Het landschap gleed langzaam voorbij het raam. Groene en lichtbruine flitsen, een zacht gebrom op de achtergrond. Herinneringen aan Dodeska-den. Deze indruk had ik eerder deze week op de trein van Zaventem naar Antwerpen.
Ach! De trein is altijd een beetje reizen, zei de aankondiging een aantal jaren geleden, u herinnert het zich nog wel. Ook heb ik ooit gedroomd om eens met de Orient Express te kunnen reizen, een boek lezend onderweg. s Avonds een lekker souper, verzorgd door een ober in strak pak. Stiekem hopen dat Poirot daar zou zitten, draaiend aan zijn snor. Dat is nu allemaal spoorloos. De trein is vandaag ook het slachtoffer geworden van onze haast. Met argusogen volgt elke partij de indicatoren om erop te kunnen schieten als ze niet beantwoorden aan wat wordt verwacht of voorgehouden. We moeten Jo Cornu niet benijden, denk ik dan. Hij moet het juiste spoor nog vinden.
Eerste vaststelling: De trein komt te laat. Begonnen met de aankomsttijden dus een kwartier later te zetten, dan komen ze wél allemaal op tijd.
Tweede vaststelling: de reiziger staat doelloos te wachten. Dus nu een idee om overal Wi-Fi te hebben. We kunnen niet meer wachten. Wachten is ongezond, het moet vooruit gaan, zelfs als het achteruit gaat. Wachten is verspilling, van tijd, en dus van geld. Wachten als werkwoord zal binnen afzienbare tijd verdwijnen uit de dikke Van Dale.
Onze perceptie van tijd is grondig en definitief gewijzigd. We willen à la minute, in real time, on line zijn met alles en nog wat. We willen leven in het nu van overal tegelijk. En lopen het risico niets meer écht te zien wegens teveel tegelijk aanwezig. We willen een beetje god zijn. Tijdens een concert de uitslagen van het voetbal binnenkrijgen en direct facetimen met iemand die we vanmiddag nog hebben gezien om te laten zien waar we zitten.. Of whatsapp..
Een ander voorbeeld van teloorgang van de tijd? Arcopar: het zal zon vaart niet lopen, wordt gefluisterd. Sommigen zullen misschien wat van hun geld terugzien, maar pas op want het kan lang duren. Neen, zeggen anderen, het zal niet zo lang duren. Niet schrikken als het tegen einde 2015 al is opgelost, dat faillissement. Dat is maar 760 keer slapen, of even zoveel slapeloze nachten voor de gedupeerden, en maar 17.520 uur van ons af.. Waar is de tijd dan heen?
De spreuk van heden: currere aut mori conatur!
Voor Gedichtendag in 2013 heb ik er al eens iets over geschreven opgenomen in mijn laatste dichtbundel-: