Het
gebeurde toen Heer Rodes koning in de Lage Landen was, zo omtrent het jaar
2400. De mensheid had toen al een flink stuk vooruitgang geboekt inzake
bewustwording. De mensen leefden vrij harmonieus samen en haast nergens was er
nog oorlog of geweld. Eigenlijk werd een koning toen gekozen door het volk maar
Heer Rodes had als opperbevelhebber van het leger de macht gegrepen toen het
parlement het leger wilde afschaffen en vervangen door een burgerdienst die
zich enkel zou inzetten om de mensen te helpen in nood en om hen te beschermen.
Bijna
overal op aarde heerste er vrede en welzijn. Maar toch was er nog een
hardnekkig gedeelte van de wereldbevolking dat volhardde in de boosheid en
streefde naar veel materieel gewin en eigenbelang. Hier en daar bezetten ze
sleutelposities om hun tanende macht alsnog te bestendigen. Aan het hoofd van
grote multinationals en als staatshoofden in sommige landen probeerden ze met
geweld en bedrog zichzelf te verrijken.
In het
jaar 2400 woedde een zeer besmettelijk virus op aarde. Voor mensen met een
gezonde levensstijl en een sterk immuunsysteem vormde dit geen enkel probleem.
Wie echter nog steeds oude slechte gewoonten aannam zoals vlees eten en
roesmiddelen als alcohol, drugs en tabak consumeerde, was het virus zeer
schadelijk. Net als in vorige eeuwen werd er door de overheid wereldwijd
absurde en zinloze maatregelen genomen, uiteraard zonder succes. Massale
vaccinaties onder de hele wereldbevolking ook kerngezonde mensen en kinderen!
verzwakten slechts het aangeboren afweersysteem en zo kon het virus ongeremd
muteren en overheersen. Men had blijkbaar zoals steeds niets geleerd uit de
geschiedenis.
Heer
Rodes en zijn trawanten zagen enkel een kans om schatrijk te worden en de
mensen die ze eigenlijk zouden moeten dienen voorgoed onder de knoet te
krijgen. Hij riep de noodtoestand uit en vaardigde een besluit uit dat alle
mannelijke onderdanen zich met hun gezin naar de plaats van hun geboorte
moesten begeven om er een inspuiting te krijgen in het lokale
vaccinatiecentrum. Ongehoorzaamheid zou zwaar bestraft worden.
In een
klein dorpje woonden Yos en Maartje, een pasgetrouwd koppel. Hij kwam uit de
grote stad waar hij aan de universiteit godgeleerdheid had gestudeerd maar hij
vond geen werk omdat hij niet overweg kon met dogmas en het autoritair gedrag
van de geestelijke overheid. Na een burn-out trok hij naar een dorpje op het
platteland om er tot rust te komen. Hij leerde daar Maartje kennen, een meisje
dat na haar studies rondgezworven had in India en er kennis had gemaakt met
yoga. In het dorpje gaf ze wekelijks yoga-onderricht en daar kwam op een keer
Yos meedoen. Weldra voerden ze lange, diepe gesprekken over spiritualiteit en mettertijd
werden ze verliefd op elkaar. Hij vestigde zich definitief in het dorp en
trouwde met Maartje. Haar ouders hadden een bakkerij en het jonge koppel woonde
boven de winkel.
Het
was nu eind december en Maartje zou weldra moeten bevallen. Vanoverheidswege had het paar dus de opdracht
gekregen zich naar het vaccinatiecentrum in de geboorteplaats van Yos te
begeven. Daar moesten zij hun prik krijgen die hen zogezegd zou beschermen
tegen het rondwarende virus. Omdat de treinen niet reden vanwege de overheidsmaatregelen,
besloot Yos de oude bakfiets van zijn schoonvader waarmee deze vroeger brood
ronddroeg bij zijn klanten weer rijklaar te maken. Hij installeerde een
comfortabel zitje voor Maartje. Ze was uitgerekend voor Driekoningen, dat was toch
nog een paar weken. Tegen dan zouden ze wel weer thuis zijn.
Na een
lange vermoeiende fietsreis kwamen ze in de grote stad aan, de ochtend voor hun
afspraak in het vaccinatiecentrum. Yos zocht naar een logeerplaats maar alles
bleek volgeboekt. In een herberg aan de rand van de stad probeerde hij een
laatste maal. De herbergier zei dat alles volkomen bezet was, er was echt geen
slaapplaats meer vrij, in de hele stad en verre omgeving niet. Yos vertelde dan
dat zijn vrouw hoogzwanger was en er toch ergens een plekje voor haar moest
zijn. De vrouw van de herbergier kwam nu tussen en zei dat ze in de schuur
achter de herberg wel iets kon in orde maken om te overnachten.
Het
was nu bijna middernacht en Maartje en Yos legden zich te rusten op het hooi.
De vrouw van de herbergier had voor enkele dekens gezorgd en wat voedsel. Ze
hoefden niets te betalen; de vrouw leefde duidelijk mee met de hoogzwangere
Maartje.
Om
klokslag middernacht kwam het kindje vroeger dan verwacht ter wereld. Het was
een meisje en ze noemden het Jessie. Plots werden ze opgeschrikt door gerommel
en lawaai. Enkele herders uit de buurt kwamen binnen en vertelden dat ze een
soort vliegende schotel gezien hadden in het veld waar hun schapen graasden.
Een schitterende vuurpijl in de vorm van een staartster had hun de weg naar
deze schuur gewezen en ze hadden engelachtig gezang gehoord en een diepe warme,
tedere stem die hun toesprak: Ga het pasgeboren kindje bezoeken want ze zal de
hele wereld nieuw en beter maken. De herders waren diep ontroerd bij het
aanschouwen van het teder tafereel in de schuur; het pasgeboren kindje vervulde
hen van grote vreugde en innerlijke vrede en ze gaven wat extra voedsel en
schaapwollen dekens als geschenk.
Ook
drie wijze geleerden kwamen langs, elk uit een gerenommeerde universiteit in
het Verre Oosten. Hun berekeningen hadden dit bijzonder voorval voorspeld en ze
hadden eveneens die lichtende sterpijl gezien. Ze gaven elk een goede wijze
raad aan de aanwezigen. Zoek regelmatig de stilte op en mediteer intens sprak
de eerste. De tweede zei: Beschouw elk ander als volkomen gelijkwaardig. De
derde verzekerde: Zie mekaar graag, respecteer en help elkaar en geef vele
knuffels en andere blijken van affectie.
Maartje
en Yos en alle aanwezigen sloten de woorden van de wijzen in hun hart en ze
werden vervuld van grote blijdschap. Ze waren heel sterk onder de indruk van de
kracht die voelbaar van het kindje uitging. Ze werden helemaal stil vanbinnen. In
elke cel van hun lichaam voelden ze een onbeschrijflijk zalig gevoel dat hen in
extase bracht. Een schitterend wit licht verhelderde de hele omgeving.
Dat
intens stralende licht als van duizendmaal duizend zonnen verlichtte toen de
hele aarde. Alle virussen en andere negatieve trillingen werden totaal
opgebrand en verdampten. Alle mensen werden helemaal gezond en voelden een
diepe vrede en vreugde in zich.
Heer
Rodes en alle nog niet ontwaakten kregen inzicht in hun onwetendheid en de
daaruit voortvloeiende wandaden. Ze lieten hun slechte gewoonten achter zich en
leefden voortaan vanuit liefde en mededogen. Elke vorm van haat en geweld
verdampte in de warme, tedere gloed van het Kerstlicht. Een nieuwe wereld was
geboren. Een nieuw tijdperk brak aan van hoge bewustwording, welvaart en
welzijn. De aarde, het ganse heelal was vervuld van eindeloze Liefde. Jessie
een waar Christuskind - leidde allen naar de Bron van Al wat is, de
allerhoogste staat van bewustzijn, van immer nieuwe gelukzaligheid.
Met
dank aan Antoine de Saint-Exupéry en zijn voortreffelijk en inspirerend boek De
Kleine Prins.
DE PRINSES VAN ASTRALA
De
kleine prins zuchtte verveeld. Sinds zijn avonturen op aarde in een boek
verschenen waren, had hij niets meer bijzonders beleefd. Hij leefde hier
helemaal alleen op zijn planeetje en had geen zin meer om buren te bezoeken
want dat liep altijd verkeerd af. De schrijver van het boek had hij uiteindelijk
meegenomen naar deze uithoek van het heelal omdat deze dat zelf zo wou. Op
aarde had hij schoon genoeg van al die doffe ellende en die onwetende mensen
die hem toch niet geloofden, laat staan dat ze zouden begrijpen wat hij zei of schreef.
De kleine prins had hem echter al lang niet meer gezien want de man was
voortdurend bezig met telepathische boodschappen naar de aarde te sturen in de
hoop alsnog enkele medemensen te kunnen bereiken met waarheidsgetrouwe en
nuttige informatie. Slechts zelden kon die wijsheid de aardbewoners bereiken
want grote geheime satellieten bewaakten constant de ruimte en controleerden
alle info die binnenkwam. Een automatisch censuurprogramma wiste alle
informatie die inging tegen de belangen van de geheime Grote Machten. Toch bleef
de goede schrijver het proberen want hij miste ondanks alles de aarde en wou
absoluut zijn medemensen helpen.
De
kleine prins zuchtte nog een keer diep. Hij kon zijn vriend de schrijver niet
helpen want hij had al zorgen genoeg op zijn eigen planeet. Het schaap dat zijn
vriend voor hem getekend had, kon vanwege een geheimzinnig virus niet zoveel
apenbroodboomplantjes meer opeten en dus moest hij zelf aan de slag om de
wildgroei in te perken. Het werk was eentonig en redelijk vermoeiend.
Net toen
hij even een pauze nam en zuchtend zijn eenzaam leventje overschouwde, klonk
een kristalhelder stemmetje achter hem.
Dag
kleine prins, mag ik er even komen bijzitten?
Stomverbaasd
draaide de prins zich om en zag een klein lief meisje met goudgeel haar en een
zilveren kroontje op. Haar manteltje was hemelsblauw met allemaal sterretjes.
Ze lachte hem zo lief toe dat hij even duizelde.
Wie
ben jij in s hemelsnaam? stamelde hij.
Mijn
naam is Angelica, ik ben een prinses uit Astrala. antwoordde ze zacht. Ik kom
je opbeuren voegde ze er teder aan toe.
Astrala?
Die planeet ken ik niet sprak de kleine prins achterdochtig. Hij had al zovele
nare ontmoetingen gehad dat hij vreemde wezens niet meteen vertrouwde.
Natuurlijk
niet antwoordde het prinsesje onverstoord Ik kom niet van een planeet maar uit
een andere dimensie: Astrala. Daar zijn ook wel planeten maar heel anders en
groter dan hier in dit heelal. Wij kunnen er ook heel snel van de ene naar de andere
planeet reizen, sneller dan het licht, gewoon op wilskracht.
En
waarom kom je dan helemaal hierheen gereisd, vroeg de prins nieuwsgierig.
Dat
is enkel in reactie op jouw liefde fluisterde ze zachtjes.
Mijn
liefde? Ik was juist aan het zuchten en aan zelfbeklag aan het doen bekende de
prins kleintjes.
Maar
je helpt toch je schaapje en dacht bezorgd aan je vriend en bovendien straal je
elke dag weer van liefde voor je roos.
Deze bemoedigende
en troostende woorden troffen de kleine prins diep. Ze kende hem blijkbaar heel
goed.
Hij
voelde meteen een warme sympathie voor dit beeldschone en lieve prinsesje.
Zou
je .. misschien als je dat wilt hier bij willen blijven wonen? hakkelde hij verlegen.
Nu
schaterde Angelica het uit. Nee, dat kan helemaal niet, ik kom je enkel wat opvrolijken
en om jouw vragen omtrent het leven te beantwoorden zodat je wijsheid verwerft
en gelukkiger kunt worden.
De
kleine prins keek even verslagen en teleurgesteld. Het leek alsof hij de unieke
kans van zijn leven om een levensgezellin te hebben al meteen had vergooid. Hoe
gelukkig zouden ze niet kunnen geworden zijn hier met zijn tweetjes op zijn
planeet. Met die prachtige roos, en het schaap en allicht wat kleine prinsjes
en prinsesjes. Maar meteen stopte zijn droom want de planeet was immers veel te
klein voor een gezin, zelfs met hun beidjes zou het al te krap zijn. En toch,
zo een lieve prinses aan zijn zij
Opnieuw
lachte Angelica luid, maar wel vrolijk. Ik kan al je gedachten lezen. Heel
lief van je trouwens en ik begrijp je wel, hoor. Maar ik beloof je dat na ons
gesprek je een heel ander wezen zult zijn, of beter gezegd: meer je ware zelf
zult zijn. Dan zal je weten dat je enkel gelukkig kunt zijn wanneer dat geluk
duurzaam is, onbegrensd door wat dan ook. Hier op je planeet is net als op alle
andere planeten alles vergankelijk, jouw lichaam inbegrepen. Maar je ware zelf helemaal
binnen in jou is eeuwigdurend, onvergankelijk. Je kan voor altijd zielsgelukkig
zijn. Sterker nog, je bent dat al maar je bent je daar nog niet van bewust.
Daarvoor ben ik hier; ik zal je de wijsheid doorgeven die je nodig hebt om
bewust te worden van je oneindige gelukzaligheid.
De
kleine prins was overweldigd. Hij voelde aan dat dit een heel bijzondere
ontmoeting was.
Is
die gelukzalige toestand bij jou in Astrala te vinden? Neem je mij dan mee naar
daar? vroeg hij hoopvol.
Prinses
Angelica glimlachte hem vol tederheid toe en zei zachtjes: Luister naar mijn
woorden van wijsheid en dan zul je het allemaal begrijpen, lieve prins.
We
komen allemaal uit éénzelfde Bron, die er altijd al was en altijd zal zijn. In
die Bron zijn alle mogelijke scheppingen en gedachten potentieel aanwezig.
Vanuit die Bron komt ook alle energie; een onuitputtelijke Liefdeskracht die werkelijk
alles kan verwezenlijken. Uiteindelijk is al wat is ontstaan, dus ook Astrala
en het Heelal waar jij nu leeft afkomstig van die ene Bron. Deze houdt ook
alles in stand; zoniet zouden alle planeten en sterren voortdurend botsen. De
Bron is alwetend en bezit een wijsheid waar ons verstand absoluut niet bij kan.
Toch kunnen wij de Bron ervaren.
Hoe
dan? onderbrak de prins die één en al oor was. Hij voelde aan dat hij ingewijd
ging worden in de grote geheimen van het leven zelf.
Ik
zal het je leren sprak Angelica.
Ga rechtop
zitten, sluit je ogen en haal heel diep en langzaam adem. Concentreer je
volledig op je in- en uitademing en kijk met gesloten ogen! naar boven.
Blijf zo in stilte zitten en neem rustig waar wat je ervaart.
Na een
poosje zo samen gemediteerd te hebben vroeg Angelica de kleine prins hoe hij
zich nu voelde.
In
het begin schoten allerhande gedachten door mijn brein en had ik moeite om
geconcentreerd te blijven. Maar ik focuste telkens weer op mijn ademhaling en
werd zo stilaan rustiger. Een onbeschrijflijk goed gevoel kwam toen over mijn heen.
Ik zag even een helder licht, sterk stralend maar toch niet hinderlijk.
Integendeel, het licht gaf mij een warm en vredig gevoel. Ik hoorde ook een
zacht zoemend geluid.
Dit
is inderdaad een mogelijk effect. Wat je ook ziet, hoort, ervaart in
meditatieve stilte is een glimp van de kracht die uitstraalt vanuit de Bron.
Na lang en diep mediteren zul je inzicht krijgen in alle aspecten van het
leven. Alle vragen zullen beantwoord worden. Je zal troost en kracht vinden
maar ook rust en vrede.
Kan
ik zo ook naar jouw Astrala reizen? vroeg de kleine prins hoopvol.
Angelica
glimlachte. Je bent daar immers al, in je astraal lichaam dat je zonet ervaren
hebt. Ook in jouw dromen vertoef je in Astrala. En in vorige levens was je er
ook al.
De
kleine prins begreep het niet. Een vorig leven? Nu al in een astraal lichaam in
Astrala?
Jouw
ziel heeft drie lichamen: een vast materieel lichaam zoals je daar nu zit, een
fijnstoffelijk astraal lichaam en een nog fijnstoffelijker gedachtenlichaam.
Naarmate de diepte van je bewustzijn kun je dit waarnemen. In de allerhoogste
graad van bewustzijn kan jouw ziel zelfs het drievoudig lichaamsbewustzijn
afwerpen en opgaan in de Bron van altijddurende Gelukzaligheid. Dit kan vele wedergeboorten
en evenvele levenslessen vergen. Door totale Zelfverwezenlijking zul je uiteindelijk
voor altijd immermeer gelukkig zijn.
Onvoorstelbaar.
Wat een groots en ingenieus concept! riep de kleine prins enthousiast uit. Maar
waarom kan ik niet meteen in die eeuwige gelukzalige toestand komen?
Dat
kan zeker. Dat ben je immers al.
Maar
nee. Ik zit hier op mijn planeetje met mijn roos en schaap en met die dekselse
apenbroodboomplantjes. riep de prins vertwijfeld uit.
Precies.
glimlachte Angelica. Je beperkend bewustzijn houdt je alsnog hier. Je hebt nog
heel wat te leren, ondanks de inzichten die ik je nu gegeven heb. Je moet vertrouwen
op je ware Zelf en geduldig de lessen leren die je hier nog te leren hebt. Pas
dan kun je voor altijd gelukkig zijn. Tot dan kun je altijd nog terugvallen in
twijfel en onrust zoals je zonet deed. Je krijgt wel altijd opnieuw kansen tot
het uiteindelijk helemaal lukt. Blijven mediteren en streven naar een leven van
vreugde, vrede en liefde; dan kom je er wel.
De
kleine prins zweeg even beduusd. Het was wel veel en diepzinnig allemaal om dat
alles te verwerken.
Angelica
lachte hem bemoedigend toe. Je bent uniek. Je hebt alles in je om gelukkig te
zijn. Bedenk dat de Bron één en al Liefde is die jou altijd blijft aanmoedigen,
beschermen en liefhebben. En ik ben er ook nog altijd knipoogde ze.
Is de
Bron God? vroeg de kleine prins opeens.
Vele mensen
noemen de Bron inderdaad God of Allah of Jahweh of de Grote Geest. Of vaagweg iets
dat groter is dan ons of zelfs de Kosmos of het Nulpuntveld. De benaming
op zich is niet zo belangrijk aangezien het hier om het Onnoembare gaat. De
aspecten en eigenschappen van de Bron zijn alleszins universeel:
onvoorwaardelijke Liefde, onuitputtelijke Kracht, enthousiaste Vreugde, innerlijke
Vrede, onovertreffelijke Wijsheid, allesscheppend Licht, grenzeloze Kalmte,
allesomvattend Geluid: de oerklank die alomtegenwoordig trilt in al wat is. Een
onpersoonlijke Persoonlijkheid die alle aspecten in zich draagt: mannelijk,
vrouwelijk, vaderlijk, moederlijk boven alle dualiteit verheven. Welk
godsbeeld je ook hebt, weet dat het altijd een godsbeeld van Liefde is die/dat
je met hart en ziel mag en kunt liefhebben. Jij bent alleszins voor altijd en
onvoorwaardelijk geliefd.
Ontroerd
en dankbaar keek de kleine prins prinses Angelica aan. Kun je echt niet
blijven? smeekte hij terwijl hij diep in haar hemelsblauwe ogen keek.
Ze
glimlachte vol tederheid en gaf hem een kusje op het voorhoofd terwijl ze met
haar hand over zijn hart streek. Een onbeschrijflijk gelukzalig gevoel
doorstroomde zijn hele lichaam.
Toen
vervaagde langzaam haar beeltenis tot ze helemaal verdwenen was.
Het
gelukzalig gevoel bleef nog heel lang nazinderen in het hart van de kleine
prins.
Hij kwam uit een ver afgelegen dorpje
in Mongolië. Zijn oude schoolmeester had hem vioolles gegeven op een instrument
dat een koopman hem eens aan de hand had gedaan. Voor een schappelijke prijs
want de verkoper was bijna aan het einde van zijn rondreis gekomen en wou van
zijn koopwaar af vooraleer hij thuiskwam. Het wasnu niet meteen een Stradivarius maar wel een
uitstekend instrument met een prachtige klank. In de klas speelde de meester
vaak een deuntje en hij begeleidde er de liederen mee die hij de kinderen
aanleerde. De fonkelende en verlangende blik in de ogen van zijn stilste maar
ook geniaalste leerling bracht hem op het idee om de jongen vioolles te geven.
Aldra bleek de uitzonderlijke begaafdheid van zijn pupil en hij overtuigde de
ouders om hun zoon naar de stad te sturen, honderden kilometers ver van hun
dorp.
Eenzame jaren van ijverig en
plichtsgetrouw oefenen volgden. Het was hard maar de liefde voor muziek en voor
de viool deden hem volhouden. Zo begon het avontuur dat hem nu uiteindelijk op
een prachtige meiavond in de concertzaal van een Westerse stad had gebracht
voor de finale van een befaamde prestigieuze vioolwedstrijd. Zijn hele toekomst
hing hier van af. Ondanks het vele oefenen was hij zijn zenuwen nauwelijks de
baas. Wat als er nu iets misging?
En ja, na slechts enkele maten sprong
ineens een snaar van zijn viool. Op zich niet echt een ramp en gewoonlijk
speelt hij bij een dergelijk incident gewoon door. Maar nu begon het te knagen.
Hij werd heel zenuwachtig, het angstzweet brak hem uit en hij verloor stilaan
de controle en de aandacht. Het publiek voelde dit aan en leek na een poosje niet
meer echt te luisteren. Dit was een ontgoochelende uitvoering. De juryleden
schreven met rood potlood vernietigende bemerkingen op hun rapportblad.
Maar dan gebeurde er plots iets heel
eigenaardigs. De jonge violist sloot zijn ogen en bracht zijn focus naar het
punt tussen de wenkbrauwen. Een zacht, intens licht kwam in beeld. Een warme
gloed vulde zijn hele lichaam en voelde heel weldadig aan. Ineens daalde een
diepe kalmte en innerlijk vrede over hem heen. Alle angst en alle zorgen vielen
volkomen weg. Een uitzonderlijke kracht en een gelukzalig gevoel vulden zijn hele
lichaam en geest. Terwijl hij haast automatisch verder speelde vloeide er een
enorme bezieling vanuit de muzikant via zijn instrument de zaal in. Het publiek
ontwaakte uit de onverschilligheid en voelde nu een warme, tedere gloed door
zich heengaan. De passie die de componist ooit begeesterde bij het schrijven
van dit stuk was zowel bij de vioolspeler als bij de aanwezigen zuiver
voelbaar. Overheerlijke trillingen streelden het oor en zinderden door het hele
lichaam van al wie in de concertzaal zat. Stralen van liefde doorpriemden
elkeen. Een bijna buitenaardse ervaring voor allen die de muziek aanhoorden. De
juryleden verfrommelden hun eerder opgesteld vernietigend rapport en schreven alsnog
vol lof en bewondering de pluspunten op van deze nu volmaakte uitvoering. Als
in een droom voltooide de jonge violist zijn meesterlijke en sublieme
vertolking. Hij leek wel een slaapwandelaar toen hij het publiek bedankte voor
de overdonderende ovatie. Minutenlang applaus kreeg hij. Niemand begreep hoe
muziek zo in vervoering kon brengen. De jury was unaniem: onze violist was de
onbetwistbare winnaar en een uitzonderlijk groot talent die in de wereld geen
gelijke had.
Een schitterende carrière lag in het
verschiet. Van overal kwamen lucratieve aanbiedingen en uitnodigingen. Maar
eigenaardig genoeg werden deze allemaal afgewezen. De jongeman besefte dat hij
nooit nog dit uitzonderlijke niveau zou behalen. De muziekuitvoering tijdens de
wedstrijd was zo uniek en ingrijpend geweest dat dit zich allicht nooit meer
zou kunnen herhalen. Wat hem toen overkwam was immers niet het resultaat van
zijn kunnen maar een goddelijke genade die hem geschonken werd als antwoord op
zijn onuitgesproken vraag naar liefdevolle kracht en steun op een moeilijk
moment in zijn leven. Bovendien konden roem en geld hem niets meer schelen. Hij
wilde enkel dat wonderbaarlijke, alles overtreffende gevoel van toen opnieuw
ervaren.
Hij stuurde een deel van het
prijzengeld van de wedstrijd naar zijn oude moeder en gaf zijn viool weg aan
een vereniging die straatjongeren de kans gaf muziekles te volgen. Hij trok
naar de Himalaya s en bouwde daar een bescheiden hut. Hij leefde daar voortaan
heel sober van zelf verbouwde groenten en wat fruit uit een kleine boomgaard die
hij onderhield. Samen met het zuivere water dat hij uit een riviertje vlakbij
haalde was dit ruimschoots genoeg om te overleven.
Vele uren lang mediteerde hij en
verkeerde hij in dezelfde roes die hem te beurt gevallen was tijdens dat
memorabele concert. De gesprongen snaar was allang vergeten. Hij had nu
dagelijks de ervaring van een onverbrekelijke snaar tussen hem en de kosmos, de
bron van al wat is. De allerschoonste muziek met waarlijk hemelse klanken
doorstroomde hem tot in de kleinste vezels van zijn lichaam. Een
onbeschrijflijk goed gevoel dat hem in de allerhoogste sferen bracht. Niets kon
dit evenaren. Jarenlang verbleef hij zo in alle eenvoud en opperste geluk. Bij
het einde van zijn aardse leven gleed hij haast geruisloos over in het eeuwige
leven van de altijddurende symfonie van immer nieuwe gelukzaligheid.
En op een mooie Pinksterdag gebeurde
het dat er een Geest van liefde en vrede over de hele mensheid kwam. En
iedereen sprak zijn eigen taal en begreep de ander volkomen. Vroegere vijanden
verzoenden zich en vielen elkaar hartelijk in de armen. De wapens zwegen
voorgoed en werden letterlijk en figuurlijk omgesmeed tot ploegen. Elk volk
leefde in vrijheid en vrede. Elke mens, elke natie ter wereld werd als
gelijkwaardig beschouwd en bestuurde zichzelf totaal autonoom en in
solidariteit met alle andere naties. Oorlogen en terreurdaden waren voltooid
verleden tijd. Mensen leefden gezond en gelukkig in harmonie met de natuur en
met mekaar
En toen kwam er een duivels virus in
de wereld Maar omdat de mensen hun natuurlijke weerstand sterk genoeg was dank
zij hun gezonde manier van leven en door het beoefenen van yoga en meditatie
had die virus geen schijn van kans. Het bewustzijn van de mensheid was groot
genoeg om alle tegenkantingen te trotseren.
Het is zaterdagavond. Ik ben alleen
thuis. Buiten waait een sterke wind en af en toe geselt de regen het raam dat
op de doorwaaide tuin uitgeeft. De zon gaat onder en een prachtig landschap
verdwijnt toverachtig achter duistere wolken.
Ik lees zoals elke avond de laatste
tijd - een stukje uit het boek: Een
danser in de sneeuw, met allemaal stukjes van Gaston Durnez. Hij heeft het
onder meer over de dichteres Henriëtte Roland-Holst. Ik lees daarna alweer
een dagelijkse routine- nog een stukje in het tijdschrift van La Verna. En verrassend: uitgerekend
hier een verwijzing naar diezelfde dichteres! Dit soort synchrone
gebeurtenissen overkomt ons allen wel eens. Het gedicht begint met:
"Zachte krachten Op onze koelkast hangt een Bond Zonder Naam spreuk van
een tijdje geleden die is blijven hangen omdat ik me er op één of andere manier
bijzonder mee verbonden voelde: Je grootste kracht is zacht.
Op de achtergrond zingen Elly en
Rikkert over Liefde (de Zaligsprekingen van Jezus). Ook het gedicht van
Henriëtte gaat over deze Liefde die de
zin is van het leven en waarnaar
alles mee stijgt. Al deze spirituele stukjes vallen als een puzzel in
elkaar. Het sterkt op een speciale manier mijn gevoel van verbondenheid met Al
wat Is.
In deze tijden van heftige
gebeurtenissen en (op til zijnde) grote omwentelingen is bij bewust levende mensen
duidelijk ook innerlijk een intense ervaring gaande. Jij bent een deel van de
keten en een deel van de keten ben jij zingen Elly en Rikkert terwijl ik dit
neerschrijf.
Dit alles geeft mij een intuïtief
goed gevoel van zekerheid: we worden geleid door een innerlijke Kracht waarop
we volledig kunnen vertrouwen. Wat er ook gebeurt, de Liefde omarmt ons teder
en leidt ons zolang we ons maar op die Liefde afstemmen, diep in ons. En er dan
naar leven, dienend en delend naar anderen toe.
Ik denk dat het een inspirerende en
deugddoende meditatie wordt vanavond
Kerstavond 1914, Vlaanderen. Duitse
soldaten zingen vanuit hun loopgraven aan de IJzer kerstliederen, zoals Stille
Nacht. Vanaf de overkant antwoorden de geallieerden eveneens met kerstgezang.
Men roept wensen naar elkaar en na verloop van tijd worden zelfs geschenken
uitgewisseld. Een verbroedering tussen jongens die allemaal veel liever thuis
Kerstmis zouden vieren dan hier in waanzinnige en ellendige
oorlogsomstandigheden hun leven op het spel te zetten. Voor wie eigenlijk? Voor
de grootmachten en het grootkapitaal, voor het eigenbelang van een kleine elite
die zelf ver wegblijft van het front
Het absurde is dat indien het van de
gewone soldaten afhing, de oorlog op die memorabele Kerstdag afgelopen zou
zijn. Zij wilden vrede en rust. Zij wilden thuis zijn en hun familieleven
verderzetten. Allicht zou er nooit meer oorlog gekomen zijn, en al zeker geen
Wereldoorlog. Maar de hogere (leger)overheden beslisten er anders over en
lieten het Kerstbestand uiteindelijk letterlijk aan flarden schieten. Met
afschuwelijk geweld en verschrikkelijke miserie als gevolg.
De lichtende boodschap van vrede,
liefde en hoop is de essentie van Kerstmis. Het is een universele boodschap die
wereldwijd troost kan bieden aan al wie lijdt onder geweld en haat. Het
bewustzijn groeit dat enkel samenleven in vrede en harmonie, verbonden door
liefde, heilzaam is en geluk kan brengen voor iedereen. Laten we van elke dag
een Kerstdag maken en een bestand inachtnemen om zowel innerlijk als uiterlijk,
zowel de grote als de kleine vrede te verwezenlijken. Een beetje goede wil
volstaat. Van harte een vredevol Kerstfeest iedereen!
Met een hele diepe en droeve zucht
liet Piet de brief vallen. Als Sinterklaas dit te weten komt, zal de
goedheilige man zijn hart zeker breken. Aangezien
de grote commotie die is ontstaan omtrent jullie verschijnen hier te lande,
verzoeken we u beleefd maar met aandrang om voortaan niet meer naar hier te
komen in december. Een grote groep mensen neemt aanstoot aan de figuur van
Zwarte Piet en een nog grotere groep heeft moeite met de religieuze status van
Sinterklaas. Wij hadden nog voorgesteld om jullie te laten komen als Piet en
Klaas maar alle activisten waren heel duidelijk: Wij willen dat controversiële
duo niet meer in ons land en zullen het kinderfeest vervangen door een geheel
neutrale, louter commerciële Speelgoeddag. Getekend: de Verenigde
Aardse Autoriteiten. Terneergeslagen liet Piet het hoofd zakken en vroeg zich
af hoe hij dit aan zijn goede vriend zou overbrengen.
Zovele jaren hadden ze zij aan zij
zich ingezet om alle kinderen blij te maken. Al van toen Sinterklaas hem destijds
in de haven van Myra had gered van het slavenschip door hem vrij te kopen.
Meteen werd hij opgenomen in het bisschoppelijk paleis waar hij volkomen vrij
was om te doen wat hij wilde. Samen hadden ze het groots project opgezet om jaarlijks
speelgoed en snoep te verdelen onder alle brave kinderen. Eerst in de buurt,
dan in heel Europa en uiteindelijk in bijna alle landen ter wereld.
Toen voor beiden de tijd was gekomen
om het aardse leven teverlaten,
besloten ze jaarlijks vanuit de astrale hemel hun goede werk verder te zetten.
Ze incarneerden tijdelijk op aarde en konden nu nog meer dan vroeger over daken
zweven en tegelijkertijd duizenden geschenken bezorgen. Op het zelfde tijdschip
scholen en andere plaatsen bezoeken, het was voor de twee heilige
boezemvrienden geen probleem. Op geen enkel moment had Piet zich een mindere,
laat staan een knecht van de Sint gevoeld. Hij kan dan ook absoluut niet
begrijpen hoe kleingeestig en onwetend (het woord dom kwam hem niet over de
lippen) bepaalde mensen meenden te moeten stellen dat hun relatie een
racistische basis zou kunnen hebben. Het tegendeel is waar, zij waren juist een
voorbeeld van vriendschap op basis van gelijkwaardigheid en veroordeelden elke
vorm van discriminatie. Er waren ook nog geruchten als zou hij kinderen in een
zak stoppen en zo: ook grove leugens! Die zak diende enkel om speelgoed en
snoep in op te bergen! Nooit zou hij een kind kwaad doen, zelfs al waren die
nog zo stout! Mensen hebben de neiging hun eigen lelijke gedachten te
projecteren op anderen. En dat de Sint niet meer welkom is vanwege zijn
religieuze hoedanigheid, dat is toch het toppunt van onverdraagzaamheid? Terwijl
hij juist geschenken brengt bij kinderen van alle gezindten en
levensbeschouwingen, zonder onderscheid. Hoe is het zo ver kunnen komen?
Met een schok bedacht Piet dat zijn
bijbaantje bij Sint Maartennu ook wel
zal wegvallen. Hij hielp die brave man rond 11 november in het zwart
natuurlijk met het bezorgen van lekkers en speelgoed bij die kinderen die in
een streek woonden waar Sinterklaas toch niet kwam. In hemelse harmonie werkten
alle Sinten samen. Niet met de kerstman natuurlijk, want dat is geen heilige,
zelfs geen schijn-heilige. Sterker nog, die man is louter commercieel en mag
dus blijkbaar wel blijven! Terwijl elke goede gelovige toch weet dat enkel het
Christuskind met de Kerstnacht geschenken brengt, en dat niet enkel aan
kinderen maar aan alle mensen!
Zo zie je maar hoe de mensheid
gemanipuleerd en geïndoctrineerd wordt. Met valse info fake news! - en stoken
en polariseren en provoceren kan een kleine groep mensen hun eigenbelangen
veiligstellen. Misschien moet ik me verzetten en de ware toedracht
verkondigen? bedacht Piet. Maar meteen verwierp hij die gedachte weer. Dit zou
alles nog meer op de spits drijven en de zakennog erger maken. Hij zuchtte nog eens diep, veegde zijn tranen weg en
maakte zich klaar om zijn goede vriend Sinterklaas het droevige nieuws te
vertellen.
Daar kwam de brave heilige al op hem
toegelopen. Piet, beste vriend, moet je nu wat weten! hijgde hij. Er is overal
op aarde een kwaadaardig virus uitgebroken en we kunnen dit jaar niet op ronde!
Wat een ramp! Piet dacht even ondeugend Welbesteed! en verfrommelde
stilletjes de brief achter zijn rug
***
Noot van de schrijver: Uiteindelijk is alles toch nog goed gekomen.
De Sint sloot een megadeal met de pakjesdienst ollekebolleke.com om alsnog alle
geschenken en snoep bij de kindjes af te leveren. Er kan wel wat vertraging
opzitten en misschien krijg je niet helemaal precies wat je gevraagd had
***
Bovenstaand verhaal is louter fictie;
elke overeenkomst met bestaande personen of gebeurtenissen is enorm toevallig.
Voor de rest: wie het schoentje past, trekke het aan! Naar verluidt is Assepoester
zo ooit van t straat geraakt. Met een prins dan nog - godbetert!
Toen ik gisteren een coronawandeling
maakte in de buurt zag ik plots een atalantavlinder zitten op een
braambessenstruik. De vleugels helemaal opengesperd om de energie van de late
zonnestralen op te vangen. Een schitterend beeld dat mij ontroerde door de
schoonheid en het wonderlijke van dit frêle tafereeltje. Ik voelde een
innerlijke vreugde alsof de energieke zonnestralen ook mijn lichaam opgewarmd
hadden. Lange tijd bleef ik stilstaan om de prachtige novembervlinder te bewonderen.
Thuisgekomen deed ik meteen mijn
avondmeditatie want ik wilde later het jaarlijkse Adventsfeest van 100 000
lichten bekijken op de Duitse TV. De advents- en kerstliederen, het doorgeven
van het Vredeslicht van Bethlehem, het raakt me telkens weer diep. Door corona
was het programma anders dan anders maar toch ook vertrouwd en stemmig.
Even dacht ik weer aan de vlinder.
Kwetsbaar en toch krachtig, een symbool van vrede en hoop. De Advent mag
beginnen, het Licht van Kerstmis is al in zicht. Donkere dagen gaan voorbij,
ooit stralen we allen in een eindeloos licht van Liefde.
In mijn vorige post (GESCHIEDENIS DER MENSHEID) stonden zinnen die misschien verkeerd kunnen overkomen; voor alle duidelijkheid hier wat uitleg. "logen" staat niet per se voor "liegen" in de betekenis van moedwillig de waarheid geweld aandoen of verzwijgen. Vaak zegt men te goeder trouw dingen vanuit onwetendheid of omwille van andere redenen ( zelfoverschatting, prestige e.a.). Wat bijvoorbeeld de theologen betreft: zij denken en spreken enkel van datgene wat zij (menen te) weten of geloven. Erger is wanneer zij vanuit die onwetendheid stellingen en dogma's poneren die soms ver van de waarheid liggen. Iedereen kan in stilte (diepe meditatie) intuïtief de Waarheid ervaren. Die is absoluut, universeel en niet in menselijke wetten en dogma's te bepalen.
En dan nog dit: "politologen" is een dichterlijke vrijheid om allen die politiek actief zijn te omschrijven, dus niet enkel politicologen (die meestal oprecht en degelijk informeren) maar ook de politici en politieke commentatoren bijvoorbeeld. Een wakkere burger beseft maar al te goed dat sommigen een eigen agenda hebben en/of louter partijbelangen (macht en electoraal opportunisme). Zo heeft ieder zijn "waarheid" maar de Waarheid liegt niet....
En wat dat "wordt (misschien) vervolgd" betreft: hoezeer de mensheid ook bezig lijkt zichzelf en de aarde te vernietigen, toch groeit het universeel bewustzijn en zal - na allicht een moeilijke en donkere periode- uiteindelijk het Licht en de Liefde overheersen en komt alles goed. Geloof, hoop en liefde zijn de sleutelwoorden van het leven en de Liefde is het allergrootste.
De paaszon klom net boven
het dak van de buren uit en terwijl ik in de tuin met gesloten ogen mijn energetiserendeoefeningen deed, hoorde ik een verre koekoek
de definitieve doorbraak van de lente aankondigen. Meteen daarop het felle
gekraai van een haan waarop ik even dacht: “Oei, ik heb toch niemand of niets
verloochend? Of iets verkeerd gedaan?” De wijze woorden van Sri Yoekteswar
schoten mij onmiddellijk daarop te binnen: “Vergeet het verleden”.
Een machtig orkest van gevederde vriendjes
voltooide de lentesymfonie: winterkoninkjes, spechten, mussen, merels, duiven en
zelfs de nestelende kauw in de schouw. Allen zongen van dankbare levensvreugde.
Wij vieren met Pasen het
telkens verrijzend Christusbewustzijn dat de weerspiegeling is van het Kosmisch
Bewustzijn in heel de schepping, in al wat leeft. Ons hart en onze geest worden doordrongen van
een liefdevolle, helende energie. Ons bewustzijn overstijgt het lichamelijke en
het geestelijke en breidt zich uit vanaf ons kleine zelf tot over heel de
aarde, gans het heelal, tot al wat is. Verbonden in oneindige Liefde verwezenlijken
we ons ware Zelf: altijd nieuwe, bewuste gelukzaligheid.
Heel vroeg bij het ochtendgloren hoorde ik enkel de vogeltjes
fluiten. In het struikgewas ruiste er iets, ik weet niet wat. Een beekje
klaterde, een zacht windje woei door de bomen. Alleen zuiver natuurlijke
geluiden waren te horen, verder absoluut niets. Een vredige, rustgevende
stilte. Een overheerlijk gelukzalig gevoel borrelde op vanuit mijn hart en leek
zich uit te breiden tot de hele omgeving, de ganse aarde, het heelal… Alles was
één geworden,één harmonisch geheel van
liefde.
Ik voelde dat er weldra iets heel bijzonders ging gebeuren. Een
onbestemd verlangen vol verwachting vulde mijn innerlijk gemoed.
Er staat een wonder te gebeuren, misschien morgen al, iets
ongelooflijks, waar men nog duizenden jaren gaat over spreken…
De
klokken van Passenbelle waren in alle staten. Stel je voor, zij zouden dit jaar
niet naar Rome kunnen vliegen om er paaseitjes te gaan halen! Hoe teleurgesteld
zouden de kinderen van dit lieflijke dorpje, ergens verscholen diep in de Vlaanders,
wel niet zijn? Dit was nog nooit eerder gebeurd. Een verschrikkelijk virus
teisterde al een hele tijd de wereldbevolking en daarom waren nu alle grenzen
potdicht en mocht er geen verplaatsing gemaakt worden die niet echt nodig was.
Op de weg, het openbaar vervoer en ja, ook in de lucht werd elk transport
geweerd. Er werden zelfs vliegtuigen uit de lucht geschoten! Neen, een reis
naar Rome zat er nu echt niet in. Ook al omdat vele klokken zelf ook aangetast
waren en niet zoveel energie meer hadden.
Het
kerkje van Passenbelle is een heel merkwaardig gebouw. In verhouding was de
toren veel groter gemaakt dan normaal. Er was daardoor een enorme ruimte voor
de kerkklokken en die waren dan ook met velen. Meneer Pastoor had een grote
passie ontwikkeld voor klokken. Hij had gespaard en gebedeld om zoveel mogelijk
klokken in zijn kerkje te krijgen. Het resultaat mocht dan ook gezien en vooral
gehoord worden. In de hele omgeving en omstreken konden de prachtige bronzen klanken
beluisterd worden. Het leek wel een beiaard wanneer Meneer Pastoor via een
ingenieus systeem verschillende klokken tegelijkertijd liet luiden.
Maar
nu was het dus heel onrustig in de klokkentoren. De Grote Klok, die helemaal
bovenaan hing, trachtte de gemoederen wat te bedaren. “Vrienden, luister. Het virus dat momenteel de hele wereld in de ban
houdt, is ontstaan door de algehele ontreddering van de mensheid. Het jachten
en jagen en het hebzuchtig streven naar almaar meer materieel en zintuiglijk genot
heeft de weerstand van het menselijk lichaam, de geest en vooral ook de ziel
grondig aangetast. De mens is het letterlijk en figuurlijk moe te moeten leven
in een wereld van stress, geweld, onverdraagzaamheid, verloedering van de leefomgeving
enzovoort. Bovendien hebben al die negatieve trillingen nog meer kwaad
gesticht: natuurrampen, bosbranden, droogte, overstromingen… Door dit alles
heeft dit afschuwelijke virus ook de kans gekregen zich zoveelvuldig te verspreiden en zoveel onheil
aan te richten.” Hier pauzeerde de Grote Klok even. Hij wou nog één en
ander zeggen over de kwalijke invloed en het schandelijk gedrag van sommige
politici, virologen, mainstream media, farmaceutische industrie en dergelijke,
maar hij besloot wijselijk om niet meteen alles aan de grote klok te hangen...
Uiteindelijk treft immers niemand schuld, dit komt allemaal door de universele
wet van oorzaak en gevolg die zich manifesteert. Hij sprak dan verder: “Wij moeten met onze positieve trillingen –
samen met de positieve vibraties van goedmenende mediterende mensen - het tij
doen keren. We kunnen tegelijkertijd niet anders dan ons neerleggen bij de strenge
maar noodzakelijke praktische maatregelen die overal getroffen zijn. Maar voor
elk probleem is er een oplossing. Daarom stel ik voor dat we met zijn allen
eens heel stil worden en diep mediteren. Dan komt er zeker een ingeving vanuit
ons innerlijke Zelf die al onze zorgen van de baan helpt.” De andere klokken
stemden unaniem in met dit voorstel van hun wijze gids.
Na een
lange bezinning kwamen de klepels los en begon iedereen te luiden. Meneer
Pastoor schrok zich een bult want er was helemaal niets voorzien: geen
huwelijk, geen uitvaart, geen doop… Hij snelde naar de klokkentoren en trachtte
met het technische systeem alles stil te leggen. Maar de klokken waren spontaan
beginnen luiden, dat had hij nog nooit meegemaakt. De Grote Klok legde met één beweging
van zijn klepel alle andere klokken het zwijgen op. “In ‘s hemelsnaam, niet allemaal door elkaar, dat brengt niets dan
chaos teweeg. Klokkenlief, dit lijkt wel een debat van politici! Dat leidt tot
niets. Zo komen we nergens. Iedereen mag één voor één een voorstel of idee naar
voren brengen.” De kleinste mocht eerst beginnen. Het was een klokje dat
Meneer Pastoor nog gekregen had van een gepensioneerde missionaris uit India.
De mensen uit het dorpje waar die jarenlang zendeling geweest was, hadden hem
die klok uit hun kapel geschonken als dank voor zijn inzet en vooral voor zijn
ruimdenkendheid. Want niet alleen de christenen, ook de hindoes, boeddhisten en
moslims konden altijd terecht bij de doorbrave en wijze missionaris. Hij zorgde
mee voor harmonie en solidariteit bij de lokale bevolking. Dat klokje nu stelde
voor om met zijn allen speciale yoga-oefeningen te doen en te mediteren om het
eigen immuunsysteem én dat van de mensen te versterken. Zo zouden ze in staat
zijn om de nu heel gevaarlijke Romereis toch te kunnen maken. De Grote Klok
bromde meteen een instemmend geluid en de anderen trilden zachtjes mee. De
volgende klok die aan het woord kwam had het idee om een grote omweg te maken
en zo de gevaarlijkste gebieden te vermijden en goed in Rome aan te komen.
Alweer algehele instemming. Nog vele goede gedachten werden gedeeld maar één
fundamenteel probleem raakte niet meteen opgelost. Hoe konden ze het
luchtafweergeschut vermijden dat hen kon neerschieten?
De
Grote Klok nam als laatste het woord en sprak: “We zullen ons intens voorbereiden en dan vol vertrouwen en moed de reis
aanvatten. Het heeft geen zin angst te hebben, maar we moeten natuurlijk wel
voorzichtig zijn.”
En zo
brak de dag van het vertrek aan. De avond van Witte Donderdag vlogen alle
klokken traditioneel de toren uit en Meneer Pastoor en de parochianen van
Passenbelle die de avonddienst bijwoonden, kregen een sprankeltje hoop in deze
donkere en bange dagen. Vooral de kinderen waren verwachtingsvol want tegen
alle harde feitelijkheden in zouden ze dit jaar misschien toch nog paaseieren
mogen rapen. In de gebedswake na de dienst werd vurig gebeden voor alle
slachtoffers van het virus en voor hun naasten. De kinderen baden daar bovenop
ook stiekem dat de klokken een voorspoedige reis naar Rome zouden hebben en met
Pasen de meegebrachte eieren zouden kunnen uitstrooien…
De
vlucht was heel lastig. Regelmatig moesten de klokken raketten en kogels
ontwijken omdat ze vanop de grond bestookt werden. In plaats van hun immuunsysteem
te versterken door gezonder en spiritueler te gaan leven, gaven de mensen er de
voorkeur aan buitensporig geweld te gebruiken tegen al wie in hun ogen het
virus kon verspreiden. Medisch en beschermend materiaal was er tekort maar aan
wapenmateriaal geen gebrek...Menigmaal
moest de Grote Klok de kleinste klokken onder zijn ruime bronzen mantel nemen
om hen te beschermen. Ze vlogen ook veel hoger dan gewoonlijk. Door de grote
omwegen die ze moesten maken, raakte ze vermoeid. Hun vleugels – die zich enkel
rond de paastijd ontwikkelden – lieten het stilaan afweten. De Grote Klok bleef
hen moed inspreken en riep tenslotte: “Komaan,
nog éénmaal al onze krachten gebruiken en in volle overgave zo hoog mogelijk
vliegen”. Daarna lieten ze zich vol vertrouwen naar beneden glijden en zie!
daar kwamen ze netjes boven het Sint-Pietersplein in Rome neergedwarreld.
Uitgeput maar voldaan.
Het
was precies om middernacht, tussen Goede Vrijdag en Stille Zaterdag dat de
klokken hun bestemming bereikt hadden. De voorbije dag was er wereldwijd een enorme
piek geweest in de dodelijke slachtoffers van de pandemie. Maar nu – op deze
paaszaterdag - leek de hele aardbol in een merkwaardige algehele stilte
ondergedompeld. Voor het eerst kwamen geen nieuwe gevallen van besmetting meer
voor. De klokken vulden zich met paaseitjes en vlogen nu ongehinderd weer naar
huis toe. Precies op de ochtend van Paaszondag kwamen ze in Vlaanderen aan en
repten zich naar Passenbelle om er hun paaseitjes te droppen. Over de ganse
aarde kwam er op deze Verrijzeniszondag een schitterend stralende zon op die al
wat leeft een extra lente-boost gaf. Het dorp ontwaakte en onder die heilzaam stralende
paaszon raapten joelende kinderen de chocolade eieren in hun mandje bijeen.
Omdat overal ter wereld de cijfers van nieuwe besmettingen en overlijdens in
één klap drastisch gedaald waren, werden de maatregelen versoepeld. Er was
opnieuw vreugde en hoop onder de mensen. Er werd muziek gemaakt, gezongen en
gedanst. Tegen Pinksteren zou alle ellende achter de rug zijn. Een nieuw
tijdperk brak aan. Een groter bewustzijn groeide en alle vormen van haat en geweld
namen af. In plaats van in vernietigingswapens investeerde men in allerhande
hulpmateriaal, in waterpompen en blusmateriaal eerder dan in tanks en
gevechtsvliegtuigen. Militaire helikopters werden nog uitsluitend gebruikt voor
ziekenvervoer en reddingsoperaties. Legers werden omgevormd tot vrijwillige burgerbewegingen
die zich ten dienste stelden van de bevolking bij nood en rampspoed. In de begroting
van de overheden werden alle militaire uitgaven geschrapt en omgeboekt naar
medisch materiaal, geneesmiddelen en schoolmateriaal. Oorlog en terreur
behoorden voortaan tot de geschiedenis. Ook voor cultuur en verbindende
evenementen werd meer gelegenheid geschapen. Mensen leefden steeds meer in
vrede, vreugde en verbondenheid. Er was meer aandacht en genegenheid voor
elkaar. Als een goedaardig virus verspreidde de Liefde zich over al wat leefde
op aarde.
En de klokken
van Passenbelle, zij beierden vrolijk en lustig doorheen alle seizoenen. Tot
grote tevredenheid van Meneer Pastoor, de parochianen en alle mensen van goede
wil die wilden luisteren. Alleluja!
Ik doe
zoals elke morgen om zes uur mijn energetische yoga-oefeningen buiten in de
tuin. Onzalig vroeg deze keer vanwege die stomme uurwisseling. De haan van de
buur is trouw op post: zodra hij iemand hoort of ziet is hij er als de kippen
bij en komt hij luid kraaiend aangelopen en verwacht iets te eten te krijgen.
Gewoonlijk komt hij hier af en toe wat etensresten zoeken op de composthoop of zaadjes
onder de mezenbolletjes in de haag waar de vogeltjes al eens wat bij het pikken
in de vetbollen naar beneden laten vallen. Ik noem de haan Alexander
omdat hij absoluut alles voor zich wil en niets voor een ander. Een collega
haan of hen die ook al eens een graantje wil meepikken wordt meteen weggejaagd
van het voedsel. Mijnheer wil al het lekkers voor zich alleen en weigert wat
dan ook te delen.
Ik ga
een conversatie aan met het gulzige dier.
Awel Alexander, wat doet ge hier nu weer? Uw
baas heeft toch een betere afsluiting gemaakt opdat ge niet meer op wandel zou
gaan in de buurt?
Mijnheer
de haan verwaardigde zich niet hierop te antwoorden en kijkt speurend rond naar
iets eetbaars. Grenzen sluiten, quarantaines, het deert hem blijkbaar allemaal niet. Als
hij maar iets te bikken krijgt.
Alexander, ge weet toch dat ge in uw kot
moet blijven? De minister van volksgezondheid heeft het uitdrukkelijk
gevraagd!
Een
luid protesterend gekraai doet mij vermoeden dat de haan een heel andere
politieke overtuiging heeft dan de kotmadam van Merchtem.
Ik
werk mijn oefeningen rustig en geconcentreerd verder af. Het is heerlijk stil
en de zon komt stilaan in alle pracht omhoog geklommen. Ik voel de levensenergie
in mijn hele lichaam zinderen naarmate de oefeningen vorderen. Vinken, meesjes,
winterkoninkje en nog een klad andere vroege vogels geven als begeleiding een schitterend
concert ten beste. Daar tussendoor een koekeloerende Alexander die niet ophoudt
de aandacht op te eisen. Hij verwacht duidelijk een portie ontbijt te bekomen
van mij. Maar die vlieger gaat niet op.
Ga naar uw kot, ik meen het. Het is
gedaan met geven en toegeven!
Maar Alexander blijft
hooghartig op post en schreeuwt luid: Kot,
kot, kot, que dette!