Gastheer Frédéric geeft hulp: hij haalt ijs voor Marina haar pijnlijke voet, een ontstekingsremmende zalf krijgen we na gebruik cadeau. Door het Centraal Massief zijn we nu heen. Hier zijn we nog op 400 m, tot aan de Pyreneeën wordt het nergens meer hoger.
Al is dit hier reeds de regio Midi-Pyrénées, de bewoners van de streek spreken van "Midi moins le quart": zuidelijk wel, maar soms meer koelte dan je zou verwachten. We vertrekken ook met ochtendnevel. Na 2 uur komen we aan een interessante romaanse Maria Magdalenakapel, 8 km later in Saint-Félix aan een Sint-Radegondakapel met een al even mooi romaans timpaan dat Adam en Eva toont, appel en slang incluis.
Het is nu middag en de zon is sterk genoeg om de nevel te verdringen, ook boven de vertes. Al is het weer zomers en lopen we soms over heerlijke pastorale weggetjes, het asfalt overheerst. Na Saint-Jean-Mirabel lopen we zelfs 2 km aan de rand van een, weliswaar rustige, "route nationale". Bij Marina doet elke stap met haar rechtervoet pijn. We schieten slechter en slechter op.
Een lange tekst langs de weg moedigt ons aan om Spanje er ook nog maar bij te nemen: "Avec les Basques tu vas chanter. Tu boiras de la Rioja." Maar wij zetten een punt achter dit traject in Figeac, de stad van de geniale Jacques Francois Champollion. Met Figeac eindigt ook een deeltje van onze "topo-guide". We stoppen dus aan het einde van deze 57ste reisdag samen met ons boekje. Er is hier ook een spoorwegstation, zodat we hier goed kunnen hernemen.
Dat doen we, als alles niet tegenzit, in de lente, waarschijnlijk met de fiets. Het wijntje zal nog even eentje van de Midi blijven. 's Avonds na het fietsen wel te verstaan.
We zetten vandaag 28 999 stappen, goed voor 18,5 km.
|