Het kleine kuiken en de grote roofvogel
Tussen
berg en dal zwevend spiedde de reuzearend de omgeving af. Daar beneden zag hij
plots een piepklein geel donzig bolletje in het gras rollen. Bij nader inzien
was het helemaal geen bolletje en het rolde ook niet. Het was een jong
kuikentje dat vliegensvlug door het groen rende, op zoek naar moeder hen. Helaas,
de onfortuinlijke kip was zojuist doodgereden door een dwaze motorrijder die
ondanks het duidelijk aangegeven verbodsbord toch het natuurgebied was binnengereden
en met oorverdovend lawaai snoeihard de bospaadjes doorscheurde. Spijtig,
dacht de roofvogel, die kip is helemaal platgereden, daar is geen eten meer
aan. Dat kuikentje daarentegen kon hij wel meenemen voor zijn eigen jong dat
thuis hongerig zat te wachten op vaders terugkeer van de rooftocht.
Pijlsnel
naar beneden duiken en het kuikentje met de klauwen oppikken zou niet lukken
want dat kleine ding was heel wendbaar. De grote roofvogel besloot sierlijk
vlak voor het kuikentje te landen en dat diertje zodanig te imponeren met zijn
reusachtige verschijning dat het - verlamd van angst - makkelijk te pakken zou
zijn.
Het
kleine kuikentje stopte inderdaad abrupt zijn hardlopen toen die enorme vogel
ineens voor hem neerdaalde en zich in al zijn glorie oprichtte. Met donderende
stem beval de roofvogel het kuikentje halt te houden en mee te komen naar het
arendsnest ginds boven in de bergen. Mijn zoontje zal heel graag met jou
spelen lachte hij vals.
Kan
nu niet, moet mijn moeder zoeken piepte het kuikentje en wou weer verderlopen.
De roofvogel was ontstemd en werd ongeduldig. Hoor eens, kleintje, ik heb
ginds van boven in de lucht gezien hoe jouw moeder er vandoor ging met een
jonge haan. Ze heeft jou verlaten en je ziet haar nooit meer terug. Een
leugentje om bestwil dacht hij binnenin tenslotte zou de waarheid veel te
hard zijn voor dit jonge ding en nu kon hij er meteen profijt uit slaan. Ik
bied je mijn nest als nieuwe thuis aan; ik zal goed voor je zorgen en zoals
gezegd krijg je er met mijn zoon een speelkameraadje bij.
Niets
van! Je liegt! Dat zie ik zo. Ik weet dat het niet klopt wat je daar allemaal
vertelt. Mijn moeder zou zoiets nooit doen. Ik ken jouw soort wel vanuit mijn
vorige levens. Toen ik geboren werd als vlieg heb jij mij als spin in je web
ingesponnen, verdoofd en opgegeten. En toen jij een reiger was heb je mij als
jonge kikker opgepeuzeld. Ik weet intuïtief dat jij mij nu ook zal willen
verorberen of aan je zoon voeren. Neen hoor, deze keer zal het je niet lukken,
ik ga beslist niet mee!
O
jeetje, een spiritueel kuikentje, ook dat nog. zuchtte de roofvogel. Luister
eens hier, klein mormel, ik geloof niet in jouw gezwets. Ik weet dat ik veel
groter, sneller en sterker ben dan jij en dat ik je sowieso zal meenemen.
Dat
kan, maar dat zal je heel duur te staan komen. sprak het kuikentje kalm maar
vastberaden. De wet van oorzaak en gevolg is onverbiddelijk en heel precies.
Wat je een ander aandoet zal in gelijke mate ook jouzelf overkomen. Als je mij
op enerlei wijze krenkt, zal jou of je zoon wel eens iets gelijkaardigs kunnen
geschieden.
Zozo,
profeet, filosoof, politicus
en dat allemaal in dat kleine, jonge lijfje. En
nog dreigen ook! De roofvogel was razend en kwam gevaarlijk naderbij.
Neen,
dit is geen dreiging maar een waarschuwing. Ik weet wat er gaat gebeuren en wil
juist verhinderen dat je in je ongeluk loopt.
De
roofvogel stond even perplex. Iets in hem zei hem dat dit geen gewoon kuikentje
was. Het intrigeerde hem en in plaats van brutaal toe te slaan vroeg hij dit
wonderbaarlijk wezentje om meer uitleg. Waar kwam al die wijsheid en
zelfzekerheid vandaan?
Het
is moeilijk met woorden uit te leggen maar ik zal je leren hoe je zelf kunt
ervaren wat je wil weten. Sluit je ogen en luister stil naar je adem. De
roofvogel keek eerst eens snel om zich heen of niemand dit vreemd tafereel kon
gadeslaan en deed toen wat gevraagd werd.
Stel
je voor dat je ineens kleiner wordt. En beeld je dan in dat ik juist steeds
groter wordt
De roofvogel schrok van wat hij zag: het kuikentje was nu
tientallen keren groter dan hij en kon hem zo opslokken
Vlug de ogen openend
zag hij tot zijn ontsteltenis dat het kleine kuikentje daadwerkelijk reusachtig
groot voor hem stond! Angstig smeekte hij om vergiffenis.
Meteen
nam het kuikentje weer een normale afmeting aan. Glimlachend sprak het: Het is
allemaal illusie, in werkelijkheid bestaan we allemaal uit dezelfde grondstof:
licht. Alles is één, verbonden met al wat is. Elkaar bestrijden en vernietigen
is dus absurd. Leef voortaan in Liefde en je bent voor altijd gelukkig.
De
grote roofvogel was nog altijd sterk onder de indruk. Het is me allemaal wat
te veel, te overweldigend. Ik voel me helemaal anders dan normaal.
Neen
hoor, je bent nu juist helemaal je ware zelf. reageerde het kuikentje. Sluit
nogmaals je ogen, neem langzaam, diep en rustig adem en blijf dan onbeweeglijk
stil.
Het
roofdier volgde de aanwijzingen precies op en na een poosje zag hij een groot,
helder licht. Zelf scheen hij ook enkel licht te zijn en zweefde boven alles
heen; niet zoals bij zijn dagelijkse vluchten in de bergen maar werkelijk
boven, onder, langs en door alles heen. Ontelbare planeten zoefde hij voorbij
en hij zag talloze landschappen en wezens. Onbeschrijflijk mooie zonnestelsels
badend in kleurrijk licht. Hij voelde zich immens gelukkig, een vreugde die hem
euforisch maakte.
Plots
dacht hij aan de wreedheden die hij allemaal had uitgehaald in zijn leven en
meteen verdween het extatisch visioen.
De
grote roofvogel keek het kuikentje verontschuldigend aan en beloofde zijn leven
te beteren. Hij zou nooit nog een dier doden en verslinden. Hij zou vegetariër
worden en ook zijn kroost enkel nog groenten, fruit, noten, zaden en pitten te
eten geven
Zacht
sprak het kleine kuikentje. Troost je, het komt allemaal goed. Het Licht zal
je helpen en beschermen. Vrede en alle goeds!
En
weg was het kuikentje, schijnbaar verdwenen in het niets. De grote roofvogel
bleef even beduusd en verwezen achter. Dan steeg hij sierlijk op, op zoek naar
een lekkere vrucht voor zijn zoontje
Yogannes
|