Over de 14de eeuwse Pont Valentre verlaten we Cahors. De hellingen die je op moet om vanuit de meander van de Lot tot op het karstmassief te geraken, brengen ons even van de wijs, en ook van de fiets. We zijn al (te) vlug aan uitblazen toe. Maar de hoogtes bieden veel afwisseling en kleurige verrassing: we komen langs wijngaarden die uit felgele stroken paardenbloemen bestaan met nog kale wijnstokken ertussen en door nogal spookachtige heuvels met gedrongen, bemoste, nog kale eiken. Even later voelen we aan de cactussen en palmen die er al eens staan het zuiden weer wat nader komen en ook de dorpsstraat van Lascabanes oogt zeer Occitaans.
De eigenlijke Quercy blanc zal wel wit zijn als sommige akkers pas geploegd zijn, maar wij zien vooral een zeer vruchtbaar landbouwgebied met knalgroen jong graan, felgele koolzaadvelden en rijke, altijd van een toren voorziene herenboerderijen, waar nu soms ganzen gekweekt worden.
Onze bestemming Lauzerte, hoog op een heuvel, is van ver te zien. Al logeren we enkele kilometers buiten het stadje, we doen toch de moeite ons tot helemaal boven te begeven om de Eglise Saint-Barthélémy en het oude marktplein te bekijken. De plaats ligt op de Compostelaroute en hier en daar zie je al een bezoeker, altijd een Compostelaganger. Wijzelf fietsen het stadje weer uit, vanavond frissen we in de B & B van Paul en Sue ons Engels wat op.
We fietsten vandaag 43 kilometer.
|