Hartelijk dank aan iedereen die mijn blog leest en eventueel leuke reacties wil achterlaten. Mvg, Mya
Een zestal jaren geleden, heb ik een andere wereld leren kennen, de wereld van de insecten. Door mij te verdiepen in hun manier van leven heb ik geleerd ze te begrijpen, te respecteren en hun noodzakelijke rol in de natuur te erkennen.�
In de wereld zijn er miljoenen verschillende soorten aanwezig. Hun kort bestaan als volwassen insect is vooral gericht op de voortplanting om het voortbestaan van de soort te verzekeren. Ondertussen verrichten zij noodzakelijk werk in de natuur, zoals het bestuiven van bloemen, het opruimen van dood en rottend materiaal in de natuur. Sommigen slachtofferen zich als voedsel voor andere insecten of voor andere dieren zoals vogels.
Het is een harde wereld. In hun samenleving geldt de uitspraak "de ene zijn dood is de andere zijn brood" bijna letterlijk. Roofinsecten, insecten die andere insecten doden om zich te voeden en parasito�de insecten, die andere levende insecten, larven en rupsen gebruiken als voedsel voor hun eigen larven of rupsen houden het evenwicht tussen de soorten zo goed als mogelijk in stand.
Gruwelijke taferelen zijn schering en inslag in het milieu van de insecten maar met dien verstande dat zij instinctief handelen om hun plaats in de natuur te behouden en niet uit geldzucht of machtswellust die bij sommige wezens uit het mensdom de enige drijfveer is.�
Tijdens het observeren heb ik ook vastgesteld dat hun gemeenschap niet veel verschilt van de onze. Sommige bezitten een zachtaardig karakter zoals de zweefvliegen. Maar er zijn o.a. ook wreedaards, opportunisten en profiteurs. Velen hebben komisch talent en dat maakt het dan weer vermakelijk om ze gade te slaan. De slechtste karakters zijn de parasito�de specimen die hun slachtoffers de marteldood laten sterven.�
Ik heb ook een wereld van schoonheid ontdekt. Veel insecten zijn gezegend met schitterende kleuren. Andere zijn dan weer getooid met o.a. prachtige vleugels, kleurrijke ogen of met een lijf met een mooi patroon alsof het geschilderd of getekend is.
Met grote ongerustheid stel ik echter vast dat de diversiteit onder de insecten sterk is afgenomen. Exemplaren die ik vorige jaren nog kon fotograferen, zie ik de laatste tijd niet meer terug.�
Daarom doe ik een oproep aan iedereen om de gifspuit voor goed te verbannen en de tuinen insectenvriendelijk in te richten. Dat levert alleen maar voordelen op, minder onderhoud en afval en een tuin die krioelt van het leven, waar het heerlijk vertoeven is.
Ik kan het weten
31-01-2025
How is the weather
Het weer, doorgaans het gespreksonderwerp of de -opener bij uitstek. Vaak begint een babbel met het geklaag en gezaag over het weer, te heet, te koud, te droog, te nat ... al dan niet 'voor de tijd van het jaar'. Te nat en te koud om te zaaien, te weinig zon om te rijpen, te klam en te vochtig voor de gewrichten. Met dit item weet iedereen zijn ongenoegen te uiten. Nog altijd beter over het weer dan over de medemens, denk ik dan. De klaagzang is op zich niet verkeerd, want het zorgt enigszins voor opluchting en voor een connectie maar anderzijds toch liefst niet voortdurend want het kost veel negatieve energie, die nooit bevorderend is voor onze algemene gezondheidstoestan0Wat mij vooral opvalt en ongetwijfeld ook bij anderen ivm het weer is dat er eigenlijk maar 2 seizoenen overblijven, herfst en zomer.
Ik herinner mij nog levendig de harde wintertoestanden van vroeger, sneeuw en ijs die wekenlang bleven liggen, vriestemperaturen alhier van -10 en nog meer, onbegaanbare en onberijdbare wegen, bevroren leidingen, ijsbloemen op de ruiten, lijdende dieren en ook mensen, die hun woningen niet voldoende konden verwarmen of die deze niet konden verlaten enz. En de winter begon ook al vroeg. Ik hoorde vaak mensen praten over mogelijke vorst op 1 november en hun angst voor het bevriezen van de kerkhofbloemen en ook over de sneeuw die al een kloefe dik lag, terwijl het nu, niet uitzonderlijk, nog nazomert.
Bij al het geklaag, en ook terecht, over het natte winderige grijze weer in deze winterperiode, moet koning winter gedacht hebben: 'Ik laat mij niet zomaar van mijn troon stoten. Ik word wel wat ouder en kan het niet zo lang meer volhouden, maar bij momenten slaag ik er nog in om het beste van mezelf naar boven te laten komen.' En zo geschiedde. Gedurende enkele dagen tot een week werd het landschap omgetoverd tot een aanvaardbaar winterwonderland, met alles erop en eraan, sneeuw, ijs en wat zon die altijd aardig staan op een plaatje. Ik zeg u, dank, koning Winter voor de mooie beelden en de winterpret. Heel blij dat u ons dat nog gunt, hoe kortstondig ook. Te langdurig zou het klaaglied maar net weer op gang trekken.
Ondertussen zijn we jammer genoeg weer verzeild geraakt in de mist, in de regen en in de wind. Ik hoopte op de goedgezindheid van de weergoden en dusdanig op een heldere hemel rond middernacht op 16 januari, precies op mijn verjaardag en ook die van mijn vader zaliger. Toen stond de planeet Mars in oppositie met de aarde d.w.z. dat de Aarde zich rechtstreeks tussen Mars en de zon bevond waardoor Mars met de rode kleur extra helder en groot zou lijken omdat ze zich op dat moment het dichtst bij onze blauwe bol bevond. Het mocht niet zijn, wolken en mist deden zich voor als stoorzenders. Maar ik klaag niet en ik zaag niet. Over twee jaar is er weer een kans om dit fenomeen te bewonderen en misschien met een goede telescoop een rondhuppelend marsmannetje te ontdekken.
Dus niet getreurd want ondertussen zijn er tijdens de nacht en de schemering heel wat fascinerende verschijnselen in de hemel waar te nemen, maar je moet graag en nòg kunnen naar boven turen, niet uit ijdelheid maar vol positieve energie over hetgeen wel mogelijk is.
Dit waargebeurde verhaal dateert uit 2019. De reden waarom ik het nog niet heb neergeschreven, kan ik niet direct opnoemen. Het feit is nochtans niet in de vergetelheid geraakt. Het gaat over een koe die ik Marguerite heb genoemd, geïnspireerd op de film met Fernandel en zijn koe Marguerite, ook op waargebeurde feiten gebaseerd. Deze zwartwit film uit 1959 staat na vele decennia nog steeds in mijn geheugen gegrifd, temeer omdat een koe de hoofdrol deelde. Ik was nog een kind toen de film op tv werd vertoond. Waarover het verhaal ging, wist ik van geen kanten. Ik was vooral geïntrigeerd door de belevenissen van het op de vlucht zijnde personage dat Fernandel vertolkte en zijn koe, die hij meezeulde in een halster en met een emmer melk in de andere hand. Toen de man zijn koe achterliet om zich te verstoppen in een goederentrein met de bedoeling naar zijn moederland Frankrijk te kunnen terugkeren (hij was immers een krijgsgevangene die gevlucht was uit een Duitse boerderij in WO II) huilde ik tranen met tuiten. Ik was zo verdrietig dat ik na tientallen jaren mij dit beeld nog altijd kan herinneren alsof het gisteren gebeurde, ondanks de pogingen van mijn ouders om mij toen te troosten. En na zovele jaren duikt Marguerite weer op in Leupegem weliswaar langs de Markebeek. Op een dag waren mijn man en ik op wandel in het mooie dorp Leupegem bij Oudenaarde. De wandeling verloopt voor een gedeelte langs de Markebeek die tamelijk droog stond toen. Op een bepaalde plek bemerkte ik plots veel koeienvlaaien in de beek en er was ook een pad bezaaid met deze taarten dat naar een hoger gelegen weide leidde. Het lag voor de hand dat koeien dit pad gebruikten om te gaan drinken in de beek en terzelfdertijd hun behoefte deden. Het water van de beek moet destijds enorm verontreinigd zijn geweest. Over de beek was er een brugje waarover ik naar de weide kon gaan en daarin graasden inderdaad koeien. Spontaan begon ik te roepen en de gesticuleren naar de koeien dat ze het pad moesten afdalen. Eén snuggere koe, die ik terstond Marguerite doopte, terugdenkend aan de beroemde koe van Fernandel, begreep wat ik van ze verlangde en liep richting pad en daalde het af. Ik haaste mij terug naar het brugje om dit wel spectaculaire tafereel goed te kunnen gade slaan. Marguerite waadde de beek in, keek indringend in mijn ogen, hefte haar staart omhoog en begon te plassen. Dat was meer dan een intelligente koe. Ze bezat ook nog een aanzienlijk showgehalte. Ze deed erna zelfs nog kaka, maar dat heb ik niet meer kunnen fotograferen, want ik lag in een deuk van het lachen. Op den duur was het daar vollen bak want de andere koeien vonden het ook leuk om daar nog wat show te verkopen. Ik ben er ten stelligste van overtuigd dat koeien intelligente, gevoelige, zachtaardige en meegaande dieren zijn die met het hoogste respect dienen behandeld te worden wat in de praktijk vaak niet het geval is. Heden beter dan vroeger door de strengere reglementering. Dus de uitdrukking 'domme koe' kan maar beter nooit meer uit iemands mond komen. De koeien van Leupegem zullen wellicht reeds op iemands bord zijn beland in de vorm van gehakt of hamburgers. Alhoewel ze 20 jaar kunnen worden, worden ze na 5 à 6 jaar reeds geslacht. De echte Marguerite was er beter aan toe. Nochtans was Marguerite voorbestemd voor de slacht na de laatste opname van de film. De regisseur Henri Verneuil kon dat echter niet over zijn hart krijgen en hij vond voor haar een plekje op een boerderij in Normandië, waar ze zorgeloos mocht grazen tot het einde van haar leven Eind goed al goed, toch voor de originele Marguerite
Tewege (bijna) had ik de beslissing genomen om de natuur niet meer te vriend te houden en dat zou zeker niet zonder reden geweest zijn, want als ik bedenk hoe dikwijls de natuur of het opzoeken er van mij op kosten heeft gejaagd, dan kom ik uit op een niet onaardig kostenplaatje. En daar reken ik de elementaire kosten voor de aankoop van fotografiemateriaal, het onderhoud van een vaak smerige auto en de benzine niet bij. Het verliezen van een lensdop daar kon ik nog vrede mee nemen. Het achterlaten van een cameratas en een lensfilter was al moeilijker te verteren. Het breken van brillen en wat schrammen en builtjes op de carrosserie van mijn auto bleven al zwaarder, als een baksteen dus op de maag liggen, nog net geen indigestie veroorzakend. En nadat ik verleden jaar bij een uitwijkmanoeuvre op een smalle weg in een verdoken put terecht kwam en een as hoorde kraken onderaan mijn auto, weigerde mijn maag toch tijdelijk alle voedsel en besloot ik om nog zo weinig mogelijk landelijke wegen te berijden of iets verder te parkeren en een stuk te voet te gaan. Als je uiteindelijk denkt dat je goed bezig bent en alle obstakels op den buiten onder controle hebt, blijkt het dat het nog steeds erger kan. Een paar weken geleden had ik het toch wel echt gehad in de natuur. Na een bezoek aan de Meikensbossen in Tielt en keurig op de parkeerstrook te hebben gestaan, bemerkte ik 's anderendaags dat het olielampje brandde op de display in mijn auto. Als een nauwgezet zijnde persoon, reed ik onmiddellijk naar de garage. De diagnose was gunstig, een storing die kon verholpen worden door het vervangen van een sonde. Ik deed mijn auto binnen 's morgens op de afgesproken dag en ging hem 's avonds terug ophalen. Wat aarzelend toonde de garagist mij de factuur en zei 'gelukkig zijn er geen doden mee gemoeid' alsof hij wilde zeggen verschiet niet, de factuur is gepeperd. Wat bleek, een dier waarschijnlijk een marter heeft kabels e.d. onderaan stuk gebeten, te merken aan de bijtsporen door scherpe tandjes. Op aanraden hangt er nu een wc blokje onder de motorkap, dat zou de beestjes moeten afschrikken, op hoop van zegen. Krijgt de natuur nu echt de bons? Welnee, als ik een kosten-batenanalyse opmaak, stel ik vast dat de natuur mij al veel heeft geschonken: kracht, sterkte, moed, verstrooiing, schoonheid en verwondering en nog zoveel meer. En wie doet er nu nog iets volledig gratis?
Zaterdagvoormiddag voelde het aan als of de lente zich definitief manifesteerde. Het hoera gekraai was echter van korte duur want de dag erna, uitgerekend op zondag werden de hemelsluizen onverbiddelijk weer helemaal opengedraaid. Op zondagmorgen zag ik een hommelkoningin helemaal verzopen aan de gevel van ons huis geplakt hangen. En dit nu schrijvende, komt de gedachte bij mij binnen om nog eens te gaan checken. En inderdaad, een bevestiging, ze hangt er nog steeds, de arme sloor. Wenselijk komt de zon nog te voorschijn zodat het beestje de waterdruppels van zich af weet te schudden.
Zaterdagvoormiddag verlieten een aantal aardhommelkoninginnen hun winterschuilplaats in onze tuin. Aardhommels gaan in de herfst op zoek naar een veilige overwinteringsplaats en dat kan een composthoop zijn, een hoop bladeren, een spouwmuur of gewoon een holletje in de grond. Normaal verlaten de koninginnen eind februari hun logement, maar de vroege lentewarmte heeft hen vroeger wakker gestreeld. Na een vastentijd van enkele maanden zijn de beestjes uitgehongerd en gaan op zoek naar voedsel in vroege voorjaarsbloeiers zoals winterheide en krokussen. Vaak gebruiken hommelkoninginnen ook de krokussen als slaapplaats in afwachting van een geschikte nestplaats. Hommelkoninginnen maken soms een nest in een spouwmuur wat absoluut niet schadelijk is voor een huis. Ze knagen slechts een klein holletje in de isolatie. De koningin bouwt een eenvoudig nest, een soort kommetje, waarin ze een aantal eitjes legt. Zodra de larven uit de eieren komen, voedt ze hen met stuifmeel. Na verpopping verschijnen de werkster-hommels, die onvruchtbaar zijn en kleiner dan de koningin. Deze werksters zorgen voor het nest en gaan op zoek naar voedsel voor de andere larven. Ondertussen blijft de koningin op het nest. Gedurende de hele zomer kom je brommende hommels tegen in je tuin. Mensen schrikken soms van het gebrom dat een belangrijke functie heeft: het trillen van de hommel zorgt ervoor dat het stuifmeel loskomt van de helmdraad, waardoor het gemakkelijk kan verzameld en meegenomen worden naar het nest. In juni worden zowel mannetjes en jonge koninginnen geboren. De jonge koninginnen moeten veel eten om een flinke vetvoorraad op te bouwen. Ze paren met de mannetjes. Reeds eind juli of begin augustus zoeken deze koninginnen een nieuwe winterschuilplaats. De oude koningin en de werksters sterven in de nazomer, maar de nieuwe generatie koninginnen bereidt zich voor op het volgende voorjaar.
Elk einde betekent een nieuw begin, zolang de klok verder tikt en elke seconde ons dichter brengt bij nieuwe belevenissen.
Zaterdagvoormiddag zag ik een aardhommelkoningin die het balanceren op de frêle blaadjes van de boerenkrokussen nog niet goed in de pootjes had. Telkens weer verloor ze het evenwicht en belandde pardoes in het stuifmeelbad. Daarenboven moest ze ook nog een aantal mijten meesleuren. Het doet me terugdenken aan de teek die zich vorige zomer vastgehecht had in mijn been en zich wou tegoed doen aan mijn lekker zoet bloed en die mij met ongerustheid opzadelde. Deze mijten (acari) op de hommel doen echter meer goed dan kwaad. Ze gebruiken de hommel als taxi voor hun uitstapjes in de zon. Op die manier kunnen ze hun batterijtjes opladen met hun ingebouwde zonnepaneeltjes. Als dank stofzuigen ze het nest van de hommel door het afval op te eten dat de hommels produceren bij het bouwen van hun nest. Dat wordt 'leven in symbiose' genoemd. Dank wederom dank. Als de insecten en de mijten het kunnen, waarom zouden de mensen het dan niet kunnen. Mens(dom?)
Om nog eens terug te keren op mijn haast verdronken koningin, ik heb ze ondertussen zonder kleerscheuren van de muur kunnen halen en op een droog plekje in de zon, met een krokusje als toetje, zachtjes neergezet. De dankbaarheid van de hommel was zeker een topmomentje van de dag.
-als de eerste lentezonnestralen je huid verwarmen
-als de vogeltjes hun kleurrijkste pluimpjes hebben aangetrokken en pronken met de mooiste dansjes en liedjes om het hart van een vrouwtje te veroveren
-als twee middelste bonte spechten mekaar achterna zitten
-als bronbeekjes kletterend zich een weg banen door het bos
-als de kale bomen nog toelaten te genieten van een idyllisch dorpszicht
-als de boerenkrokusjes als eerste hun bloemblaadjes openen en de hongerige bijtjes mogen proeven van hun hemelse nectar
-als het frêle sneeuwklokje vol vertrouwen in haar zieltje laat kijken
-als een echte wilde narcis je pad kruist en bemerkt hoe licht ze is van kleur en hoe spits en fijn haar bloemblaadjes zijn gevormd om perfect en elegant te
kunnen meewiegen op het ritme van de wind
-als het nieskruid zich richt naar de zon en gretig slurpt van al het moois dat de lente biedt
-als je fladderende vlinders in je buik voelt
-als een hartbeatknuffel je warmte en troost brengt in verbondenheid en genegenheid
-als je voor het eerst de schattige maar zeldzame vinpootsalamander te zien krijgt
-als je dankbaar bent dat je deze verheven schoonheid en intense emotie mag beleven en delen
't Is al weer een tijdje voorbij die mooie winterprik. Hij begon zowat begin januari en was na een veertien dagen alweer voorbij. Warm ingeduffelde mensen gingen schaatsen, langlaufen, wandelen in de sneeuw en genoten van sprookjesachtige landschappen. Kinderen gooiden sneeuwballen, maakten een sneeuwpop en gleden met een slee hellingen af. De sfeer ademde peis en vree en een gezond aantrekkelijk blosje sierde onze wangen. We werden even door de winter verwend. Alhoewel er in mijn streek enkele cm sneeuw meer mocht zijn gevallen. En ach, het was weer snel voorbij. Nu zit ik met mijn foto's hier in de regen en wind.
Maar ja, hoor ik mensen zeggen: "Voor wie de weg op moet" is het geen pretje." Maar ja, wanneer is dit het wel? Iedere chauffeur weet hoe gevaarlijk het is op de weg tijdens stortbuien of in de regen gewoon en vooral wanneer het donker is, tijdens het spitsuur met vaak bewasemende ruiten op de koop toe. Fietsers, wandelaars en nu ook de steppers die niet genoeg verlicht zijn of geen fluorescerende beschermkledij dragen, zijn haast onopmerkbaar. Rukwinden, die slingeren van alles op de weg, veroorzaken blokkades en halen zelfs bomen en muren neer, waaronder iemand terecht kan komen. Wind maakt me bang. Ik hou mijn hart vast telkens als hij met volle kracht tegen mijn huis bonkt en de takken van onze oude notelaar als een heen en weer zwiepende gesel laat tekeer gaan. Een laagstaande zon en vooral wanneer die op een nat wegdek schijnt, maakt een weggebruiker stekeblind. En dan is er nog de mist die soms plots uit het niets komt aanzetten en waarbij men in de ergste situaties tegen een muur lijkt aan te lopen.
Zelfs wanneer de weersomstandigheden uiterst gunstig zijn, dan is het nog geen pretje om deel te nemen aan het verkeer. Ik denk aan de agressieve chauffeurs die ik hoor toeteren en in mijn achteruitkijkspiegel de vuisten zie ballen of de armen hoog in de lucht zie steken, wanneer ik zelf geduldig sta te wachten tot al het verkeer van links en rechts voorbij gereden is om daarna veilig het kruispunt te kunnen oversteken. Ik denk aan de bumperklevers die mij schrik aanjagen. Aan de roekelozen die de verkeersregels aan hun laars lappen, die mij voorbij steken op plaatsen en op momenten dat dit hoogst onverantwoord is. Die mij voorbijsteken als ik de snelheidsbeperking respecteer, diegenen die zich vergissen van rijstrook, de door het rood rijders. En dan zijn er nog de drug- en alcoholgebruikers die al menig dodelijke slachtoffers hebben gemaakt in het verkeer. De telefoneerders, de gsm'ers, die die tv kijken, de krant lezen, hun maaltijd verorberen achter het stuur. Alles blijkt nu mogelijk te zijn in de auto. Straks zal men zich ook nog kunnen douchen en naar het toilet gaan. Zelfs een dutje doen is al mogelijk in de zelfrijdende auto's. Maar wat als de IA van de boordcomputer een toestand niet herkend? Wat als het systeem gehackt wordt? IA is een interessant hulpmiddel maar de controle volledig overlaten, dat zie ik mezelf nog niet doen. Toch zou ieder voertuig uitgerust moeten worden met AI, met als functie assistentie verlenen en het op tijd waarschuwen en automatisch rectificeren van blunders of fouten die een bestuurder dreigt te maken. Waaraan iedereen zich in het verkeer al eens of meerdere keren heeft bezondigd is verstrooidheid. Grote drama's kunnen worden veroorzaakt wanneer de aandacht afdwaalt en er zijn veel redenen toe in ons door stress bepalend levensritme. Met een grote dosis geluk, een zindering door lijf en leden en met een zucht van opluchting, kan de domme stoot (blunder) nog naverteld worden. Er zijn dus heel wat situaties die veel meer gevaar opleveren dan een laagje sneeuw of ijs op de weg. Met het aanpassen van de rijstijl en met goede wil, kan al heel wat ellende voorkomen worden. En trouwens er zijn de strooidiensten die reeds tijdens de nacht uitrukken om de wegen voor ons goed berijbaar te maken.
In het verkeer moet men steeds op zijn hoede zijn, een defensief rijgedrag vertonen. Zo wordt dat genoemd of zich gedragen als 'een heer in het verkeer'. Maar helaas stoppen imbecielen nog te dikwijls een tijger in de tank.
De speeltijd is over, op facebook althans. Iedereen zal ondertussen reeds bemerkt hebben (of is het alleen ik ?) dat facebook één reclameblok is geworden. Op het nieuwsoverzicht zie ik enkel nog 'te volgen pagina's', gesponsorde berichten, foto's van gewezen filmsterren, muziekgroepen, series, films enz. Leuk om daar nog eens aan herinnerd te worden, maar de interactie met eigen volgers sijpelt nog slechts met mondjesmaat door. Om de ergernis bij de gebruiker nog wat op te pompen, passeren er ook valse berichten, fake foto's en video's. Zijn ze echt of zijn ze door de intelligentie (?) van de computer artificieel gefabriceerd? Als mens zullen we in de toekomst nog meer op onze tellen moeten passen waardoor de vrijheid van handelen zal beknot worden en de achterdocht zal toenemen in een maatschappij waar polarisatie toeneemt.
Het is duidelijk dat het bedrijf Meta, zoals ieder ander bedrijf, winst moet maken om te overleven en zich moet houden aan de Europese regels ivm de privacy. Momenteel bieden ze reeds betalende abonnementen aan met de belofte dat de abonnees niet langer zullen worden overstelpt met advertenties en dat hun gegevens niet langer voor commerciële doeleinden zullen worden gebruikt. Dat hierdoor het nieuwsoverzicht zal worden, zoals vroeger, betwijfel ik. In alle geval, betalen doe ik voorlopig zeker niet. Ik blijf mijn foto's op facebook plaatsen en wie ze wil zien, zal zelf naar mijn pagina moeten gaan, zoals ik nu reeds doe bij de vrienden die ik volg.
Hierna enkele foto's, vooral over de weergesteldheid van de laatste weken.
Een terugblik op de grote overstroming in de Westhoek, wondermooi om te aanschouwen, heftig ook. Formidabel hoe water zich meester maakt over uitgestrekte vlaktes en tegelijkertijd niets of niemand ontziet. Wegwezen is dan de boodschap. Vier natuurelementen: water, vuur, aarde en lucht zijn essentieel voor ieder levend wezen maar hun oppermachtige krachten zijn vaak ook verwoestend. Veel zou kunnen voorkomen worden door het leren omgaan met deze krachten en zich daaraan aan te passen ipv van het noodlot te tarten. Rampen kunnen echter nooit volledig vermeden worden, daarvoor is de aarde en haar bewoners veel te woelig. Ben ik nu een ramptoerist omdat ik 3 maal naar de Westhoek gereden ben om beelden in me op te nemen en vast te leggen? Moet ik mij schamen omdat ik ellende heb gezien? Neen, niet meer dan iemand die op reis gaat naar werelddelen waar buiten de chique resorts de gewone bevolking in ellende, armoede en onder uitbuiting leeft. Ik ben zeker, wie dergelijke reizen onderneemt, in de eerste plaats de bedoeling heeft om mooie indrukwekkende natuur en landschappen, tropische stranden e.d. te zien, of andere culturen wil leren kennen en niet uit foute nieuwsgierigheid, tenzij natuurlijk de humanitaire hulporganisaties. Iedereen weet dat Dubai gebouwd is op slavenarbeid en dat achter de luxueuze kustplaatsen van Brazilië miljoen mensen leven in sloppenwijken, de favelas, om 2 voorbeelden te geven.
Ondertussen zijn ook andere delen van Vlaanderen getroffen door watersnood zoals onze buurgemeente Deerlijk, waar de Gaverbeek het overvloedige regenwater niet meer kon slikken en weilanden en straten blank zette.
Momenteel beleven we ijsdagen die weer mooie plaatjes zullen opleveren, maar ook nieuwe ellende voor mensen met natte huizen.
De laatste tijd worden we met allerlei termen die met gender te maken hebben, rond de oren geslagen. Het gepalaver erover vanuit allerlei instanties zal ik pas ernstig nemen wanneer de loonkloof man-vrouw uiteindelijk gedicht wordt. Want er is op dit moment geen grotere discriminatie wat betreft de verdienste voor hetzelfde werk tussen de mannelijke en de vrouwelijke identiteit. Louter over de genderidenteit daar oordeel ik niet over. Het eenvoudigste is dat je gewoon man of vrouw bent en er ook zo uitziet. Maar de natuur maakt soms een zijsprongetje en het is niet omdat iemand er op het eerste zicht uitziet als een man of vrouw, zich ook als dusdanig voelt. Sommige mensen hebben kenmerken van de twee geslachten en/of voelen zich noch man nog vrouw of voelen zich man en vrouw tegelijkertijd of voelen zich de ene keer man en de andere keer vrouw. Dat zijn dan mensen die non-binair, genderneutraal, gender non-comform, agender, bigender, genderqueer of genderfluïde zijn. Ik vind het een zeer goede zaak dat er tegenwoordig veel aandacht besteed wordt aan deze problematiek en dat mensen met lichaamskenmerken en gevoelens, die niet voldoen aan de gangbare regel ernstig worden genomen. Het grootste geluk in het leven is het zich goed voelen in eigen vel. Dan pas kan men een goed mens zijn en dit overbrengen naar andere mensen toe. Toch betrap ik mezelf op de neiging om naar eigen goeddunken de gender te definiëren. Mensen met gendermoeilijkheden, neem mij deze stoutmoedigheid absoluut niet kwalijk. Mijn generatie en de generaties voor mij zijn nog opgegroeid met stereotypen. In de sociale omgang is voor mij in principe iedereen gelijk ongeacht uitzicht, kleur, nationaliteit, identiteit op voorwaarde dat men zichzelf goed verzorgt, van goede wil is en respect heeft voor de cultuur waarin iemand geboren werd en is opgegroeid of door omstandigheden in terecht is gekomen. Mijn neiging tot genderbepaling beperkt zich gelukkig tot het planten- en dierenrijk. Een schepsel dat er zacht, sensueel, elegant maar ook listig uitziet, beschrijf ik graag met een 'ze' en voor een schepsel dat er stoer, theatraal (macho dus), maar ook een hoge aaibaarheidsfactor bezit, gebruik ik eerder het mannelijk persoonlijk voornaamwoord in mijn schrijfsels en mondelinge vertelsels. Bij de populairste huisdieren is de gender vanzelfsprekend. Een hond is een hij en een kat een ze, behalve als je hun naam kent en dan nog kan er verwarring zijn want de namen die aan deze dieren gegeven worden, stroken niet altijd met het geslacht. Ik heb ooit een kattin gehad die Pallieter heette, gewoon omdat ik het een mooie naam vond. Bij planten wordt het geslacht soms bepaald door de naam. Margriet, hyacint, Iris, Jasmijn, Marjolijn, Roos enz. zijn allemaal meisjes. En sedert Aster Nzeyimana in het sportnieuws op tv verschijnt maar ook opduikt in amusementsprogramma's bestempel ik nu alle asters als mannelijk. Waar ik echter toch niet zo zeker van ben omdat Aster, schitterend als sportjournalist, minder als presentator van amusementsprogramma's (dus ook voor Aster geldt het spreekwoord 'schoenmaker, blijf bij je leest' maar aan de andere kant zou hij zot zijn om niet in te gaan op geldverrijkende aanbiedingen van tv zenders. Het hangt er natuurlijk van af wat hijzelf of misschien zijn lief verkiest: de waardering of het geld) er op het eerste zicht niet meteen als een typische man uitziet. Hoe het nu echt zit met Aster, zal ik eens moeten vragen aan Lize Feryn, als ik dat durf tenminste. Haar ouders wonen niet veraf en haar vader is natuurgids en natuurconsulent, iets dat binnen mijn interessegebied ligt en sociaal contact hierdoor gemakkelijker maakt. En dan is er nog een groep in de fauna en flora die speciale aandacht verdient. Dat zijn diegenen die opgedrongen een je of een tje achteraan bengelen hebben of niet noodzakelijk, onzijdig genoemd in de taalkunde. Moeten door het leven als 'het', te vergelijken met 'ding' of 'dinge', dat ik vaak gebruik om iemand aan te duiden wiens naam ik vergeten ben. Ik schaam me hiervoor en neem het me niet kwalijk. Dit lijkt een veelvoorkomend probleem te zijn bij ouder wordende mensen. Het roodborstje, het lieveheersbeestje, het nonnetje, het lantaarntje, het kandelaartje, het helmkruid en nog zoveel anderen zijn mossel noch vis. Triestig bestaan zo zonder eigenheid. Het 'het' zijn duidt op onderdrukking, het lager in rang zijn, van minder belang zijn. En terwijl ik dit aan het schrijven ben, overvalt me de bedenking dat een meisje ook maar een 'het' is, terwijl een jongen met het stoere 'hij' mag pronken en zich als dusdanig gedragen. En hier word ik nijdig van. Vrouwen, mannen, meisjes en jongens moeten als evenwaardige partners in het leven staan, mekaar aanvullen met ideeën, gevoelens delen, vaardigheden uitwisselen, wat relaties zeker ten goede komt. Als passieve streefster naar gelijkheid, ben ik nu op zoek naar woorden die meisje vervangen en die met een 'ze' bekroond zullen worden. Meid is al zeker geen goed idee. ik moet niet uitleggen waarom en griet doet mij denken aan een vis. Aub, help mij zoeken en wie weet kunnen wij vrouwen een kentering teweeg brengen, in de volgende 'Dikke Van Dale'. Soms ondervind ik wel eens problemen met het toebedelen van het geslacht, bij o.a. de bladluis, de bromvlieg, de mug, de kwal en nog andere, dan laat ik de intuïtie van het moment de keuze man/vrouw maken en dat kan nogal variëren van hoe ik mezelf op het moment voel, emotiefluïde afhankelijk dus.
Hierbij nog enkele foto's van beestjes waarmee ik goed kan opschieten om het even of het nu een hij, een zij of een het is.
Graag maak ik een post apart voor deze schitterende orchidee. De plant is van verre, verre van een schoonheid en is qua kleur ook niet bepaald om over naar huis te schrijven. En eigenlijk is dat maar goed ook voor de eigen veiligheid van deze zeer zeldzame orchidee. Het enige wat opvalt is de grootte die tot 1 m kan oplopen.
Van dichtbij is hij of zij daarentegen verrukkelijk. Binnenin de bloem schuilt er onder een koepel precies een godheid die zijn tentakels wonderlijk en verraderlijk sensueel één voor één uitrolt. Opvallend is de zeer lange lip die 3 delig is. Die lip doet mij denken aan de opgerolde tong van een vlinder of aan het feestartikel dat zich ontrolt als je op het pijpje blaast. En verleiden dat kan hij als de beste. Het bereik van zijn verleidingskracht is echter wel beperkt tot het insectenvolk. Wanneer het donker wordt gaat hij zelfs ruiken of moet ik zeggen stinken naar een bok. Logischerwijze is de bokkenorchis voor mij dus een hij (bok=hij). Zijn lange vertakte tong zorgt ervoor dat insecten gemakkelijk kunnen landen. Hij rolt als het ware de rode loper voor hen uit. Deze gentleman lokt bij mij veel bewondering uit. Het is er één die ik niet snel zal vergeten
Mijn knieën doen pijn en die is niet alleen veroorzaakt doordat ik sedert kort naar de vijftig plussersdansclub ga, het werken in de tuin, maar ook door het afdalen naar de bronbeekjes en het terug omhoog klimmen in de reliëfbossen van de Vlaamse Ardennen op zoek naar planten die nog niet op mijn palmares staan. Het waren er twee die ik dit jaar persé wilde afvinken vooruitziend op het moment dat de beweeglijkheid van de scharnieren in mijn lijf de hunkering naar het bos en de natuur in het algemeen nog heviger zullen gaan dwarsbomen.
Zonder hulp of tips zijn de zeldzame planten bijna onmogelijk te vinden. Op welke plaats ga je immers zoeken in de talrijke bossen van bijvoorbeeld de Vlaamse Ardennen? Natuurpunt Waregem heeft mij uit mijn lijden kunnen verlossen en terug rust in mijn gemoed gebracht tijdens een (zoals steeds) deskundig en aangenaam begeleide wandeling. Hartelijk dank daarvoor. Bij deze raad ik iedereen aan om deel te nemen aan de natuurwandelingen van Natuurpunt. Dankzij deze vereniging geraak je in natuurgebieden met een onschatbare waarde die vaak niet toegankelijk zijn voor het grote publiek. Wist je dat je voor slechts 38 euro een jaar lang lid bent en daarmee natuur creëert en beschermt in eigen buurt en op die manier de verdere betonnering van het leefmilieu helpt tegen te gaan. Dat je lidmaatschap ook van belang is om meer druk te kunnen uitoefenen bij nationale en internationale overheden ter bescherming van de natuur en dat je van kortingen kan genieten in tal van winkels, niet onbelangrijk in de hedendaagse peperdure maatschappij. Daarenboven zal je om de 3 maanden het schitterende magazine Natuur.blad ontvangen met leerrijke en interessante artikels geïllustreerd met prachtige natuurfoto's. Dus twijfel niet, word lid, het liefst nog vandaag. Fondsen uit giften en schenkingen stelt Natuurpunt in staat om in de toekomst nog meer kwetsbare natuur te kunnen aankopen. Alles vind je hierover op de website. Uit dank voor de wandelingen en de aangename uren die ik met Natuurpunt heb kunnen spenderen, heb ik de daad reeds bij het woord gevoegd. Natuur is voor de mens noodzakelijk om goed te kunnen functioneren in onze huidige maatschappij waar werkdruk, lawaai, algemene stress, luchtverontreiniging, overprikkeling, toenemende verstedelijking onze lichamelijke en mentale gezondheid in gevaar brengen. Natuur is nodig om te onspannen, te herstellen, te bezinnen, om een echt gevoel van blijdschap en geluk te ervaren. Lastig is het dit gevoel niet meer te kunnen delen met mijn geliefde partner. Niettemin heb ik er voor gekozen om niet in treurnis weg te kwijnen, hoe zwaar ook de pijn van het gemis en het oneerlijke toeslaan van het noodlot, weegt, maar om alle momenten van aangeboden genegenheid en zaligheid te omarmen in de mate van het toegestane.
Een herwonnen geluk is de terugkeer naar de alom gekende 'dansschool Beyaert' in Waregem. Begin de jaren 90 brachten mijn man en ik er een groot deel van onze vrije tijd door. Een sierlijke Engelse wals, een snelle quick step, een zinnenprikkelende tango, een pittige cha cha cha, een plezante jive, een sensuele rumba en nog andere dansen tot zelfs een stoere rock'n roll, we leerden de passen onder het vakkundig toeziend oog van de lesgevers en tevens uitbaters die aanstuurden op een correct voetenwerk en houding, hiel-teen, gestrekt lichaam, heup tegen heup. Deze aanpak zorgde er voor dat ik vandaag nog alle basispassen kan uitvoeren. Door omstandigheden zijn wij na enkele jaren gestopt met dansen. Spijtig eigenlijk, maar het leven neemt soms vreemde bochten.
De zaakvoerster van wie ik reeds eerder een foto met haar mama, die op mijn fbpagina staat, gemaakt heb en wie ik te samen met haar partner vrienden mag noemen heeft de weg er naar toe weer vrijgemaakt. Met aarzeling van mijn kant weliswaar. Zou ik die lijndansen wel graag doen? Nu ben ik blij dat ik de stap gezet heb. Ik word er de dinsdagnamiddag hartelijk verwelkomd door haar partner en enkele leden van de club. En dat doet deugd in mijn single bestaan waarvoor ik niet zelf gekozen heb. Het voelt aan als terug thuiskomen na lang te zijn weggeweest. Het valt moeilijk om paren samen te zien dansen maar de solo dansen zijn eigenlijk ook echt wel leuk en een boost voor de lichamelijke conditie. Voordien wist ik niet dat lijndansen veel meer in de aanbieding heeft dan enkel country- en westerntoestanden, waaraan ik een grondige hekel heb. Nooit gedacht dat ik ooit nog een slow fox, één van mijn favorieten, zou leren dansen zonder partner. Dank aan de leden die mij, als beginneling, helpen om de vele passen onder de knie te krijgen, voor de aangename sfeer en de mooie muziek.
Waar een wil is, is een weg. Soms gaan deuren op slot maar waar deuren wijd voor je openstaan, moet je durven binnengaan.
En nu wordt het stillekens aan toch tijd dat ik de namen noem van de 2 magnifique planten die met uitsterven zijn bedreigd.
Welke plant heeft er nu slechts één bes? Inderdaad, de eenbes, een raadselachtige naam voor een mysterieuze plant. Ze groeit bijna uitsluitend in donker oud loofbos op vochtige tot natte plaatsen met lemige, humusrijke, neutrale tot licht kalkrijke bodems. Ze eist bewegend zuiver en zuurstofrijk grondwater. En daar zit het probleem. Door het gebruik van meststoffen, pesticiden en herbiciden in aangrenzende akkers is het grondwater vervuild en besmet. En dat zie je aan de buitenranden van de bossen waar sterk woekerende brandnetels en ergerlijk kleefkruid de oorspronkelijke bosvegetaties verstikken, pijnlijk. Aan de zeer bekende Arnoldusbron van Tiegem, zou ik nooit mijn kruik durven vullen. Vroeger als kind, werd ons aangeraden om onze ogen met het bronwater te wassen. Maar in die tijd, dan heb ik het over de jaren zestig, zeventig zal het nochtans zeer klaar uitziende water ook al niet meer zuiver geweest zijn, maar de mensen kenden toen nog niet de desastreuze effecten van het spul dat landbouwers op hun akkers uitkiepen.
Aan de lange stengel van de eenbes staan kransvormig vier bladeren, soms één meer of minder. Daaruit groeit de stengel verder waar dan de eigenaardige bloem komt te staan met opvallende meeldraden en één enkele vrucht die uitgroeit tot een blauwzwarte dikke bes waarin de zaden rijpen en die zeer giftig is. De wetenschappelijke naam van de plant luidt Paris quadrifolia. Het tweede deel van de naam vraagt geen uitleg, quadrifolia, vier bladeren. Maar vanwaar Paris komt is twijfelachtig. Waarschijnlijk afkomstig uit de Griekse mythologie (is het geheel van prachtige Oud-Griekse mythen en sagen. Verhalen over goden, halfgoden en het contact tussen goden en mensen). Paris is, volgens het verhaal, een Trojaanse koningszoon, bekend als de schaker van Helena en van het ingang zetten van de Trojaanse oorlog. De rijpe bes zou de twistappel van de legende voorstellen en de vier bladeren erom heen de drie godinnen en Paris zelf. Om dit te begrijpen lees je best eens zelf het verhaal van Paris. Volgens anderen zou Paris echter komen van het Latijnse par (paar), omdat de bladen in gelijke paren staan. Ik hoop dat het de eerste stelling mag zijn, want die oeroude verhalen zijn echt de moeite en vermakend om te lezen. Zo is ook de naam van de plant Narcis afkomstig uit de Griekse mythologie, van de mooie jongeling Narcissus die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld.
De tweede plant is goudveil. Ondertussen nog veel zeldzamer geworden dan eenbes. In Vlaanderen kennen we twee soorten, het paarbladig goudveil en het verspreidbladig goudveil. Het behoort tot de steenbreekfamilie. Een familie waarvan elk lid kleine fijne bloemetjes draagt. Denk maar aan het rotsplantje 'schildersverdriet', zeker gekend door de oudere generatie. Het verspreidbladig goudveil wordt enkel nog gevonden in West-Vlaanderen in Westouter. De eisen van de plant zijn zo hoog qua zuiverheid van het water, de luchtvochtigheid en de grondsoort dat ze nog weinig kansen hebben om te overleven in ons vervuild leefmilieu. Vreselijk moest dit prachtige plantje met goudgele bloemetjes, lief en fijn gemaakt, om vertroeteld te worden, gedwongen, onze wonderbaarlijke, maar heden in erbarmelijke staat verkerende planeet, moeten verlaten. Wie een hart voor de natuur heeft en de noodzakelijkheid ervan inziet, help dan Natuurpunt door lid te worden of door zelfs een gift of schenking te doen in het belang van iedereen en de komende generaties.
Dank in naam van de natuur
Naar de Westhoek ga ik om veel water en waterlopen te zien, om mijn ogen te laten rusten over eindeloze vlaktes, speurend naar de einder, en waar de vele uit het landschap priemende kerktorens het bestaan van gemeenten, dorpen, gehuchten of ook een stad verraden. Naar de Westhoek ga ik om te luisteren naar de stilte en waar het gekwetter van vogels niet storend is, maar eerder aangenaam. Naar de Westhoek ga ik om het verdriet in mijn hart, de door mijn hoofd flitsende gedachten te laten meevoeren met de razende wind. Naar de Westhoek ga ik om de grond te voelen waarvan de aarde vermengd is met het bloed van duizenden en duizenden soldaten. "Ja 't is den oorlog da 'j hier were vindt en dat is beklijvend, zoals je lied", Willem Vermandere. Tal van monumenten en begraafplaatsen houden de eer en de herinnering hoog van diegenen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid. Een vrijheid die echter terug in het gedrang komt door uit allerlei hoeken aanstormend gevaar. Daar ga ik nu niet verder op in. Maar wie de actualiteit volgt, zal wel begrijpen wat ik bedoel. Ook landschapselementen zijn er nog de getuigen van vreselijke tragedies die geschied zijn in zwart geblakerde slagvelden waar uiteindelijk enkel nog een heldhaftige klaproos een biotoop vond. Naar de westhoek ga ik met de hoop een zweem van de zilte lucht van de Noordzee die achter de duinen heerst te kunnen opsnuiven.
Kortom de Westhoek is een verademing voor de drukte waarin en waarmee we in de hedendaagse tijd leven. Maar het is ook een plaats die aanzet tot nadenken en dat is zeker niet onbelangrijk in een samenleving die constant verandert en die mijn insziens niet de meest rooskleurige kant uitgaat.
Toch zou ik niet constant in één van de lieflijk ogende dorpjes willen wonen. Toendertijd mijn moeder zorgbehoevend en een paar jaar later mijn man getroffen werd door een duivelse ziekte ondervond ik het comfort van faciliteiten dicht bij huis. Daarom woon ik graag in Waregem, niet omdat het een mooie, natuurrijke stad is, maar omwille van zijn voorzieningen wat betreft gezondheid, tewerkstelling, onderwijs, sport, cultuur, ontspanning, handel, horeca en transport. Jammer dat in de stadskern vele aantrekkelijke, authentieke of plekjes met een historisch karakter moesten plaats ruimen voor koud beton. Het galopperen in en door de stad had anders gekund en ik denk dat het besef er ondertussen is. Ook in andere steden en gemeenten heeft hetzelfde naargeestige scenario zich afgespeeld. Gezellige charmante boomrijke pleintjes zijn ten prooi gevallen aan alles vernietigende bulldozers en werden heraangelegd in doods aanvoelend beton met wat kunstmatige fonteintjes die de sfeer zouden moeten opvrolijken.
Een gebeurtenis in de Westhoek waar ik ieder jaar naar uitkijk is wanneer de Ijzer en andere waterlopen zoals kanalen, beken grachten hun te volgen bedding kwijt zijn geraakt door aanhoudende zware regenval. En dat mag, want het Ijzerbekken of de vallei is overstromingsgebied. Een ramp zoals in 2021 waarbij ook woongebieden blank kwamen te staan, wens ik natuurlijk niemand toe. Desondanks zijn er mensen die het noodlot durven tarten door in dit overstromingsgebied te gaan wonen. Zoals de dierenarts uit Merkem die bij de laatste grote overstroming geïsoleerd raakte op zijn idyllische plek met de Ijzer stromend aan zijn voordeur en de Kemmelbeek kabbelend aan zijn achterdeur. Ook dit jaar weer zal hij en zijn familie ongetwijfeld bange dagen en uren hebben doorgemaakt, want het smalle weggetje naar de woning kon ik in de grote plas niet ontwaren.
Na de laatste intense regendag ben ik op 17 januari naar de Westhoek gereden voor een mini cruise in de Ijzervallei, in het gezelschap van mijn oudste broer, zoals vorige keer. Met tweeën is het veel aangenamer om de weg af te leggen en om de schoonheid van de streek te beleven en te smaken.
Pas na een lang stuk rijden vertelde mijn broer mij dat hij waterafdrijvende medicatie had ingenomen en dringend naar het toilet moest. Ergens langs de weg halt houden voor een plas tegen een boom is voor mijn broer niet haalbaar. In Lizerne-Zuidschote vonden we een oud cafeetje waar 'den tied (tijd) ommekeert' om nogmaals Willem Vermandere te citeren. Een bruin cafeetje met een interieur uit de jaren stillekes met een darts- en voetbalspel en een biljart, de kachel roodgloeiend en het toilet achter op de koer. Gelukkig is de houten plank met erin een gat tot grote opluchting vervangen door een modernere wc pot. Je kan er ook braadworsten 'à la carte' verkrijgen. Om kort te gaan, café 'Het Saske' is de ideale plaats voor enkele uurtjes simpel vertier. Toch wil ik nog wat kwijt over de waard omdat hij ons iets vertelde dat mijn geheugen of beter mijn reukzin prikkelde. Hij, een alleenstaande man van 61 was vroeger in dienst bij bij de conservenfabriek Star/Talpe in Kortemark als clarkchauffeur. Een fabriek, die bij ieder, die van mijn kanten richting De Panne uitreed via Kortemark vòòr de aanleg van de A19, een belletje doet rinkelen, al is het maar om de kwalijke geur die er destijds in de lucht hing. Wie al meer dan één keer naar de oneindige waterplas en het verrukkelijke brede strand van De Panne uitgegaan was met de auto of de bus, had weet van het te trotseren geurobstakel en kneep de neus dicht ter hoogte van een brug of helling want de fabriek bevond zich in de laagte, meen ik mij te herinneren. Later werd de Star overgenomen door het Franse Bonduelle. Of de fabriek er nog productief is en of het er nog stinkt, weet ik niet. Tijd om langer met de man te praten en een drankje te comsumeren was er niet want ik wou vòòr de middag nog zeker in Noordschote arriveren en bovendien, mijn broer had al te kampen met dreigende watersnood in zijn blaas. Dit uitgelegd aan de waard, die ons toch nog graag een braadworst had aangesmeerd, konden we na het betalen van de schappelijke prijs van een halve euro weer vertrekken richting Noordschote en het gehucht 'Driegrachten' in Merkem. Daar vloeit de Ieperlee die het overvloedige regenwater graag verspreidt over de weilanden. In de voormiddag op een zonnige dag heeft het water de blauwe weerschijn van de blauwe lucht. In mijn fantasie waan ik mij op een paradijselijk eiland in de Stille Zuidzee, een plaats waar ik over droom maar nooit zal geraken, de 'blue lagoon' in de Westhoek. Het rustgevende blauwe landschap en het gekwetter van watervogels maken de gedachte compleet. Het maakt mij gelukkig dat ik dit beeld kan gebruiken als metafoor voor een reis die sinds het overlijden van mijn man niet meer in mijn bereik ligt. Ondertussen stond de blaas van mijn broer weer strak gespannen. In Reninge aan de kerk stuitten we op een staminee 'De polleepel' waar een zaaltje apart, dienst doet als kapsalon. De dubbele e in het naambord boven de deur verklapt de ver gevorderdere leeftijd van de zaak. Vroeger had je dat vaak, die twee-eenheid, café-kapsalon en zelfs cafe-beenhouwerij. De middenstand deed gouden zaken, want de dorpelingen gingen graag naar de coiffeur en de beenhouwer voor het pintje, het aperitiefje of het koffietje. Ook door mijn kapster Melissa word ik steeds goed gesoigneerd met een koffietje en een aangename babbel, derhalve maak ik in mijn tekst graag wat ruimte voor een blokje reclame ten gunste van Kapsalon Capilla Waregem. De vriendelijke uitbaters van 'De polleepel', beiden 80 plussers, gaven mijn broer en mij de permissie om tegen een klein prijsje het hoogwater uit ons lichaam te laten wegvloeien. 'Het café dateert van net na de Tweede Wereldoorlog', vertelde de 83 jarige herbergier.' In die tijd ging de waard nog naar de kelder met een kan om bier uit het vat te scheppen. Dat deed hij met een pollepel. Daar zou de naam van het café vandaan komen, verklaarde hij. Tijd voor een knipbeurt of zoals eerder een braadworst was er helaas niet. Verlicht door enkele honderden cl minder inhoud en voor mijn broer zal dat wellicht meer dan een liter geweest zijn cruiseten we gezwind verder naar Fintele, een toeristisch gehucht waar de Lovaart in de Ijzer uitmondt, maar waar het moeilijker is om foto's te nemen met de zon frontaal. Van daar nog een bezoekje aan het middeleeuwse stadje Lo waar volgens de legende Julius Caesar zijn paard liet rusten aan de ondertussen eeuwenoude taxusboom naast de Westpoort om via de Ijzerdijk in Houthulst terug huiswaarts te keren met een blik op de Ijzertoren in Diksmuide. Op dit vredesmonument staat in vier talen de tekst Nooit meer oorlog. Er ging een rilling door me heen, ik zuchtte maar we zwegen beiden in een veelzeggende stilte.
Vooraleer we de Noorderring in Ieper opreden, ontdekten we nog een broekenzee in Langemark-Poelkappelle, meer bepaald Bikschote, denk ik. (wat hou ik toch van die plaatsnamen in de Westhoek) waar de Langewaedebeek en de Martjevaart de honneurs waarnemen.
Ondertussen ben ik alweer naar de Westhoek gereden. Ditmaal alleen, omdat ik nog een stuk trage weg af te leggen had langs de Ijzer, vanaf de brug van Stavele tot in Roesbrugge, in de richting van de bron of bronnen, ontspringende in Frans-Vlaanderen tussen Buysscheure en Lederzele. De Ijzer kleurt inmiddels weer netjes binnen de lijntjes, maar de omliggende weilanden zijn nog zeer drassig. Een verrassing was het aantreffen in Alveringem (Beveren aan de Ijzer) van 2 aangelegde paaiplaatsen die in verbinding staan met de Ijzer èn een natuurgebied aan de Brouckmolen. Een paaiplaats is een rendez-vous oord voor vissen. Vrouwtjesvissen zetten er hun eicellen af in het water (kuit schieten). Deze hechten zich vast aan planten en kunnen nu bevrucht worden door een mannetjesvis. Het aantreffen van een aantal vissoorten in de paaiplaatsen duidt op een verbeterde waterkwaliteit van de Ijzer die vroeger als een open riool werd aanzien, zoals vele waterlopen trouwens. Spontaan denk ik aan onze Gaverbeek waarin tot eind de jaren 80 geen spoortje leven te bespeuren viel. Ik herinner mij dat het water van de beek iedere dag een ander kleurtje had naargelang de lozingen die erin plaats vonden. Ondertussen is door grote investeringen en inspanningen de kwaliteit van het water redelijjk wat eigenlijk wil zeggen dat er nòg veel werk aan de winkel is. Hoopgevend is dat instanties verder plannen uitwerken om van de Gaverbeek terug een groene oase te maken midden in de stad. Wie weet, misschien wordt er zelfs ooit weer gezamenlijk geravot in de beek, een leuke gedachte tussen het vele doemdenken in een steeds onverdraagzamer wordende samenleving.
De opdracht die ik mezelf heb opgelegd, om de volledige loop van de Ijzer in België, vanaf het punt in Haringe waar de de Ijzer de grens oversteekt tot aan de monding in de Noordzee in Nieuwpoort heb ik ofwel te voet of met de auto en zelfs een stukje met een plezierboot tot een goed einde gebracht.
Ondertussen zijn de dagen al merkbaar langer geworden, en voel en hoor ik reeds in de verte de onweerstaanbare lokroep van de Vlaamse Ardense bossen die op het punt staan hun wisselende ravissante tapijten van voorjaarsbloeiers uit te spreiden.
Goeie vooruitzichten geven mij, nu single zijnde, een doel om nog naar te streven in het leven.
Ik hoop dat mijn beelden de sfeer in de Westhoek tijdens de winter kunnen overbrengen.
Ik had het niet verwacht, maar regen in september en oktober heeft de paddenstoelen toch uit de grond doen schieten. De lange zoektochten met uitputting, pijnlijke spieren en gewrichten tot gevolg, hebben tot mijn tevredenheid enkele uitzonderlijke exemplaren opgeleverd, waaronder de prachtmycena waarvan ik vorige keer foto's heb geplaatst, de spechtinktzwam, de gegordelde gordijnzwam en de franjeamaniet. Waarschijnlijk waren er nog andere in de aanbieding, die ik jammer genoeg achteloos voorbij zal gelopen zijn. Vaak zijn paddenstoelen onopvallend of gelijkend, waardoor zeldzame species aan de aandacht ontsnappen. Dit soort zoekwerk is vooral voer voor mycologen, voor degenen die met een microscoop het DNA proberen te achterhalen. Als plaatjesschieter is mijn blik vooral gericht op opvallende creaturen. Eén zo'n opvallend creatuur is de witte kluifzwam, waarmee de natuur bewijst dat ze ook kunstzinnig ingesteld is. Voor deze ben ik dit jaar niet ter gronde, letterlijk dan, gegaan , want het is een veel voorkomend vruchtlichaam. Een verrassing was wel de ontdekking van de zwarte kluifzwam, maar deze stond op een te ambetante plek.
De paddenstoelen die mij het meest bekoren zijn toch wel de graslandbewoners met als uitschieters, de wasplaten, waarover ik een aparte post zal maken. Zeer lastig te vinden, maar de zoektocht waard voor wie sprookjesfiguren in levende lijve wil ontmoeten. Ze worden ook wel de orchideeën onder de paddenstoelen genoemd omdat ze evenveel eisen stellen aan hun biotoop.
Naar de bovenvermelde spechtinktzwam ben ik al jaren op zoek. Ware het niet dat ik de foto's van Patricia Vandenheede (waarvoor veel dank Patricia) heb gezien, was er weer een jaar zonder succes gepasseerd.
De spechtinktzwam behoort tot het geslacht van de inktzwammen, waarvan de meesten veel voorkomend, gekend en opvallend mooi zijn. Bij de geboorte is deze paddenstoel volledig bedekt met een wit en viltig vlies, velum genoemd dat bij het uitgroeien van de hoed in onregelmatige banden openscheurt en doet denken aan de veren van een grote bonte specht. Hij kan groot worden, zelfs tot 30cm.
Waar ik geen rekening mee gehouden heb bij het fotograferen is dat inktzwammen op het einde van hun bestaan vergaan in zwarte inkt, waarvan effectief schrijfinkt kan gemaakt worden. Blijkbaar heb ik mij neer gevleid in een groepje vergane inktzwammen want na de fotoshoot bemerkte ik dat zowel mijn handen, kleren als tas onder het zwarte goedje zaten. Gelukkig hebben water en zeep na thuiskomst prima werk geleverd.
Een andere paddenstoel die mijn aandacht trok, was de zeldzame gegegordelde gordijnzwam. Gordijnzwammen vormen een zeer grote groep zwammen, moeilijk van elkaar te onderscheiden. Maar van deze gordijnzwam vond ik de steel er anders uitzien, bedekt met trapvormige 'gordels', 'riempjes' of 'schubben' zoals je verkiest.
Ik kreeg ook de gelegenheid om kennis te maken met de franjeamaniet. Een zeldzaam exemplaar uit de grote familie van de amanieten, waaronder de vliegenzwam de bekendste is. Zo'n amaniet kan groot en breed worden en de meesten zijn giftig. De franjeamaniet viel mij op door zijn grootte, zijn lichte kleur, de als franjes over de hoedrand hangende velumresten en zijn solitaire standplaats.
Door het zoekwerk en de hulp van de app 'Obsidentify' heb ik geleerd waarop ik moet letten bij het fotograferen van paddenstoelen om een zo groot mogelijke kans op determinatie te maken. Alles aan een paddenstoel is belangrijk. Eén klein detail kan het kenmerk zijn van een andere paddenstoel. Volgend jaar hoop ik nog meer zeldzame exemplaren te kunnen ontdekken. Het probleem echter is dat in een jaar tijd een schat aan informatie verloren kan gaan. Bijtijds de website 'waarnemingen.be' raadplegen en wat studiewerk er aan koppelen is alvast een goede start. Een goede voorbereiding is het halve werk.
Dit jaar had ik mij nochtans voorgenomen geen paddenstoelen te fotograferen, wegens te moeilijk en te lastig aangezien ik mijnen assistent moet missen die vorige jaren altijd geholpen heeft om met lichtjes en spiegeltjes de paddenstoelen te belichten in het donkere bos en die ook hielp om de omgeving schoon te maken en putjes graven om het model ook van onderen te kunnen fotograferen. Toen het eenmaal herfst werd, was de lokroep van de stille bossen, waar je tijdens de week haast geen levende ziel tegenkomt tenzij de bewoners van het bos zelf, zoals 2 koningfazanten in Heuvelland, te groot. Wat zijn die machtig mooi, met een zeer lange staart en een goudkleurig verenkleed, hun adellijke titel waardig. Als je net zoals ik in de stad woont, is de stilte meer dan welkom. Een stilte die in oktober verbroken wordt door vallende noten die met een plof de grond raken en door krakende takken, heen en weer zwiepend door de wind. Zonnestralen die door het bladerdek heen schijnen, zorgen voor magische beelden. De betovering maakt emoties los. Door zoveel schoonheid ween ik dan ook iedere keer weer. Ik praat tegen mijn geliefde, alsof hij naast mij zou lopen, meegenietend van het wonderbaarlijke bos in de herfst. Ik zing ter plekke zelfgemaakte liedjes over mijn liefde voor hem en het onwezenlijke gemis. Ik roep ook naar hem om een teken van zijn nabijheid of hij zich nog even zou willen tonen met zijn kaki kleurige parka aan en bruine pet waarmee ik hem zo aantrekkelijk vond in de natuur, zodat ik hem kan beminnen, intenser dat ooit te voren. In mijn binnenste weet ik dat dit niet zal gebeuren. Er is nog niemand teruggekeerd uit het ongekende. Toch sluit ik niet volledig uit dat het mogelijk zou kunnen zijn om te communiceren met overleden dierbaren. Er is al veel geweten over de aarde, maar de hemel waarmee ik de kosmos bedoel is voor het grootste deel nog onontgonnen gebied. In de situatie waarin ik mij nu al meer dan een jaar bevind prijs ik mij gelukkig dat de natuur mij de gelegenheid schenkt om mijn emoties uit te schreeuwen om erna weer gesterkt verder te kunnen gaan.
Tot mijn verbazing zijn er dit jaar niettegenstaande een veel te droge zomer toch nog een aanzienlijk aantal paddenstoelen te voorschijn gekomen. Ik heb mijn best gedaan om enkele mooie beelden te maken en met het verlangen dat mijn blik zou geleid worden naar zeldzame exemplaren, waarvoor ik ook de hulp van mijn overleden man inriep maar daar vertel ik een andere keer meer over. Na veel oude bossen te hebben bezocht, waagde ik mijn kans in een jong beukenbos waar het eigenlijk niet plezant is. Het struikgewas en het kruipen onder en tussen laaghangende takken doet geen deugd aan de rug. Op een natte plaats waar veel dood beukenhout aanwezig was, zag ik plots kleine hoedjes met een doorsnede van niet meer dan 2 cm op lange dunne rode steeltjes pronken, de hoogte in totaal een tiental cm. Het was de zeldzame prachtmycena, klein en tenger gebouwd, een beetje zoals ik. Maar ook dapper, ook zo'n beetje als ik. Als je echter de steel of de hoed beschadigt komen er druppeltjes fel oranjerood sap tevoorschijn. Vaak zie je zo′n druppeltje al ergens op de hoed of steel zonder dat je zelf iets stuk hebt gemaakt. Precies of het paddenstoeltje wil zeggen 'Blijf van me af'. Dat is wel schrikken, een paddenstoel die begint te bloeden. En dat deed ik ook toen ik voor de eerste keer een prachtmycena zag in 2015 in het stadspark van Waregem, totaal onverwacht, tijdens het zoeken naar een geschikte plek om van een ongemak verlost te geraken. Het exemplaar dat ik toen zag, was een heel stuk groter dan degene die ik deze week ontdekt heb. Het was groter dan een mycena, die over het algemeen klein zijn. Voor mij is het de mooiste paddenstoel die ik tot nu toe heb gezien. Ieder jaar ga ik terug naar die plek. Tevergeefs, het opruimen van het park doet soms geen goed aan de natuur.
De prachtmycena was tot mijn groot genoegen niet de enige zeldzaamheid die ik dit jaar te zien kreeg. Er was nog een soort, veel groter, eveneens beeldschoon. Dat is voor de volgende aflevering. See you then,
Een mooi vruchtlichaam, maar één van de giftigste ter wereld, vanaf de geboorte tot het levenseinde, van een ondergrondse schimmel. Nee, hij groeit niet ergens diep in het amazonewoud, maar gewoon in het loofbos naast de deur. Hij is te vinden in de nabijheid van een aantal boomsoorten, waarmee hij in symbiose leeft, d.w.z. dat het uitgebreide netwerk van schimmeldraden onder de grond contact heeft met de fijne worteldelen van de boom. De schimmeldraden omwikkelen de fijne worteldelen en dringen zo door tot in de weefselcellen van de wortelbast. De schimmel levert mineralen aan de boom en zorgt ervoor dat de boom beter water kan opnemen. De boom schenkt op zijn beurt suikers terug aan de schimmel, die hij nodig heeft in zijn bestaan. Door deze samenwerking worden bomen tevens beschermd tegen het binnendringen van schadelijke organismen. De schimmels hebben veel water (regen) nodig om vruchtlichamen omhoog te kunnen duwen. Daarom zijn er dit jaar na een veel te droge zomer en een tamelijk droge herfst veel bijzondere vruchtlichamen niet tot ontwikkeling kunnen komen.
Op de eerste foto's zie je de geboorte van een groene knolamaniet. Het ukje komt te voorschijn uit een knol, of is het een ei? Op de derde foto is een stukje uit de olijfgroene hoed gegeten. Wie dit gedaan heeft, ligt momenteel op intensieve zorgen te vechten om te overleven, want er bestaat geen tegengif. De giftige stoffen aanwezig in de paddenstoel leiden uiteindelijk tot lever- en nierfalen. Hoogstwaarschijnlijk werd deze groene knolamaniet accidenteel beschadigd. Op de volgende foto zie je een volwassen exemplaar, met uitgestrekte olijfgroene hoed, donkerder in het midden dan aan de randen en een slanke witte tot lichtgroene steel, met een kraag (ook manchet of ring genoemd) errond, dat een restant is van het membraan dat de lamellen met sporen onder de hoed beschermde vóór de geboorte. Die groene kleur is geen indicator, want sommige exemplaren hebben een wittere hoed waardoor ze verward kunnen worden met de wel eetbare champignon. Vandaar dat er ongelukken kunnen gebeuren door wildpluk. En op de laatste foto vertoont de hoed scheuren door droogte. Hij is ook omhoog gekruld. Het einde is nabij. Weldra zal hij van zijn stokje vallen en wegrotten door toedoen van een andere soort schimmel.
Moet men nu bang zijn in het bos? Welnee, laat de paddenstoelen gewoon met rust of neem er hoogstens een foto van zoals ik en laat ze het werk doen waarvoor hun moeder, De Natuur hen heeft geschapen.
Nu het volop paddenstoelentijd is en vooral op sociale media foto's regent, wil ik eerst en vooral kort uitleggen wat een paddenstoel is want hoeveel mensen weten dat eigenlijk. Een paddenstoel is noch een plant noch een dier. Paddenstoelen behoren tot een apart rijk, nl het rijk van de schimmels of Fungi als wetenschappelijke benaming. Schimmels kunnen overal aanwezig zijn: in de lucht, in de grond en in ons lichaam. Er zijn ongeveer honderdduizend soorten gekend en dat is naar schatting slechts enkele procenten van het totaal. Schimmels kunnen mensen en dieren ziek maken, planten, insecten en andere schimmels aantasten en zelfs gebouwen vernielen. Maar sommige zijn nu juist nuttig zoals de schimmels die wij, paddenstoelen of zwammen noemen en, als leken in de materie, in de herfst bewonderen (maar er zijn er ook die het ganse jaar door of enkel in de lente zichtbaar zijn). Het zijn de bovengrondse delen (vruchtlichamen) van een groot ondergronds netwerk van dunne, kleurloze schimmeldraden. Ook paddenstoelen en zwammen die op bomen groeien hebben zon netwerk van schimmeldraden dat zich in het hout vertakt. Dit grote en wijdvertakte netwerk heet de zwamvlok of mycelium. Het doel van het vruchtlichaam is zaden, sporen genoemd produceren en verspreiden, zodat op een andere plek een nieuwe schimmel zich kan ontwikkelen als de omstandigheden gunstig zijn. Dat schimmels zo verrassend van vorm, kleur, geur en textuur kunnen zijn, maakt ze fascinerend, opwindend om te ontdekken, te bekijken, te ruiken of even te proeven. Dat laatste laat men best over aan experten. Er bestaan immers zeer giftige soorten die tot de dood leiden bij inname. Wat de geur betreft, vind ik de paddenstoelen vooral naar natte bosgrond ruiken. Toch zijn er die een heel herkenbare geur, of beter stank verspreiden. Ik ken 2 soorten die een dergelijke penetrante geur loslaten en die ik zelfs kan ruiken gewoon door ze voor de geest te halen. Zo één is de roze stinkzwam. De naam verraadt meteen dat deze een kwalijk geurtje verspreidt, te vergelijken met dat van kattenuitwerpselen. Een geur waarvan ik niet meer achterover val, want ik heb vele jaren katten in huis gehad en bijgevolg kattenbakken moeten schoonmaken. De tweede is de grote stinkwam en diens geur is van een weerzinwekkend kaliber. Er wordt gezegd dat deze een lijkgeur in de atmosfeer verspreidt. Toen hij zich voor de eerste keer voor mijn gezichts- en reukorgaan etaleerde, had ik reeds vanop enige afstand tijdens het wandelen een kwalijke misselijkmakende geur opgesnoven met bijgevolg een imaginair vermoeden. Dat kan maar de grote stinkzwam zijn oftewel ligt er hier ergens een kadaver te rotten, zei ik tegen mezelf. Het was niet moeilijk om het reukspoor te volgen, dat bij iedere stap walgelijker werd. Toen de geur haast ondraaglijk werd, verscheen zonder schroom en met veel eigendunk nochtans, de maar obscene stinkerd, fier rechtop met een groenachtige vieze slijmlaag rond de hoed, vol vliegen die mekaar verdrongen voor een plaatsje op de naar lijken in ontbinding riekende smurrie. Naar horen zeggen, want ik werd gelukkig eerder nog nooit geconfronteerd met een dergelijk lichaam, maar ik kan er mij nu wel iets van voorstellen qua geur, maar niettemin verdient deze eigenaardigheid zijn plaats in het ecosysteem als afbreker van dood biologisch materiaal .
De paddenstoelen waarvan ik van elk een foto toon, hebben een vorm of uitzicht dat tot mijn verbeelding spreekt. De grote stinkzwam doet dat ook, de geur en de slijmlaag verloochenend. Ooit heb ik de correcte Latijnse benaming, waaraan deze paddenstoel mij en velen doet denken, neergeschreven bij een foto op instagram. Het resultaat was een blokkade, waardoor ik genoodzaakt werd een nieuw account aan te maken. Zo bestaan er nu twee accounts op instagram, een passieve en een actieve: natuurfotoMya en natuurbeeldenMya. Op de eerste account kun je dus nog de foto zien die ik toen postte.
De eerste foto is een foto van de gewone zwavelkop, een zeer algemeen voorkomende soort. Voor de in mode geïnteresseerden is het mooie sierstiksel evenwijdig met de rand van de hoed een eyecatcher. Tientallen jaren geleden heb ik gedurende 3 jaar avondschool 'kleding' gevolgd. Sedertdien heb ik een zeer groot respect ontwikkeld voor al wie zijn dagen achter een naaimachine doorbrengt. In die tijd droeg ik prachtige zelfgemaakte pakjes in kwaliteitsstoffen, gekocht via via voor slechts een prikje, vooral geïnspireerd op het modemerk Chanel. Ik kreeg toen veel complimentjes over mijn mooie kledij en was trots te kunnen zeggen dat het eigen creaties waren. Nu heb ik een andere hobby, (natuur)fotografie waarvoor ik ook veel waardering krijg en dat komt omdat ik er telkens 100% voor ga, als ik aan iets begin met veel goesting. Het moet toch allemaal zo perfect niet zijn, zei mijn man zaliger vaak, niemand zal het merken als je werk enkele foutjes bevat. Maar zo ben ik nu eenmaal perfectionistisch, voor mezelf steeds streng geweest, milder voor mijn medemens. Van deze karaktereigenschap zijn de scherpe puntjes ondertussen wel een stuk afgevlakt, een verademing voor mezelf. Complimenten verrijken ieders zelfbeeld en begaafdheid. Vandaar dat ik er zelf ook graag uitdeel .
De tweede foto, een foto van de wollige bundelzwam is speciaal gericht aan de liefhebbers van het andere naaiwerk dat meer beoefend wordt in de intieme sfeer. Het voorbeeld is een tarzanmodelleke, een woord onverbloemd overgenomen uit het vakjargon, overtrokken met een zachte wollen stof, ideaal voor gebruik in onverwarmde ruimtes. Een must have voor al wie bewust energie bespaart. Prijs overeen te komen met Moeder Natuur, maar haar kennende zal zo'n exemplaar wel gratis te verkrijgen zijn.
Dat ik graag wandelen ga in de Vlaamse Ardennen is allang geen nieuws meer. Wie in een vlakke streek woont, gaat graag eens naar een meer heuvel- of bergachtige streek en wie in de hoogte woont, zoekt graag het vlakke land of de zee op. Ik ga ook graag naar de kust, maar niet naar de gepromote steden wegens te druk en te volgebouwen. Daarom zochten mijn man en ik graag de grenzen op van onze kustlijn, Knokke met Het Zwin en De Panne met o.a. het Westhoekreservaat, waar ik eertijds mij in de woestijn waande tijdens een studieuitstap met de school en later toen ik er met mijn man, eerst als vriend en vervolgens als echtgenoot ging wandelen. Enkel lucht, zand en duinen hielden ons toen gezelschap. Maar evengoed vertoefden wij graag, jong zijnde, op het mooie brede strand van De Panne. Vandaag kan De Panne mij niet meer zo charmeren als vroeger. Wellicht heeft het met evolutie te maken waardoor ik er onze heerlijke vakantieherinneringen niet meer terug vind. Om een woestijn- of desolaat gevoel te ervaren, is het Westhoekreservaat ook niet meer de uitgelezen plek in West-Vlaanderen want alweer flatgebouwen, waarmee met het oprichten ervan, projectontwikkelaars en vastgoedmakelaars zich stinkend rijk hebben geboerd, bepalen voor een deel de skyline. Maar overal gebeuren dezelfde ondoordachte, ergerlijke praktijken. Als ik op plaatsen kom waar ik al jaren niet meer geweest ben, schrik ik mij soms een aap. De sfeer van o.a. leuke pleintjes met bomen is veranderd in een koud klimaat bestaande uit beton met hier en daar een kunstmatig fonteintje, dat meer op mijn zenuwen werkt dan dat ik er rust van ondervind. Hetzelfde gebeurt met authentieke gebouwen en hotels. Charme en emotie moeten wijken voor karakterloosheid en eentonigheid. Gelukkig zijn in Knokke-Het Zoute de Zwinbosjes beschermd als landschap want het heeft niet veel gescheeld of Compagnie du Zoute had er ook zijn stempel op gedrukt waardoor zeldzame waardevolle flora en fauna verloren zouden zijn gegaan. Enkel aan de rand op de gronden van het voormalige openluchtzwembad en het restaurant Mermaid, waar mijn man en ik vroeger na een wandeling in het Zwin in de nazomer graag vertoefden om er onze dorst en honger te stillen, zelfs toen er al lang geen water meer in het zwembad stond, met de rug naar de zee voor een glazen wand en onze blik gericht op de Zwinbosjes, heeft de Compagnie luxueuze appartementen, aankoopwaarde rond de drie miljoen euro per optrekje, kunnen bouwen.
Ook in de Vlaamse Ardennen vraag ik mij soms af, hoeveel er op tafel gelegd is moeten worden om een bouwvergunning te kunnen verkrijgen. Onlangs in Everbeek zei ik tegen een schilder die van zijn ladder naar beneden kwam: wie hier kan wonen met zo'n weids uitzicht middenin de natuur, is een gelukzak. Het is het buitenverblijf van een zakenman, antwoordde hij, prijskaartje: 1,5 miljoen euro.
En zo weet je nu dat ik in Everbeek, deelgemeente van Brakel, tegen de grens met Henegouwen, ben geweest. Het heuvelachtige Everbeek is rijk aan waardevolle natuur en oeroude bossen, die verspreid liggen over het Everbeekse grondgebied en overgaan in de bossen van Flobecq. Ik herinner mij dat er in mijn kindertijd en jeugd veel volk uit mijn streek naar Flobecq trok om er te wandelen en de vele horecazaken op te zoeken. Wandelen in Everbeek is een belevenis van stilte en rust. De bossen liggen op getuigenheuvels in een typisch Vlaams Ardens kader met glooiende valleien en diep ingesneden dalen. Die getuigenheuvels ontstonden zo'n 10 miljoen jaren geleden toen de zeespiegel steeg en heel Vlaanderen onder water kwam te staan. Toen de zee zich uiteindelijk terugtrok door geologische veranderingen bleef er een typisch heuvellandschap achter ontstaan door de afzetting van ijzerhoudend zand.
Ook de Hotondberg is zo'n getuigenheuvel. Ik rijd er graag naar toe, naar het hoogste punt van Oost-Vlaanderen, 150 m boven de zeespiegel, voor het schitterend weids panorama en de beboste flanken. Bij helder weer zijn er 107 kerktorens waar te nemen. Na het binnengaan van het Hotondbos op het hoogste punt, krijg ik het gevoel dat ik in een amfitheater ben terechtgekomen, aan de rand van een diep dal met bomen in een cirkel errond. Het bos kent ook 3 verschillende bronniveau's. De hoogte waarop de bron ontspringt is bepalend voor de samenstelling van het water. De kabbelende bronbeekjes met kraakhelder water zijn een genot voor de oren in een stilte die overigens alleen verbroken wordt door het ruisen van de bladeren en het geluid van een dier. Net voor het verlaten van het bos staat er een vervallen bronnenhuisje. Het water van deze bron werd in het begin van de 20ste eeuw gebotteld in de bronwaterfabriek 'L'Hermitage' in de volksmond ''t waterkot' genoemd en geproduceerd onder de naam 'Pax'. In het lager gelegen gedeelte van het bos zijn er nog restanten te vinden van loopgraven uit de eerste wereldoorlog. Door de manier waarop ze zijn aangelegd zijn, denkt men dat deze site diende als oefenterrein. Doordat de bossen in de Vlaamse Ardennen heel oud zijn, stralen ze veel grandeur en mysterie uit. Als de bomen konden vertellen, ben ik er zeker van dat deze bossen de meest publiekstrekkende openluchttheaters zouden zijn,
Verder ben ik ook tweemaal naar het bos 't Ename dat een uitzonderlijk waardevol historisch-ecologisch gebied is, geweest. Deze keren om te wandelen en te ontdekken in groepsverband onder deskundige begeleiding van de werkgroep bos 't Ename. Het voordeel van zo'n begeleide wandeling is dat je op plaatsen komt die normaal gezien verboden terrein zijn en dat er halt wordt gehouden op plekken die je anders achteloos voorbij zou lopen. Deze avondtochten waren dus zeer boeiend en leerrijk. Het was ook heel interessant om te vernemen wat het streefdoel is van de werkgroep, het herstel van de biodiversiteit in een natuurlijk (akker)landschap en in een niet verstoord bosbiotoop. Een aardigheidje bij een avondwandeling is dat er met wat geluk een ondergaande zon te fotograferen valt.
Heel recent heb ik een avondwandeling meegepikt met Natuurpunt Oudenaarde plus in domein De Ghellinck in Elsegem deelgemeente van Wortegem-Petegem, onder leiding van de voorzitter. Een natuurpraatje dat werd afgewisseld met allerlei weetjes van de medewandelaars en een historische inbreng van de voorzitter van de Heemkundige Kring Bouveloo maakten deze avond ook zeer interessant. Bij ervaring weet ik dat ik veel beter luister tijdens een wandeling dan dat ik ergens op een stoel in een zaal moet gaan zitten.
Voorts was er in juni ook de inwandeling van de nieuw aangekochte percelen door Natuurpunt Waregem in de Gaverbeekse meersen (7,5ha) in Zulte onder leiding van een trotse en glunderende voorzitter en ook nog het bezoek aan het, door de geplande verruiming van de Leie bedreigde, Oude Leiereservaat in Kuurne beheerd door natuurpunt De Vlasbek.
Voilà, dat waren zowat de natuuruitjes van de maand juni tot halverwege juli. Het zijn natuurlijk niet de enige geweest. Ik laat mijn geliefde oude Leiearmen dicht bij huis niet in de steek. Als mijn spieren en gewrichten, die niet meer van de jongsten zijn alhoewel ik dit dikwijls denk, het toelieten zou ik nog veel meer en grotere tochten willen doen in de natuur. Maar vanaf een bepaalde leeftijd moet men leren tevreden zijn met hetgeen nog mogelijk is.
Ik kan niet meteen iemand bedenken die damherten niet mooi of aantrekkelijk vindt. Het moet fijn zijn om er zelf een paar te houden. Om van uit de keuken, tijdens het kuisen van de groenten of tijdens andere onaangename karweitjes de statige heren, trotse dragers van een gewei, hun lieftallige dames en de schattige kleintjes, die allemaal Bambi heten na de Walt Disney tekenfilm uit 1942, te kunnen bewonderen. Misschien zou ik dan liever in de keuken staan. Maar of het resultaat van mijn kookkunsten beter zou zijn is een andere kwestie. Ik denk dat ik mij te veel zou laten afleiden en nog vlugger het huis zou uitlopen, dan ik nu al doe met het gevolg dat een pan of pot op het fornuis wel eens vergeten wordt. Ik sta niet graag in de keuken. Nooit geweest. Maar nu maakt het niets uit. Er is niemand die mij tot iets kan verplichten. Wat dat verplichten betreft, mijn man heeft mij immers nooit tot iets verplicht. Hij vond het helemaal niet erg om zelf iets klaar te maken, als ik echt geen zin had om te koken of als ik te laat thuis was thuisgekomen nadat ik de tijd uit het oog verloren was ergens in de natuur en anders, was en is er een goede traiteur in de buurt, die schotels klaarmaakt naar wens. Wat was ik blij dat ik na het zesde leerjaar de humaniora mocht volgen omdat het in die tijd de enige richting was waar het vak koken niet op het leerprogramma stond. We moesten wel leren stikken en breien. Gelukkig had ik een fantastische moeder die mijn huiswerk 'snit en naad' deed en zelfs dat van mijn vriendinnen. Het aantal brassièrkes en andere kinderkledij die mijn moeder voor ons heeft gestikt en gebreid is niet op één hand te tellen.
Nochtans koken is een fijne hobby. Je kan er mensen mee verrassen en plezieren. Wel, Ik zal dat nu proberen te doen met een foto van een damhert in de vrije natuur. Eentje dat mag gaan en staan waar het wilt. Dat er donkere soorten bestaan, wist ik niet. Naar het schijnt, bestaan er zelfs heel bleke exemplaren. Bij een damhert denkt men althans meteen aan een lichtbruine vacht en witte stippen. Deze hinde keek verbaasd en ik schrok, niet uit schrik maar door het onverwachte moment. Ik heb mijn camera gericht en de knop ingedrukt zonder mij af te vragen hoe de instellingen waren, want veel tijd om na te denken, is er niet. Het was duidelijk dat ik niet de eerste mens was, die ze tegenkwam. Ze dwarste rustig de dreef en verdween in het struikgewas. En nu maar hopen dat het geluk aan mijn kant stond. Nat het bekijken van de prent op het computerscherm bleek het beeld mee te vallen. Soms moet men inderdaad vertrouwen op de factor geluk. Je moet daar al dat spel niet aan maken, zei mijn man dikwijls tegen mij.
De romeinen hebben de hertensoort terug naar Europa gebracht. In warme tijden leefden er roedels in centraal en zuidelijk Europa maar de laatste ijstijd die ca 117.000 jaar geleden begon en ongeveer 100.000 jaar duurde, heeft de dieren naar warmere oorden doen emigreren omdat er alhier te weinig voedsel te vinden was.
Waar ik mijzelf voor schaam is dat ik vroeger damhert gegeten heb op restaurant en het nog lekker heb gevonden ook. Ik eet tegenwoordig nog heel weinig vlees. Zo af en toe wanneer ik voel dat mijn lichaam er behoefte aan heeft. Het is een walgelijke gedachte dat de koeien en de varkens waar ik mee heb staan dollen op mijn bord terecht zouden komen; de paarden die ik heb staan bewonderen, de kippen die vrolijk tegen mij kakelden, de schapen die diep in mijn ogen hebben gekeken, de konijntjes die zo graag rennen en springen maar in een kotje op een rooster hebben moeten leven. Veel dieren, bestemd voor de slacht moeten dit afschuwelijke lot ondergaan. Ik gun iedereen zijn dagelijks stuk vlees eten, maar de manier waarop de dieren moeten leven en geslacht worden kan anders. Het overschakelen naar kleinschalige teelten is zowel voor het welzijn van de dieren, de biodiversiteiten en het klimaatprobleem een grote stap in de juiste richting. Dat zoogdieren een zeker bewust zijn hebben, ben ik van overtuigd sedert de bereidwilligheid tot poseren van de koeien in Leupegem. Lees mijn post van 27 juni 2019.
Bij de meesten onder ons staat er op de vensterbank een orchidee(ën) of heeft er ooit wel één gestaan. Of toch tenminste kreeg iemand er één cadeau of werd er één cadeau gedaan. Het zijn exemplaren gekweekt voor in een pot, steeds maar grotere en kleurrijkere hybriden. Maar orchideeën leven ook in het wild, zelfs in Vlaanderen. Ze zijn niet zo opvallend als de exemplaren die in de tropen gedijen, maar de bloemen zijn even mooi, maar kleiner. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de kleinere bloemen. Dus wie mij er één cadeau wil doen, dan liefst één met kleine bloemen. 't Is maar dat ge 't weet. 😉. De grootste angst van zo'n wilde orchidee of orchis is om vroegtijdig gemaaid of zelfs uitgegraven te worden. Dat betekent onvermijdelijk haar dood. Niemand wil toch zo'n zeldzame tot zeer zeldzame natuurlijke schoonheid zoiets aandoen. Iedere soort is uniek en aangepast aan een specifieke omgeving die in een tuin niet kan nagebootst worden. Dat is ook de reden waarom ze slechts op bepaalde plaatsen te vinden zijn. Jammer genoeg gaan hun overlevingskansen steeds verder achteruit. Een algemene verstoring van ons milieu door o.a. stikstofdepositie en bemesting laat bepaalde planten overmatig groeien waardoor traag groeiende planten in de kiem gesmoord worden. Een goed voorbeeld van zo'n snelgroeiende plant is het kleefkruid, dat aan een geweldige opmars bezig is en alle andere natuurlijke en waardevolle planten verstikt. Ik haat die plant en heb de neiging ze uit te trekken overal waar ik er zie staan. Zelfs insecten geraken verstrikt in het plaksel. Maar er zijn nog factoren die de diversiteit in onze natuur bedreigen, zoals uitdroging, intensieve landbouw, versnippering van het landschap e. a. Gelukkig zijn er natuurreservaten die via een jarenlang gepast beheer zeldzaam geworden flora en fauna nieuwe kansen geven. Bij deze wil ik mijn groot respect en dank uitdrukken aan de medewerkers, voor het merendeel vrijwilligers van natuurverenigingen die sterk gedreven strijden voor natuurbehoud en derhalve ook voor ons welzijn en welbehagen. Orchideeën hebben echter nog een eigenaardigheidje waardoor ze slechts in bepaalde gebieden te voorschijn komen. Hun zaadjes waarvan elk zaaddoosje er duizenden kan bevatten zijn zeer klein en kunnen gemakkelijk door de wind kilometers ver verspreid worden. Doordat een zaadje zo miniem is, bevat het praktisch geen voedingsstoffen waardoor ontkieming niet mogelijk is behalve als er in de grond waar het zaadje terecht komt een bepaalde bodemschimmel aanwezig is die via chemische processen het zaadje de nodige voedingsstoffen toedient opdat het zich zou kunnen ontwikkelen. In den beginne profiteert het voorstadium van de orchis voor 100 procent van de schimmel die zelf zijn voedsel maar moet zien te vinden bij andere planten of in humus totdat de jonge orchis zelf bladgroen heeft ontwikkeld en bijgevolg zelf kan instaan voor haar energiebehoefte door het licht van de zon te benutten voor de aanmaak van suikers. Dit chemisch proces wordt fotosynthese genoemd. Gedurende de verdere groei van de orchis blijven haar wortels toch geassocieerd met een bodemschimmel, waarmee ze een samenlevingsovereenkomst gesloten heeft. De schimmel blijft de orchidee voorzien van essentiële voedingselementen, terwijl de orchidee als tegenprestatie de schimmel suikers bezorgt. Ze leven in symbiose. De één kan niet zonder de ander. Op die manier leven ook sommige schimmels en bomen samen. Een perfect huwelijk dus.
Voor zover het moeilijke stuk van het verhaal.
Wat maakt een orchidee nu zo speciaal? Natuurlijk haar veeleisendheid aan de bodem, maar het zijn vooral de bloemen die tot de verbeelding spreken tenminste als je de moeite doet om de veeleer kleine bloemen van dichtbij te bekijken. Ze zijn door de natuur ontworpen met als doel insecten te lokken. Het kroonblad midden onder heeft zich ontwikkeld tot een lip waarop insecten gemakkelijk kunnen landen. En als de orchis daarbij nog een aangename geur verspreidt, wordt zij helemaal onweerstaanbaar. De lip van de bokkenorchis kan wel 6 cm lang zijn. Bij sommige orchissen ligt de lekkere nectar, het zoete goedje waar insecten gek op zijn voor het rapen, maar bij andere orchissen ligt die helemaal achteraan in de bloem waardoor enkel insecten met een lange roltong kunnen bediend worden. Terwijl het insect van het lekkers eet, krijgt het wat stuifmeel over zich heen die het hopelijk naar de stamper van een andere liefst gelijksoortige orchis brengt en op die manier heeft een bevruchting plaats. Het klassieke verhaal van de bloemetjes en de bijtjes. Zoals ik al eerder aangaf, vind ik de bloemen van de orchissen tot de verbeelding spreken. Ze zijn mysterieus, bekoorlijk, aanlokkelijk, sensueel. Ik vind ze allemaal wijd gapen. Sommigen bloemen hebben een markies boven hun opengesperde keeltje waardoor ze wel op winkeltjes of bordelen lijken. Anderen gaan nog een stap verder en versieren hun etablissement met wimpels waarmee ze de schijn geven nog meer volk te willen lokken. Andere bloemen hebben dan weer de vorm van poppetjes met een kap op het hoofd al dan niet met seksuele ondertoon. Eén van de orchideeën met mooiste bloemen is de moeraswespenorchis. Zij draagt een frivool wit kanten slipje, maar is zeker geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, vooral al ze haar tanden toont. En zo kan ik mijn fantasie bij het bekijken van iedere orchis de vrije loop laten gaan. Ik denk niet alleen aan sex hoor als ik een orchis aanschouw. Mijn deugdelijke en speelse ik ziet evengoed nonnetjes, kabouters, harlekijnen , clowns, zelfs Hollandse kaasmeisjes en andere toffe figuurtjes en snoetjes. Leuk toch! Als echte femmes fatales schuwen orchissen ook de list en het bedrog niet om bestuivers te misleiden. Neem nu de bijenorchis. Zij moet een andere tactiek toepassen om insecten te verleiden, want zij bezit geen nectar. Met een beetje verbeeldingskracht lijkt de bloem ietwat op een bij. Het gerucht gaat dat mannelijke wilde bijen er ook zo over denken en hun uiterste best doen om te paren met de onderlip van de bloem, denkende dat dit een vrouwtjesbij is. Nog voor de mannetjesbij beseft dat hij een blauwtje heeft opgelopen, heeft hij reeds wat stuifmeel over zijn lichaam gekregen dat hij later zal deponeren op de stamper van een andere bijenorchis. De bijenorchis zal echter niet treuren als de mannetjesbijen de valstrik doorhebben, want ze kunnen perfect zichzelf bevruchten. Handig!
Dit jaar hebben ik tot mijn groot genoegen een aantal orchissen, die ik nooit eerder te zien kreeg, kunnen fotograferen. Derhalve kreeg ik in vertrouwen informatie door, waarvoor mijn grote dank.
Welke orchis vind ik nu de mooiste? Ze zijn allemaal even mooi in hun eigenheid. De bergnachtorchis vind ik wel een toonbeeld van elegantie en verfijning en de bokkenorchis, dat is een kanjer.
Het bloeiseizoen loopt stilaan ten einde. Wie geen orchis heeft kunnen spotten, hoeft niet meteen te treuren. De brede wespenorchis, een orchis die niet zeldzaam is en overal groeit, moet nog aan haar bloei beginnen. Zoals vele orchissen is zij ook niet zo opvallend, en wordt soms aanzien als onkruid en bijgevolg vernietigd. Maar wie haar laat uitgroeien tot een volwaardige plant, maakt kennis met een echte wilde orchis mèt karakteristieke prachtige bloemen.
Het meeste van wat ik hierboven geschreven heb, is het resultaat van opzoekingswerk, dat ik geprobeerd heb samen te vatten. Het is een moeilijke materie en deze resumé is zeker niet volledig. Iedereen mag zich vrij voelen mij te corrigeren of dingen toe te voegen.
Ik ken niet alle orchideeën bij hun exacte naam. Determinatie is vaak specialistenwerk omdat er veel hybriden opduiken, kruisingen tussen soorten en zelfs tussen geslachten.
Om zeker te zijn zou ik wat DNA moeten afnemen. Het proces is wel een stuk ingewikkelder dan met een staafje langs de plant strijken. Ik heb het Lieven Scheire ooit zien doen bij een kiwi. Maar wat ben je met DNA als je de databank niet kan raadplegen. Als rechtschapen persoon laat je de orchissen met rust. Door gewoon mooi te zijn, worden er geen strafbare feiten gepleegd.