Alweer beleefden wij op weg naar Compostela het begin van de lente. Het blijft altijd even mooi en in Zuidwest-Frankrijk gaat het met een vaart. In dit eerst zeer mooie (Lot en Tarn-et-Garonne), daarna geleidelijk eentonigere gebied schoten we met de fiets redelijk goed op, al speelde een typisch gegeven van de streek ons als niet-sportievelingen parten: alle dorpen en stadjes zijn als bastides op de hoogste punt van de heuvel gebouwd en daardoor rij je veel van heuveltop naar brug naar heuveltop naar brug naar
We behoorden tot de eerste voorbijtrekkende Compostelagangers van het seizoen, hadden fijne gesprekken en ontmoetten weer veel oprechte vriendelijkheid. Het mooiste moment van dit traject was zeker toen we na een bocht in de weg plots de Pyreneeën voor ons zagen opdagen, nog 100 km ver.
We hadden een paar dagen meer kunnen doen, maar moesten het wegens de terugkeer met de fiets op de trein bij 9 houden. We legden 378 km af. In totaal zijn we nu 1911 km ver. Daarvan hebben we 661 km gestapt en 1250 km gefietst. Daarmee zijn we in 2/3 van ons parcours naar Compostela op voorwaarde dat we in Spanje de kortste route, de Camino francés, zouden volgen.
De blog ligt nu weer stil. In de nazomer vertrekken we opnieuw, als God het wil.
Hier volgen nog wat foto's van mooie plekken of wat bijzondere momenten van de eerste zeven dagen:
* van de 1ste (van dit traject) / 58ste (in het totaal) reisdag: bloeiende wilde sleutelbloemen, bijna dit hele traject onze gezellen en een typisch tegen de rotswand aan gebouwd huis in de vallei van de Célé
* van de 2de / 59ste reisdag: de zon die door de ochtendnevel prikt in Sauliac-sur-Célé en een van de gloednieuwe, met de computer getekende glasramen in Cahors
* van de 3de / 60ste reisdag: een routebordje dat gelukkig geen voorspellende waarde had en zilver en goud in de Quercy Blanc
* van de 4de / 61ste reisdag: de bijzonder in onze picknick geïnterresseerde katten van onze Engelse gastheren Paul en Sue in Lauzerte en Daniël in de leeuwenkuil in de gewezen abdij van Moissac
|