Maandagochtend na een korte boswandeling met X laden we onze spullen in en vertrekken rond 10 u met la poderosa voor een ritje van 225 km tot in Alcala del Jucar.
De eerste stop houden we in Boicarent waar we in het oude centrum een bocadillo con atun en een alcoholvrij biertje nuttigen.
Vanaf hier gaat het verder over onbekend terrein want hier reed ik nog niet eerder voorbij, eens we de grote baan verlaten en de laatste 40 km richting eindbestemming inslaan komen we aan het leukste stuk weg waar geen kat te bespeuren valt en de weg heen en weer slingert over wijdse landschappen.
De temperatuur klimt hier vlot boven de 30 en iets na 15 u bereiken we ons hotel dat best meevalt want volledig nieuw, aan de oever van de Rio Jucar en op wandelafstand van het oude stadsgedeelte.
Na een duikje in de pool gaan we op verkenning, via een wandelpad langse de rivier Jucar komen we bij een oude brug waar er wat watervalletjes zijn; een groot plein met terraskes en restos die echter allen gesloten blijken.
De groene esmerald kleur van de Rio Jucar is echt wel spectaculair, komt door de vele mineralen in de omliggende bergen van waaruit het water naar de rivier stroomt, door de poreuze rotsen kan je hier heel wat grotten en grotwoningen vinden.
We klimmen in het oude standsgedeelte omhoog tot aan het kasteel en gaan een grot bezoeken, La cueva del diablolo, die een combinatie van woning, museum en bar blijkt te zijn, een labyrint van gangen, zalen en verdiepingen waar je gemakkelijk 30 minuten kan in rondlopen









|