We vertrekken tijdig uit Champdôtre. Zoals ook de vorige dagen is de voormiddag nevelig maar niet koud. Een snelheidsmeter bij de ingang van een van de drie dorpjes die zich Tart noemen (telkens met iets anders erbij) meldt ook de snelheid van de fietsers. We zien een kans om het thuisfront te bewijzen hoe kwiek wij hier wel over godverlaten wegen zoeven. De installatie toont een kleurige 21. Mooi toch? Maar wat blijkt? Op de foto is daar niets van te zien! Zo wordt pelgrimsijdelheid bestraft. Niet meer dan terecht.
Na een flinke rit door de bossen bereiken we kort na het middaguur de abdij van Cîteaux. We zijn dus op tijd om aanwezig te zijn in de sexten, de gebeden op het zesde uur van de monnikendag. Een kwartiertje voedsel voor de ziel op een stilteplaats. Bij het buitenkomen straalt de zon ons tegemoet. Een dame waarmee Paul even en babbel deed roept ons bij het wegfietsen "Buen camino!" achterna.
Na de middag gaat het verder zuidwestwaarts, tussen vele tinten van groen en geel. Bij het naderen van Beaune komen we tussen de wijngaarden. In de verte wenken de heuvels van deze wijnstreek.
Bij het binnenrijden zien we op grote elektriciteitsmasten vele honderden zwaluwen die zich verzamelen. Wanneer we wat later in het stadje een glaasje wijn drinken, is het prachtig om zien hoe ze telkens weer in enorme vluchten overcirkelen. Trekken ze morgen met z'n duizend naar het zuiden? Dan volgen wij ze nog een tijdje.
We fietsten vandaag 50 km.
|