We verlaten Châlons via een 'voie verte' langs het Marnekanaal, die, zoals gewoonlijk, even buiten de stad ophoudt. Dan gaat het doorheen een reeks kleine dorpen door een wat saaie streek. De enorme graansilo's, hoger dan de kerktorentjes, vallen op. Enkele keren passeren we ook kalkgroeves.
Hoe welkom we hier echt zijn, weten we niet zo goed: we worden langs de weg op een wel zeer ongewone manier in de gaten gehouden, borden waarschuwen ervoor dat er jonggepensioneerden op weg zijn, een paar keer gooit een passerende vrachtwagen een wolk van (school?)krijt over ons heen.
In het wat bizarre vestingstadje Vitry-le-Francois bezoeken we de enorme kerk, die er niet eens zo lang voor de Franse Revolutie nog werd neergepoot. Hier gaan we ook het fietspad langs het 'Canal entre Champagne et Bourgogne' op, een toeristische benaming voor wat op de sashuisjes 'Canal de la Marne à la Sâone' heet.
Na 15 km gaan we eraf, want we willen naar het Lac du Der. Hauteville onderweg blijkt zijn naam niet te hebben gestolen. Aan het Lac du Der aangekomen horen we, al de tweede keer vandaag, de roep van de koekoek. De lente is niet meer te stoppen!
Ondanks dit wat flinkere traject blijven we praktisch volledig gespaard van zadelpijn. Dat Aldi-fietsersondergoed is echt niet slecht!
We fietsten vandaag 61 km.
|