Wie absoluut een bocht van het kanaal wil afsnijden, moet erop rekenen dat het wat minder vlak kan worden. Dat realiseren we ons vandaag vlug: er zijn aan het begin heel wat haalbare maar toch wel pittige hellingen te rijden. Maar we blijven op deze 27ste reisdag in een zalige stemming. Iemand met een slecht karakter zou kunnen denken dat dat is omdat we aanhoudend de namen van nog te bereiken Bourgondische bestemmingen neuriën:"Côtes de Beaune, Meursault, Beaujolais, Mâcon, Pouilly-Fuissé", maar zo is het niet. Het is de wat rose tint van het asfalt in dit deel van de wereld die ons gelukkig stemt. Wat voorbij Fontaine-Française gaat het nog zo'n 20 km verder langs het ons zo vertrouwde Canal entre Champagne et Bourgogne. Dat wuift ons, nadat we het 6 reisdagen lang (vanaf Vitry-le-François) geregeld gevolgd hebben, met een reusachtig bord uit, wanneer het de Sâone bereikt.
De brede, trage Sâone met haar enorme ruimte en haar groene en nu ook herfstkleurige boorden spreekt ons aan. Het weer is heerlijk: jasje en later trui mogen al vlug uit.
In Auxonne bekijken we even het fort in een overgebleven stukje stadsmuur dat naar Louis XI genoemd is. Het centrum van het stadje treffen we aan in kermisstemming. Als Paul aan de toog van een cafeetje 2 drankjes gaat bestellen, wordt hij vriendschappelijk maar stevig bij de schouder gegrepen door een potige heer die hem tegelijk vraagt of hij (Paul) toch wel "un templier de Charlemagne" is. Gezien de toestand van de brave man, lijkt het raadzaam dat niet echt tegen te spreken. Meteen krijgt hij een drankje aangeboden.
Naar onze overnachtingsplaats Champdôtre is het maar een halfuurtje meer fietsen. Met strijklicht van de zon en een boven de horizon verrijzende maan komen we daar aan.
We fietsten vandaag 59 km.
|