De paprika's samen met de rozemarijn in een ovenschaal leggen en besprenkelen met olijfolie.
In een voorverwarmde oven van 190°C ongeveer twintig minuten laten kleuren tot ze bijna zwart zijn. Even laten afkoelen, pellen en in brunoise snijden.
Het vocht uit de ovenschaal zeven en mengen met enkele eetlepels olijfolie. Mengen met de paprikabrunoise en kruiden met peper en zout.
De knoflook goudgeel bakken en aan de brunoise toevoegen. Tot het kookpunt verwarmen en dan onmiddellijk afkoelen.
- 450 gr. bloem - 220 gr. malse boter - 180 gr. suiker - 2 kl sinaasappellikeur - 2 eieren - snuifje zout
voor de vulling : - 6 eieren - 150 gr. suiker - 3 dl room - 2 citroenen - 1 dl. limoncello
De boter, de suiker en het zout samen in de mengkom van de keukenrobot doen. Op matige snelheid romig roeren, de eieren en de likeur toevoegen. Verder mengen tot een homogene massa. Beetje bij beetje de bloem toevoegen. Verder kneden tot het deeg begint te bollen.
Het deeg nog even met de hand verder kneden. Anderhalf uur laten rusten in de koelkast.
Het deeg enkele millimeter dik uitrollen en in een taartvorm van 26 centimeter diameter, de bodem bedekt met bakpapier, leggen. De randen goed aandrukken, het overtollige deeg verwijderen.
De taartbodem met een vork inprikken en in een voorverwarmde oven van 180°C gedurende tien minuten bakken.
Voor de vulling de eieren, de suiker en het sap van twee citroenen schuimig kloppen. De room verwarmen en bij het eiermengsel gieten. Op een laag vuurtje plaatsen en roeren tot de massa lichtjes begint te dikken.
De vulling in de gebakken bodem gieten en de taart verder afbakken gedurende twintig minuten aan 170°C.
De knolselder schillen en in grove stukken snijden. Ui en knoflook versnipperen.
De boter laten smelten en de ui, knoflook en knolselder toevoegen. Even laten stoven.
De bouillon toevoegen en onder deksel aan de kook brengen. Een twintigtal minuten laten doorkoken.
Kruiden met peper en zout. Mixen en eventueel zeven.
Water aan de kook brengen en de scheermesjes enkele seconden blancheren. Onder koud stromend water spoelen. De scheermesjes reinigen en in kleine stukjes snijden.
De basilicum met de olie tot een gladde massa mixen.
De soep afwerken met de scheermesjes en enkele druppels basilicumolie.
De rest van de mosterd en de room toevoegen. De kaas toevoegen maar niet meer laten koken.
Het brood in kleine stukjes snijden en even aanbakken tot ze goudbruin zijn. Van het vuur de geraspte kaas en de verse kruiden door de croutons mengen.