier Wilmès vanuit de voedselvoorraadschuren aan de
Belgische bevolking vertelt dat 'binnen twee maanden' alle voedsel op
zal zijn, dan weten we vandaag met Pasen dat er nog welgeteld één
maand te gaan is. Kennelijk realiseert ook de premier zich niet wat
dat betekent (zij behoort tot een generatie die nooit honger heeft
gehad) want anders had zij hierover beslist haar mond gehouden. Maar
er leven nog Belgen buiten de tehuizen die ooit zelf honger hebben
gehad en zij proberen alle anderen te waarschuwen dat het niet gaat
om een abstract gegeven maar om een gedaante van de dood die in ons
land niet een paar duizend slachtoffers zal maken zoals haar zus
Corona maar een paar honderdduizend of zelfs meer. Dat net zoals de
pandemie, de voedselschaarste wereldwijd zal toeslaan, is nu reeds
een zekerheid en dat honger vergezeld gaat met rellen is een
historisch gegeven. Wij hebben nog een maand te gaan. Een mens kan
zowat vijftig dagen overleven zonder voedsel en drie dagen zonder
water. Alleen een groot mirakel is nog in staat om de nachtmerrie af
te wenden.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: