geen goud, geen zilver, geen brons, maar gewoon ijzer de belevenissen van een Waaslandse triatleet, op weg naar z'n volgende Ironman
31-05-2009
trots
De Antwerp Ironman kan dit jaar rekenen op een indrukwekkend deelnemersveld. Er komen maar liefst zes winnaars van een Ironman aan de start. Er komen vijf Belgische toppers aan de start op 2 augustus. Rutger Beke, Marino Vanhoenacker, Luc Van Lierde, Frederik Van Lierde en Bert Jammaer strijden voor de titel van beste Belg. Jammaer won dit jaar nog de Ironman van Lanzarote. Met de Est Ain Alar Johanson en de Australiër Mitchell Anderson strijden er ook buitenlandse toppers mee voor de overwinning. Een mens zou van minder gemotiveerd geraken. En ook al heb ik eigenlijk nog niet echt iets gepresteerd, toch geeft het een gevoel van trots dat ikzelf ook deel ga mogen uitmaken van dit sportevenement.
De Geel triathlon is ondertussen bijna twee weken geleden. En ik ben nog altijd een beetje aan het genieten. Maar daarom niet minder aan het trainen, integendeel. Vorige week - de week onmiddellijk na de wedstrijd - heb ik wel zelf aan Rudi en Mieke gevraagd om een rustweek in te plannen. Een mens wordt wijzer met de jaren. Het moet zo zijn, want zoiets zou ik vroeger nooit uit mezelf gevraagd hebben. Nu dus wel. M'n lichaam smeekte echt om rust. Niet alleen omwille van de wedstrijd. Maar evenzeer door de hectische week en de trainingen ervoor. Daarom werd deze week in elk geval een intensieve week. En dat komt eigenlijk ook prima uit met die twee dagen verlof erin, gisteren en vandaag. Ik denk dat het zelfs de meest intensieve week is tot nu toe. Want zowel in het zwemmen, het fietsen als het lopen mogen de trainingen en vooral het volume er zijn. Vooral in het fietsen, is deze week geen week als een ander. Met de training van zondagmorgen erbij, zal ik net boven de 300 km uitkomen. Het is al jaren geleden dat ik nog zo'n weektotaal bijeen fietste. En dan zaten er bovendien nog eens twee pittige trainingen in. Een korte training met 10 keer een redelijk lange helling (Temse Veldstraat) stoempend op de grote plateau naar boven. Maar die was niets vergeleken met veruit de zwaarste training deze week: 120 km met daarin 6 keer een kwartier aan wedstrijdtempo. Tja, in het schema stond "zeker 4 keer", dus heb ik het zekere voor het onzekere genomen en het 6 keer gedaan ;-). Neen serieus, in het fietsen kan ik me zoiets wel permitteren. In het lopen zou ik zoiets niet (meer) doen. Ik heb het dan ook wel mogen voelen achteraf. Toen ik thuis kwam, was het vat echt wel af. Maar de recuperatie was wel ok en gaf me een goed gevoel. Morgen ga ik m'n derde looptraining deze week doen: 20 km. Ik zie er ongeloofelijk naar uit om nog eens meer dan anderhalf uur te mogen lopen. Het is dan ook al geleden van juni vorig jaar - toen de marathon van Eindhoven nog op m'n planning stond - dat ik nog eens een dergelijke afstand gelopen heb. Lange duurlopen zullen vanaf nu al eens meer op de planning staan, denk ik. En dat zal ook wel moeten als ik begin augustus nog een deftige halve marathon uit m'n benen wil kunnen schudden. Ik vind het ook wel een tof gevoel dat m'n trainingen stilaan meer en meer in functie van de Marc Herremans Classic beginnen te staan. Sinds enkele dagen zijn er trouwens weinig of geen trainingen meer waarbij 2 augustus niet een paar keer door m'n gedachten gaat. Op 10 weken van D-day mag dat ook wel.
De eerste kilometers op de fiets gingen niet zoals ik gehoopt had. Ik reed wel de snelheid die ik wou rijden, maar met veel te veel moeite. Te veel moeite om een dik uur te kunnen volhouden. Ik was waarschijnlijk wat teveel opgewarmd geraakt tijdens het zwemmen ;-) Gelukkig duurde dat mindere gevoel niet echt lang en geraakte ik na een tiental minuten toch deftig in mn ritme. Het was wel iets heel anders dan in Oostende. En dan heb ik het niet over de afstand die nu het dubbele was, maar over het parcours. Een aanloopstrook van 12 km en dan twee rondes van ongeveer 14 km. Ik weet trouwens niet waar de organisatie die 38,6 km vandaan haalde, maar ik heb, op enkele honderden meters na, wel 40 km gefietst. Afstand meten blijkt niet hun sterkste kant te zijn, want ook de beloofde 9,6 km lopen bleek, op enkele tientallen meters na, wel 10 km te zijn. Het fietsparcours dan. Gelukkig zaten er wel mooie rechte stukken in. Maar ook heel wat bochten, vooral rond de wisselzone. Er zat ook één kleine helling in, die we drie keer over moesten. Zoals verwacht werd het fietsen voor mij één grote inhaalrace. Zalig! Dat heeft er natuurlijk alles mee te maken dat ik laat uit het water kom. Maar op die moment doet dat er niet toe en geeft het, keer op keer als ik iemand inhaalde, een goed gevoel. Zelf werd ik door niemand ingehaald, enkel helemaal op het einde door de eerste vier in de wedstrijd. De eerste had dan ook een gemiddelde van 42 km/h. Jawadde. Mijn eigen gemiddelde was uiteindelijk beter dan ik verwacht had: 36,6 km/h. Dat is bijna hetzelfde dan in Oostende voor het dubbele in afstand. Het moet zijn dat de wind dan toch een hele grote rol gespeeld heeft in Oostende, want daar heb ik amper zes bochten moeten nemen en zat er, buiten een kleine stukje vals plat, niets van hellingen in. En ik had nu zelfs het gevoel dat het nog iets sneller kon, maar met de 10 km lopen die nog moesten komen, heb ik toch een heel klein beetje reserve gehouden. Houd het stil, want dat zal Rudi niet graag horen ;-) Wat het geweest zou zijn, mocht ik tijdens het fietsen echt tot tegen mn limiet gereden zou hebben, weet ik niet. Maar achteraf gezien, bleek dat beetje reserve houden, toch niet zon slechte beslissing. Het bleek immers zelfs onvoldoende om een deftige 10 km te lopen.Ik was nochtans beter van plan. De eerste honderden meters ben ik begonnen aan 4:00 per km. Maar ik kon het tempo gewoon niet aanhouden. De eerste kilometer bleek ik uiteindelijk nog maar aan 4:18 gelopen te hebben. En dan ging het verder bergaf. Ik was al tevreden dat ik mn snelheid niet lager moest laten zakken dan 4:30 per km. Waar ik voor gevreesd had ... de maag. Maar het was niet alleen de maag. De benen konden ook gewoon niet meer mee.Halverwege ben ik er dan toch in gelukt om terug wat sneller te lopen en ging het terug richting 4:15 per km. Maar na een goeie kilometer, moest ik het terug bekopen en zakte mn snelheid terug.Het rare was wel dat ik me mentaal wel ok voelde. Misschien kwam het omdat ik toch regelmatig nog lopers kon inhalen. Misschien ook omdat ik ook het gevoel had dat ik - alhoewel ik niet sneller kon - ook niet verder zou moeten vertragen om die 10 km ging kunnen uitlopen. Daar was ik zeker van. De derde en laatste ronde, kreeg ik zelf het gevoel dat ik terug sneller zou kunnen. Eindelijk opgewarmd ;-) Zo leek het wel. Het bleef immers niet bij een gevoel. Langzaam maar zeker kon ik ook terug versnellen. Tot mijn grote verbazing ging de voorlaatste kilometer terug aan 4:10 per km en de laatste kilometer zelfs aan 3:48 per km. Strange. Maar terzelfdertijd gaf - en geeft het me ook nu nog, een enorm goed gevoel. En ik hoop dat het een teken is dat ik geen schrik moet hebben van de langere afstand. Integendeel. Laat die halve Ironman maar komen ... als opwarmer voor meer.
Een doorwinterde triatleet zal elke wedstrijd die hij of zij doet waarschijnlijk in enkele korte zinnen kunnen samenvatten. Voor een groentje als mij ligt dat iets anders. Ik heb nog zoveel te leren. En gelukkig heb ik zondag in Geel ook heel veel geleerd dat ik in één verslag niet alles verteld krijg. Daarom ga ik het deze keer enkel over het zwemmen hebben. Maar eerst toch even mijn totale resultaat: 182ste van 305 deelnemers met een eindtijd van 2u20'43". Neen, ik ben niet tevreden. Ik ben héél tevreden. Het zwemmen dan. De eerste keer in open water was sowieso een enorme uitdaging voor mij. Ik dacht dat het altijd betekende dat we rond een boei zouden moeten zwemmen: heen en terug. Maar Rudi had me al te kennen gegeven dat het ook kon zijn dat we gewoon anderhalve kilometer rechtdoor zouden moeten zwemmen. En het was inderdaad van dat. Heel goed als je met de stroming mee mag zwemmen. Guess what? Niet deze keer, alhoewel er gelukkig wel heel weinig stroming stond. Ik had me in de start niet volledig achteraan gezet, maar toch voldoende achteraan in de hoop om vanaf de start zo correct mogelijk te kunnen zwemmen. Me niet opblazen maar focussen op m'n techniek. Zwemmen? De eerste minuten alvast niet. Alles uit de kast halen om niet te verzuipen. Jongens toch. Techniektraining zwemmen? Nog nooit van gehoord. Daar kreeg ik gewoon geen enkele kans voor. Voeten, knieën, ellebogen, ... Noem maar op. Alles heb ik gezien. Alles heb ik gevoeld. Ademhalen? Naar adem happen, tussen een paar borrels door. Om de drie slagen ademhalen zat er ook al niet in. Ik denk dat het wel vijf minuten geduurd heeft vooraleer ik het gevoel kreeg dat ik een beetje deftig aan het zwemmen was en me effectief om m'n techiek kon concentreren. Nog twee dingen gingen toen niet zoals ik het wou. M'n ademhalng zat niet goed. In de tumultueuze start - voor mij althans - had ik me volledig opgeblazen. Een tweede probleem is dat ik extra meters aan het zwemmen was: alles behalve rechtdoor. Ook hier hadden zowel Rudi als Mieke me gewaarschuwd. Het weten is één. Het doen is nog iets anders. Niets aan te doen. Gewoon doorgaan en wel zien waar ik uit kom. Uiteindelijk het het water gesukkeld, nadat ik met m'n appel tegen één van de laatste boeien gezwommen was, in plaats van direct in de richting van het trapje te zwemmen. Toen ik uit het water kwam en in de wisselzone liep, merkte ik dat ik echt wel diep gegaan was. Al half choco en de wedstrijd moest - voor mij zeker - nog beginnen. Toen ik in de wisselzone m'n wetsuit aan het uittrekken was, schoot er al een kramp in m'n rechterkuit. Dat zal waarschijnlijk door het koude water (15°) geweest zijn, denk ik. Na een paar aanmoedigingen van Christel, London, m'n pa en Roeland, de fiets op. Achteraf hoorde ik dat m'n pa me tijdens de wissel vertelde dat ik minder dan 30 minuten gezwommen had. Normaal zou ik zoiets onmiddellijk horen, nu niet. Ik vertrok op m'n fiets zonder enig besef van m'n tijd in het zwemmen. Klaar om de beentjes te laten werken. Klaar om er een lap op te geven. Zonder het te beseffen was het zwemmen dus wel heel goed gegaan: net onder de 28 minuten. Alhoewel de eerlijkheid me gebied te zeggen dat Rudi aan de eindtijd van de eerste ziet dat het minder dan 1.500 meter geweest moet zijn. Hoeveel minder weet ik niet. Misschien voor mij niet echt veel minder met al dat zigzaggen, in plaats van rechtdoor te zwemmen ;-)
Bij m'n vorige wedstrijd in Oostende had ik mezelf voor elk van de drie onderdelen een doel gesteld. Dus waarom zou ik dat voor de wedstrijd van aanstaande zondag in Geel niet doen? Wel, misschien omdat ik eigenlijk één grotere betrachting heb: uitgerust aan de start verschijnen. De voorbije week is al het één en het ander geweest. Iets te veel van het goede. Niet zo zeer wat trainingen betreft, maar al de rest. Voor het werk drie business trips en ook nog eens naar een Depeche Mode concert in Luxemburg en dat allemaal op vijf dagen. Geen echte verrassing dat de fut er op dit moment eventjes uit is. Ik heb al één (zwem)training laten vallen. En misschien had ik beter nog een andere training laten vallen. Maar voor een schemafreak zoals ik moet er nu eenmaal al heel wat gebeuren vooraleer ik minder train dan wat het weekschema voorschrijft. In ieder geval staat het al vast dat ik, vanaf nu tot zondag - buiten een uurtje losfietsen zaterdag - niets meer doe. Op die manier moet het wel lukken om zondag toch fit aan de start te verschijnen. Dus back to business ... de doelen voor zondag: - zwemmen: minder dan 33 minuten - fietsen: 35 km/h gemiddeld - lopen: binnen de 42 minuten Als ik er dan ook nog eens in slaag om niet te veel tijd te verliezen tijdens de wissels, zou een eindtijd van tweeëneenhalf uur een heel mooi resultaat zijn. Dat zou dan bovendien zeven minuten beter zijn dan zes jaar geleden op de Steratlon in Sint-Niklaas, waar dan tijdens het fietsen zelfs nog gestayerd mocht worden. Zes jaar later en zeven minuten sneller. The future looks bright ...
Triathlon en verrassingen. Voor mij zijn het twee dingen die blijkbaar onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In Oostende was het al bingo toen ik een uur vóór de start te horen kreeg dat er zonder wetsuit gezommen moest worden. Nu is Geel blijkbaar aan de beurt. M'n wedstrijdplanning voor dit jaar was immers heel zorgvuldig opgemaakt, volledig in functie van de Ironman 70.3 in Antwerpen op 2 augsutus. Eerst in Oostende 800 m zwemmen, dan in Geel 1.000 m - de eerste keer in open water - en tenslotte in Hamme 1.500 m. Een mooie, geleidelijke opbouw om me voor te bereiden op de 1.900 m zwemmen in het Galgenweel op Linkeroever. Dat dacht ik maar. Ik las zonet op de site van de Geelse triathlon dat het potverdorie 1.500 m zwemmen is. Als ik terug denk aan die 800 m in Oostende, kan ik maar één ding zeggen: sh*t, dat is veel te vroeg. Voor die afstand - en dan nog in open water - ben ik nog niet klaar. Niets aan te doen, I know. En beter dat ik het nu weet, dan dat ik het pas zondag te horen zou krijgen. M'n wetsuit zal meer dan ooit mijn steun en toeverlaat moeten worden om me drijvende te houden. Ik heb nog niets terug gevonden in hun reglement over limiettijden voor het zwemmen. Hopelijk zijn die er niet, want dat zou pas een echte verrassing zijn. Eentje waar ik minder om zou kunnen lachen.
Sinds kort is de website van Marc Herremans volledig vernieuwd. Er staat een filmpje op over zijn deelname aan de Ironman in 2006. Over een kippenvelmoment gesproken ... Niet te doen. Ik mag niet te veel naar van die dingen kijken of ik zou mij nog durven inschrijven voor een volledige Ironman dit jaar ;-)
Een uitgebreidere analyse van een wedstrijd, dan wat Rudi en Mieke, op m'n blog hebben achter gelaten, kan een mens zich nauwelijks wensen. En toch zou ik er nog één ding aan willen toevoegen. Want als er iets is wat ik afgelopen zaterdag in Oostende heb geleerd, is het dat ik nog heel veel te leren heb. Nogal een geluk dat we het een beetje als een daguitstap naar zee hadden opgevat en daardoor vrij vroeg arriveerden. Want die tijd heb ik meer dan nodig gehad. Het was bij momenten hilarisch hoeveel keer ik heen en terug naar de auto ben gemoeten om iets te gaan halen, iets te gaan terug leggen, iets te halen dat ik vergeten was, ... Ik had nochtans een checklist gemaakt. Zonder checklist was het waarschijnlijk nog erger geweest. Het was dan ook niet verrassend dat de wissels zelf, vooral die van het zwemmen naar het fietsen, klungelachtig verliepen. Maar dat viel dan eigenlijk nog mee in vergelijking met de tijd die ik nodig had om me voor te bereiden en alles in de wisselzone klaar te zetten. De eerste keer in de wisselzone ben ik teruggekeerd omdat ik, eens m'n fiets daar weggezet, m'n fiets niet meer mocht terugnemen om te gaan opwarmen. Toen ik me de tweede keer aanbood, mocht ik niet binnen omdat ik m'n koershelm niet goed op had. En ga zo maar door. Het leek met momenten wel het Uur van de prutser (voor de niet-kenners, click on the link). Maar gelukkig bleek ik achteraf wel een tevreden prutser te zijn. En hoe meer dingen ik nog kan bijleren, hoe liever ik heb. It keeps me going.
Zaterdag was het zover. Mijn eerste triathlonwedstrijd van dit jaar: 800 m zwemmen, 20 km fietsen en 5 km lopen. 800 m zwemmen is voor mij wel een behoorlijke afstand. In tegenstelling tot het fietsen en het lopen.Dat is echt wel kort voor mijn doen. Bijgevolg was het advies van de coach weinig verrassend: vlammen! En als de coach iets zegt ...
Ik was er volledig klaar voor en had er verschrikkelijk veel zin in.Even kwam er toch een kleine domper op de feestvreugde, toen een klein uurtje voor de start Het is verboden met wetsuit te zwemmen plots door de luidsprekers schalde. Lichte (lees: grote) paniek. 800 m zonder wetsuit, zonder pull buoy. Hoe moest ik dat in godsnaam voor mekaar spelen? Niets aan te doen. Ik had niet veel keuze. Try not to drown en gewoon even niet meer aan mn eerste doel bij het zwemmen onder de 18 minuten blijven denken. Well see. Verdomme toch.
Exact om 14u22 begon ik eraan. Na amper een paar minuten werd ik al door de volgende triatleet die een halve minuut na mij gestart was ingehaald. Niet dat ik daar van wakker lag. Er zouden er nog wel meer volgen, dacht ik. Een raar genoeg duurde het tot helemaal op het einde voor een volgende atleet me voorbij zwom. Of het moet zijn dat ik het gewoon niet gemerkt heb. Ik probeerde gewoon zo goed mogelijk te zwemmen. Een echt slecht gevoel had ik niet. Maar met momenten ging ik toch wel zo diep gelukkig niet letterlijk ;-) dat ik af en toe serieus naar adem moest happen om verder te kunnen. Toen ik uit het zwembad kwam, controleerde ik onmiddellijk mn tijd: 17 minuten en een paar seconden. Hé? Een eerste adrenalinestoot.
Al lopend naar de wisselzone en bijna op mn smikkel gegaan. Na een veel te lange wissel, zat ik eindelijk op mn fiets en kon ik beginnen aan 3 toeren van 6,66 km. Het eerste stuk van elke toer met de wind op kop. Het tweede stuk terug met de wind in de rug. Wind, wind, wind. Geen polderwind, maar zeewind. Man, man, man. Op een bepaald stuk vals plat tegen de wind ik, lukt het me één keer zelfs niet om boven 30 km/h te blijven rijden. Op een ander stuk meewind, lukte het me dan wel om 50 km/h te halen. Een tweede adrenalinestoot. Klagen doe ik niet, want eigenlijk heb ik het graag zo en is dat echt wel mn ding. Wat van veel anderen precies niet gezegd kon worden. Vooral in het stuk tegenwind, haalde ik de ene na de andere in. Ik ben de tel kwijt geraakt. Zalig. Een paar keer checkte ik ook mn gemiddelde snelheid. En die zat goed. Heel goed. Achteraf bleek het net geen 37 km/h te zijn. Ook al was het maar 20 km, maar wel zonder stayeren. Daar ben ik best tevreden mee.
De tweede wissel (van het fietsen naar het lopen) ging wel vlot. De lock laces deden heel goed hun werk. Vanuit de wisselzone ging het direct de zeedijk op met de wind pal op kop gedurende 2,5 km om dan rechtsomkeer te maken. De eerste kilometer ging goed, misschien zelf iets te goed. Want de volgende kilometers kreeg ik wat moeilijker en ging mn snelheid lichtjes naar beneden. Ik had mezelf voorgenomen de laatste kilometer nog aan 4:00 per km te lopen. Dat was dan wel in de veronderstelling dat ik de ganse 5 km niet binnen de 20 minuten zou kunnen lopen. Uiteindelijk bleek het 19:19 te zijn. Yes! Net zoals bij het fietsen. De ene na de andere oprapen. Een derde adrenalinestoot.
Na 1 uur 15 minuten en 32 seonden was het gedaan met de fun. Moe maar voldoen. En heel tevreden. In alle drie de disciplines mn doelen lichtjes verpulverd. Een mooier debuut kon ik me niet wensen. Op naar de volgende wedstrijd.
Ik zou aan mezelf beginnen twijfelen, mocht ik niet stilaan voor mezelf uitgemaakt hebben wat m'n doel is voor aanstaande zaterdag in Oostende. De wedstrijd uitdoen ... yeah right. Om te beginnen misschien wel, maar niet om te eindigen. Wat dan wel? Here we go: - Zwemmen: Minder dan 18 minuten, ook al zegt de coach dat ik het, met wetsuit, op 16 minuten moet kunnen. Geen klein verschil in verwachtingen. - Fietsen: Gemiddeld 35 km/h, wat maar een beetje minder is dan wat de coach vindt wat ik moet kunnen (36 km/h). Ik denk dat de zeewind meer zal bepalen hoe snel het kan gaan. - Lopen: Beginnen aan een deftig tempo en m'n laatste kilometer aan 15 km/h zou mooi zijn. Ook al ik het voor de coach pas goed als ik de 5 km op minder dan 20 minuten doe. Voilà. Meer valt er niet te doen zaterdag. Twee wedstrijdverslagen en dat nog voor de wedstrijd begonnen is. Het is eens wat anders.
Na twaalf techniektraingen zou ik er klaar voor moeten zijn. Elke techniektraining heeft op me op haar manier iets bijgeleerd. Veel bijgeleerd. Heel veel om te onthouden. Niet teveel. Want het onthouden lukt best wel. Maar het ook effectief uitvoeren, dat is een ander paar mouwen gebleken. Dat ik nooit een straffe zwemmer zal worden, dat wist ik al. Dat het nog heel veel meters zwemmen en uren geduld zal kosten om beter te worden dan nu, dat staat vast. En volgende zaterdag zal ik nog meer bijleren. In de eerste van m'n vier triathlonwedstrijden dit jaar, zal ik een idee krijgen wat voor mij in wedstrijden een normale zwemsnelheid blijkt te zijn. Logisch dat ik daar enorm benieuwd naar ben. Maar nog meer benieuwd ben ik naar tal van andere dingen. Of de wissels wat ordentelijk gaan verlopen. Hoe het fietsen me gaat vergaan. En hoe, na de fietsproef, m'n benen tijdens het lopen gaan aanvoelen. Het zal misschien het gedacht van de moment zijn. Maar - ook al is het maar een 1/8 triathlon wedstrijd - toch zie ik er meer naar uit dan naar de loopwedstrijden, die ik de voorbije jaren heb meegedaan. Een groot verschil is dat nu alles kan en niets moet. Met een loopwedstrijd was er altijd wel een snelheid of een tijd, die ik moest verbeteren. Lukte dat niet, dan had ik achteraf een slecht gevoel. Gelukkig is dat niet teveel gebeurd. Maar nu zal dat zeker niet het geval zijn. Van de eerste tot de laatste seconde wordt het genieten. En na de wedstrijd blijft het genieten en al uitkijken naar de volgende wedstrijd.
Ja, ik ben zelf ook wel reuzebenieuwd naar m'n zwemtijd in Oostende met wetsuit. Heel stiekem droom ik van een tijd onder de 16 minuten voor die 800m. Maar ik besef ook dat ik me dat doel eerder stel als motivator dan als iets wat ik nu reeds kan bereiken. Ik zie wel waar ik uit kom. Wat ik moet verwachten van die 20 km fietsen, daar heb ik eigenlijk niet echt een idee van. De reacties op m'n "outing" dat ik in Oostende tijdens het lopen niet voluit wil gaan, kunnen tellen. Bedankt Rudi en Wim. Dan wilt een mens al eens verstandig doen ;-) Terug over dat zwemmen. In het zwemschema voor m'n eerstvolgende training stond iets waar ik toch wel even van schrok. Ik heb al een paar keer lengtes gezwommen waarbij ik maar om de vijf slagen kom ademen, i.p.v. om de drie slagen. Niet gemakkelijk. Maar na een paar trainingen ging het wel al beter dan in het begin. In m'n zwemschema staat nu een oefening waarbij ik om de zeven slagen maar mag komen ademen. Jawadde. Ik zal de redder alvast op voorhand verwittigen wat ik van plan ben ;-) Wordt vervolgd ... hopelijk ;-)
Ook de tweede week van de Paasvakantie wordt een intensieve week. Volgende week wordt een rustweek in afwachting van m'n eerste traithlonwedstrijd in Oostende zaterdag 25 april. Alhoewel het wel niet zo'n erge rustweek zal zijn, denk ik, omdat het toch maar om een 1/8 triathlon gaat. Een intensieve week of niet. Ik zal deze week in ieder geval geen 7 km zwemmen zoals vorige week. Alhoewel ik vandaag wel al goed begonnen ben. Tot mijn eigen verbazing stelde ik gisteren vast dat het Wezenberg zwembad vandaag, op Paasmaandag, toch open was. En het werd warempel m'n eerste zwemtraining in het Wezenberg zwembad met echt weinig volk. Ik had er beetje op gehoopt omdat het zo'n rare dag was. En ik was vanmorgen niet alleen de eerste in het zwembad, maar toen ik gedaan had, rond acht uur, waren er nog steeds maar een tiental zwemmers. Echt zalig om eens zo rustig te kunnen zwemmen in een 50m bad. Vóór de middag ben ik nog 70 kilometer gaan fietsen. Rustig aan. Behalve een stuk van ca. 15 kilometer dat redelijk intensief ging. Ik was sowieso van plan om een stukje van de training wat harder te rijden. Na zo'n 40 kilometer zag ik (in de Polder) in de verte plots een klein pelotonnetje rijden. Een ideale gelegenheid om te versnellen en er naar toe te rijden. Alhoewel het wel even tegen viel. In het begin had ik de indruk dat ik niet echt dichterbij kwam en dan wordt het mentaal even lastig. Tot op het moment dat je merkt dat je toch, beetje bij beetje, nadert. Toen ik erbij kwam, zat ik zo goed in m'n tempo dat het "erop en erover was". En m'n gedacht werd bevestigd dat ze zelf toch ook redelijk goed doorreden. Goed voor de moral ;-) Ook deze week ga ik het, qua lopen, nog zeker rustig aan doen en geen enkel risico nemen. De voorbije week heb ik maar 25 km gelopen en dat zal deze week niet anders zijn. Gelukkig merk ik wel al een beetje verbetering, in die zin dat het ambetante gevoel in m'n knie buiten het sporten toch wel al verbeterd is. Tijdens het lopen zelf, hindert het nog steeds, maar gelukkig is het nog steeds geen pijn, ook al ben ik ondertussen toch blijven lopen. Over m'n tijd in Oostende moet ik me alvast niet teveel zorgen maken. Spijtig, maar ik ga tijdens het lopen zeker niet voluit gaan. Geen kwestie van kunnen, maar van niet willen. Hoe ik het ga aanpakken, weet ik nog niet goed. Daar kan ik nog rustig een week over (na)denken i.p.v. te denken aan alle chocolade eieren die sinds enkele dagen ons huis teisteren ;-(
Wat gaan ze nu in godsnaam nog uitvinden om hem te blijven ambeteren en om hem, in het slechtse geval, niet te laten starten in de Tour de France? Het zou bovendien al de 24ste dopingcontrole buiten competitie geweest zijn, sinds hij zijn comeback vorig jaar aangekondigd heeft. Ik zou graag eens weten hoeveel keer het AFLD andere renners controleert buiten competitie. Vooral hun eigen landgenoten of de landgenoten van Fuentes. Straf dat zo extreem focussen op één enkele renner door een officiële organisatie zomaar kan. Een mens zou van minder gek worden. En wat voor controles dat dan nog allemaal zijn die ze uitvoeren. Blijkbaar is urine of bloed tegenwoordig al niet meer voldoende, maar moet hij af en toe ook een beetje haar geven. En te weten dat tegelijkertijd de onvolprezen voetballerkes zich onheus behandeld voelen als het WADA de wherabouts-regel eindelijk ook op hen wil gaan toepassen. Iedereen gelijk voor de wet? De ene al wat gelijker dan de andere, blijkbaar. Voor de geïntesseerden staat er een videoboodschap op het web, waarin Lance het hele Showergate verhaal uit de doeken doet.
Deze week is een zwemweek. En nog geen klein beetje. Of Rudi en Mieke dat nu sowieso gepland hadden of dat het puur een gevolg is van mijn knieperikelen, waardoor het aantal loopkilometers deze week minder is dan gemiddeld, weet ik niet. In ieder geval zal ik m'n zwemschema's maar kunnen afwerken (hebben) met de hulp van twee halve dagen verlof deze week. Vier zwemtrainingen in één week doen, is in de voorbije maanden ook wel al eens een keertje gelukt. Maar nog nooit met hetzelfde aantal kilometers dan deze week. Morgenvroeg rond 9 uur zal ik in het Wezenberg zwembad immers aan een totaal van zeven kilometer komen voor deze week. En geloof me, dat is voor mijn doen echt wel veel.<BR>Tijdens m'n training vandaag in het Sinbad besefte ik nochtans dat het helemaal niet overdreven is om vier keer te zwemmen op een week. Tenminste als je een beetje een deftige zwemmer of triatleet wilt worden. Vermits ik het met minder zwemtrainingen per week wil doen, weet ik tenminste een reden waarom zwemmen steeds m'n zwakke broertje zal blijven. Of mankeer ik ook een beetje (veel) zwemtalent?<BR>Anayway, nog iets over die zwemtrainnig vandaag. Blijkbaar had ik de eer om de ganse tijd in dezelfde baan te liggen met een echte triatleet. En met "echt" bedoel ik dan echt "echt". Niet omdat hij 150 meter zwom op de tijd dat ik er 100 zwom. Niet omdat hij al aan het zwemmen was toen ik het zwembad instapte en hij een dik half uur later nog eens even een serietje van 1.500 meter begon te zwemmen. Toen we aan de praat geraakte, vroeg ik wat hij juist deed van traithlons: volledige, halve, kwart? Vanalles wat, blijkbaar. En toen ik vroeg welke volledige triathlons hij al had gedaan, bleek dat hij al twee keer in Hawaï had meegedaan. Hawaï? Eheum. Nog een paar andere Ironmans ook: Zurich, Nice, Lanzarote,... Eén (of meerdere) Ironmans al onder de 9 uur. Jawadde. Hij zag dat ik plichtsgetrouw m'n zwemschema, oefening per oefening, aan het uitvoeren was en vroeg me of ik al lang bezig was en hoe dikwijls ik gemiddeld zwom per week. "Toen ik zeven of acht jaar geleden begon, zwom ik zeker niet beter dan jij nu". Tja, wat doe je daar mee? "Gewoon veel zwemmen", zei hij, "dat helpt echt wel". Tja, dat zal wel. Hij had deze week een rustweek: vier zwemtrainingen, drie looptrainingen en drie fietstrainingen. Tien trainingen in een rustweek. Je moet er iets voor over hebben om in Hawaï te mogen meedoen, zeker? Ik heb dan maar niet gevraagd of hij eigenlijk ook nog werkte, een gezin had en misschien nog andere dingen graag deed. Maar ik heb m'n training gewoon verder afgewerkt en genoten van m'n derde zwemtraining deze week. Morgen dus nog één zwemtraining en nog één looptraining. En zondagmorgen ga ik fietsen. Het is voor mij deze week geen rustweek. Gelukkig maar, want tien trainingen, dat zou ik echt niet zien zitten ;-)
Voor deze week heeft Rudi, op mijn vraag, het loopvolume een beetje teruggeschroefd. Eén keer raden? Ja, het is weer van dat ;-( Verdorie toch. Alhoewel, het is niet het allerslechtste nieuws. Gelukkig niet m'n linker scheenbeen, waar ik, door de kwetsuur van vorig jaar, het meest schrik voor heb. Maar sinds een week voel ik wel een vervelend gevoel in m'n rechterknie nadat ik een tijdje gelopen heb. Geen pijn, wel een vervelend gevoel dat er eigenlijk niet zou mogen zijn. Omdat ik het tegen het einde van de week en ook dit weekend niet alleen na een tijdje te lopen maar ook nog ná het lopen voelde, besliste ik om gisterenavond langs te gaan bij m'n sportdokter. Gelukkig was haar diagnose vrij positief. Duwen, nijpen, ... zoals alleen een goede dokter dat kan. Maar met niets van dat alles kon ze me pijn doen. En dat was dus goed nieuws. Omdat ze daarmee erge kwetsuren kon uitsluiten. Geen meniscus, geen ontsteking van de patellapees, ... Niets van dat alles. Wat is het dan wel? Mogelijk wat irritatie door een plica, waar ik een paar jaren geleden ook al last van gehad heb. Mogelijk heeft het ook met het kraakbeen te maken. Ik heb vroeger al eerder het advies gekregen om af en toe eens een kuur te doen met voedingssupplementen die kraakbeenherstellend werken. Dat schoot een paar weken sowieso al door m'n gedachten dat ik zo'n kuur nog eens zou moeten doen. En nu heb ik, spijtig genoeg, ineens meer dan een reden om het onmiddellijk te doen. Voor de rest zit er niets anders op dan geen te gekke looptrainingen te doen. En voor de rest: wait and pray. Pfff ... ;-(
Wisseltrainingen beginnen stilaan een vaste waarde in m'n trainingsschema's te worden. Natuurlijk niet altijd op dezelfde manier. Meestal fietsen-lopen. Maar ook al eens lopen-fietsen. En andere, langere combinaties (fietsen-lopen-fietsen-lopen-...) zullen in de toekomst ook nog wel de revue passeren. Ook de snelheid en de duur is natuurlijk niet altijd dezelfde. Deze week deed ik een een korte, extensieve wisseltraining: 50 km fietsen, gevolgd door 6 km lopen. Alles rustig. Het fietsen ging tegen 29 km/h. Weliswaar met gigantisch veel wind, wat het niet altijd even gemakkelijk maakte om braaf extensief te blijven trappen. Maar dat viel uiteindelijk best mee. Pas toen ik een tweetal dagen later de gegevens op m'n Garmin nog eens bekeek, realiseerde ik me pas dat er toch wel iets raar aan de hand is. De 6 km lopen die onmiddellijk op het fietsen volgden, heb ik, volledig op het gevoel, extensief gelopen. Toch gingen ze aan 4:47 per km. Niet echt mijn gewone snelheid als ik extensief train. Ik weet dat als ik op training, volledig op het gevoel, rustig loop, dat meestal rond de 5:00 per km schommelt, als ik goed uitgerust ben. Ben ik wat meer vermoeid, dan gaat het meestal richting 5:20 per km. Dat bleek ook een dag later tijdens een looptraining van 15 km aan 5:13 per km. Maar wel aan nagenoeg dezelfde hartslag dan tijdens het lopen in de wisseltraining. Waarom ik dan na 50 km fietsen, aan dezelfde lage hartslag, toch sneller loop, daar snap ik zelf niet veel van. Niet dat het iets zegt over het gevoel tijdens het lopen. Want dat is, vooral tijdens de eerste kilometers na het fietsen, nooit echt ok. Langs de andere kant gaat het natuurlijk maar over extensief fietsen en lopen. Het ziet er waarschijnlijk volledig anders uit als ik tijdens het fietsen dieper zal gaan. Of toch niet? Het zou wat zijn. Een vergeten talent ;-) Als een mens maar eens kan lachen ...
Het is ondertussen een beetje jaarlijkse routine geworden om, bij het begin van het seizoen, mijn bloed te laten onderzoeken bij mijn sportdokter. Afhankelijk van het grootste doel dat ik me in dat jaar stelde, deed ik hetzelfde jaar soms nog eens een tweede bloedonderzoek. Niet alleen het bloedonderzoek is zowat routine geworden, maar de uitslag eigenlijk ook. Altijd wel goed, maar toch ook altijd dezelfde tekorten, die in geval van een doorgedreven trainingsperiode die dan nog steeds moet beginnen, toch moeten worden aangevuld met een paar voedingssupplementen. Het gaat dan altijd over iets te lage waarden voor ijzer, vitamine B en testosteron. Of beter gezegd "het ging". Gisteren belde ik immers naar m'n sportdokter voor de uitslag van m'n bloedonderzoek van vorige week. En de diagnose was toch wel even anders. Alle waarden waren ok. Dik ok. Noem maar op: ijzer, ijzerreserve, vitamine B, foliumzuur, cholesterol, spierenzym, testosteron, hematocriet. Vooral die laatste twee waren serieus gestegen. M'n hematocrietwaarde was boven de 45 gestegen. Ik zal maar oppassen voor de 50 grens ;-) Anyway, omdat de uitslag zo goed was, moet ik niets aan voedingssupplementen nemen. Het moet zijn dat ik toch echt wel verstandig aan het trainen ben.
Anderhalf uur om vier keer te passen. Mocht dat tijdens het shoppen in een gewone winkel gebeuren, dan zou je mogen beginnen twijfelen aan mij ;-). Maar dat was niet het geval. Wat dan wel? Zondagmiddag, Olympisch zwembad in Oostende, pasdag voor wetsuits van Tri-Active. Een beetje gek dat ik daarvoor naar Oostende moest rijden, maar ik had niet veel keuze meer. De geplande pasdag in Temse met SBR-sport ging uiteindelijk toch niet door. En door het wachten waren alle andere pasdagen ondertussen al voorbij. Het toeval wil wel dat ik nu door die pasdag in Oostende al een paar 100 meter heb mogen proeven van het zoute zeewater in het zwembad waar ik binnen vier weken mijn eerste wedstrijd van het seizoen zal doen. En de wetsuit? Hij mocht er zijn. Man, man, man. Het was de allereerste keer dat ik er mee gezwommen heb. En laat het mij zo zeggen: je hebt zwemmen en zwemmen met wetsuit. Niet te vergelijken. Ik had al veel gehoord over het drijfvermogen van zo'n wetsuit. Maar het was nog straffer dan dat ik verwacht had. Zelf gewoon bij het instappen in het zwembad voel je al een verschil. En dus bij het zwemmen zelf zeker. Het belangrijkste voor mezelf was dat de wetsuit wel strak genoeg, maar tegelijkertijd ook nog comfortabel genoeg zat om op een deftige manier te kunnen zwemmen. Vermits dat evenzeer het geval was voor twee van de wetsuits, die ik gepast had, heb ik maar gekozen voor de goedkoopste van de twee. Uiteindelijk nog een serieuze kost. Maar diegenen die er een beetje van kennen, weten maar al te best dat het niet evident is om met een wetsuit voor minder dan 200 Euro naar huis te gaan. Voilà. Hij hangt in de kast te wachten om er binnen vier weken eens uit te komen. En dan nog een paar keren dit jaar. Hopelijk mijn steun en toeverlaat bij het begin van elke triathlonwedstrijd. En hopelijk niet mijn frustratie en ergernis bij het begin van elke triathlonwedstrijd omdat ik sta te sukkelen omdat ik hem niet deftig uitkrijg tijdens de wissel. Dat is potverdorie een sport op zich ;-)
Een moeilijke week. Gaan er eigenlijk ooit nog gemakkelijke komen? ;-) Maar tegelijkertijd één van de tofste trainingsweken is bijna achter de rug. Qua zwemmen was het niets speciaals. Daarin kan ik ook niet zo veel variëren omdat mijn niveau gewoon nog te zwak is. Maar qua lopen was het net iets meer en beter dan de voorbije weken. Het was m'n meest intensieve loopweek in maanden. In totaal 40 km. De eerste training was een (omgekeerde) wisseltraining: eerst lopen en dan fietsen. Door het fantastische weer deze week heb ik noodgedwongen dat fietsen moeten vervangen door spinning. En het eerste half uur heb ik het geweten. Het was een looptraining van 12 km. Na 6 km ging de snelheid, kilometer per kilometer, geleidelijk de hoogte in. Zodanig dat ik tegen een dikke 15km/h thuis arriveerde en onmiddellijk m'n training van anderhalf uur op de spinningfiets verderzette. Pfff. Het eerste half uur moest intensief zijn. En ook al toonde m'n hartslag dat niet echt aan. Het was toch wel bijten. Je zou denken dat fietsen onmiddellijk na lopen veel beter gaat dan lopen onmiddellijk na fietsen. Dat is dan blijkbaar toch alleen maar als het lopen rustig aan ging of tenminste rustig aan eindigt. Maar dat wat nu dus niet het geval was. Anyway, weeral iets bijgeleerd. Die wisseltraining zat daags nadien trouwens nog in m'n benen. Daarom leek het me ook verstandig om m'n tweede looptraining van 18 km heel rustig aan te doen. Het deed deugd nog eens een langere duurloop te doen. En daarbij vooral het gevoel te hebben dat het best ok zat, zelfs na een zware trainingsdag de dag voordien. M'n derde looptraining deze week was er één met intervallen: 10 in totaal, telkens 1 minuut net onder 4:00 per km. Het verschil met enkele weken geleden is duidelijk voelbaar. De versnellingen voelen gewoon beter aan. Puur op gevoel een beetje versnellen betekende een paar weken geleden zo'n 4:15 per km. Terwijl dat nu toch vlot naar 4:00 per km gaat. Dat een wisseltraining m'n favoriete training is, is niets nieuws. Maar ze heeft me ook iets bijgeleerd. Iets heel stom eigenlijk. Tijdens de wissel heb je maar één ding te doen: schoenen wisselen. Wel, dat is voor mij blijkbaar één ding te veel. Strange but true. Mijn hersenen zijn tijdens zo'n wissel blijkaar niet in staat op een normale manier de nestels van m'n loopschoenen te knopen ;-) Wat een gesukkel en een gesakker. Laat er voor zo'n "probleem" nu toch wel net een oplossing bestaan: lock laces. Ik heb m'n gewone veters ondertussen al door lock laces vervangen. Het enige wat me nog te doen staat is te zien tijdens m'n trainingen of het even comfortabel loopt dan wat ik gewoon ben. Maar ik verwacht eigenlijk weinig verschil. Weeral iets bijgeleerd.