Het is bij vertrek maar 7° en het zal er in de zon 27 worden, goed dat alle laagjes (regenjasje, jasje, trui) uit kunnen. We fietsen verder doorheen de eerst wat smallere, daarna brede valleien die de Célé en de Lot uit het kalksteenplateau hebben gesleten, gewoonlijk lichtjes bergaf, een makkelijke manier om vooruit te komen!
Het is niet de eerste keer dat we in de vroege lente fietsen, maar toch weet ook de vallei van de Célé ons met haar hoge rotsen, vele bloesems, vele tinten van zilver en de eerste zwemen van groen te betoveren. Even voorbij Cabrerets, een "halte de Compostelle", mondt de Célé uit in de Lot. Die volgen we tot Cahors, met 20 000 inwoners waarschijnlijk de kleinste departementshoofdstad van Frankrijk.
We komen al om drie uur aan en hebben alle tijd om, zoals de pelgrims van vele eeuwen, over de Pont Valentre te stappen. In de Saint-Etiennekathedraal worden we door twee dames hartelijk ontvangen. We kunnen er de magnifieke nieuwe glasramen bekijken, door ene Gerard Collin ontworpen met de computer. In de kruisgang aan de kathedraal kijkt een middeleeuws Compostelaganger ons wat minder gelukkig aan. Wijzelf houden het opgewekt.
We fietsten vandaag 42 km.
|