Al zijn er in het aardige Castrojeriz wel wat winkels, vóór een uur of tien doen die de deur niet open. En zo klauteren we wat lichter dan we dachten - een voordeel toch - langs de steile weg een volgend stuk tafelgebergte op. Aan het wegkruis boven, het Cruz de la Suerte, - " het zweetkruis" voor zover ons Spaans reikt - wapperen de linten in de wind. Die dwingt ons de hele dag ons jasje aan te houden, maar duwt ook lekker in de rug.
Wat is dit, bij alle eentonigheid, een indrukwekkend gebied! " Een contemplatief landschap, " zei een goede vriend, en hij zei het juist.
We steken via een middeleeuwse brug de Rio Pisuerga over en komen in de Kastiliaanse provincie Palencia. Nooi veel van gehoord en niet te verwarren met Valencia. Maar als we in het volkse Vlaamse liedje over die stad de beginmedeklinkers hier en daar door p's vervangen, klinkt het overtuigend genoeg.
Voorbij het enige dorpje dat we tegenkomen, Itero de la Veja, gaat het weer verder over de meseta. Het weer wordt wat minder zonnig, maar zachtgeel en blauw blijven de kleuren. We komen in Boadilla del Camino en houden het daar bij.
We spelen misschien enkele fijne mede-Compostelagangers kwijt, maar zijn moe genoeg. Dit is het zuidelijkste punt van de Camino Frances, voortaan is het noordwestwest.
Vanuit het raam zien we de middeleeuwse gerechtszuil van waarop diverse wezens ons beloeren. Maar Sint-Jakobsschelpen houden alles in de hand. We kunnen gerust zijn.
We zetten vandaag 28 995 stappen, goed voor 20 km.
|