GEESTIGE STUKJES (2)
EN DE KLOKKEN VERTREKKEN NAAR ROME
De
klokken van Passenbelle waren in alle staten. Stel je voor, zij zouden dit jaar
niet naar Rome kunnen vliegen om er paaseitjes te gaan halen! Hoe teleurgesteld
zouden de kinderen van dit lieflijke dorpje, ergens verscholen diep in de Vlaanders,
wel niet zijn? Dit was nog nooit eerder gebeurd. Een verschrikkelijk virus
teisterde al een hele tijd de wereldbevolking en daarom waren nu alle grenzen
potdicht en mocht er geen verplaatsing gemaakt worden die niet echt nodig was.
Op de weg, het openbaar vervoer en ja, ook in de lucht werd elk transport
geweerd. Er werden zelfs vliegtuigen uit de lucht geschoten! Neen, een reis
naar Rome zat er nu echt niet in. Ook al omdat vele klokken zelf ook aangetast
waren en niet zoveel energie meer hadden.
Het
kerkje van Passenbelle is een heel merkwaardig gebouw. In verhouding was de
toren veel groter gemaakt dan normaal. Er was daardoor een enorme ruimte voor
de kerkklokken en die waren dan ook met velen. Meneer Pastoor had een grote
passie ontwikkeld voor klokken. Hij had gespaard en gebedeld om zoveel mogelijk
klokken in zijn kerkje te krijgen. Het resultaat mocht dan ook gezien en vooral
gehoord worden. In de hele omgeving en omstreken konden de prachtige bronzen klanken
beluisterd worden. Het leek wel een beiaard wanneer Meneer Pastoor via een
ingenieus systeem verschillende klokken tegelijkertijd liet luiden.
Maar
nu was het dus heel onrustig in de klokkentoren. De Grote Klok, die helemaal
bovenaan hing, trachtte de gemoederen wat te bedaren. “Vrienden, luister. Het virus dat momenteel de hele wereld in de ban
houdt, is ontstaan door de algehele ontreddering van de mensheid. Het jachten
en jagen en het hebzuchtig streven naar almaar meer materieel en zintuiglijk genot
heeft de weerstand van het menselijk lichaam, de geest en vooral ook de ziel
grondig aangetast. De mens is het letterlijk en figuurlijk moe te moeten leven
in een wereld van stress, geweld, onverdraagzaamheid, verloedering van de leefomgeving
enzovoort. Bovendien hebben al die negatieve trillingen nog meer kwaad
gesticht: natuurrampen, bosbranden, droogte, overstromingen… Door dit alles
heeft dit afschuwelijke virus ook de kans gekregen zich zo veelvuldig te verspreiden en zoveel onheil
aan te richten.” Hier pauzeerde de Grote Klok even. Hij wou nog één en
ander zeggen over de kwalijke invloed en het schandelijk gedrag van sommige
politici, virologen, mainstream media, farmaceutische industrie en dergelijke,
maar hij besloot wijselijk om niet meteen alles aan de grote klok te hangen...
Uiteindelijk treft immers niemand schuld, dit komt allemaal door de universele
wet van oorzaak en gevolg die zich manifesteert. Hij sprak dan verder: “Wij moeten met onze positieve trillingen –
samen met de positieve vibraties van goedmenende mediterende mensen - het tij
doen keren. We kunnen tegelijkertijd niet anders dan ons neerleggen bij de strenge
maar noodzakelijke praktische maatregelen die overal getroffen zijn. Maar voor
elk probleem is er een oplossing. Daarom stel ik voor dat we met zijn allen
eens heel stil worden en diep mediteren. Dan komt er zeker een ingeving vanuit
ons innerlijke Zelf die al onze zorgen van de baan helpt.” De andere klokken
stemden unaniem in met dit voorstel van hun wijze gids.
Na een
lange bezinning kwamen de klepels los en begon iedereen te luiden. Meneer
Pastoor schrok zich een bult want er was helemaal niets voorzien: geen
huwelijk, geen uitvaart, geen doop… Hij snelde naar de klokkentoren en trachtte
met het technische systeem alles stil te leggen. Maar de klokken waren spontaan
beginnen luiden, dat had hij nog nooit meegemaakt. De Grote Klok legde met één beweging
van zijn klepel alle andere klokken het zwijgen op. “In ‘s hemelsnaam, niet allemaal door elkaar, dat brengt niets dan
chaos teweeg. Klokkenlief, dit lijkt wel een debat van politici! Dat leidt tot
niets. Zo komen we nergens. Iedereen mag één voor één een voorstel of idee naar
voren brengen.” De kleinste mocht eerst beginnen. Het was een klokje dat
Meneer Pastoor nog gekregen had van een gepensioneerde missionaris uit India.
De mensen uit het dorpje waar die jarenlang zendeling geweest was, hadden hem
die klok uit hun kapel geschonken als dank voor zijn inzet en vooral voor zijn
ruimdenkendheid. Want niet alleen de christenen, ook de hindoes, boeddhisten en
moslims konden altijd terecht bij de doorbrave en wijze missionaris. Hij zorgde
mee voor harmonie en solidariteit bij de lokale bevolking. Dat klokje nu stelde
voor om met zijn allen speciale yoga-oefeningen te doen en te mediteren om het
eigen immuunsysteem én dat van de mensen te versterken. Zo zouden ze in staat
zijn om de nu heel gevaarlijke Romereis toch te kunnen maken. De Grote Klok
bromde meteen een instemmend geluid en de anderen trilden zachtjes mee. De
volgende klok die aan het woord kwam had het idee om een grote omweg te maken
en zo de gevaarlijkste gebieden te vermijden en goed in Rome aan te komen.
Alweer algehele instemming. Nog vele goede gedachten werden gedeeld maar één
fundamenteel probleem raakte niet meteen opgelost. Hoe konden ze het
luchtafweergeschut vermijden dat hen kon neerschieten?
De
Grote Klok nam als laatste het woord en sprak: “We zullen ons intens voorbereiden en dan vol vertrouwen en moed de reis
aanvatten. Het heeft geen zin angst te hebben, maar we moeten natuurlijk wel
voorzichtig zijn.”
En zo
brak de dag van het vertrek aan. De avond van Witte Donderdag vlogen alle
klokken traditioneel de toren uit en Meneer Pastoor en de parochianen van
Passenbelle die de avonddienst bijwoonden, kregen een sprankeltje hoop in deze
donkere en bange dagen. Vooral de kinderen waren verwachtingsvol want tegen
alle harde feitelijkheden in zouden ze dit jaar misschien toch nog paaseieren
mogen rapen. In de gebedswake na de dienst werd vurig gebeden voor alle
slachtoffers van het virus en voor hun naasten. De kinderen baden daar bovenop
ook stiekem dat de klokken een voorspoedige reis naar Rome zouden hebben en met
Pasen de meegebrachte eieren zouden kunnen uitstrooien…
De
vlucht was heel lastig. Regelmatig moesten de klokken raketten en kogels
ontwijken omdat ze vanop de grond bestookt werden. In plaats van hun immuunsysteem
te versterken door gezonder en spiritueler te gaan leven, gaven de mensen er de
voorkeur aan buitensporig geweld te gebruiken tegen al wie in hun ogen het
virus kon verspreiden. Medisch en beschermend materiaal was er tekort maar aan
wapenmateriaal geen gebrek... Menigmaal
moest de Grote Klok de kleinste klokken onder zijn ruime bronzen mantel nemen
om hen te beschermen. Ze vlogen ook veel hoger dan gewoonlijk. Door de grote
omwegen die ze moesten maken, raakte ze vermoeid. Hun vleugels – die zich enkel
rond de paastijd ontwikkelden – lieten het stilaan afweten. De Grote Klok bleef
hen moed inspreken en riep tenslotte: “Komaan,
nog éénmaal al onze krachten gebruiken en in volle overgave zo hoog mogelijk
vliegen”. Daarna lieten ze zich vol vertrouwen naar beneden glijden en zie!
daar kwamen ze netjes boven het Sint-Pietersplein in Rome neergedwarreld.
Uitgeput maar voldaan.
Het
was precies om middernacht, tussen Goede Vrijdag en Stille Zaterdag dat de
klokken hun bestemming bereikt hadden. De voorbije dag was er wereldwijd een enorme
piek geweest in de dodelijke slachtoffers van de pandemie. Maar nu – op deze
paaszaterdag - leek de hele aardbol in een merkwaardige algehele stilte
ondergedompeld. Voor het eerst kwamen geen nieuwe gevallen van besmetting meer
voor. De klokken vulden zich met paaseitjes en vlogen nu ongehinderd weer naar
huis toe. Precies op de ochtend van Paaszondag kwamen ze in Vlaanderen aan en
repten zich naar Passenbelle om er hun paaseitjes te droppen. Over de ganse
aarde kwam er op deze Verrijzeniszondag een schitterend stralende zon op die al
wat leeft een extra lente-boost gaf. Het dorp ontwaakte en onder die heilzaam stralende
paaszon raapten joelende kinderen de chocolade eieren in hun mandje bijeen.
Omdat overal ter wereld de cijfers van nieuwe besmettingen en overlijdens in
één klap drastisch gedaald waren, werden de maatregelen versoepeld. Er was
opnieuw vreugde en hoop onder de mensen. Er werd muziek gemaakt, gezongen en
gedanst. Tegen Pinksteren zou alle ellende achter de rug zijn. Een nieuw
tijdperk brak aan. Een groter bewustzijn groeide en alle vormen van haat en geweld
namen af. In plaats van in vernietigingswapens investeerde men in allerhande
hulpmateriaal, in waterpompen en blusmateriaal eerder dan in tanks en
gevechtsvliegtuigen. Militaire helikopters werden nog uitsluitend gebruikt voor
ziekenvervoer en reddingsoperaties. Legers werden omgevormd tot vrijwillige burgerbewegingen
die zich ten dienste stelden van de bevolking bij nood en rampspoed. In de begroting
van de overheden werden alle militaire uitgaven geschrapt en omgeboekt naar
medisch materiaal, geneesmiddelen en schoolmateriaal. Oorlog en terreur
behoorden voortaan tot de geschiedenis. Ook voor cultuur en verbindende
evenementen werd meer gelegenheid geschapen. Mensen leefden steeds meer in
vrede, vreugde en verbondenheid. Er was meer aandacht en genegenheid voor
elkaar. Als een goedaardig virus verspreidde de Liefde zich over al wat leefde
op aarde.
En de klokken
van Passenbelle, zij beierden vrolijk en lustig doorheen alle seizoenen. Tot
grote tevredenheid van Meneer Pastoor, de parochianen en alle mensen van goede
wil die wilden luisteren. Alleluja!
Yogannes
|