Na het ontbijt samen met ons gastpaar - meneer plukt ons nog wat vijgen van de boom voor onderweg - vertrekken we bij zonnig wandelweer. Jammer genoeg lopen we driekwart van de tijd op asfalt. De Pyreneeën, waar we evenveel langs als naartoe lopen, verschijnen geregeld in de verte.
We komen plots aan een ambachtelijk conservenfabriekje. Dat biedt zijn producten aan en zo wordt het Baskische paté bij de picknick. Wat verder steken we het riviertje de Saison over en komen we echt in Baskenland.
De mensen zijn hier vriendelijk. Als je even opzij gaat staan voor een zeldzame passerende auto wordt er meestal gezwaaid. In een gehucht staan drankjes klaar voor passerende Compostelagangers, een gift is vrijblijvend. Wanneer we aan een kruising de wegwijzers staan te bekijken, stopt iemand om te vragen of hij soms kan helpen. Enkele km voor onze bestemming stopt weer een auto: "Vous êtes monsieur Paul Sermeus?" Het is onze gastheer, die even weg moet, maar vertelt dat we naar binnen kunnen en er een drankje klaarstaat.
Tegen 4 uur zijn we er. Aan de trap is de Baskische vlag opgehangen. Vanuit het raam zien we de Pyreneeën. Nog even!
We zetten vandaag 21 484 stappen, goed voor 15 km.
|