EEN KERSTVERHAAL ALS (G)EEN ANDER.
Het
gebeurde toen Heer Rodes koning in de Lage Landen was, zo omtrent het jaar
2400. De mensheid had toen al een flink stuk vooruitgang geboekt inzake
bewustwording. De mensen leefden vrij harmonieus samen en haast nergens was er
nog oorlog of geweld. Eigenlijk werd een koning toen gekozen door het volk maar
Heer Rodes had als opperbevelhebber van het leger de macht gegrepen toen het
parlement het leger wilde afschaffen en vervangen door een burgerdienst die
zich enkel zou inzetten om de mensen te helpen in nood en om hen te beschermen.
Bijna
overal op aarde heerste er vrede en welzijn. Maar toch was er nog een
hardnekkig gedeelte van de wereldbevolking dat volhardde in de boosheid en
streefde naar veel materieel gewin en eigenbelang. Hier en daar bezetten ze
sleutelposities om hun tanende macht alsnog te bestendigen. Aan het hoofd van
grote multinationals en als staatshoofden in sommige landen probeerden ze met
geweld en bedrog zichzelf te verrijken.
In het
jaar 2400 woedde een zeer besmettelijk virus op aarde. Voor mensen met een
gezonde levensstijl en een sterk immuunsysteem vormde dit geen enkel probleem.
Wie echter nog steeds oude slechte gewoonten aannam zoals vlees eten en
roesmiddelen als alcohol, drugs en tabak consumeerde, was het virus zeer
schadelijk. Net als in vorige eeuwen werd er door de overheid wereldwijd
absurde en zinloze maatregelen genomen, uiteraard zonder succes. Massale
vaccinaties onder de hele wereldbevolking ook kerngezonde mensen en kinderen!
verzwakten slechts het aangeboren afweersysteem en zo kon het virus ongeremd
muteren en overheersen. Men had blijkbaar zoals steeds niets geleerd uit de
geschiedenis.
Heer
Rodes en zijn trawanten zagen enkel een kans om schatrijk te worden en de
mensen die ze eigenlijk zouden moeten dienen voorgoed onder de knoet te
krijgen. Hij riep de noodtoestand uit en vaardigde een besluit uit dat alle
mannelijke onderdanen zich met hun gezin naar de plaats van hun geboorte
moesten begeven om er een inspuiting te krijgen in het lokale
vaccinatiecentrum. Ongehoorzaamheid zou zwaar bestraft worden.
In een
klein dorpje woonden Yos en Maartje, een pasgetrouwd koppel. Hij kwam uit de
grote stad waar hij aan de universiteit godgeleerdheid had gestudeerd maar hij
vond geen werk omdat hij niet overweg kon met dogmas en het autoritair gedrag
van de geestelijke overheid. Na een burn-out trok hij naar een dorpje op het
platteland om er tot rust te komen. Hij leerde daar Maartje kennen, een meisje
dat na haar studies rondgezworven had in India en er kennis had gemaakt met
yoga. In het dorpje gaf ze wekelijks yoga-onderricht en daar kwam op een keer
Yos meedoen. Weldra voerden ze lange, diepe gesprekken over spiritualiteit en mettertijd
werden ze verliefd op elkaar. Hij vestigde zich definitief in het dorp en
trouwde met Maartje. Haar ouders hadden een bakkerij en het jonge koppel woonde
boven de winkel.
Het
was nu eind december en Maartje zou weldra moeten bevallen. Van overheidswege had het paar dus de opdracht
gekregen zich naar het vaccinatiecentrum in de geboorteplaats van Yos te
begeven. Daar moesten zij hun prik krijgen die hen zogezegd zou beschermen
tegen het rondwarende virus. Omdat de treinen niet reden vanwege de overheidsmaatregelen,
besloot Yos de oude bakfiets van zijn schoonvader waarmee deze vroeger brood
ronddroeg bij zijn klanten weer rijklaar te maken. Hij installeerde een
comfortabel zitje voor Maartje. Ze was uitgerekend voor Driekoningen, dat was toch
nog een paar weken. Tegen dan zouden ze wel weer thuis zijn.
Na een
lange vermoeiende fietsreis kwamen ze in de grote stad aan, de ochtend voor hun
afspraak in het vaccinatiecentrum. Yos zocht naar een logeerplaats maar alles
bleek volgeboekt. In een herberg aan de rand van de stad probeerde hij een
laatste maal. De herbergier zei dat alles volkomen bezet was, er was echt geen
slaapplaats meer vrij, in de hele stad en verre omgeving niet. Yos vertelde dan
dat zijn vrouw hoogzwanger was en er toch ergens een plekje voor haar moest
zijn. De vrouw van de herbergier kwam nu tussen en zei dat ze in de schuur
achter de herberg wel iets kon in orde maken om te overnachten.
Het
was nu bijna middernacht en Maartje en Yos legden zich te rusten op het hooi.
De vrouw van de herbergier had voor enkele dekens gezorgd en wat voedsel. Ze
hoefden niets te betalen; de vrouw leefde duidelijk mee met de hoogzwangere
Maartje.
Om
klokslag middernacht kwam het kindje vroeger dan verwacht ter wereld. Het was
een meisje en ze noemden het Jessie. Plots werden ze opgeschrikt door gerommel
en lawaai. Enkele herders uit de buurt kwamen binnen en vertelden dat ze een
soort vliegende schotel gezien hadden in het veld waar hun schapen graasden.
Een schitterende vuurpijl in de vorm van een staartster had hun de weg naar
deze schuur gewezen en ze hadden engelachtig gezang gehoord en een diepe warme,
tedere stem die hun toesprak: Ga het pasgeboren kindje bezoeken want ze zal de
hele wereld nieuw en beter maken. De herders waren diep ontroerd bij het
aanschouwen van het teder tafereel in de schuur; het pasgeboren kindje vervulde
hen van grote vreugde en innerlijke vrede en ze gaven wat extra voedsel en
schaapwollen dekens als geschenk.
Ook
drie wijze geleerden kwamen langs, elk uit een gerenommeerde universiteit in
het Verre Oosten. Hun berekeningen hadden dit bijzonder voorval voorspeld en ze
hadden eveneens die lichtende sterpijl gezien. Ze gaven elk een goede wijze
raad aan de aanwezigen. Zoek regelmatig de stilte op en mediteer intens sprak
de eerste. De tweede zei: Beschouw elk ander als volkomen gelijkwaardig. De
derde verzekerde: Zie mekaar graag, respecteer en help elkaar en geef vele
knuffels en andere blijken van affectie.
Maartje
en Yos en alle aanwezigen sloten de woorden van de wijzen in hun hart en ze
werden vervuld van grote blijdschap. Ze waren heel sterk onder de indruk van de
kracht die voelbaar van het kindje uitging. Ze werden helemaal stil vanbinnen. In
elke cel van hun lichaam voelden ze een onbeschrijflijk zalig gevoel dat hen in
extase bracht. Een schitterend wit licht verhelderde de hele omgeving.
Dat
intens stralende licht als van duizendmaal duizend zonnen verlichtte toen de
hele aarde. Alle virussen en andere negatieve trillingen werden totaal
opgebrand en verdampten. Alle mensen werden helemaal gezond en voelden een
diepe vrede en vreugde in zich.
Heer
Rodes en alle nog niet ontwaakten kregen inzicht in hun onwetendheid en de
daaruit voortvloeiende wandaden. Ze lieten hun slechte gewoonten achter zich en
leefden voortaan vanuit liefde en mededogen. Elke vorm van haat en geweld
verdampte in de warme, tedere gloed van het Kerstlicht. Een nieuwe wereld was
geboren. Een nieuw tijdperk brak aan van hoge bewustwording, welvaart en
welzijn. De aarde, het ganse heelal was vervuld van eindeloze Liefde. Jessie
een waar Christuskind - leidde allen naar de Bron van Al wat is, de
allerhoogste staat van bewustzijn, van immer nieuwe gelukzaligheid.
Yogannes
|