We stappen de oude stad van Ponferrada uit langs de horlogetoren. Hoewel de hoofdstad van de Bierzo minder inwoners heeft dan Mechelen, blijven we nog bijna 10 km op beton of asfalt lopen, door flink bevolkt en even flink verrommeld gebied.
Een bordje langs de weg nodigt uit de streekwijn te komen proeven. Wij houden het, zoals we nu al 107 dagen doen, overdag bij water, koffie of eens een sapje. Vanop een cafeterrasje gaan we aan het tellen: in een kwartier komen er iets meer dan 20 stappers voorbij. Later op de dag tellen we nog eens, met ongeveer hetzelfde resultaat. Zo'n 90 per uur dus! Fietsers zijn er maar half zoveel. Toch wel druk in dit laatste kwart van de Spaanse Camino Frances.
Het valt ook op dat er hier nu veel meer kerken open zijn. Meestal staat er dan een vrijwilliger die een stempeltje in je stempelboekje zet. Wij beginnen nu stempeltjes te ontlopen, want het boekje moet tot Santiago dienen. Een bord in Camponaraya vertelt dat dat nu nog 200 km is. Maar de wat ongemakkelijk afgewende blik van Sint-Jakob maakt ons argwanend. Terecht, zo blijkt: het is nog minstens 205 km, naargelang hoe je precies loopt.
Plots wordt alles veel mooier, eerst het weer. We steken een autoweg over, van waarop de enkele passerende auto's ons aanmoedigend toetoeteren. En dan volgt ook het landschap: weg de lelijkheid, nu alleen nog bergen ver weg en wijnstokken met jong blad dichtbij.
We zijn lekker vroeg in Cacabelos. Nu die wijn toch eens proeven...
We zetten vandaag 21 371 stappen, goed voor een kleine 16 km.
|