BEVROZEN ROZEN
Sierlijk streek de Grote Vriendelijke Roofvogel neer in de tuin der tederheid. Aandachtig tuurde hij naar de bevrozen rozen aan de struik vlakbij onder hem. “Hm… neen…. geen spek voor mijnen bek” besloot hij en vloog weer weg.”
“Oef! dachten de rozen opgelucht. Daar zijn we alweer aan ontsnapt. Na deze korte cryotherapie kunnen we weer als vanouds bloeien en geuren. Onze ziel is immers onaantastbaar; geen roofvogel, geen vorst, niets ter wereld kan ons ware Zelf vernietigen. We waren er altijd al en zullen in essentie altijd blijven bestaan. Deze vluchtige aardse periode is slechts een kortstondig verwijlen om te leren en te genieten. Ons ware leven is immers in het eeuwig Liefdeparadijs met altijd nieuwe vreugde en diepe innerlijke vrede.”
En de hele tedertuin zonk opnieuw in zalige winterrust, dromend van een eeuwigdurende lente…
Yogannes
Het doet wat met een mens wanneer plotseling uit de vriesmist een torenvalk opduikt om even te verpozen in ons tuintje.
|