|
Dinsdagochtend rond 10 u zijn we klaar om te vertrekken, de laatste regenwolken trekken weg en onder een regenzonnetje rijden we naar Mojacar.
Onderweg krijgen we nog enkele buien te verwerken maar eens we de kuststreek en badplaatsje naderen klaart het uit en checken we in bij Hotel Playa, een grappig familiehotelletje, waar we een kamertje hebben met terrasje en zicht op strand en zee. Ter verkenning doen we al een wandelingske langs de kust, zoals steeds hier druk verkeer langs het strand op de enige weg die hier langs de kust loopt. We gaan ook naar de iets verder in het binnenland gelegen oude pueblo Mojacar maar het is er doods en verlaten. De witte huisjes liggen er wat verzopen bij na de felle regenbuien die men ook hier de laatste dagen kreeg en buiten een hoop straatkatten is er hier geen kat te bespeuren. Via lange trappen en steile steegjes stappen we naar het hoogste punt en een groot plein waar wel wat terrasjes buiten staan.
Maar omdat het nog licht is wil ik liever een stuk van de weg die we morgen willen volgen gaan verkennen. Deze weg die zich door het nbatuurgebied van Cabo de Gato slingert staat bekend als een billenknijper wegens steile afgronden, kloven en haarspeldbochten. We rijden zo een 10 km ver tot in Carboneras aan de kust en draaien dan terug richting hotel, als L de weg ziet naar boven slingeren waar we net over reden en terug over moeten slaat ze in paniek. het wegdek steekt op veel plaatsen helemaal uit de rotsen enkel ondersteund door dunne betonnen balken die in de rotswand verankerd zitten, enfin dat hopen we toch. Ook zagen we onderweg na een bocht aan een smal brugje een auto die door de betonnen muurke was gevlogen de dieperik in zodat L alle mogelijke heiligen die ze kent en haar mommy ter hulp roept om te bidden voor een veilige terugtocht.
Het werkte perfect want we bereiken veilig ons hotelletje waar we beiden een warm badje verdienden.







|