We trekken vandaag de Montes de León over bij koude wind. Moet dat echt met kleumende handen in de lussen van onze sticks? We proberen het met een sok over de hand en dat lukt! Waarom zou dit niet de 'new look' voor Compostelagangers worden?
De weg stijgt, eerst naar het sedert 2000 weer tot leven gekomen bergdorp Foncebadon, dan verder tot de hoogste plaats van de Camino Frances, waar zich het Cruz de Ferro bevindt. Hier laten we de grote kei achter met bijna 40 namen erop van mensen die vroegen hem erop te schrijven en 5 andere steentjes. Zo droegen we hen een stukje met ons mee. Onder het ijzeren kruis bovenop een enorme houten paal zie je twee uitersten tegelijk. Esthetisch gezien ligt daar een lelijke steenhoop, menselijk gezien een pakkend monument, door heel veel gewone mensen samengebracht, van wat die mens tot mens maakt: de droom van iets, de hoop erop en het werken ernaartoe.
We lopen de hele dag door het mooiste heidelandschap dat we ooit gezien hebben, langs mixed borders zoals geen enkele tuinarchitect ze kan aanleggen, met boomerica en vele andere kleurige heide- en bremsoorten.
Het is dalen tot de bergnederzetting Manjarin op 1450 m. In een soort hut waar de wind rond fluit, mag je hier voor een donativo (gift) schuilen en je van warme drank bedienen. De grootste bezienswaardigheden zijn Tomas en zijn compagnon zelf, als hedendaagse tempeliers-pelgrimshelpers.
Al afdalend zien we in de donkere verte al de bergketen liggen waarover we over enkele dagen Galicië zullen in trekken.
We zetten vandaag 24 107 stappen, goed voor 17 km.
|