Een proloog voor natuurliefhebbers: slakken in deze streek blijken de neiging te hebben's nachts mekaars nabijheid op te zoeken en zich in de loop van de dag in mekaars spoor en in slakkentempo boomopwaarts te slingeren. De twee eerste bijlagefoto's illustreren dit. (Elke gelijkenis met eventueel bestaande personen berust op toeval.)
Na een uitlopend ontbijt-onder-Vlamingen begeven we ons op weg voor weer een korte etappe. Het weer is somber, maar de regenjasjes blijven de hele dag ongebruikt. In het nogal verkrottende Wasigny bekijken we de 15de-eeuwse markthal, een bewonderenswaardige houtconstructie. In de onderbouw ervan heeft men wat autoboxen ingericht, met roestende poorten. We ontmoeten hier, op onze 18de dag, voor het eerst mensen die naar Compostela onderweg zijn, zelfs drie in één klap. Koen uit Gent is alleen op tocht; een Rotterdams paar stapt grote stukken samen, maar niet alles.
In Wasigny kun je ook niet over het gesneuveldenmonument heenkijken. Het getuigt niet van veel gevoel voor esthetiek. Zoals in alle dorpen hier treft het wel wat voor een slachting de Eerste Wereldoorlog voor Franse plattelandsjongens geweest is.
De volgende iets grotere plaats, Château-Porcien, in de Michelingids beloftevol aangekondigd met "deze oude haven langs de rivier gaf haar naam aan de streek." vertoont een gelijkaardige tristesse. Hoe aantrekkelijk de natuur hier ook is, omwille van de vele onderkomen dorps- en stadskernen laten we de eigenlijke Franse Ardennen zonder spijt achter ons.
In Herpy-l'Arlésienne, aan de Aisne worden we in een van buiten uit wat onverzorgd ogende locatie in chambre en aan table zo warm en persoonlijk ontvangen als men zich maar kan voorstellen. We nemen de tijd om ons op de voor ons liggende Champagne voor te bereiden (klinkt aantrekkelijk, toch?) en wat uit te rusten.
We fietsten vandaag 33 km.
|