Aan Crétia, niet ver van Famignoul, nemen we afscheid van de GR 126, die we van aan de Brusselse Sint-Goedelekerk gevolgd hebben. We volgen nu de GR 654, die tot het Bourgondische Vézelay loopt. De weg gaat hier over de hoge rotsen langs de Maas. Het is veel stijgen en dalen, dikwijls op modderige bospaden (waarbij Paul enkele keren uitglijdt), maar met heerlijke uitzichten op Waulsort en omgeving. Gelukkig maar dat we op dit moeilijke traject niet teveel kilometers wandelen. Op deze zonnige dag toont de herfst zich op zijn mooist.
Een volkse dame met vrolijk gekleurd haar met wie we in gesprek raken, zegt dat ze ook wel graag naar Compostela zou stappen als ze ook nog wat jaartjes jonger was. Ze is 56 jaar. Een opsteker voor Marina!
Gek eigenlijk, pas op deze 12de dag langs langeafstandspaden komen we voor het eerst een echte wandelaar tegen (voorlopig: wandelend figuur met rugzak = echte wandelaar). Het zijn er zelfs twee na mekaar: Gunnar en Geert. De eerste is dan nog meteen een Compostelaganger, met schelp aan de rugzak natuurlijk. Gunnar is al in Compostela geraakt. Hij wandelt nu met stukjes van de Nederlandse tot de Franse grens en interviewt andere 'echte wandelaars'. Ook wij zijn binnenkort te horen en te zien op de website van Radio Buen Camino, zo zegt hij.
We stappen nog eens flink berg-op berg-af via Blaimont en sparen zo een meander van de Maas uit.
We eindigen met wat pijnlijke knieën bij Heer-sur-Meuse, vlakbij de Franse grens. In een afgelegen kasteeltje aan de boord van de Maas krijgen we kamer 1 toegewezen. Hier worden we teruggeflitst naar het nobele leven van 1910. Chique voor pelgrims, maar men kan zich hier echt eens Heer Ser-Meuse voelen, avec madame biensûr.
We zetten vandaag wel 20356 stappen, maar veel kleintjes. We wandelden / wankelden / gleden 12 km.




|