Van de vele kerken in Pamplona zijn er enkele zeer geliefd bij de pelgrims naar Compostela. Die zijn soms 's morgens even geopend, als de stappers de stad uit gaan, en ook weer even 's avonds. En zo staan we voor het ontbijt al in de Iglesia de Santo Domingo, vroeger aan Sint-Jakob toegewijd. Hij wacht ons daar op op een meer dan levensgroot schilderij.
Natuurlijk bezoeken we de kathedraal en weer staan we bij een gotisch grafmonument van een koning van Navarra, deze keer Carlos III en zijn vrouw Eleanor. Door de oude stad met haar smalle huizen van vijf of zes verdiepingen wandelen we ook nog langs de robuuste Iglesia de San Saturnino.
San Fermin - Firmin si vous voulez - waarnaar de bekende jaarlijkse stierenloop genoemd is, spreekt ons veel minder aan dan een van de dolle stieren zelf, waarmee Marina zich graag laat vereeuwigen.
Nog ruim vooraleer de stieren hier in juli weer gaan rennen, lopen wij - hopelijk- deze stad weer uit, steeds verder naar het westen nu altijd.
En ja, naar Compostela gaan is al eens ervaren hoe weinig je in het leven echt nodig hebt. Maar is het niet ook onbevangen ontmoeten en je graag laten verrassen? We sluiten dit traject maar al te graag op Baskische wijze af: met een avondlijk rondje langs wat cafeetjes van de oude stad, waar we aan de toog telkens een pintxo (Baskische tapa) proeven.
|