Mochten moeders wereldleiders zijn dan zou er nooit meer oorlog zijn. Een moeder wil ten allen tijde de vrede bewaren en het beste voor iedereen. Een moeder is nooit kwaad en straft nooit; ze zal hooguit liefdevol corrigeren en met mildheid vergeven zodat haar kinderen inzien welke fouten gemaakt werden en daaruit kunnen leren om voortaan het goede te doen. Niet met geweld maar enkel met liefde kunnen onrecht en haat overwonnen worden. Moeders begrijpen dat en handelen in wijsheid overeenkomstig.
Elke mens wil in vrede en vrijheid leven, niemand wil oorlog en geweld. Geen enkele moeder wil haar kind verliezen door het sneuvelen in dwaas militair geweld of door honger en ontbering in een zinloze oorlog, zoals elke oorlog zinloos is en nooit een oplossing brengt voor eender welk conflict. Moeders zouden geen cent uitgeven aan een waanzinnige wapenwedloop, aan moordende gevechtstuigen. Ze zouden enkel investeren in opvoeding, zorg en welzijn voor iedereen.
Moeders zouden verdraagzaam zijn. Niet roepen en schelden maar rustig overtuigen en zacht bedachtzaam argumenteren. Moeders zouden aandacht hebben voor individuele vrijheid en persoonlijke ontwikkeling voor elk kind, elke volwassene waar ook ter wereld. Volledige zelfbeschikking voor elk volk en respect voor elke cultuur en religie. Bruggen bouwen tussen alle groepen en gezindten. Moeders zouden de liefde als hoogste waarde doen gelden in het leven en daarnaar handelen.
Mochten moeders religieuze of levensbeschouwelijke leiders zijn dan zou elke godsdienst en elke levenswijze recht gedaan worden. Zonder geweld, conflicten of onverdraagzaamheid. Eerbied voor elke overtuiging. Geen opdringerig zieltjes willen winnen of bekeren, laat staan geweld gebruiken om andersdenkenden kwaad te berokkenen of zelfs naar het leven te staan. Geen enkele religie of levensovertuiging kan zonder liefde en vrede gedijen. Mensen zijn broeders en zusters van elkaar, vijanden bestaan niet tenzij in onzinnige gedachten van verstoorde breinen, onwetenden die nog niet bewust geworden zijn van de ware aard en de echte zin van het menselijke bestaan.
De Goddelijke Moeder is ons aller moeder. Zij kent geen onderscheid en houdt van al haar kinderen. Haar Liefde is onvoorwaardelijk en grenzeloos. Haar Licht schijnt over alle mensen en volkeren en brengt vrede en wijsheid in elk hart. Wij herkennen haar weldoende goedheid en zorg in elke moeder op aarde. Elk van ons is (ooit) moeder (geweest). In talloze incarnaties is elke mens ooit wel eens moeder geweest en diep in ons innerlijke hebben we allen het heilzame van het moederschap in ons bewaard. Elke mens weet intuïtief dat in liefde, vrede en waarheid leven de enige mogelijkheid is voor een menswaardig bestaan voor iedereen. De liefde tussen een moeder en haar kind vertedert ons allemaal en herinnert ons aan de Goddelijke Moeder, aan ons eigen moeder en ons eigen moeder-zijn.
Goddelijke moeder, zegen alle moeders ter wereld en al hun kinderen. Schenk ons allen uw heilzame Liefde en Licht en breng vrede in alle harten. AUM, Amen, Amin.
Helemaal bovenaan hing de oude wijze klok stilletjes te mijmeren. Wat een mooie jaren had zij beleefd toen ze met Pasen samen met de andere klokken vrij en vrolijk de paaseitjes brachten in zovele huizen en tuinen. Wat een vreugde en bovenal wat een gelukzalige vrede!
Helaas, heden ten dage was er zoveel oorlog en geweld dat het zelfs onmogelijk leek om door het luchtruim te reizen zonder gevaar voor drones en gevechtsvliegtuigen met hun moorddadige wapens. “Misschien moesten we dit jaar maar eens geen paaseieren brengen” dacht de oude klok mistroostig. Maar toen ze dit luidop voorstelde, kwam er meteen protest.
“Een Pasen zonder paaseitjes? Dat kan toch niet ! Wij zijn heus niet bang voor al dat schiettuig. Wij vliegen daar dapper en onversaagd tussendoor. De kinderen hebben geen boodschap aan bommen en granaten, zij willen hun paaseitjes rapen!”
De allerjongste, een digitale klok, had een lumineus idee. “Laten we de grote Superklok vragen wat we kunnen doen om veilig door de lucht te vliegen.”
Iedereen was meteen akkoord en de oude wijze klok schaamde zich zelfs een beetje daar zelf niet eerder aan gedacht te hebben.
Ver boven de allerhoogste bergen op aarde, in de Hemelse ruimte verbleef een reuzegrote Superklok. Onzichtbaar voor de gewone mens maar heel toegankelijk voor alle verheven zielen, zoals ook de kerkklokken. Door diepe meditatie kon men de grote Superklok aanroepen en vragen stellen.
Weldra was de hele klokkentoren in intense meditatie verzonken. De wijze uil legde het probleem uit.
“Wees gerust, sprak de Superklok. Ik kende het probleem al lang en heb er ook een oplossing voor. Ik ga alle klokken bijzonder zegenen zodat ze via een speciale techniek elke drone of gevechtsvliegtuig kunnen terugsturen naar de plaats vanwaar ze vertrokken zijn. Met een heel effectieve mantra kunnen ze dan via hun klepel een ultrasterke trilling veroorzaken waardoor alle computergestuurde drones en gevechtsvliegtuigen automatisch terugkeren naar hun militaire basis én tegelijkertijd hun eventuele bommen meteen onschadelijk gemaakt worden. Zo kunnen alle klokken hun gewone reis vervolgen en de paaseieren zoals altijd bij de kindjes brengen.”
En waarachtig, zo geschiedde. Op Paaszondag viel er geen enkele bom in de oorlogsgebieden. Alle drones, raketten en militaire vliegtuigen keerden vruchteloos terug van hun duivelse missie. Een tijd van vredeen vreugde was aangebroken. Kinderen én volwassen over de hele wereld verheugden zich in de vredige paasdagen.
Of die wereldwijde wapenstilstand is blijven duren?
Wat denk je zelf?
De mensheid is nog lang niet bewust genoeg om in te zien hoe dwaas en totaal onnodig en inefficiënt oorlog is. Integendeel, wereld- en regeringsleiders doen er alles aan om zich te bewapenen en te investeren in oorlogen veeleer dan te zorgen voor vrede en samenhorigheid. Nochtans bewijst eeuwenlange geschiedenis der mensheid dat geen enkele oorlog ook maar iets heeft opgelost en daarentegen de kiem was voor een volgende oorlog. Maar er is hoop. Ooitzal de mens superbewust worden en elk volk, elke mens zal als gelijkwaardig beschouwd worden. Vijanden bestaan niet, ze worden door de mens zelf gecreëerd. Het is een illusie te denken dat geweld ooit iets kan oplossen. Dat kan enkel de Liefde…
Het is heus niet utopisch of wereldvreemd idealistisch redeneren wanneer men stelt dat elke cent die men verspilt aan wapens en legers enkel oorlog en geweld vermeerderen en erger maken terwijl elke cent die men investeert in ontwikkeling en harmonisch samenleven de vrede waarborgt. Het militaristisch denken brengt enkel wreedheid en ellende met zich mee. De verschrikkelijke, gruwelijke oorlogsbeelden van elke dag tonen dit zeer pijnlijk aan.
Midden in het woud, helemaal boven in de kruin van een reusachtige boom zit een oude wijze uil. Hij vertelt de andere boombewoners – kippen, eekhoorns, allerhande vogels en nog vele andere beestjes – over wat er met de wereld gebeurd is zodat de dieren heden ten dage zowat het hele aardrijk voor zich alleen hebben.
“Eeuwenlange menselijke beschaving heeft er helaas niet toe geleid een paradijs op aarde te scheppen, integendeel.
Het mensenras is er nooit in geslaagd in vrede en harmonie te leven en is daardoor uiteindelijk helemaal uitgestorven. In plaats van conflicten op te lossen door in alle rust en met wederzijds respect en begrip naar elkaar te luisteren om zo tot een oplossing van het probleem te komen, hadden ze telkens weer elkaar gewoon uitgemoord en met verschrikkelijke wapens alles en iedereen vernietigd. Totdat een totale nucleaire wereldoorlog alle menselijk leven op aarde deed verdwijnen. Velen waren nochtans op goede weg door spiritueel te gaan leven, geen vlees meer te eten, geen roesmiddelen zoals alcohol, tabak of andere drugs tot zich te nemen en in vrede samen te leven met eerbied voor elke medemens. Enkele hardnekkige onwetenden bleven echter louter materialistisch denken. Zij wilden enkel macht en rijkdom en dit ten koste van andere mensen en van de leefomgeving. Door te blijven investeren in wapens en door oorlog en geweld uit te lokken werd het fatale lot van de mensheid bezegeld.”
“Hoe dwaas en dom!” riep een kuikentje verontwaardigd.
Een eekhoorntje sloot zich daarbij aan en vroeg: “Komen er dan nooit meer mensen op aarde?”
De uil bleef lange tijd stil en sprak toen plechtig:
“De Moeder van Al wat Is, waaruit wij allen geboren zijn en die alles gemaakt heeft zal vanuit gesteente, planten- en dierenrijk opnieuw zielen laten incarneren totdat ze klaar zijn om de ultieme menswording te bereiken. Door een bijzondere goddelijke tussenkomst zullen er weer mensen op aarde komen. Hun potentieel bewustzijn zal net als weleer in staat kunnen zijn om zich volledig te verwezenlijken en zo voor altijd gelukkig te zijn. Door hun vrije wil te geven krijgen de mensen de kans om te kiezen voor liefde, vrede, goedheid in plaats van haat en geweld. Vele zielen krijgen zo een nieuwe kans en met de ervaring uit vorige levens kunnen ze alsnog volledige bevrijding bereiken, dat wil zeggen loskomen van het materiële en zuiver spirituele idealen nastreven. Dit kan door goed te leven en veel te mediteren.”
“Wat is onze goddelijke Moeder toch oneindig goed” prevelde een bidsprinkhaan. Alle dieren in de boom beaamden dit. Wat een enorme liefde voor wezens die zich nochtans heel slecht gedragen hebben.
Het lieveheersbeestje had toch nog een vraag aan de uil. “Betekent dat wij allemaal een ziel hebben die ooit zal weerkeren als mens?”
“Jazeker, dat heb je prima begrepen. Ooit zijn wij een leven als steen begonnen, met slechts een heel miniem bewustzijn. Daarna kenden we vele incarnaties als plant om uiteindelijk tot het dierlijk leven te komen. Roofdieren behoren tot de laagste spirituele rang en moeten eerst als vredelievend dier terugkomen. Zelf ben ik uiteraard een uitzondering want ik eet uitsluitend vegetarisch, geen muizen of andere prooien meer voor mij. Ik ben tot het inzicht gekomen dat al wat leeft moet gerespecteerd worden. Ik hoop dan ook in een volgend leven als mens terug te komen en mijn wijsheid te kunnen gebruiken om Gods droom van Liefde en Vrede voor allen mee te kunnen verwezenlijken. De tijd is rijp om de aarde opnieuw te bevolken met mensen. Hopelijk gebruiken ze dan nu wel hun verstand en luisteren ze naar hun hart.”
“Zo, beste medeboombewoners, dan is het nu tijd voor de avondmeditatie. De zon gaat weldra onder en de stilte van de nacht zal ons rust en vrede brengen.”
Veertig graden Celsius koorts. Geen greintje energie. Geen grammetje voedsel binnen te krijgen. Doffe ellende. Een ijl hoofd en warrige beelden komen voorbij.
“Griep” zegt de huisdokter beslist. “Zoals iedereen tegenwoordig.”
“Maar dokter, ik ben gevaccineerd!”.
Een meewarige glimlach van de geneesheer en een lichtjes hoofdschudden is de eerste reactie. Dan legt hij uit dat die vaccins niets uithalen en enkel dienen om de farmaceutische industrie, zogenaamde experten, ministers van gezondheid en andere idioten miljardenwinsten te bezorgen. “Dat spul vermindert zelfs nog je natuurlijke weerstand.” “Mijn ervaring is dat de griep minstens even erg toeslaat bij gevaccineerden als niet-gevaccineerden. Alleen de sterkte van je immuunsysteem bepaalt of en in hoeverre je er ziek van wordt.”“Ik kan je ook niets voorschrijven want enkel 3 dagen volledige rust en veel drinken kan je enigszins ondersteunen bij het uitzieken. Overigens kan ik net als elke arts of therapeut ook alleen maar het zelfgenezend vermogen van je lichaam trachten te stimuleren. Wondermiddelen bestaan niet. Je moet het uiteindelijk zelf doen.”
“Dokter, ken je zelfs geen pilletje of hoestdrankje om de symptomen wat te verlichten?”
“Niets. Allemaal commercieel spul dat door reclame wordt aangeprezen maar niet echt helpt, met daarbij nog nefaste nevenwerkingen. Zelfs een zetpil helpt geen hol!”
De ‘humor’ van de droomdokter ontging me. Wat moest ik nu doen om uit deze ellendige toestand te komen? Droomde ik nu nog of zweefde ik koortsig tussen verbeelding en werkelijkheid?
Ik besloot te bidden. “God, kunt U mij uit mijn lijden verlossen?”
Tot mijn verbazing kwam er meteen een antwoord.
“Wie stoort er mij nu op mijn enige vrije dag, een zondag?”
Het klonk wat grommend maar toch niet helemaal onvriendelijk.
“Sorry, God, maar ik ben zo ziek. Kunt u mij niet wat helpen?”
“Wel, mijn kind, doe zoals ik: regelmatig yoga en meditatie. Dat is de oplossing voor alle problemen: lichamelijk, mentaal én spiritueel. En verder veel rusten, zuiver water drinken en gezond leven zonder vlees, alcohol of andere roesmiddelen”. “En vergeet niet dagelijks te mediteren en te bidden!”
“En nu ga ik op mijn rustdag vissen met mijn Zoon en zijn vrienden Johannes en Krishna. Mensen vissen.”
Sierlijk streek de Grote Vriendelijke Roofvogel neer in de tuin der tederheid. Aandachtig tuurde hij naar de bevrozen rozen aan de struik vlakbij onder hem. “Hm… neen…. geen spek voor mijnen bek” besloot hij en vloog weer weg.”
“Oef! dachten de rozen opgelucht. Daar zijn we alweer aan ontsnapt. Na deze korte cryotherapie kunnen we weer als vanouds bloeien en geuren. Onze ziel is immers onaantastbaar; geen roofvogel, geen vorst, niets ter wereld kan ons ware Zelf vernietigen. We waren er altijd al en zullen in essentie altijd blijven bestaan. Deze vluchtige aardse periode is slechts een kortstondig verwijlen om te leren en te genieten. Ons ware leven is immers in het eeuwig Liefdeparadijs met altijd nieuwe vreugde en diepe innerlijke vrede.”
En de hele tedertuin zonk opnieuw in zalige winterrust, dromend van een eeuwigdurende lente…
Yogannes
Het doet wat met een mens wanneer plotseling uit de vriesmist een torenvalk opduikt om even te verpozen in ons tuintje.
Nog steeds brengt het Kerstkind zijn boodschap van vree...
NOG STEEDS BRENGT HET KERSTKIND ZIJN BOODSCHAP VAN VREE…
Jef timmerde er lustig op los. Hij werkte erg graag met hout en kerststalletjes maken was het liefste wat hij deed. Heel Nazaret – dat schoon en rustig dorpje in Vlaanderen – had reeds lang zo een prachtig stalletje in huis maar van ver buiten de streek kwamen mensen bestellingen plaatsen om ook een uniek en mooi kerststalletje van Jef te kopen. Het was schitterend vakmanschap. De figuurtjes werden heel kunstig in hout gesneden en fijne mechaniekjes zorgden voor een beweeglijk levendig schouwspel. Marieke, een buurmeisje wiens ouders onlangs overleden waren kwam hem helpen bij de afwerking: de houten beeldjes schilderen, de wattensneeuw op het dak van het stalletje plakken en dergelijke meer. Sommige mensen in het dorp vonden het ongepast dat zo een jong meisje zo vaak bij – de toch heel wat oudere Jef – in huis kwam. Ze kookte immers ook voor hem en deed zowat zijn hele huishouden zodat hij verder kon werken in zijn timmeratelier. Van zijn kant knapte hij dan weer heel wat karweitjes op in het huis van Marieke. Goede buurschap en vriendschap noemde hij dat en de meeste mensen wisten dat zowel Jef als Marieke heel vrome, deugdzame mensen waren.
Toch kwamen de kwatongen in het dorp volop in actie toen bleek dat Marieke zwanger was. Zij wou niet zeggen wie de vader was maar bijna het hele dorp ging ervan uit dat dit Jef moest zijn. Deze ontkende dit echter en vroeg zich af of hij voortaan Marieke niet beter zou mijden. Maar toen hij merkte dat de mensen zich tegen haar keerden en ook zijn naam door het slijk ging besloot hij naar haar toe te gaan. Na een lang en diep gesprek, vele emoties en tranen kwamen ze samen tot het besluit zich te verloven en te trouwen. De rust keerde weer in de dorpsgemeenschap en Jef en Marieke woonden voortaan samen en keken uit naar de geboorte die uitgerekend was zo tegen het einde van het jaar. Jef vroeg niet verder naar de vader en nam zich voor het kind op te voeden als was het zijn eigen.
Op het einde van de zomer viel er een brief van de overheid in de bus. De vreemde bezetter van het land wou een precieze toestand van de bevolking kennen om zo de inwoners nog meer te kunnen onderdrukken en belasten. Niet meewerken aan de volkstelling had geen zin want de bezetter was streng en genadeloos voor al wie protesteerde of zich verzette. Omdat Jef in de hoofdstad geboren was moest hij zich naar Brussel begeven om zijn gegevensdossier te laten opstellen. Het was een verre reis want hij had geen kar en paard en zou te voet moeten gaan. Marieke wou absoluut mee want ze had geen zin hoogzwanger alleen thuis te blijven. Een dorpsgenoot bood hen zijn ezeltje aan zodat Marieke tenminste niet moest stappen. En zo vertrokken ze op de dag van het feest van de Heilige Lucia naar de hoofdstad.
Onderweg werden ze overal goed onthaald en konden ze meestal bij een boer of in een pastorie overnachten. Maar toen ze op Kerstavond in Brussel aankwamen werden ze verrast door een enorme drukte. Jef wou zich meteen melden op het stadhuis voor zijn registratie maar omwille van Kerstmis was de bevolkingsdienst enkele dagen gesloten. Hij zocht dan maar naar een plek om te overnachten. Maar omwille van de feestdagen en de volkstelling waren alle logeerplaatsen volledig bezet. Overal werden ze weggestuurd. Marieke kreeg het nu heel lastig. Opeens stond een kleine jongen pal voor hen en vroeg hen vriendelijk of hij hen soms kon helpen. Jef legde hem uit dat ze dringend op zoek waren naar een onderkomen voor de nacht. Het jongetje zei dat dit in de hele stad niet mogelijk was maar dat hij hen wel buiten de stad een weg kon tonen die naar een boerderij leidde die ook als herberg dienst deed. Misschien was daar wel plaats.
Na een lange tocht in het platteland buiten de stad vonden ze eindelijk de herberg-boerderij. Maar ook daar was geen plaats. De boer-herbergier wou hen wegsturen maar zijn vrouw had medelijden met Marieke en bracht hen naar een vervallen schuurtje enkele tientallen meter van de herberg verwijderd.
“Hier ligt wat stro en ik breng straks enkele dekens om jullie te verwarmen.” sprak de vrouw.
Ze kwam even later terug met voedsel en drank, dekens, een lantaarntje en kaarsen. Marieke en Jef installeerden zich en bereidden zich voor op de nacht. Omdat het Kerstavond was zong Marieke met heldere stem het prachtige Vlaamse kerstliedje ‘Susa Nina’. Tijdens het refrein neuriede Jef zachtjes de melodie van ‘Stille Nacht’ mee waarvan het ritme precies overeenkwam met het refrein van ‘Susa Nina’.
Sint Jozef bereidde dien wonderen nacht van 't zuiverste strooisel een beddeken zacht daarop heeft Maria met schamele vlijt haar schreiende kindje te slapen geleid !
Susa Nina, 't hemelse hof in een arme stal en engelen wieken naar 't aardse dal en vullen de sferen met feestgeschal Susa Nina, voor de koning van 't heelal !
De herders ontwaakten in 't schitterend licht aan hen werd de troostende boodschap gericht een boodschap van vrede van uit 't paradijs aan alle de goeden van wille zij peis !
Susa Nina, 't hemelse hof in een arme stal en engelen wieken naar 't aardse dal en vullen de sferen met feestgeschal Susa Nina, voor de koning van 't heelal !
Drie koningen kwamen naar 't kind van heel ver zij volgden het licht van de lichtende ster zij hebben de Godmens, de koning aanschouwd en offerden wierook en mirre en goud !
Susa Nina, 't hemelse hof in een arme stal en engelen wieken naar 't aardse dal en vullen de sferen met feestgeschal Susa Nina, voor de koning van 't heelal !
Nog steeds brengt het kindje zijn boodschap van vreê voor alle goedwilligen onder ons mee een boodschap van vrede, van heldere klacht een boodschap van licht in de donkere nacht !
Susa Nina, 't hemelse hof in een arme stal en engelen wieken naar 't aardse dal en vullen de sferen met feestgeschal Susa Nina, voor de koning van 't heelal !
Na een kort gebed en een lange meditatie legden ze zich in het stro te rusten.
Klokslag om middernacht schreeuwde Marieke heel hard.
“Jef! Het is zover. Het kindje komt!”
Jef liep vlug naar de boerin die in de herberg de feestvierende klanten bediende. De vrouw haastte zich met warm water en doeken naar het schuurtje en stond Marieke bij. Een tijdje later kwam de baby ter wereld. Een enorm gevoel van euforie, ontroering en blijdschap maakte zich van Marieke en Jef meester.
“Hoe zullen we ons kindje noemen ?” vroeg Jef uiteindelijk hees.
Marieke was blij dat Jef sprak van “ons “ kindje en vertelde hem nu het verhaal dat ze zolang in haar hart had bewaard.
“Een jaar geleden kwam een oude vriendelijk heer bij mij op bezoek en vertelde me dat ik weldra zwanger zou worden en een heel bijzonder kind ter wereld zou brengen. Hij zou op kraambezoek komen en dan de naam van het kind zeggen. Ook hoe wij het moesten opvoeden want het kind zou een heel speciale taak krijgen. Een goddelijke opdracht moest vervuld worden, zei hij. Ik wierp tegen dat ik helemaal niet zwanger kon worden daar ik geen man had. Maar de man glimlachte enkel en verdween toen. Tot mijn verbazing werd ik een paar maanden later inderdaad zwanger. In een droom zag ik de man weer die mij geruststelde en zei dat alles goed zou verlopen en dat ik goddelijke kracht zou ontvangen. Ik moest enkel veel bidden en mediteren. Vanaf dan voelde ik me helemaal rustig en zonder zorgen.”
Een vreemde man kwam plots het schuurtje binnen. Jef had met hout en stro ondertussen een primitieve wieg ineen geknutseld. Marieke herkende de man als de bizarre boodschapper en droomfiguur.
“Wat een schoon en lief kindje” sprak de heer. “Haar naam zal Mariamagdalena zijn. Zij zal deze wereld bevrijden van oorlog en ellende en de mensen in vrede doen samenleven.” “Voed haar op in liefde en leg haar niets in de weg. Zij zal geleid worden door de Goddelijke Geest en zo de levensweg volgen die zij moet bewandelen.”
De man verdween en kort daarop kwamen er tal van mensen toegelopen. Zij hadden een groot stralend licht gezien boven het schuurtje en een onweerstaanbare drang gevoeld om te komen kijken. Nu zagen ze dit wonderlijk schepseltje dat een onbeschrijflijke vreugde in hun hart en ziel deed oplaaien. Van dichtbij en ver kwam het volk toegelopen. Boeren en schaapherders uit de buurt maar ook veel toeristen die vanuit Brussel naar hier kwamen om het bijzonder kind te aanschouwen waarover zij in de stad hadden gehoord. Koningen, wijze professoren, politici (iets minder wijs), daklozen… van alle rangen en standen uit de hele wereld kwamen ze het kindje bezoeken.
Iedereen werd intens vertederd door dat pasgeboren kindje dat met een sterke uitstraling van licht en warmte een bijzonder gevoel opwekte in elk mensenhart. Een innerlijk vuurwerk van enthousiaste vreugde en diepe vrede beroerden de ziel van al wie op bezoek kwam in het eenvoudig schuurtje.
Mariamagdalena groeide op tot een mooi en verstandig kind dat al heel gauw indrukwekkende toespraken hield over gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid, naastenliefde en allerhande idealen en universele waarden. Massa’s mensen kwamen naar haar luisteren en samen mediteerden ze en baden om vrede. Oorlogen werden gestopt en wereldwijd kwam er een golf van solidariteit en harmonie tot stand. Vroegere vijanden verzoenden zich. Conflicten werden opgelost via dialoog en niet langer met moordende wapens. Overal waar de “apostel van de vrede” kwam, werd er gretig naar haar geluisterd want zij vertelde met passie en overtuiging hoe elke mens op aarde gelukkig kon worden. In liefde samenleven, verbroederen en verzoenen op basis van gelijkwaardigheiden wederzijdse eerbied, dat was de kern van haar betoog.
De hele aarde reisde Mariamagdalena rond maar kwam regelmatig terug naar Nazaret bij haar lieve ouders Marieke en Jef. Samen bezochten ze ook vaak het schuurtje waar alles begon. Die wonderlijke Kerstnacht toen alweer een Kerstkind geboren werd dat vrede bracht…
“Halleluja!” riep Sint-Maarten enthousiast uit. ”Aan deze heerlijke yogi-thee en verrukkelijke letterkoekjes was ik echt toe. Bedankt, vriend Piet.” “Graag gedaan, vriend Sint. Het was weer een hele tocht over de daken de voorbije nacht. En ook wat gevaarlijk met al die zonnepanelen. Goedweervandaag gleed telkens met zijn poten een beetje weg. Gelukkig is alles goed afgelopen.” “Geef het brave dier maar wat extra wortels en bieten, er zaten er meer dan genoeg in de schoentjes van de kinderen.”
“Mag ik wat vragen, vriend Sint?” “Zeker, vriend Piet, alles behalve geld want dat is bijna allemaal op met al dat peperdure speelgoed dat ik voor de kinderen gekocht heb. Ook het snoepgoed kost elk jaar veel meer door de inflatie en de schommelingen op de wereldmarkt. En dan wou dat ene pakjesdienstbedrijf mij nog een contract aansmeren om alle geschenken voor de kinderen door hun mensen te laten bezorgen! Het idee alleen al! Maar jij wou iets vragen?”.
“Ja. Hoe komt het eigenlijk dat wij op 11 november bij sommige kinderen langsgaan en dat andere van Sinterklaas begin december een bezoekje en geschenken krijgen?”
“Wel, dat is een arbeidsovereenkomst die ik met mijn goede vriend Klaas ben overeengekomen. Ik kom op 11 november in alle streken waar een parochie mij als patroonheilige heeft gekozen en Sinterklaas komt de maand nadien bij al de andere kinderen. Je weet dat niet enkel in Frankrijk maar vooral ook in Vlaanderen vele Sint-Martinuskerken staan en daar word ik trouw elk jaar gevierd. In de streek van Aalst kom ik het liefst omdat daar de braafste kinderen wonen. En ook in de Sint-Martinusparochie van Ganshoren kom ik heel graag omdat die plaats in de prachtige stad Brussel ligt en ik er op een heel speciale manier gevierd word. Maar je weet dat ik van alle kinderen evenveel hou en ze krijgen allemaal wat hun hartje verlangt. En mijn vriend Klaas is ook zo.”
“Ja en mijn neef – die ook Piet heet – is al een even grote vriend van Sinterklaas dan ik van jou”.
“Zo is het, beste Piet. Klaas en ik hebben jullie samen bevrijd van die slavenhandelaars die jullie destijds wilden verkopen. Sindsdien zijn we allen goede maatjes geworden en helpen we elkaar met het goede werk om alle kinderen over heel de wereld gelukkig te maken. Vrede en vreugde verspreiden is de schoonste en meest heilige taak die er is. Liefde gaat boven alles.”
“Kijk, vriend Sint, er gaan plots vele wolken uiteen en we kunnen nu goed de aarde zien.”
“Ja, dat is een aloude gewoonte van mij om op mijn feestdag een Sint-Maartenszomer te verwezenlijken. Kijk eens hoe alle kinderen genieten van hun vrije dag en buiten kunnen spelen in een heerlijk zonnetje! Ondanks de donkere en sombere tijd van het jaar met veel mist en regen kunnen ze nu toch even hun hart ophalen met een stralend zonnetje. Voorwaar een bijzonder geschenk voor jong en oud. Ik word er zelf vrolijk van!”
“Ja, wij hebben het toch maar goed getroffen terwijl mijn neef, Sinterklaas en hun paard meestal barre winterkou moeten trotseren… Maar mag ik nog een vraag stellen die mij al lang bezighoudt, vriend Sint?”
“Natuurlijk Piet, wat wil je weten?”
“Hoe komt het toch dat al die jaren dat wij op aarde komen en al die brave kinderen ontmoeten, er toch nog zoveel oorlog en geweld is? Als die kinderen groot worden kunnen ze toch niet zomaar ineens stout worden, of toch?”
“Ach vriend Piet, dat gaat ook mijn verstand te boven. De mensen hebben werkelijk alles om vreedzaam en in harmonie samen te leven en de meeste mensen willen dit ook. Maar een kleine groep wil absoluut alle macht en rijkdom voor zich hebben of houden en doen er alles aan om dat te realiseren. Wapenhandel, mensensmokkel, drugstrafiek… het is verschrikkelijk. Er is veel goede wil op aarde maar de onwetendheid is vaak erg groot. De zucht naar materiële rijkdom is sterk en de verleiding wordt nog aangewakkerd via reclame en misleidende beloften van geluk en welvaart. De aangeboren goedheid in elke mens verdwijnt vaak wanneer het kind volwassen wordt en de verwondering, spontaniteit en gevoel voor rechtvaardigheid en weldoen door maatschappelijke omstandigheden wegvallen. Maar wees gerust, het bewustzijn groeit stilaan maar zeker dat liefde en welzijn zoveel belangrijker zijn dan afgunst, haat en materiële welvaart. Wij, Sint-Maarten, Sinterklaas en ook het Kerstkind herinneren de mensen eraan dat het kind in hen er nog steeds is en dat we allen gelijkwaardig als broer en zus in vrede kunnen leven. Wanneer we regelmatig even stilstaan bij onszelf en in ons hart kijken, voelen we een warme tederheid die we als kind vanzelfsprekend vonden en in alle drukte en jagen van het leven als volwassenen even vergeten waren.”
“Oh, kijk daar! Nog een prachtige grote vlinder die ronddartelt in dat tuintje daar!” riep Zwarte Piet opeens uit. Sint-Maarten glimlachte zacht en met een gelukzalige blik tussen twee wolkjes door zag hij nu ook die late novembervlinder en ook de kinderen die lachend en juichend van plezier stoeiden in het gras. “Het komt allemaal goed, Piet.” En hij nipte even van zijn lekkere yogi-thee, beet een stukje van een grote peperkoek en sloot de ogen. Algauw droomde hij van lang vervlogen tijden: hoe hij het Romeinse leger verliet, zijn mantel deelde met een bedelaar, zich in Tours in een ganzenhok verborg toen men hem bisschop wilde maken…
Zwarte Piet zag dat zijn goede vriend in slaap gevallen was en nam voorzichtig de afzakkende bril van diens neus, legde zachtjes een dekentje over de goedheilige man en dacht bij zichzelf: “Ik voel me echt in de wolken!”