In Mézières gaan we 's morgens in de Basilique Notre-Dame de kubistische glas-in-loodramen bekijken: bijzonder mooi.
Na het lichte trauma dat we opgelopen hebben door de beklimming van de Mont Malgré-Tout houden we het, nu we de lekker vlakke Maasvallei verlaten, bijzonder rustig. Bij heerlijk zomerweer trappen we door een aantal dorpjes van de Thierache, een wat idyllischer streek, waar Roel terecht vol lof over was. We zien enkele van de versterkte verdedigingskerken. Bij die van Saint-Marcel denken we natuurlijk aan onze vriend Marcel. (Is het wegens zijn naam? Of doordat hij waardevolle dingen zo goed verdedigt? Misschien doordat hij zo heilig is? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.)
Hoewel we nu op wegen zitten die niet voor fietsers gereserveerd zijn, oefenen we flink in hellingrijden: wat bijtrappen op het einde van de afdaling, flink blijven pedalen, tot een stuk op de helling nog het gevoel hebben dat je vlak rijdt en verder op de helling pas beginnen met terugschakelen. Onze pogingen zijn grotendeels succesvol!
Al voor vier uur komen we in het stadje Signy-l'Abbaye. Liever dan in twee ritten van 60 km naar Reims te rijden, houden we het - hypersportief als we zijn - hier voor bekeken. Zo krijgen we drie aangename ritten van bij de 40.
In het minuscule stadje biedt een fraai herenhuis van rond 1800 ons onderdak.
We fietsten vandaag maar 30 km, maar daar hebben we geen spijt van.
|